Dinsdag 8
Juni 1915.
No 8578.
64e Jaargang.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „I)e Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff"
HOOFD-REDACTEUR
F. J. FREDERIKS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.
franco per post ƒ1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenlngs-
advertentiëu per regel 15 cent Reclames 15 regels f 1.25. Bewijsnummers naar bulten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advërtentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRAOHT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
Vnnr aaii hrttftl'A tnaknilltit i aIs den man« die feitelijk den eersten stoot
¥001 een neiere loeKomsi. heeft gegeven aan de vredesbeweging in
Zuid-Afrika.
Hoe lang nog?
Wat zal de naaste toekomst ons brengen?
Zal de menschenslachting nog lang duren,
tot beschaming van de wereld, tot spot van
onze moderne beschaving
Wie zal het zeggen.
Hoe dit ook zij, de »Nederlandsche Anti-
Oorlog Raad< zal voortgaan met datgene,
waarmede hij gemeend heeft een begin te
moeten maken en trachten bij te dragen tot:
de voorbereiding van een duurzamen
vrede, met inachtneming van de voorwaar
den, welke daartoe allereerst noodig zijn
de verzachting der gemoederen in de
oorlogvoerende landen, om den dag voor te
bereiden, dat Staatslieden, mannen der we
tenschap, kunstenaars, arbeiders en allen die
deel uitmaken van de zoo wreed getroffen
volkeren, elkander weer zullen ontmoeten
de bespoediging van het tijdstip, dat weer
de vrede heerscht en de menschheid weèr
den arbeid aan de beschaving kan hervatten
de studie van de vraagstukken, welke in
nauw verband staan met het vraagstuk van
oorlog en vrede, van recht en geweld
de organisatie van hen, die eendrachtig
den oorlog tegen den oorlog willen voeren,
onverschillig hoe zij op ander terrein denken.
Dat deze arbeid niet licht :s, zal een ieder
kunnen bevroeden. Veel wordt van den Raad,
van zijn secretariaat, en vooral van zijn
f i n a n c i e e l e draagkracht geëischt.
Opnieuw doet de Nederlandsche Anti-
Oorlog Raad een beroep op den steun der
bevolking van Nederland. Vooral financieel
gebied is steun dringend noodig.
Hij begrijpt, dat de hulpverleening aan
hen, die lijden onder den toestand van oor
logsgevaar, veel van ieders financieele krach
ten heeft gevraagdmaar tochook de oor-
logsbestrijding kost geld en mag eenige
offers vragen.
De arbeid van allen, die de leiding hebben
in den Raad, geschiedt vanzelf sprekend
geheel belangloos doch de propaganda en
vooral de arbeid in het buitenland, gepaard
gaande met uitgebreide correspondentie, kost
veel geld.
Laat allen die iets kunnen offeren, hun
steun bieden. Schept vertrouwen en wekt
uw vrienden op tot helpen.
Moge de Ned. Anti-Oorlog Raad met
vrucht zijn werk kunnen voortzetten.
Het geloof, dat internationale samenwer
king iets kan bereiken, groeit. Uit steeds
meer landen komen bewijzen van instemming.
Uit eenige nummers van >De Spectator*,
het officieus orgaan van de Nederlandsche
vereenigingen te Pretoria, blijkt, dat de
beweging van den «Nederlandsche Anti-
Oorlog Raad* thans ook in Zuid-Afrika
weerklank heeft gevonden. Deze voortgang
der vredesgedachte is- te danken aan de
werkzaamheden van het Voorloopig comité
van den «Zuid-Afrikaanse Pacifisten Bond*.
Gelijk hier te lande, heeft men ook daar
propaganda-vergaderingen gehouden, vooral
met het doel, te komen tot een massabe
weging. Die van 9 April j. 1., te Pretoria
gehouden onder voorzitterschap van rechter
Gregorowski, is volgens voornoemd blad
een groot succes geweest; zelfs moesten
vele belangstellenden wegens gebrek aan
plaats worden afgewezen. De spreker van
den avond was mr. J. D. van Ketwich Ver
schuur, consul-generaal der Nederlanden.
Zijn lezing zal worden gedrukt om in grooten
getale te kunnen worden verspreid. Na
afloop was er gelegenheid tot debat.
Staande de vergadering gaven vele aan
wezigen zich op als lid van den Bond, die
uitdrukkelijk bedoelt een zustervereeniging
van den «Nederlandsche Anti-Oorlog Raad*
te zijn, met dezen volkomen samenwerkende
en met gelijk programma. Het aantal der
toetredenden is nog steeds wassende. De
«Spectator* noemt den heer Henri ten Brink
Waterafvoer-
of
scheopvaartkanaal1
Onder den titel «Een goed plan* schreef
een ongenoemde doch kennelijk ter zake
goedingelichte in «De Eembode* van 21
Mei
Van,hoeveel belang een goeden en gere-
gelde waterafvoer is voor de landerijen, erva
ren zij het best, die in streken wonen, waar
door gebrekkige i afvoer het water een plaag
is voor de omgeving en den boer menig
maal groote schade berokkent.
Het zorgen voor een goede waterafvoer
was en is hier te lande nog steeds ten taak
gesteld aan zoogenaamde Waterschappen,
oflicieele lichamen, waarbij de zorg voor den
waterafvoer, enz. in bepaalde streken berust,
wier bestuurders door belanghebbenden wor
den gekozen en wier rechten en plichten be
hoorlijk bij reglementen en keuren zijn om-,
schreven.
Voor onze omgeving is het waterschap,
genaamd het Heemraadschap «de Eem, beken
en ankleven van dienc, het meest belangrijke.
Dit Heemraadschap toch heeft een betrek
kelijk groot gebied in beheer; het stroom
gebied der beken, welke, vóór de Koppel
poort te Amersfoort samenvloeinde, de rivier
de Eem vormen, behoort, met genoemde
rivier tot aan de uitmonding in zee tot haar
domein.
Watergraaf is de heer Johs. Knoppers,
die mr. W. H. de Beaufort, te Leusden, het
vorige jaar als zoodanig opvolgde.
Technisch ambtenaar op waterbouwkundig
gebied is de heer J. W. Ch. Jansen, die
officieel den eigenaardigen titel van Kame
raar voert.
Het gebied van het Heemraadschap wordt
Zuid-oostelijk begrensd door laag-gelegen
gronden, welke waterstaatkundig zijn toe
vertrouwd aan de zorgen van de «Collegiön
der exonereerende landen*, gelegen in de
Provinciën Gelderland en Utrecht, waarvan
de instelling nader geregeld werd bij de
conventie van u Januari 1714.
Zij zijn belast met het onderhoud en beheer
van den- Grebbedijk en de waterloozing der
landen boven den Slaperdijk.
Voorzitter is de dijkgraaf mr. A. van Dalen,
te Bennekom.
Tot de Collegiën van exonereerende lan
den behooren o.m. het Veenraadschap der
Geldersche en Stichtsche veenen in Gelder
land en Utrecht.
Hoewel genoemden waterschapsbesturen
niet mag verweten worden een verwaarloo-
zing der aan hen toevertrouwde belangen,
zijn er toch toestanden welke, dringend ver
betering eischen.
De waterafvoer in het stroomgebied van
de «Beken en aankleven van dien* laat nog
wel te wenschen over; groote schade werd
het landbouwbedrijf meermalen berokkend
door abnormale waterstanden.
Er waren er, die afdoende hulp alleen ver
wachtten van de uitvoering der plannen voor
het kanaal door de Geldersche Vallei en ik
wil gaarne toestemmen, dat met het graven
van bedoeld kanaal een radicale verbetering
zou worden bereikt.
Doc'a de vraag is of er de eerste tien
jaren wel wat van de uitvoering van dat
kanaalplan komt.
Men zal wel willen toestemmen, dat het
er niet naar lijkt.
En zeer terecht was dan ook het Eem-
college van oordeel, dat daarop geen wach
ten is.
Door den Kameraar werd, op last van
Watergraaf en Heemraden, een plan ont
worpen, dat de voordeelen van een verbe
terden waterafvoer afdoende waarborgt bij
betrekkelijk geringe kosten.
Het plan komt hierop neer:
Bij Woudenberg loopt de Luntersche beek,
door de Bruineburgersluls in de Grebbelinie,
onder de brug in den spoorweg Amersfoort
Kesteren naar Amersfoort.
Een groot beletsel voor den waterafvoer
is daar gelegen in het Geresteinsche verlaat,
onder den huize «Gerestein».
De vloer der zich daar bevindende stuw
ligt te hoog en ook heeft het Waterschaps
bestuur daar geen recht zelfstandig regelend
op te treden, wanneer het pas geeft.
Om nu den waterafvoer naar Amersfoort
te verbeteren, wil men vanaf de Bruinebur-
gersluis dus boven het Geresteinsche
schut een afvoerkanaal graven langs den
Liniedijk naar de Modderbeek bij Strijdhorst
onder Aschat in Hamersveld.
Ten einde het water vlugger af te voeren
dan tot nu toe mogelijk is, is dan verder
geprojecteerd een afvoerkanaal van de
Roodebrug, nabij Amersfoort, langs den
liniedijk, kruisende den weg Amersfoort-
Zwolle, den Laaglandschen weg, den Lien-
dertschen weg en den Hooglander straatweg,
naar de Oude Eem, welke het water door
«De drie sluizen* in de Eem loost.
Voor het op peil houden van den water
stand zijn zoogenaamde Stoneysluizen gedacht
bij/den Leusbroekerweg en het Strijdhorster
vonder.
Zeer waarschijnlijk verdwijnt ook de be
staande schotbalksluis aan het Smallepad
te Amersfoort om plaats te maken voor een
Stoney-sluis, gelijk aan die, welke zich be
vindt aan den Grooten Koppel en die be
wezen heeft zeer veel water vlug te kunnen
afvoeren.
Bedoelde sluis is eenige Meters stroomop
waarts gedacht, zoodat de opstanden der
nieuwe sluis niet in 't minst het gezicht op
de Koppelpoort benemen.
En voor de Gemeente Amersfoort is dan
meteen de gelegenheid daar om, door ver
breeding van de brug en afronding van den
weg, de zoo hoog noodige verruiming van
den ingang van het Smallepad te verkrijgen.
De kosten, verbonden aan de uitvoering
van dit nuttig plan, beloopen pl.m. f 68 000.
Het werk zal worden uitgevoerd onder
beheer van het Heemraadschap de Eem, in
overeenstemming met de Collegiën van de
exonereerende landen.
In het nummer van 28 Mei schreef mr.
A. C. van Daalen, Voorzitter van de Colle
giën der exonereerende landen en Bestuurs
lid van de vereeniging «Kanaal door de
Geldersche vallei*
In uw blad van 21 dezer, mij door een
vriendelijke hand toegezonden, komt een
artikel voor over plannen tot verbetering
van den waterafvoer der Geldersche vallei,
blijkbaar geput uit deskundige bron, want
die plannen zijn nog in onderzoek en nog
geen publjek domein. Nu er evenwel tóch
reeds bekendheid aan werd gegeven, komt
het mij gewenscht voor, het vermelde nog
eenigszins aan te vullen, waartoe U mij wel
eenige ruimte zult willen toestaan.
Onder da Geldersche vallei wordt verstaan
de streek tusschen de Utrechtsche en de
Geldersche heuvelen, die afwatert op de Eem,
en wier watersta.atsbelangen zijn toevertrouwd
aan het Heemraadschap «de rivier de Eem,
beken en aankleven van dien* voor het be
nedendeel en aan de Collegiën der exone
reerende landen voor het bovendeel, waartoe
behooren het Polderdistrict VVageningen en
Bennekom, het Heemraadschap der Renen-
sche Nude en Achterbergsche hooilanden,
het Veenraadschap der Geldersche en Sticht
sche veenen en de Buitenpolder van Maarn
en Veldhuizen.
Daar deze gronden behoorden tot twee
Proviciën, die nooit in vrede en eensgezind
heid hun natuurplichten opvatten, terwijl,
in den goeden ouden tijd vooral, allerlei
groote en kleine Heeren van deze omstandig
heden misbruik maakten, liet de verhouding
om van samenwerking maar niet te spre
ken zeer veel te wenschen over en, als
gevolg daarvan, de voorziening, in den wa
terafvoer. A
Dit duurde zelfs tot deze £puw.
In den laatsten tijd echter ontstond een
betere verhouding tusschenjjenoemde Water
schappen, toen zij gingen inzien, dat men van
het initiatief van Rijk noch van Provinciën
iets te wachten had en ïijzelven, door samen
werking, zich moesten zien te redden en
daarbij medewerking zoeken van Rijk, Pro
vinciën en belanghebbenden, niet in die
Waterschappen begrepen en tóch afwaterende
op de Luntersche beek, die weder zijn water
ontlast op de Eem.
Hiertoe behooren vele grolden op de
Veluwe en in Utrecht, in de Gemeenten Ede,
Barneveld, Amerongen, enz.
Zooals in uw blad reeds met een enkel
woord is aangegeven, heeft het huis «Geere-
stein* ee™ schut, waardoor het eigenmachtig
het water ophoudt en, bij het bereiken van
een oudtijds overeengekomen óf afgedwon
gen peil, kan gelasten, dat de heulen aan
den Rooden Haan, bij Veenendaal, gesloten
moeten worden, zodat elke afwatering voor
de Exonereerende landen wordt belet, het
geen een uit den aard der zaak onhoudbaren
toestand schept, die geheel uit den tijd is,
maar waaraan noch de beide Provinciën,
noch het Rijk iets schijnen te kunnen of te
willen doen.
Een kanaal door de Geldersche vallei zou
al deze voorhistorische misstanden vanzelf
opruimen, maar zal nog wel, zooals U terecht
zegt, langen tijd tot de vrome wenschen
blijven behooren, vooral in de tegenwoordige
omstandigheden.
Daardoor kwam men tot het plan, dat
door U is uiteengezet, maar dat nog moet
aangevuld met een verbetering van den aller-
treurigsten toestand onder de Gemeente
Woudenberg, die met iedere beschrijving
spot en die zoo is geworden door eeuwen
lange vei waarloozing, daar het onderhoud is
opgedragen aan aangelegen eigenaren, onder
toezicht van het Gemeentebestuur, dat over
geen voldoende lust of macht, of beide,
scheen te beschikken om den toestand in
orde te houden.
Er zal dus wel samenwerking van alle
belanghebbenden noodig zijn om tot uit
voering dier plannen te komen en wij zijn U
daarom dankbaar, dat U reeds ongevraagd
hebt willen medewerken om belanghebbenden
op hun belang te wijzen en tot deelneming
op te wekken.
Dit is te meer noodig, nu van andere
zijde een ander plan op allerlei wijzen wordt
op den voorgrond geschoven, namelijk een
stoomgemaal aan de Grebbe, dat op kunst
matige wijze naar boven wil afvoeren, waar
men nu juist over een afdoende oplossing
langs den natuurlijken weg tot overeen
stemming is gekomen. Men schijnt niet in
te zien, dat men door deze ontijdige inmen
ging elke verbetering in gevaar brengt en
in de geboorte zou smoren hetgeen t..et
zooveel geduld en samenwerking nu staat
verwezenlijkt te worden, na eeuwen van
strijd en ellende. Dat is zeker geen Gods
vrede Het geopperde plan lijkt ons ook
geenzins aanbevelenswaardig en afdoende.
Vooreerst ligt de Grebbe hooger dan
een groot deel der aftewateren landen boven
den Slaperdijk, waarvoor de bemaling zou
moeten dienen; sommige onder Veenendaal
liggen zelfs aanmerkelijk lager, en nu komt
het toch al heel zonderling voor, het water
naar boven te willen- brengen, als men het
langs den natuurlijken weg,naar beneden,
kwijt kan worden zonder bemaling. De lage
landen zal men ook nooit droog kunnen
malen, tenzij men verbazend diepe afvoer
kanalen graaft bergopwaarts.
En welk een ontzaglijk gemaal zou men
moeten hebben om het water, dat met groote
snelheid en hoeveelheid, ter weerszijde van
de heuvelen komt aanstroomen, even snel
weg te pompen en dit zou toch noodig zijn
om overstroonnng in die gevallen te voor-