Donderdag 20 Mei 1915. No 8570 64e Jaargang. AMERSFOORTSCEE COURANT. Uitgave van de Naamiooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFDREDACTEUR F. J. 7RSSSRZZS. AMERSFOORT. Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.— franco per post /1.15. Advertentiun 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleöle- en ontelgenlngs- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels fi.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advêrtentien van buiten de stad worden de incasseerkosteu In rekening gebracht. Postbus 9. BUREAU: ZORTSQRAOBT 9. Telefoon 19. KENNISGEVINGEN. VAN KRACHT GEWORDEN KIEZERSLIJST. De Burgemeester van Amersfoort Brengt ter openbare kennis, dat de op den 22en Maart dezes jaars door het Gemeente bestuur vastgestelde suppletoire Kiezerslijst 19151916, zooals die door zijne beslissingen van den -30 April 1.1. gewijzigd is, van 13 Mei van dit jaar tot 15 Mei van het vol gende jaar van kracht blijft, behoudens de wijzigingen, daarin ten gevolge van rechter lijke uitspraken te brengen en de aanteeke- ningen omtrent schorsing, daarin te maken overeenkomstig de bepalingen der wet. De Kiezerslijst blijft voor een ieder op de Secretarie der Gemeente ter inzage neder- gelegd en in afdruk, tegen betaling der kos ten, verkrijgbaar. Amersfoort 17 Mei 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. De Burgemeester en WelhouderB van Amers foort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat een door het Bestuur der Vereeniging „Ambachts school voor Amersfoort en omstreken" ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van twee smederijen en twee bank- werkerijen, ten behoeve waarvan zullen geplaatst worden een eleotro-raotor van ongeveer 15 P.K. en een Btadsgaa-motor van ongeveer 4 P.K., in het perceel al bier gelegen aan den Leusder weg bij het Kadaster bekend onder Sectie B. No. 3499, op de Secretarie der Gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag den 29 Mei aanstaande, des voormid- dagB te half elf ufon, gelegenheid tenRaadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Ge meentebestuur of van éen of moer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van de inriebting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe stuur of éen of meer zyner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichteD. Amersfoort, 15 Mei 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art. 37 der Drankwet, brengen ter openbare kennis, 1. dat bij hen is ingediend een verzoek schrift cm verlof tot verkoop van alcoholhou denden, anderen dan sterkedrank, voor ge bruik ter plaatse van verkoop, door Antje TULLING, weduwe van cornells HEER TJES, zonder beroep, wonende alhier, in de beneden-voorlokaliteit van perceel Utrecht- scheweg 110. 52, alhier, 2. dat binnen twee weken na deze bekend making een ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijke bezwaren bij hun College kan inbrengen. Amersfoort, 17 Mei 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. Ned. Anti-Oorlog Raad. In de afgeloopen weken van t tot 15 Mei werd aan het Secretariaat van den «Neder- landschen Anti-Oorlog Raadc bericht ont vangen van aansluiting van 42 nieuwe ver- eenigingen, zoodat het totaal aantal aange sloten vereenigingen thans 885 bedraagt. Onder de nieuw toegetredene mogen als grootere organisatie's worden vermeldde Vereeniging van Directeuren en Commiezen der posterijen en telegrafie, en de Friesche Bond van handelsagenten en handelsreizigers. Van de Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken hebben zich opnieuw 3 afdeelingen aangesloten, zoodat thans, be halve de Vereeniging zelve, 14 afdeelingen van deze vereeniging aangesloten zijn. Het aantal aangesloten departementen van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is voorts gestegen van 11 tot 14. Verder bevinden zich onder de nieuwe opgave o.a. vier werklieden-organisatie's, n.l. Werkliedenvereeniging «Eendracht maakt Macht* te Kantens, de afdeeling Leiden van den Ned. Bond van werklieden in openbare diensten en bedrijven, de werkmansvereeni ging »D. E. S.« te Hoorn, en de afdeeling Maurik van den Christ. Nationalen Werk mans Bond. Van de organisaties te Amersfoort zijn thans aangesloten De Doopsgezinde Kring, de Remonstantsch Gereformeerde gemeente, de Oud-K&tholieke Studenten-vereeniging «Batavia», het departement van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen, de afd. van den Bond van Ned. Onderwijzers, en van den Volksbond tegen drankmisbruik. Het aantal medestanders hier ter stede bedraagt rond 300. Onzijdig Nederland. Het weekblad «De Nieuwe Amsterdam mer* waarschuwt tegen het stelselmatig opzetten van bet publiek in ons onzijdig land tegen een der oorlogvoerenden, waaraan enkele Nederlandsche bladen zich schuldig maken en besluit een bespreking van de vernieling der «Lusitania* aldus: De Hemel verschoone ons land van den blinden haat, die over ons duistert. Het is de bede, die, ondanks nu weer dezen Lusi- tania-gruwel, wij zullen blijven uitbrengen. Hij verhoede, en wij verhoeden net, dat wij nu eens de Engelschen als een volk van perfide Chamberlains uitkrijten dan weer de Duitschers als een moordenaarsbende wel bewust éen met kathedraal-vernielers; mor gen de Franschen. De moord en de zucht tot brandstichting zijn nu overal voldoende rond ons. De haat heerscht over de grenzen. Maar ook neutralen verliezen, door al het «hetzen*, allen kijk op de verhoudingen. Er loopen hier duizenden rond, die vijftien jaar geleden iedere misdaad zouden hebben toegeschreven aan Engeland, en thans niet eens bemerken, dat zij bezig zijn, alle natiën, behalve de Duitsche, voor volkomen edelaardig te hou den, die natuurlijk heelemaal niet merken, dat hun lijfblad alle kwaad gelooft van de eene partij en nooit eenig kwaad vermeldt van de andere. Dit alles nu is voor ons land, en voor de menschenliefde, die bovenal gaat, een groote jammer. Het buitenland was sedert maanden de kluts kwijt. Dit had geen Lusitania's meer r.oodig. Als er nog tien weken bij ons voorbijgaan als deze, is men ook in ons land psychisch en moreel volkomen in de war. Een niet minder juiste vermaning schrijft «Het volk* in de volgende bewoorden Wie prijs stelt op de onaihankelijkheid der volken, niet van Nederland alleen, maar van alle naties, die hun eigen leven willen leiden, die In vrijheid willen beschikken over hun eigen bestaan, moet niet zijn heil zoeken in partij kiezen in dezen oorlog. Strijd tegen elk imperialisme, vanwaar het ook kome, is de eenige leus voor den Nederlander, die op den klassieken bodem der vrijheid wil blijven wonen. Dit wordt niet bereikt door voor het eene imperialisme te vluchten bij het andere. En daarop komt alle geroep tot de Regeering om «daden* toch neer. Onze Regeering is er in geslaagd, gedurende al de maanden van dezen oorlog niet alleen onze onafhankelijkheid tc bewaren, maar ook aan de beide oorlogvoerende par tijen respect af te dwingen. Er is geen reden, haar met allerlei agitatie achter de vodden te zittentenzij men verlangt, dat Nederland zal ingrijpen in den oorlog, en daarmee zich zal begeven in het gevolg van een der twee wereldmachten, die strijden om de opperheerschappij. Volkomen juist Als men tegenwoordig sommige Neder landsche bladen leest, zou men bijna geneigd zijn te vragen of die niet onbesuisd op hot zelfde doel aanloopon als de Salandra-pers welbewust in Italië najaagt. De rechte lijn. In de hedendaagsche «wereld op haar kop*, waarvan het burgerschap geen onvermengd genoegen baart, is het niet altijd gemak kelijk, den juisten weg te vindende zoo genaamde maatschappij, die haar bezielend element vormt, haar het karakter geeft het welk zij vertoont, raakt aan eigenlijken «maatstaf* min of meer vreemd en lost zich op in een strijd van belangen. Zij heet in gewikkeld te worden, hoe langer zoo erger, en dat zal wel juist zijnmaar dan rijst toch de vraag, of het zoo onmogelijk zou geweest zijn, de lijnen wat strakker cn rechter te houden, door, zonder afwijkingen en slin geringen, te sturen In weloverwogen richting naar een welbewust dool. Er is lang en breed geredeneerd om uit gemaakt te krijgen, of de menschheid voor uitgaat. Onder gewone omstandigheden 'ijkt het niet moeilijk, tot de erkenning te komen, dat het inderdaad zoo is, te meer, omdat onze eigenliefde er door gestreeld wordt; het is toch geen onverschillige zaak te be- hooren tot een geslacht, dat aan den loop der dingen een werkdadig en weldadig aan deel heeft, welks arbeid vruchten oplevert voor een verre toekomst. Met breed gebaar en niet zonder ophef wordt dan ook gewezen op de wonderen van wetenschap, toegepast op de techniek, die inderdaad verbijsterend zijn, zoodat het helderst verstand en de ruim ste blik er slechts een deel van overziet, om niet te spreken van den leek, die er eenvou dig verbluft van staat. Maar als nu eens, nuchterweg, gevraagd wordt in een tijd van verwarring der denkbeelden komt men soms op dergelijke, eenigszins zonderlinge gedachten Zijn dan nu de menschen waarlijk geluk kiger dan voorheen, is voor hen het leven rijker, voller, dieper, meer waardevol? wat zal dan geantwoord moeten worden? Of zoudt u soms willen beweren, dat het daar niet om te doen is? Zeker, er is een beschouwing, die van het leven op aarde niets anders gemaakt wil zieu dan een voorbereiding tot hoogeren staat. Zijzelve is een tranendal, het geluk, dat zij aanbiedt, is niets dan schijn. Men behoeft dat gevoelen niet te deelen om het te kunnen eerbiedigen, cn in elk geval !s er niet uit af te leiden, dat die voorloof.ige toe stand er een van onderlinge kwelling cn kastijding behoort te zijn, waarin de men- schen, om di\t levensdoel tot verwerkelijking te doen komen, het elkander erg moeilijk maken, Er bjijkt ook uit menig geval, dat ook hier leer en natuur, theorie en practijk niet evenwijdig loopen tal van menschen, die op het «hiernamaals* allo aandacht ge richt willen zien, cn van wie men dus zou mogen verwachten, dat de aardsche voor- declen en stoffelijke genietingen hun minder waardig schijnen, dat hun inleiding tot dat hoogere leven der toekomst een reeks van zelfverloochenende daden zijn zou, plegen niet temin maar laten wij geen oordeel uit spreken, waar de eigen tekortkomingen ons omzwermen. Als nu aangenomen mag worden, dat ver hooging van eigen en van gemeenschappelijk geluk, Iaat het dan niet zijn het éenig, mis schien niet het voornaamste, toch ook wel doel van het streven dor menschheid in dit doorgangshuls behoort te wezen dan komen wij terug op de vraag: Gaat zij vooruit Een van de groote gevaren van dezen geweldigen tijd is een toenemende neiging naar een ontkennend antwoord. Nu in onze voorstelling, die In de feiten haar rechtvaardiging vindt, alle schroeven losraken, alle begrippen van recht en van zedelijkheid het steunpunt verliezen, gaan wij er licht toe over, de vroegere en latere pessimisten bij te vallen, die wij meestal op een afstand hieldon, omdat zij onzen levens moed te ondermijnen, onze levensblijheid te benevelen trachtten. En belde meenden wij niet te kunnen missen. Maar nu? De bezorgdheid over hetgeen de dag van heden brengt en die van morgen toezegt, voert ons terug naar den als eenvoudig, eenigszins idyllisch voorgcstelden dag van gisteren. De akkerman zijn grond bewer kende, dc ambachtsman zijn handwerk uit oefenende, hun vrouwen rustig bezig met de huiselijke verzorging, de kinderen darte lende in de ruimte zonder gehinderd te worden door de narigheden van rapport cijfers, de familieleden vriendschappelijk met elkander omgaande, de buren gezellig cn behulpzaam, de overheden joviaal cn nooit lastig, cn bij het ontbreken van do gelegen heid om veel meer dan het dagclijksch brood te verdionen ook niet die jacht naar rijkdom, dat onzinnig bijeenhalen van het overtollige, dat ook in de zeden en gewoonten van sommige knaag- en andere dieren voorkomt terwijl het spaarzaam toebedeeld genot van uitspanningen zc des te meer op prijs deed stellen. Dat kalm zich voortbewegende leven, waaraan een rotsvast geloof aan een alles regelende Voorzienigheid een hoogere wij ding gaf, bevredigde oneindig meer dan ons draven en ijlen het gelijkvloers blijven der vaderen stond, wat voldoening aan wezen lijke zielsbehoeftcn aangaat, niet achter bij de hedendaagsche veroveringen van bovcn- wolksch en onderzccsch gebied. Wie niet vorder ziet dan den oppervlak- kigen schijn der dingen, blijft bij deze ver gelijking staan cn wordt cr door ontmoedigd. Inderdaad zou men aan teruggang moeten denken. Dieper tot de werkelijkheid doordringend, vindt men in het verleden echter zeker niet minder schaduw, en een niet geringere mate van leed, toegebracht mot opzet of door onwetendheid. Het is moer gebeurd, dat onvoldaanheid met het tegenwoordige in zóo sterke overdrijvingen deed vervallen, dat terugkeer tot een natuurstaat, aanlokkelijk gemaakt in de schildering van geïdealiseerde Roodhuiden, als het beste werd aangewezen, waartoe dc menschheid zou kunnen besluiten, met vrijwilligcn, niet betreurden afstand van al hetgeen een teleurstelling barende be schaving, vooral in den laatsten tijd, heeft opgebouwd- Kan van deze het bankroet duidelijker worden aangetoond dan met "te wijzen op de vorderingen van de techniek der oorlogs kunst? Zou men niet zeggen, dat de duivel op de producten van het menschelijk weten cn werken beslag heeft gelegd, om ze te gebruiken ten -erderve van tienduizenden slachtoffers? Er is cn er wordt nog steeds zwaar gefi losofeerd, cn ons eenvoudigon, die gaarne langs rechte lijnen door het leven zouden willen gaan zonder ons tc kwellen mot po gingen om het verborgene te ontraadselen, dat ons beperkt gezichtsvermogen niet ver mag te bereiken, is van onderscheiden kan ten een massa tegenstrijdige leering aan geboden, zelfs opgedrongen, die ons het spoor bijster zou doen raken. En als dan, zooals nu, een orkaan van ongerechtighe den heenstrijkt over hot werk dor eeuwen cn de vraag naar hetgeen er blijvends in is tot eon kreet van vertwijfeling dreigt tc ma ken hoe kunnen wij dan koers houden Dc zeelui der Oudheid, die het kompas

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1