Woensdag 12
«unn
Mei 1915.
n f\ ¥t
No. 8567.
64e Jaargang.
BIJBLAD van de „Amersfoortsche Courant" van Zaterdag 8 Mei 1915, No. 8565.
In de eerste plaats zou voor geleider van
een politiehond in aanmerking komen de
agent, die de te bouwen veldwachterswoning
naast den watertoren zal bewonen. Evenwel
is het wenschelijk, een tweeden hond ter be
schikking te hebben, o.a. met het oog op
ziekte, die dan kan worden toegevoegd.aan
een agent voor dienst in het plantsoen en in
de buitenwijken.
Wij kunnen ons met deze denkbeelden ge
heel vereenigen. Ten aanzien van het vraag
stukal of niet gebruikmaking van politie
honden, heeft uw vergadering reeds principieel
een beslissing genomen door sedert i Novem
ber 191 o telken jare op de Gemeente-begroo
ting te ramen een post van f 50 voor derge
lijke honden. De bedoeling was om met dit
geld toelagen te geven aan agenten, die, in
dienst, door goedgekeurde politiehonden wer
den vergezeld. Zulks is echter nimmer het
geval geweest. Het voornemen bestaat nu,
twee honden aan te koopen en deze door
twee agenten onder goede leiding te doen
dresseeren. De Hoofd-Commissaris van Politie
in Den Haag heeft de groote vriendelijkheid
gehad, toe te staan, dat de opleiding van
agenten en honden kan geschieden aan de
afdeeling «Politie-honden* aldaar. Hierin is
een niet genoeg te waardeeren waarborg ge
legen voor hét welslagen van de onderneming.
De kosten van detacheering van twee agen
ten in Den Haag gedurende ten hoogste acht
weken, de aankoop van twee honden, de
aanschaffing van diverse benoodigheden wor
den geschat op een bedrag van f 250.
Voor toelagen aan de geleiders van een
bedrag van fi.50 per week, per hond, voor
voeding, ligging en onderhoud, is verder een
crediet noodig van f too.
Wij hebben derhalve de eer, (J voor te
stellen, ons voor dit doel een crediet te ver-
leenen van f 250 voor eens en f 100 te
brengen op de jaarlijksche Begrooting,
Omdat, zooals is gezegd, de bewaking ten
doel heeft de bezittingen buiten de bebouwde
kom gelegen en deze bijna alle in het Grond
bedrijf zijn gebracht, zoo meenen wij, dat
ook de kosten ten laste van het bedrijf moe
ten komen. Het eene is een gevolg van het
andere.
De heer Van Achterbergh: M.deV.,
ik zou graag een paar vragen willen stellen.
In de eerste plaats of het nut van politie
honden werkelijk gebleken is. Een jaar of
vijf terug hoorde men in het land algemeen
over die zaak spreken. Die honden deden
toen natuurlijk wonderen; maar het schijnt
wel, dat ze sindsdien allemaal dood zijn;
men leesteer ten minste bijzonder weinig van.
Verder zou ik u willen vragen, of u als hoofd
der politie er niet huiverig voor is, dat die
honden in de boschjes en parken kinderen of
rustige wandelaars zouden kunnen aanvliegen,
waardoor we last zouden kunnen krijgen.
De Voorzitter- Ik kan u gelukkig
gerust stellen. Ik durf met die politie-honden
gerust in zee gaan. In mijn toenmalige be
trekking als chef van Algemeene zaken op
de Secretarie In Den Haag heb ik veel te
maken gehad met de politie. Toen daar voor
het eerst politie-honden kwamen, heb ik de
geheele oprichting en africhting meegemaakt
en mij ook daarna voortdurend op de hoogte
gehouden van de zaak.
En nu de bijkomstige mogelijkheid bestaat,
dat twee onzer agenten als leider daar zullen
kunnen worden opgeleid, stellen B. W. den
Raad beslist voor, tot de aanschaffing over
te gaan.
Ik geef u graag toe, dat een politiehond
gevaarlijk kan zijn, maar dat is juist een
quaestie van goede dressuur. Het vraagstuk
van de politie-honden is volstrekt niet dood.
De heer Lei n web er: M. de V., het
voorstel wil de aanschaffing van twee politie
honden. Een zal onder geleide komen van
den agent, die de nieuwe woning aan den
Berg zal betrekken, en de andere zal gegeven
worden aan de agenten, die de plantsoenen
en de buitenwijken hebben te bewaken. Maar
ik stel mij voor, dat deze hond op die manier
allerlei bazen krijgt en dat lijkt mij niet goed.
En verder, hoe zal de f 1.50 onder die ver
schillende agenten worden uitgekeerd?
De Voorzitter: De bedoeling is, dat
ook die hond onder éen geleider blijft. Wat
u daar zegt, is volkomen juist: de honden
moeten blijven bij hun eigen geleider.
De heer L e i n we b e r Dus éen vaste
agent wordt aangewezen voor den hond, die
behulpzaam zal zijn bij de bewaking der
plantsoenen en de buitenwijken? O, dan is
het goed.
De Voorzitter: Verlangt nog een van
de heeren het woord over dit voorstel, of
hoofdelijke stemming? Zoo niet, dan is het
aangenomen.
187. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om machtiging te ver-
leenen tot aankoop van een elfde
paard ten behoeve van deGemeente-
reiniging en daarvoor een crediet
te verleenen van f750.
Het voorstel luidt:
Het komt herhaaldelijk voor, dat ten be
hoeve van den Reinigingsdienst het aantal
beschikbare trekkrachten niet voldoende is
om In den geregelden dienst te voorzien.
Alsdan worden daarvoor paarden gehuurd,
waarvoor thans f 5 per paard en per dag
moet worden betaald.
Het wil ons voorkomen, dat het financieel
belang der Gemeente meer zal worden ge
diend door het aantal paarden, thans 10 be
dragende, met éen te vermeerderen.
Derhalve hebben wij de eer U voor te
stellen, ons te machtigen alsnog een paard
ten behoeve van de Gemeente-reiniging aan
te koopen en daarvoor een crediet te ver
leenen van f 750.
Aangenomen zonder beraadslaging of stem
ming.
188 Vaststelling van het eerste ge
deelte van het kohier der Inkomsten
belasting, dienst 1915.
Aangenomen als voren.
De Voorzitter: Mijne heeren, het i6
B. en W. een aangename plicht om, in ver
band met hetgeen verleden jaar in den Raad
is gezegd, dank te zeggen aan de Commissie
van aanslag voor hetgeen zij heeft gedaan in
het financieel belang van de Gemeente.
Om 9.35 is aan de orde de
RONDVRAAG.
De heer De Kempenaer: M. de V.,
het is in de Bouwverordening verboden om
voor buitenmuren te bezigen spouwmuren,
bestaande uit twee halfsteens-muren. Op een
heele boel andere plaatsen is dat wel toege
staan. En ik dacht als ik u hier eens naar
vroeg er niet het minste bezwaar tegen zou
bestaan. Wanneer de buitenmuren éen-steens-
muren zijn, dan slaat aan vier kanten de
regen door, terwijl als men spouwmuren heeft,
met een behoorlijk verband tusschen die twee
muren, het dan minstens net zoo sterk is en
men het huis heelemaal droog maakt. Ik heb
daarom dus gedacht, dat een wijziging van
de Bouwverordening hier in het belang was
van de bouwerij van den laatsten tijd.
De Voorzitter: Is het dus uwe bedoeling,
die spouwmuren gebiedend voor te schrijven?
De heer De Kempenaer: Neen, M. de
V„ maar die 't wil maken, mag het doen.
De Voorzitter: Art. 23 van de Bouw
verordening zegt, dat de buitenmuren minstens
22 c.M, dik moeten zijn; maar volgens de
laatste alinea zijn B. en W. bevoegd, vrij
stelling hiervan te verleenen voor bouw-con-
structies van gewapend beton, ijzer, glas
en bij constructies in metselwerk. Indien het
voldoende sterk is, kunnen ook spouwmuren
gemaakt worden. Ik heb het hier te Amers
foort ook verscheidene malen gezien, spouw
muren van twee halve steenen.
De heer Kroes: M. de V„ ik geloof toch,
dat u abuis zult hebben. Bij de vaststelling
der Bouwverordening ben ik juist de eenige
geweest, die dat voorgesteld heeft en het
spijt mij, dat ik het niet in de Bouwverorde
ning heb kunnen krijgen. Maar er mag hier
volstrekt niet gebouwd worden met twee
halfsteens muren met een spouwruimte. Wan
neer ik een plan indien bij Bouw- en Wo
ningtoezicht met halve-steens buitenmuren met
een spouwruimte, weet ik zeker, dat die
plannen niet goedgekeurd zullen worden.
Daarom ben ik zoo blij, dat de heer De
Kempenaer met dit voorstel is gekomen en
ik zou het zeer toejuichen als ook deze Raad
deze wijziging in de verordening zou aan
brengen. Ik bouw in verschillende plaatsen
en haast in alle is het toegestaan en staat het
uitdrukkelijk in de Bouwverordening vermeld,
dat de buitenmuren op het Z. W. en het
N. W. gebouwd mogen worden met een
spouwruimte. Aan de soliditeit doet het niets
af en men krijgt een veel beter huis en maakt
de bouwkosten niet hooger.
De V oorzitter: Het gaat over twee
punten, namelijk 1 over de mogelijkheid van
vrijstelling, en 2 over de vraag of B. W.
die dispensatie in de practijk wel verleenen
De heer Kroes: Leest u het eens goed,
M. de V.; ik meen, dat de dispensatie alléén
wordt verleend voor het gebruik van be
paalde materialen.
De Voorzitter: Ik lees in art. 23 sub
13 der Bouwverordening »B. W. zijn voorts
bevoegd, van de bepalingen van dit artikel
vrijstelling te verleenen bij het bouwen van
constructies in gewapend beton, metaal, glas
en bij constructies in metselwerk indien hare
hechtheid voldoende is voor de bestemming
van het gebouw*.
Het is de laatste alinea en het slaat op het
bepaalde in het geheele artikel en niet alleen
op die slot-alinea.
De tweede vraag is of B. W. dit artikel
practisch toepassen. Ik ben geen technicus,
maar ik meen mij toch stellig te herinneren,
dat B. W. meermalen dispensatie op dit
punt verleend hebben.
De heer Kroes: U ziet, ik ben niet gaan
zitten, om U te laten uitspreken, maar ik, wou
toch gaarne, dat In de Bouwverordening|werd
opgenomen de bepaling, dat gebouwd moch-
RAI!.
na A. H. van Cleeff".
BUREAU
KORTEGRACHT 9.
astbus 9. Telefoon 19.
td wordt a 5 cent en over 400 uren A 20
t, totaal dus f 130 en f .80 of f 210, het-
>n overeenkomt met een gemiddelden prijs
1 7 cent per K. W. IJ.
.Vlen ziet hieruit, welke gunstige voor
arden aan de klein-industrie worden aan
boden om zich te ontwikkelen het ver-
jgbaar stellen van zeer goedkoope drijf-
icht.
Dat zij dan ook in welbegrepen eigenbe-
g van deze gelegenheid gebruik make
de verwachtingen en de hoop, welke
rgemeester en Wethouders in haar hebben
iteld, mogen worden verwezenlijkt, tot
«nomische verheffing en tot voorspoed van
nersfoort.
/.o« dijv. net oranugevaar ten gevoige van
«kofitsluiting*. Ec kan geen brand uitbreken
in een perceel, waarin zich electrische gelei
dingen bevonden, of hot groote publiek zegt
»De brand is ontstaan idoor kortsluiting-
vei nLuuug vcci uuuacr dij gaaveiuuiwug
(een z.g. dagbrander verbruikt toch nog 3 L.
gas per uur of ruim 25 M8. per jaar) en in
het geheel niet bij petroleumverlichting.
Vergeleken met de kosten van gasverlich-
werk 's avonds om 7 uur eindigt) binnen
den in het tarief bedoelden «bezetten tijd*.
Dat wil dus zeggen, dat 1 K. W. U., hetwelk
men het geheele jaar door, gedurende
Waarom? Omdat dit zoo de gelijkte term ting zal de stroomrekening dus nogal mee- uur per dag gebruikt, over 2600 uren bere-
Ue IJsheiligen.
ie zijn er weer, de strenge heeren, die
rlijks tegen half Mei ons komen vertellen,
het gevaarlijk is, reeds zóo vroeg te
tenen op de vastheid van het lenteweer
nog veel minder gewenscht, nu reeds
rhels en winterkleeren aan kant te doen.
De dag van hun verschijnen verschilt wel
is een weinig. Melden zij zich aan op 11,
en 13 Mei dan zijn het St. Mamertus,
Pancratius en St. Servatius; komen zij
1213 en 14 Mei dan zijn het St. Pan-
itius, St. Servatius en St. Bonifacius. Maar
vermijdelijk vertoonen zich de drie IJshei-
en en na hun verschijnen pleegt het wel
ns een paar weken te duren eer de tem-
ratuur zich herstelt.
Hoe dat komt? Hoe 't bestaanbaar is, dat
vruchtboomen, die als met een wit laken
n bloesem zijn overdekt, soms zoo te 'ijden
bben van hun gestrengheid? De weerkun-
[en zoeken er reeds zoo lang naar, doch
-ten geen bescheid te geven.
Ten minste niet zóo beslist als die oude
nman, de man van de practijk, die meende
f de duvel er achter zit, of de wind komt
het zelfde neer; vóór 20 Mei moet je
en teere planten buiten brengen*.
Maar de nu zoo heel mooi bloeiende boom
arden kunnen niet maar zoo gauw onder
c gebracht en zullen dus weer lusten van
nachtvorsten.
Hopen we, dat het niet aLte veel zij.
Onder de Belgen.
De heer M. de Koning, houtvester van de
•d. Heide-maatschappij en achtereenvolgens
ïf van den arbeid in het vluchtkamp bij
debroek en het vluchtoord te Nunspeet,
alt in het «Tijdschrift van de Ned. Heide-
.atschappij* een en ander mede van zijn
fmaandsche ervaring aldaar en vertelt van
moeilijkheden om de vluchtelingen aan
t werk te krijgen en aan het werk te
uden.
Dver Oldebroek schrijft hij
«Enkele dagen ging alles vrij goed. Met
edenmakers, schippers, koetsiers, enz. is
t nu eenmaal niet gemakkelijk graven,
.ar niettemin werkten de menschen kalm
ar. Doch weldra begonnen de slechte ele-
inten de overhand te krijgen, vooral door
i grooten toevoer van jongelieden, die
dacht hadden, in Nederland een vagebon-
nleven te voeren met het kamp als uit-
ngspunt en punt van samenkomst op het
msuur. De oorspronkelijke troep werd hoe
iger zoo kleiner's morgens tegen 9 uur
,s er niemand buiten de barakken te
iden.
«Telkens stond men voor verslapping van
n werklust, óok wanneer er nieuwe be-
oners in het kamp kwamen, voor wie dan
ile belangstelling was.
«Groote kalmte, veel tact en een onver
stoorbaar humeur moesten dan hun diensten
bewijzen en langzaam kwam alles weer in
het goede spoor. Vroolijk toog men weer
aan het werk van 9 tot 12 en van 2 tot 4.
Hoogst enkele malen moesten de marechaus-