Stadsnieuws.
had onderworpen, dus het Romeinsche spoor
had gevolgd. Daar hem dat niet gelukte,
kwam reeds in liet 6de jaar het ougenblik
waarin Pruisen zich weder kon opheffen, en
het bleek, dat juist de enorme materieele
druk dien de Kranschen op ons hadden uit
geoefend, zedelijke krachten had gewekt, die
oneindig krachtiger nog waren. God beware
ons ervoor, dat het Duiische Rijk nu, na de
overwinning die wij verwachten, den weg
van de Napoleontische politiek zou inslaan
Een onafzienbare rij oorlogen zou het ge-
volg zijn. Want welke boeien wij den vol
keren ook zouden aanleggen, zij zouden die
landen toch niet geheel onbewegelijk maken
en Europa is op ven punt geheel eensge
zind, dat niemand de heerschappij van een
enkelen Staat ooit zou dulden. De veiligheid,
die wij willen veroveren, kan dan ook alleen
bestaan in de verbinding van de hoogste
eigen militaire kracht met politieke matiging,
een matiging, die het wantrouwen ontwa
pent, welke de militaire macht opwekt*.
Terwijl Delbrück na deze woorden werd
uitgemaakt voor »Verbtecher an der Deut-
schen Sache*, erkende de kring van vrien
den van Von Tepper I.aski de beteekenis
dier woorden. Zij waren zich bovendien be
wust, dat het krijgsdoel, door Delbrück ge
noemd, het zelfde was, als door den Keizer
op 4 Augustus verkondigd. Zij gevoelden
zich verplicht, tegen de vergissing van de
openbare meening op te treden. Behalve
een deel van de sociaal-democratie spande
nog geen organisatie zich ervoor in om het
oorlogsdoel van 4 Augustus, dat toch ook
«Iet vredesdoel zijn moest, weer aan de
openbare bewustheid in herinnering te bren
gen.
Voorts .verklaarde de heer Von Tepper
I.aski, dat hij bij zijn oponthoud in Den
Haag van 7 tot April 1915, waar hij met
eenigen van hen, die niet aan de massa-sug
gestie meedoen, uit Engeland, België, Zwit
serland en uit het Noorden, samen was, heeft
gemerkt, waarom Duitschland zoo alleen staat
in de wereld. Het berust daarop, dat de
volkeren bang zijn voor de hegemonie van
een reaclionnair Duitschland.
«Maar*, vroeg de verslaggever, »is U in
Duitschland niet nóg meer geïsoleerd, dan
Duitschland het in de wereld is?« Het ant
woord luidde: Wanneer gij alle menschen,
die geen oorlogsmateriaal leveren of in de
redactie van patriottische kranten zitten of
het intellectueel slachtoffer dier kranten zijn,
onder vier uogen vraagt, of zij den wereld
oorlog niet ongedaan zouden willen maken,
Jan zoudt gij hen, die deze vraag ontken
nend beantwoorden, wel allen tezamen in
éen sanatorium kunnen onderbrengen. De
grootste oorlogsroepers zitten namelijk thuis
en zijn in het bijzonder te vinden onder de
redacteuren van bepaalde kranten, die zelf
voor altijd voor den militairen dienst onge
schikt zijn bevonden.
»De taak van den tegenwoordigen Duit-
scher is: tevens een goed Europeaan te zijn.
Het een sluit het ander niet uit. Het is nog
geen honderd jaar geleden, dat in Duitsch
land een >vereeniging van Duitsche
kooplieden* als lands verraderlijk werd ver
boden. Er mochten toen alleen goede Prui
sen, Beieren, Hannoveranen, enz. bestaan,
maar geen goede zwart-rood-goud getooide
Duitschers; er mochten in het algemeen geen
Duitschers zijn, zooals er op het oogenblik
geen Europeanen mogen bestaan!*
Wellicht zullen den heer Von Tepper
I.aski en zijn vrienden nog veel onaange
naamheden te wachten staan, »Wat wil dit
echter zeggen aldus zijn slotwoord tegen
over de geestelijke en lichamelijke kwellin
gen, die thans onze dappere soldaten aan het
front en duizenden der burgerlijke bevolking
te verdragen hebben. Uit de zielen der of
fers van dezen zichzelf vermoordenden krijg
zal een onzichtbaar leger ontstaan, waarmede
wij de op een dwaalspoor geleide volkeren
zullen overtuigen*.
Een vredesactie dor
neutralen.
(INGEZONDEN.)
Gelukkig zijn er verschillende teekenen
in de oorlogvoerende landen, die wijzen op
oorlogsvermoeidheid. Het oorlogs-enthusiasme
is bijna overal gedaald lot beneden het nul
punt, en alom wordt er, zij het dan ook
binnenskamers, om den vrede gebeden en
gesmeekt. Duitschland ziet in, dat het zijn
vijanden niet kan verpletteren, en bij de
geallieerden is het «a Berlin» verstomd.
1 )e oorlogvoerende landen zullen elke gelegen
heid, waardoor het tot stand komen van den
vrede wordt bevorderd, gretig aangrijpen.
Dc partij is beslist. Het is remise geworden.
Doorvechten heeft geen zin meer.
Bij een remise-oorlog is de oplossing uu
den aard der zaak niet moeilijk. Beide partijen
hebben de consequenties, uit de remise voort
vloeiende, te aanvaardende grenzen ver
anderen niet, en schadevergoedingen worden
niet betaald. Maar bij dezen oorlog doet zich
een speciale kwestie voor. Belgi<\ tegen zijn
zin in de oorlog gesleept, zal zijn ondergang
nabij zijn. wanneer het aan zijn lot wordt
overgelaten. De schade, in Relgiti aangericht,
moet worden vergoed, en dc beide partijen
zouden ecu hoog standpunt innemen door
dit gezamenlijk te doen. De kans hierop is
echter om verschillende redenen gering.
De neutralen kunnen hier nuttig werk ver
richten. Hun kost iedere maand «neutraliteit»
milliocncn. Welaan, indien die neutralen, wel-
k het grootste belang hebben bij het tot stand
komen van den vrede, de schadevergoeding
aan Belgiö voor hun rekening nemen, is de
cardinale kwestie opgelost. V001 de betaling
van dit bedrag komen in aanmerking Zweden,
Noorwegen. Denemarken, Nederland, Zwit
serland, en ook de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika. Die zes landen kunnen ge
makkelijk het bedrag bij elkaar krijgen. Zal
Nederland er geen 275 millioen voor over
hebben Het is mooier, zich voor de vrede
in de schuld te steken dan voor de hand
having der neutraliteit, liet is bovendien
verstandiger, en het getuig, van commercieel
inzicht. Wij weten, dat ook de Vereenigde
Staten gaarne op deze wijze hun steun aan
de tot stand koming van den vrede willen
verleenen, en van de opofferingsgezindheid
van de Scandinavische landen en van Zwit
serland zijn wij niet minder overtuigd.
De zaak is eenvoudig te regelen. Onze
Regoering neemt het initiatief tot een der
gelijke vredesactie. Na veertien dagen is in
Den Haag al een conferentie van de ver
tegenwoordigers der zes vredelievende landen.
Deze conferentie behoeft slechts kort te duren.
Dan wordt de vredesboodschap der neutralen
aan de oorlogvoerenden gezonden. Hun wordt
gevraagd, of zij in principe bereid zijn, de
vijandelijkheden te staken, de oude grenzen
te handhaven, en eventueele kwesties, die
zich naar aanleiding van den oorlog nog
kunnen voordoet), in der minne te schikken
indien de zes neutralen de schadevergoeding
aan België geheel voor hun rekening nemen.
Niet éen oorlogvoerende mogenheid zal de
bemiddeling durven afwijzen, en het vredes
congres kan worden georganiseerd.
Ons lijkt dit de eenige manier om snel
tot een oplossing te komen. Reeds de con
ferentie der neutralen zal de vredesstemming
in alle oorlogvoerende landen doen toenemen.
Voorts behoeft er geen »eerste« te zijn. ön-
aanneemlijke eischen te stellen, zou voor
de neutralen, die blijk hebben gegeven tot
zoo'n offer bereid te zijn, de grootste be-
leediging wezen, en wij hebben grond te
vermoeden, dat zulks niet zal voorkomen.
Laat onze Regeering het initiatief nemen
tol deze vredesactie.
Ieder zal er haar dankbaar om zijn.
JOH. GÖBEI. Jr.
Amsterdam, Juli 1913.
Bij missive van den Minister van Staat,
Minister van Binnenlundsche Zaken van 25
Mei j.lgewerd het College van Gedeputeer
de Staten van Utrecht een aantal exemplaren
van het Rapport betreffende een Centrale
drinkwatervoorziening in Zuid-Holland, Noord-
Holland en Utrecht. Verder heeft de Minis
ter zich, bij schrijven van 5 Juni d.a.v., tot
Gedeputeerde Staten gericht, met het ver
zoek, nog in deze zomer-zitting der Provin
ciale Staten een voorstel te willen aanhan
gig maken om een bedrag van f 3237 be
schikbaar te stellen, als bijdrage in een derde
van de kosten welke in totaal op f 45 000
worden begroot verbonden aan het instel
len van nadere onderzoekingen omtrent de
in dit rapport aangegeven denkbeelden en
het opmaken van definitieve plannen.
Gedeputeerde Staten schrijven daaromtrent
o.a.
Weliswaar is door ons College steeds het
standpunt ingenomen, dat al hetgeen behoort
tot het gebied der ••olksgezondheid uitsluitend
tot de taak van Rijk en Gemeente behoort
en dat de Provincie zich buiten die zorg
moet houden, en blijven wij dit standpunt
nog steeds het eenig juiste achten, doch nu
de beoogde watervoorziening een zeer be
langrijk deel van het platteland onzer Pro
vincie ten goede zal komen en ook het
landbouwbedrijf bij de aanwezigheid van
goed drinkwater een zeer groot belang heeft,
zoo hebben wij, dit belang erkennende, ge
meend niet de verantwoordelijkheid op ons
te mogen nemen van de gevolgen in de
mededeeling van den - Minister voor oogen
gesteld, namelijk, dat de betrokken Ge
meenten in afzien baren tijd niet van drink
waterleiding zouden worden voorzien.
Gedeputeerde Staten stellen dus voor,
gunstig op het verzoek van den Minister te
beschikken.
Het boek «Amersfoort als woonplaats» j
h»'ft, gelijk wel was te verwachten, een j
zeer goede pers.
Ook «De kampioen», het orgaan van den I
A. N. W. B., den toeristenbond voor Neder
land, bracht het onder zijn bijna 32 000 leden
en stellig wel 100 000 lezers,
Het schreef o.a
Iets, dat welljcht alles overtreft, hetgeen
wij in ons land op het gebied van uitgaven
ter bevordering van het vreenidelngcnver-
keor zagen, is: «Amersfoort als woonplaats-,
uitgegeven door dc Reclamc-ooinmissie der
Gemeente; een Gemeentelijke instelling dus.
Dat is een klein prachtwerkje. een luxe
uitgaaf, een boek, dat men bekijkt en leest,
nog eens bekijkt en herleest. In alle opzichten
is aan de samenstelling en de technische uit
voering zeer veel ernst en zorg gewijd
daarvan getuigt iedere bladzijde.
Met recht mag in de inleiding van dit boek
gezegd worden Met is uitgegeven met het
doel, onze stad en haar omgeving meer naar
buiten bekend te maken. Dat onze arbeid
beloond zal worden en velen zich hier zullen
vestigen of herhaaldelijk van de schoone
natuur zullen komen genieten, verwachten wij».
Ook wij verwachten niet anders dan dat
deze uitgave het succes zal hebben, dat de
samenstellers vertrouwen te bereiken.
De illustraties zijn met zorg gekozen en
geven een uitmuntend en duidelijk denk
beeld van de beteekenis der stad Amersfoort
op geschiedkundig en bouwkundig gebied
en van de schoonheid harer omgeving, die
ieder toerist moet aantrekken.
Een zeer duidelijke kaart van Amersfoort
is aan het werk toegevoegd.
Uit de mededeeling, dat inlichtingen bij
de Reclame-commissie der Gemeente te ver
krijgen zijn in het Raadhuis blijkt de erken
ning door de Gemeente van het groote ge
meenschapsbelang, van de bevordering van
hot vreemdelingenverkeer.
Het voorbeeld van Amersfoort, dat op
zóo onbekrompen wijze deze taak ter hand
nam, pleit voor de energie en het doorzicht
van de leidende mannen dier Gemeente en
moge andere plaatsen tot navolging strekken,
zoowel in het algemeen als in het welbe
grepen eigen belang.
De periodieke Raadsverkiezing wordt aan
staanden Donderdag van acht tot vijf uur
gehouden.
Dat ieder liet zich tot plicht rekene, van
zijn kiesrecht gebruik te maken.
Het plaatselijk steun-comité (voor de stad-
genooten-slachtoffers van de crisis) ontving
in Juni aan particuliere bijdragen f2406.34
en van het Kon .-nationaal steun-comité
f603.53.
Sinds 1 Augustus heeft het dus ontvangen
f42 556.50.
Met het goedkoope brood gaat het hier
beter dan met de goedkoope visch.
Er zijn reeds 3600 broodkaarten aange
vraagd dat is voor ongeveer 14 500 personen.
Doch aan de Regeeringsvisch wil men niet.
Eerst was de visch dan ook te duur voor
v o 1 k s voedselen de Bunschotcrs, die den
van de door het Centraal-burcau voor visch-
voorziening gestelden prijs vernamen, haastten
zich hun waar feitelijk uitschot, dat de
handelaars op het Zuiden des lands niet de
moeite van het verzenden waard achten
heel wat goedkooper aan te bieden.
Dien dag kwam de eerste goedkoope visch,
kleine schelvisch. Maar toen meenden de
brave Amersfoorters, dat de visch te goedkoop
was en dus niet deugde.
Geheel ten onrechte echter.
Vrijdag werd, behalve Zuiderzee-bot en
paling, welke veel aftrek vinden, alhier 400
pond goedkoope Noordzee-visch aange
voerd nl. kleine schelvisch en schol, welke
werden verkocht tegen resp. 10 en 12 cent
per pond.
We schrijven het aan de onbekendheid
van het publiek met de uitstekende kwaliteit
van deze vischsoorten toe, dat ze niet zoo
vlug van de hand gingen als ze verdienden.
De kwaliteit was buitengewoon de prijzen
waren werkelijk zóo, dat van een goedkoop
volksvoedsel bij uitnemendheid kan worden
gesproken.
Rekent men bijv. bij de schelvisch50 pet.
verlies (voor kop, graten en waterverlies bij
het koken) dan heeft men nog éen pond
visch-vleesch voor 20 cent, welke evenveel
voedingswaarde bezit als een pond mager
varkensvleesch van 60 cent.
Deze visch is in 't gebruik dus
minstens drie inaal zoo goedkoop
als vleesch!
Wie dus in deze abnormaal dure tijden
klaagt over hooge vleeschprijzen, ete bij het
goedkoope Regeeringstarwebrood, goedkoope
visch, van Gemeente-wege verstrekt.
Woensdag- en Vrijdagochtend zal er zijn
aanvoer van: horsmakreel voor 6 tot 9 cent,
schelvisch van 9 tot 11, en schol van 10
tot 12 cent per pond.
Deze visch moet bij honderden Kilo's
worden verkocht.
Volgens medudeelingen van het Centraal-
bureau hebben Gemeenten van 5000 zielen
verleden week op éen dag meer dan 1000
pond dezer goedkoope visch omgezet.
De heer A. Nijhoff, Commissaris van politie,
hier, >s weder benoemd tot lid der examen
commissie voor het politie-diploma.
Het examen, waarvoor 440 adspiranten
zich aanmelden, zal worden afgenomen te
Amsterdam en 13 September aanvangen.
Mejuffrouw Iruus Claes, leerlinge van
de Rijks-academie van beeldende kunsten
te Amsterdam, etalleert in Valkhoff's kunst
vitrine een zelfportret en een stilleven
(bloemstuk).
Mejuffrouw I.. P. Rolandus Hagedoorn
slaagde voor de Hoofdakte bewaarschool-
onderwijs.
Voor (le veldtenue zullen de gouden
(zilveren) kragen der hoofdofficieren door
laken kragen worden vervangen, op welke,
ter onderscheiding, achter de sterren een
vertikale gouden of zilveren balk wordt
aangebracht.
Aan officieren en onder-officieren is ver
gund, in veldtenue uniformen te dragen van
dunnere stof (serge, linnen, e. d.) dan de
>lakensche«, mits in de voorgeschreven grijze
kleur.
De borst- en de schootzakken mogen voort
aan aan de buitenzijde van de veldjas wor
den opgenaaid.
Kapitein R. J. Hoffman, van het 5e regi
ment gedetacheerd bij het Departement van
Oorlog, is ingedeeld bij het 9e regiment
infanterie.
De Minister van Oorlog heeft het volgende
schrijven gericht aan de Burgemeesters:
In sommige Gemeenten is het voorge
komen, dat aan personen, die vergoeding
wegens kostwinnerschap in ontvangst kwamen
nemen een geringer bedrag werd uitgekeerd
dan dat, waarvoor door hen voor voldaan
moest worden geteekend.
Hoewel mij gebleken is, dat voor deze
wijze van handelen in de mij bekend gewor
den gevallen wel redenen kunnen worden
aangevoerd, venneen ik toch, dat zij niet
behoort te worden toegepast, omdat zelfs
de schijn moet worden vermeden, dat bij
de bedoelde uitbetalingen niet geheel cor
rect zou worden gehandeld.
Meent de Burgemeester een vordering op
den betrokken belanghebbende te kunnen
doen gelden, dan zal in elk geval inhouding
van een gedeelte van het uit te keeren be
drag niet dan met toestemming van den
belanghebbende kunnen geschieden en tegen
overgifte van een quitantie voor het inge
houden bedrag.
Een vriendelijke hand schrijft ons
Jongstleden Vrijdagavond om half acht
hadden kader en manschappen der Vrij
willige I.andstorm-afdeeling Amersfoort zich
op het voorterrein der Infanterie-kazerne
verzameld om blijk te geven van hun ge
voelens ten opzichte van de bonoeming van
hun waarnemend-commandant, den heer J. N.
Landré, die op den ïen Juli door het Depar
tement van Oorlog was benoemd tot 2e
luitenant.
Als blijk van hoogachting voor hun com
mandant hadden zij door vrijwillige bijdragen
een passend cadeau aangekocht, namelijk
een officierssabel met inscriptie.
De heer Vierdag, sergeant bij de afdeeling,
hiertoe aangezocht, hield daarbij de volgende
toespraak
Het is mij een hoogst aangename taak,
U bij uw benoeming tot officier-commandant
onzer afdeeling namens alle onder uw be
velen dienende Landstormmaunen onze wel
gemeende gelukwenschen aan te bieden.
Reeds lang hield het oorlogsgerucht aan,
toen eindelijk ook hier te Amersfoort, dank
zij uw krachtigen steun, een I.andstorm-
afdeeling werd opgericht. Met veel vertrou
wen, waar men kende als den krachtigen
leider der Padvinders, stelden zich dadelijk
velen onder uw leiding.
Mocht dan ook wat God verhoede
ons land in den wereldstrijd worden be
trokken, dan zullen ook een aantal Amers-
foortsche jonge mannen toonen, dat zij vrij
willig willen en kunnen strijden voor Vorstin
en vaderland.
Dat in zoo'n korten tijd onze Landstorm-
afdeèüng zóo in bloei toenam en hier zoo
populair werd, is voor een niet gering deel
uw werk. Daarom hebben wij gemeend, bij
uw eervolle benoeming, als bewijs van onze
hoogachting en als hulde voor uw onvermoeid
werken. II een stoffelijk aandenken te moe
ten aanbieden. Er kon daarvoor zeker geen
passender geschenk in aanmerking komen,
dan een sabel, veelal het sieraad van den
militairmaar helaas onmogelijk is het niet,
dat d i t zwaard tot verdediging zal moeten
worden gebruikt.
Hoewel wij pal zullen staan bij de ver
dediging van onzen geboortegrond, hopen
wij toch dat ons land voor dc verschrikkin
gen van den oorlog zal bewaard blijven en
dat deze sabel dus in den bloedigen strijd
geen dienst zal behoeven te doenmaar dan
zal dit zwaard u steeds een aandenken zijn
aan den aangename» tijd, gedurende welken
we hebben samengewerkt aan de weerbaar-
making van vele Amcrsfoortsche jongeman
nen, tot heil van ons dierbaar vaderland.
Geachte commandant, namens de leden
der I.andstorm-afdeeling Amersfoort over
handig ik U deze sabel met den wensch, dat
de aangename samenwerking en de onder
linge sympathie steeds de kenmerken zullen
blijven van onze Landstorm-afdecling.
Na onder de tonen der muziek (onder de
leiding van kapelmeester Boers) voor den
luitenant-commandant te hebben gedefileerd,
was de plechtigheid afgploopen.