Succursale
Compagnie Lyonnaise
GROOTE
HALFJAARLIJKSCHE
OPRUIMING
MAANDAG 28 JUNI a.s. begint onze
Grande Mise en Vente.
Langcstraat 83, Amersfoort.
COKGi.
Blanche
Cemeente-bedryvea van
Amersfoort
Met ingang tan Haandag 28 Juni a.s. zijn de prijzen der cokes als volgt
GEKLOPTE COKES, afgehaald t 0,80 per H.I..
franco thuis - 0,85
GROVE COKES afgehaald - 0,75
franco thuis - o,8o
PAREL COKES afgehaald - 0,70
franco thvis - 0,75
Bestellingen grooter dan 5 H.L. worden niet uitgevoerd, tenzij de cokes dient voor
uitoefening van een bedrijf.
Voor hoeveelheden van ten hoogste
een lialve H.L.
zijn de prijzen, uitsluitend afgehaald aan de gasfabriek,
10 cent per H.L. lager.
AMERSFOORT, 26 Juni iqi5-
DE DIRECTEUR DER
GEMEENTE-BEDRIJVEN.
MEURSING's MACHINALE FABRIEKEN VAN GEBAK,
afdeeling BROODFABRIEK, Amersfoort.
Ingevolge de door onze Regeering bepaalde prijzen, zjjn de broodprijzen
zooals hierna is vermeld:
Melkbrood
Gezond heidsbrood
0.50 K.G. 15 cent, 0.75 E.G. 225 cent, 1 K.G. 295 cent.
0.50 105 0.75 16 1 21
1.5 315
Bruinbrood0.50 105 0.75 16 1 21
1.5 315
Geldersch Kropbrood 0.75 16
Klein 0.75 16 1.5 31*
Half 2 31
Roggebrood 3 30 (vaste prijs).
Zoet Roggebrood (in luxe verpakking) 0.50 K.G. 10
Moutbrood (geheel met melk)0.50 13
Van het tolgens dtze prjjzen vau deze fabriek ontvangen en betaalde brood
behalve het Roggebrood van 3 K.G., zal het 10 pCt. dividend worden uitgekeerd
op den gewonen tijd.
Het dividend over het jaar 1914 is op 25 Februari uit
betaald tot bedragen van zelfs ongeveer f 50 per huisgezin.
FEUILLETON.
8,.)
Het was Mei. Een prachtige zon bescheen
de bloeiende velden.
Haar vroolijke stralen doorschoten met
gouden pijlen het bestoven asphalt der trot
toirs en het loof der Champs-Klysées scheen
een nog akeliger voorkomen aan de ramp
zalige stad te geven, geworgd door den
ijzeren halsketting, welker, de commune en het
centrale comité dagelijks dichter schroefden.
Zooals in den tijd der belegering hoorde
men onverpoosd vuren rondom Parijs. Elke
minuut werden de schietgaten van den Mont-
Valérien met witten rook bekroond.
In de schier verlaten straten, op de som
bere boulevards, renden heen en weer in
galons op hun gestolen paarden de officieren
van den zonderlingen generalen staf der
Dombrowski 's en La Cecilia's.
Deze geïmproviseerde veldheeren gaven
zich met hun groote sabels en roode sjerpen
de houding en manieren van kunstrijders.
Zij hadden onder den gevederden hoed het
traditioneele tegen de slapen geplakte haar
behouden, dat met den naam van accroche-
coeurs wordt bestempeld; velen hunner had
den het boezeroen der landloopers van Bel
leville voor een opgeschikten uniformrok
verwisseld en sommigen droegen geen kousen
in hun nieuwe met vergulde sporen versierde
laarzen.
Graaf Paul de Nancey leed niet meer aan
zijn langzaam genezen wond, Hij had zijn
krachten herkregen en in weerwil van Alice's
teedere pogingen om hem bij zich te hou
den, daar zij gevaar voor hem vreesde als
hij haar verliet, al ware het slechts een uur
lang, maakte hij zich gereed, een wandeling
door Parijs te doen, om met eigen oogen te
zien hetgeen er omging.
't Was trouwens het eenige middel om
iets te weten te komen, daar de commune,
de regeering der onbelemmerde vrijheid, al
de dagbladen had opgeheven, uitgezonderd
de twee of drie vodjes papier, die door haar
werden uitgegeven en niets dan de onbe-
schaamdste leugens bevatten.
Paul stond geheel gekleed op den drem
pel eener open glazen deur.
»U wilt dus uitgaan» vroeg Alice.
«Als ge bang zijt* antwoordde Paul, »zal
ik thuis blijven».
>Ja, iets beangstigt mij».
«Geen gevaar kan u echter hier bedrei
gen».
»Dat weet ik; ik ben ook niet bang voor
mijzelven, maar voor u«.
Beste Alice, denk er toch aan, men vecht
niet te Parijs en ik heb volstrekt geen lust,
dat verzeker ik u, mij naar de voorposten
te begeven. De kogel, die mij te Bourget
trof, kwam ten minste van een eerlijken
vijand. Die, welken ik heden zou kunnen ont
vangen, zou uit een Fransch geweer komen
hij zou mij door een soldaat onzer partij zijn
toegezonden. Wees gerust, ik wensch hem
niet».
Welke dringende reden lokt-u toch naar
buiten?»
«Niets anders dan nieuwsgierigheid. Sedert
maanden heb ik geen voet op atraat gezet.
Ik wilde het voorkomen der stad wel eens
zien; 't moet zoo vreemd en akelig zijn».
«Neem mij mede».
«Niet mogelijk».
«Waarom?»
«Hoort ge dan niet het dot geraas der
kanonnen, die bulderen, der troepen, die mar-
cheeren, der paarden, die draven? Alleen
een man kan in die beweging, dat gedrang,
die wanorde zich een doortocht banen en er
doorsluipen. Een vrouw kan dat niet doen
alles is een bêlemmering voor haar».
«Ga aan, als u volstrekt wilt», zuchtte het
meisje, «maar kom ten minste gauw terug.
Zoolang u uit is, zal ik ongerust zijn; ik
weet, zonder redenmaar wat zal ik zeggen
Een onbegrijpelijke ongerustheid drukt mij;
een hartbeklemming, welke ik niet kan be-
heerschen».
Een Kamerdienaar trad in den kleinen salon
en berichtte, dat de concierge van het huis
mijnheer den graaf verlangde te spreken.
«Laat hem binnenkomen», antwoordde Paul.
De concierge, vroeger koetsier bij een
zeer voorname familie en door haar met
een ruime belooning eervol ontslagen, was