UnHonr®
Lul
W. A.HAjSSBWB
Berkcnweg IB.
GiBöpL Stoomzoiretfabrrek
Bank van Huydecoper*
Blanche
B566.
Vertegenwoordigers te AMERSI
E i. Reems, J
USVli VBSPWKNSTRA AT M/«6.
Hooggepasteuriseerde volle melk per Litorsflesch
Heerlijke roomkarnemelk per Liter
per Lltersflesch
Hooggepasteuriseerde zeer relte koffieroom per
slagroom
Roomboter onder Rijks-controle thans per K.G,
N.B. Al one producten staan te Amersfoort O
•obe controle van dot
Ken KeurliAijKUeiiat
Bijkantoor AMERS®
Langestraat IOC Telc
HANDELSCREDIETJ
TELEGRAFISCHE UITBETA
BINNEN- EN BUITEN!
VREEMDE WISSELS. VRl
INCASSO'S.
MEURSING's MACHINALE FABB
afdeeling BROODFABRIEi
Ingevolge de door onze Regeering met ingj
prgzen, zijn de prijzen van het brood' vermeetf
beginnen met Maandag 10 Mei 1915.
0.50 K.G. 15 cent,
Melkhrood
Gezondbeidsbrood
Bminbrood
0.50
105
0.50
0.75
075
0.7
0.7
0/
16
16
34
Geldersch Kropbrood
Klein
Half
Zoet Roggebrood (in luxe verpakking) 0.1
Moutbrood (geheel met melk)0 i
De overige soorten brood zgn niet verandert
Van bet volgens deze prgzen van deze fab
zal het 10 pCt. dividend worden uitgekeerd op c
Het dividend over het jaar 1914
betaald tot bedragen van zelfs ong
FEUILLETON.
6j).
Tegeiijk met het hunne reed een ander
rijtuig weg. Het volgde hen tot aan hun
hotel. Een lakei in zwarte livrei steeg
van den bok, trad in het bureau van het hotel,
vertoonde een kaartje van bijzonderen vorm,
vroeg de namen der reizigers die binnen
waren gegaan, teekende ze op en verwijderde
zich.
Den volgenden ochtend na de ontvang*
zijner brieven zeide Gregory aan mevrouw
De Nancey, dat hij uitging en wel tot
'•avonds zou moeten uitblijven.
De dag verstreek langzaamde avond
daakfa, vervolgens de nacht en Gregory was
nog niat terug.
Blanche vroeg zich verschrikt af, of bij
wellicht reeds in handen der politie was.
EindeHjk, juist toen het negen uur sloeg,
werd de denr geopend zonder dat er ge
klopt was. De gravin richtte zich op, een
krept van schrik slakend.
Zij bevond zicb tegenover iemand, die op
Gregory geleek, maar zeker Gregory niet
kon zijn en tien jaar jonger scheen.
De«
Wallet
dec cx
de g
den pc
was b
den ni
blanke
bij zijt
baar.
»Wi
toen z
den s
dit zo-
ten worden twee halfsteens-m uren met spouw
ruimte, zonder dat hiervoor dispensatie noodig
is. Niet, dat ik er ondervinding van heb, dat
door B. W„ wanneer het zakelijk wordt
toegelicht, geen dispensatie verleend wordt,
maar hét gaat hier hoofdzakelijk, M. de V.,
óm de ambtenaren. Wanneer wij. als ouderen'
met meerdere ervaring, tegenover jongere
ambtenaren komen te staan, is het voor ons
□iet moeilijk om bewijzen aan te voeren, dat
frij in het gelijk zijn; maar het hangt toch
altijd af van de jongere ambtenaren.
Als wij hen niet kunnen overtuigen en zij
zeggen>met de macht in mijn handen heb
ik natuurlijk het recht, aan de Verordening
vast te houden*, dan krijgen wij natuurlijk
geen dispensatie, M. de V.
Tk zeg niet, dat ik dit bij ondervinding
heb, maar alleen wou ik. om onaangenaam
heden en ten slotte dergelijke zaken te voor
komen en minder aangename wrijvingen met
het Bouw-bureau te ontgaan, den Raad in
overweging geven, de bepaling op te nemen,
dat buitenmuren gebouwd mogen worden met
twee halve steens-muren met spouwruinite
er tusschen.
De Voorzitter: Wij zullen die vraag,
omtrent het opuemen in de Bouwverordening
om zonder vrijstelling van B. W. het bouwen
van spouwmuren te veroorloven, natuurlijk
overwegen.
De heer Hofland: M. de V., ik zou u
wel even over een minder aangenaam ik
weet niet hoe ik het zeggen zal over een
minder welriekend onderwerp iets willen
zeggen.
Het betreft ook een verordening, maar een
heel andere; het betreft art. 44 der Politie
verordening.
Dat is een onderwerp, dat ik eigenlijk liever
niet behandel, maar in verband met betgeen
ik ga zeggen, moet ik herinneren aan dat
art. 44, waarin staat, dat het verboden is om
mest en vuil, enz. weg te laten loopen, op
hoopen te werpen, enz. Nu heb ik Vrijdag
en Zaterdag en een paar weken achtereen er
eens op gelet, wat er gebeurt met den stal
mest van de artillerie en de cavalerie, nadat
ik een bespreking had gehouden met den
Directeur der Gemeente-reiniging. Ik was erop
opmerkzaam gemaakt, dat het vervoeren van
dien stalmest van de stallen naar de spoor
noodig maakte, dat de gevolgde wegen voort
durend schoongemaakt moesten worden en
dit op zoo'n wijze, dat dit schoonmaken zelfs
op Zaterdagavond plaats moest vinden. Dat
gebeurt in e::pressen dienst en wordt dus
expres betaald.
Nu vind ik die expresse betaling niet zoo
heel erg; maar heel erg vind ik de wijze,
waarop die mest wordt gereden, zoodat als
het ware van den stal naar de spoor voort-
voortdurend een straal mest wordt neerge
worpen, alsof het een sproeiwagen is. Mij
dunkt dus. dat volgens art. 44 der Politie
verordening, waarbij geCischt wordt, dat vuil
nis en mest in goten of zinkputten moeten
worden geworpen, een dergelijke wijze van
mestvervoer niet opgaat. En weet U waarom
ik dat vraag? Omdat straks, wanneer ik voor
stel dat voorstel om den vrijen Zaterdagmid
dag te behandelen, dat zeer waarschijnlijk be
zwaren zal ontmoeten, juist omdat op de uren
dat vrijgegeven zou kunnen worden, die mest
wordt geredenvoor een gedeelte althans.
En daarom vraag ik uitdrukkelijk handhaving
van art. 44. En als dat niet mogelijk is, zou
ik willen wijzen op §en ander artikel, n.l.
dat de reiniging van wegen kan geschieden
op kosten van den vervoerder of dengene,
Wat
mij b
aandii
ontvai
De
is all
zelfso vertroiten
Blanche kon niet langer twijfelen toen zij
zijn stem hoorde.
>Gij Zijt gij 't riep zij.
Zeker!* antwoordde de Wallach. »Wie
anders? Ik ben geen tweeling*.
»Wat beteekent deze vermomming?*
»Dit, lieve gravin; evenals prins Uragory
stab door middel ven een jJsspwsK hmiber
schapen, in graaf Ladanoff, zoo verandert
die laat vervoeren per man en per uur het
bedrag van 30 cent niet te boven gaande.
Wanneer aanstonds het voorstel van de Ge
meente-werklieden in behandeling komt
ik bedoel dat adres en B. en W. zouden
gunstig willen adviseeren. vermits er geen
financieele bezwaren voor de Gemeente aan
werden verbonden, dan zou ik den nadruk
willen leggen op die twee artikelen, n.l. op
art. 44 van de Politie-ve'rordening en op art.
i, dat ik zooeven noemde sub II letter c.
M. de V.. wanneer U een bijzondere inspectie
wilt maken, dan zoudt ge zelf tot de con
clusie komen, dat de Directeur van de Ge
meente-reiniging gelijk heeft, waar hij tegen
mij zegt niet bezwaren te hebben, maar dat
hij die straat zoo niet kan laten liggen tot
's Maandags. Ik ben het zelf wezen zien.
herbaal het, ik wijs er bij voorbaat op. dat
de financiën van de Gemeente-reiniging niet
een overwegend bezwaar mogen zijn.
De Voorzitter: Ik kan U zeggen.dat
de Wethouder meer speciaal belast met de
openbare reiniging dit punt reeds ter sprake
heeft gebracht bij B. en W. Met den Com
missaris van politie zou erover gesproken wor
den en op een strengere toepassing zou wor
den aangedrongen. Zulks is gebeurd.
Verder het verhalen der kosten. Dat zal
moeilijk zijn. Als U leest niet alleen art. 1.
romeinsche II dat bedoelt U immers? maar
ook art. 2 der verordening: «Het recht sub
II en III is verschuldigd zoo het door hem
gevraagde diensten betreft*. Hier is het
echter geen dienst die gevraagd wordt, zoodat
dit art., tot ons beider spijt waarschijnlijk,
buiten toepassing gelaten zal moeten worden.
Maar ik hoop, dat de naleving der Politie
verordening op zichzelf voldoende zal wezeu.
De heer Hofland: Ik kan dat bezwaar
wel voelen, dat door den vervoerder zeiven
geen diensten worden gevraagd en er dien
tengevolge niets te vorderen zou zijn; maar
daartegenover staat, dat wanneer art. 44 wordt
gehandhaafd de vervoerder wil hij geen
proces-verbaal oploopen zal hebben te
zorgen voor een wagen, waarmee de mest
niet gesproeid wordt over onze straten. En
als dan bereikt kon worden, dat de eigen
lijke vervoerder, die den wagen en het ge
span levert, een proces-verbaal aangedaan
kon worden en niet den man die op de bok
zit, dan zouden wij een heel stuk in de goede
richting zijn. Want de rijder mag er de dupe
niet van worden.
Onlangs nog kwam er iemand bij mij, die
me vroeg: Verdikkeme, hoe vind je dat nu
toch?* «Ja wat bedoel je. man? Vertel eens
wat*. »Ik ben in dienst bij Van den Hoek
en nu heb ik een wagen uitgespannen op de
Varkensmarkt en nu ben ik bekeurd. Vind
jij dat billijk?* «Neen, dat is zeker niet bil
lijk* zeide ik.
En zoo moeten die vervoerders van den
mest geen proces-verbaal krijgen. Neen, wij
moeten probeeren tegen diengene in wiens
dienst die man is proces-verbaal op te maken,
want die is de schuldigedie geeft het ge
span en de karren, enz., en die verdient er
it aan. Die moeten aangesproken worden.
De Voorzitter: Mijnheer Hofland, u
heeft volkomen gelijk. Het gaat hier om het
art. a 7 van het Wetboek van Strafrecht, om
het bekende vraagstuk van het «doen plegen*.
Wij weten nog niet hoe de behandeling ten
aanzien van dat artikel zal afloopen. Laat ons
er het beste van hopen. De toezegging te
geven, dat het zal gelukken, geloof ik niet
te kunnen doen.
De heer Leinweber: M. de V., wü
waren zooeven bezig aan de herziening vaa
de Bouwverordening. Ik zou graag aan B-
en W. in overweging willen geven, een ar
tikeltje in de Bouwverordening in telasschen,
waarbij het verplichtend wordt gesteld, m
nieuwe huizen een brievenbus te hebben.
Dat is zeer in het belang van den post
ambtenaar en ook van het publiek zelve.
De Voorzitter: B. en W. zullen dat
gaarne overwegen.
De heer Hofland: M. de V.. het zal u
natuurlijk niet vreemd zijn. wanneer ik op
dit oogenblik alweer het woord vraag over
het zelfde chapiter waarover ik in de vorige
vergadering sprak, namelijk dat der voedsel
voorziening.
Ik zou U deze vraag willen stellen Welke
gevolgen of het overleg heeft gehad tusschen
het Dagelijksch Bestuur der Gemeente, op de
wijze ais ons is toegezegd, met het Steun
comité
Ik weet wel, er heeft sedert, wat men zou
kunnen noemen, een frontwijziging plaats
gehad, omdat de eerste circulaire van den
Minister van 22 Maart is ingetrokken en ook
bekend is, dat die intrekking destijds door
den Minister is geschied, omdat hij een zekere
systematische tegenwerking heeft genoten van
de Gemeentebesturen. Ik hoop niet. dat ook
onze Burgemeester onder die tegenwerkers
behoort.
In elk geval ik las. toen ik de tweede
circulaire las. dat de Minister den ernstigen
twijfel aan de mogelijkheid der uilvoering
niet deelde. En ik ben het volmaakt, volmaakt
met den Minister eens.
Wij hebben nu dus de tweede circulaire
en wat is nu de bedoeling hiervan? Dat is
ons allemaal wel bekend en ik kan er dus
heel kort over wezen. De bedoeling is dus.
dat de voornaamste voedingsmiddelen beschik
baar worden gesteld. Wat is nu het verschil
met de vorige circulaire? Niet meer en niet
minder dan dat nu niet alleen de on- en de
minvermogenden de levensmiddelen tegen ver
laagden prijs krijgen, maar iedereen, die er
van zou willen profiteeren.
Het wordt zoo zoetjes aan een labyrinth,
dieheele geschiedenis. Want wat hebben wij
nu dezer dagen weer kunnen lezen Dat door
den Voorzitu- van dezen Raad in zijn quali-
teit als uitvoerder van de Levensmiddelenwet
eenvoudig een verhoogde prijs is vastgesteld
voor het wittebrood.
Ik zou u willen vragen, M. de V., wanneer
het overleg met het Steun-comité nog niet
een goed einde is gebracht, «ie het dan
zoover te brengen en ik hoop, dat u dat
kunt dat niet alleen het bruinbrood, het
grof brood of het kropbrood of hoe die
namen precies mogen zijn, er zijn bier spe
cialiteiten nietwaar, die dat veel beter weten
dan ik goedkoop verkrijgbaar kan worden
gesteld, maar óok, dat het verstrekken van
goedkoop brood wordt uitgestrekt over goed
koop wittebrood. Ik mag er wel in dit ver
band aan herinneren, dat toen den vorigen
keer, omtrent October, November, December,
uitsluitend oorlogsbrood mocht worden ver
vaardigd, er uit het heele land het zijn
Ministers eigen woorden een stroom
van protesten kwam, waaruit hem bleek, dat
het verkrijgbaar stellen alleen van dat soort
btood onmogelijk was. omdat de menschen
er niet aan gewend waren.
En daarom zou ik toch aan deze vergade
ring willen voorstellen, dat het College van
B. en W., of alleen de Burgemeester als uit
voerder der Levensmiddelenwet, dat die komen
«Van welken aard
«Den allefslechtsten. De Fransche cn de
Pruiaisehe politie zoeken mij. Tusschen haar
en mij is nog slechts een valsche naam, die
in eenige uren ontdekt kan worden. Daarom
neem ilc een anderen aan, omdat de-eerste
mij niet meer kan beschermen*, voegde
Gamgmj n btj.
«Maar*, hernam mevrouw De Nancey «de
mij met nerxenu. oimv u»
rekening en wees om balftwaelf aan het
station. Ge zult mij daar \ynden; wij sullen
in den zelfden waggon- plaats nemen, itiaar
zoolang wij niet over de grens zijn van het
groot-hertogdom Baden zullen wij den schijn
aannemen, elkander niet te kennen. Begre
pen, nietwaar
(Wordt vervolgd.)
onderzocht op de'^1
vinden, mits deze n
is; zij zijn verplicht,-!
te onderwerpen
2. die zich
vinden of die verplette
werkinrichting, een Ffl
of een tuchtschool;