Unifor
W. A. II
METHORST VA
Holland Noord-Ame
Berken
Bank vanHuydec
SAFE D
'Timm
Bekerend Yennoot Ui
(Commanditaire Vennooten H. OYI
Vf MUURHUrZRN 15 (naast de Nederl.
0 Betasten zich met alle so<
10 zaken, verhuren loketten i
0 en Smeltvrije
GORIIT
a'/o pCta. Pandbrieven ni. Winstaaud
Terugkoop '/2 pCt. benedei
Alles volgens
GEPLAATST tot op 1 J>
TERUGGEKOCHT
AGENT VOOR AMERSFOORT:
Ainersfoortsch Wissel-
alwaar tevens de Jnli-c»
jaar is vastgesteld in 1914 en toen is ook een
reserve vastgelegd voor 1914 en 1915.
Een stem: Dat is niet waar.
De heer Hofland: Is dat niet
Sten
nen: Neen, neen.
Bijkantoor Al
Zortegracht 22
OPEN en GESLOTE!
FÈUILLETON.
j.)
De zomerzon brandde geweldig op het veen,
zoodat de lucht trilde van de hitte boven de
bruine heide. Onafzienbaar strekte zich de
vlakte uit; de eenige verhevenheid, uren in
den omtrek, waren de eiken en dennen, die
om de met paardekoppen versierde gevels der
huizen van Spreckhclm stonden. Het turf
steken was afgeloopen, het hooien begonnen
het lastige hooien, ver weg op de weilanden
bij Fischerhude. Want het veengras is bitter
en niet geschikt voor voeder. Eigenlijk hadden
de Spreckholmers geen uur over gehadmaar
er moest iets gedaan worden, dat geen uitstel
kon lijden. Klaas Bortfeld, het oude dorps
hoofd, had, onpractisch als hij was, juist den
allerongunstigsten tijd voor zijn heengaan
uitgekozen, zoodat de kolonie eerst een dag
verloor met zijn begrafenis op het Grasdor-
ferkerkhof en nu nog een tweeden moest
verspillen met het kiezen van een nieuw
hoofd-
Twee kolonisten kwamen in aanmerking,
twee vijanden van oudsher; de eigenaar van
de oudste en rijkste kolonistenhoeve, Hïnnerk
Brinkmeier, midden in de plaats, en Luerke
Voss, wiens erf aan het uiterste einde lag.
Hinnerk Brinkmeier was als 't ware iemand
van ijzer, die nooit zou dulden, dat het recht
der Gemeente werd gekrenkt. Luerke Voss
daarentegen gleed als een aal om elke moei
lijkheid heen en zou de Gemeente nooit bloot
stellen dan eenigen strijd, hoe ook.
Het hing van ieders inzicht af, of men meer
vertrouwen stelde in de kracht dan wel in
de sluwheid.
De heer Hofland: Zoek het dan uit,
zoek het dan toch uitJe hebt toch allemaal
de stukken voor je liggen. Het is niet waar,
zegt u; bewijs mij dan het tegendeel. Ieder
heeft de cijfers voor zich liggen en kan het
dus zelf controleeren.
Die zaak van het arbeidsloon is mij nog
niet helder. Op de Begrooting staat f33000
uitgetrokken en daar vlak onder op de
Winst- en verliesrekening is dat teruggebracht
op f20669. Nu vind ik daaronder die posten,
alle inclusief arbeidsloon. Maar het zal zeer
de vraag zijn of onder buizennet en bestrating
begrepen is de proefbalans.
De heer Van Achterbergh: En de
bestrating? Wat is dat nu?
De heer Gerritsen: Hè, hè!
De Voorzitter hamert.
De heer Hofland: Ik zou dat eerst moeten
nagaan vóór ik dat kan toestemmen (Gelach).
Ja, als ik uitgelachen word. schei ik er uit.
Ik zou mij misschien boos maken en dan
dingen kunnen gaan zeggen, die beter niet
gezegd konden worden.
De Voorzitter: Mijnheer Hofland, ik
noodig U uit, voort te gaan met uw beschou
wingen. Zoodra U lastig gevallen wordt,
laat ik den hamer vallen en daar wordt,
zooals U zooeven bleek, gevolg aan gegeven.
De heer Hofland: Dan zal ik voortgaan.
Bij de berekening van dat staatje, waarover
ik heb gesproken, ben ik niet uitgegaan van
mijn eigen cijfers, maar van het cijfer, dat
door B. W. in de Memorie van antwoord
is genoemd, nl. ongeveer f 6.50.
Als ik dus beweer, dat sommige inwoners
16 maal meer in die belasting bijdragen dan
zij in de gewone Inkomstenbelasting zouden
moeten betalen, dan is dat gebaseerd op de
getallen van B. W. en dan nam ik niet
mijn eigen, waartoe ik ten slotte gekomen
ben, nl. tot fii.io. Ik gebruik bij mijn
redeneeringen volstrekt geen achterhoudend
heid.
De Wethouder Veis H e y n Ik stejlig
óok niet.
De heer Hofland: Dat zeg ik ook niet.
Maar ik ga verder en ver%-olg dus: ik geef
toe, dat ik de rente achtergehouden had, toen
ik tot een bedrag van circa f14.50 kwam,
maar dat bedrag van f 11.40 handhaaf ik vol
komen. Toch heb ik bij mijn berekening uw
cijfers genomen.
Want de beteekenis van de winst der
gasfabriek betreft, is gezegd, dat buiten het
bedrijf vele personen er werk voor verrichten.
Ik zou zoo zeggen, als werkelijk administra
tief onderlegde menschen buiten den Direc
teur en den Administrateur noodig zijn,
a la bonne heuremaar dan moeten die aange
steld worden. En als er arbeid verricht wordt
door den Secretaris, arbeid die aan de ge
meenschap ten goede komt en die door ons
allemaal op hoogen prijs gesteld wordt, en
als de heer Veis Heyn arbeid verricht, die
door ons allen op hoogen prijs gesteld wordt
dorpstraat cp en
het harde werk
eigenzinnige, ern
wier lippen nu
of verbittering.
v Eén liep alleec
dan de anderen
lichaamsbouw, dj
zwaar scheen. Zi
hoofd daaronder
den lippenloozen
in haar bijna brr
hoofd stijf en ho
sinds een kwart
I dan vóór dien tij'
tusschen grijze
staalblauwe oogei
de roerlooze opp<
ren. Hij liep lai
over de kanaalb
burén op. een afs
Het itrooien eb
houden over lage,
De van ouderdc
steunden, haddet
jaren gebogen.
De ramen wart
den van reinheit
en zij daarvoor niet naar behooren betaald
worden, dan moet dat worden verbeterd.
De Wethouder Veis Heyn Wie heeft
er nu toch gesproken van behoorlijk betaald
De heer Kroes: Schei maar uit.
De heer Hofland: Maar dat alles is geen
argument, M. de V., om te zeggen, daardoor
is het eigenlijk wel noodig, dat de winsten
zoo hoog zijn.
De heer Gerritsen was wel zoo vriendelijk,
ons Gemeentelijk bedrijf te vergelijken met
een particulier bedrijf, waar de Commissaris
sen en de Directeuren hooge tractementen
genieten en waarom die bedrijven moeten
worden opgezet met groote kapitalen. En die
winst, die daar bij stukken en brokken weg
gaat, zouden wij bij de Gemeente-bedrijven
in de Gemeentekas strijken. Dat is de rede
neering van den heer Gerritsen, als ik mij
niet vergis. Het is dan ook vaak gebeurd,
dat, toen hier en daar zoo'n particuliere
exploitatie bestond en die moest plaats maken
voor een openbare exploitatie, de financieel
belanghebbenden in verzet kwamen. Ik herin
ner mij nog, dat ik te Haarlem de baan
breker moest wezen om de concessie, die
een Engelsche Maatschappij daar had, in
handen van de Gemeente te brengen.
Ten slotte nog iets over de wijze waarop
de inkomsten door de Gemeente getrokken
worden. Ik heb de vraag gesteld of dat
rechtmatig was. Versta mij dus niet verkeerd
ik zeg niet, dat die inkomsten onregelmatig
zijn geweest, maar ik vraag of het op de
meest rechtvaardige wijze plaats vond, nl.
naar draagkracht. En ik houd vol, dat dit
niet zoo is en daarvan neem ik, ook na het
antwoord van de Wethouder, geen syllabe
terug. Ik zeg, dat de gemeentelijke inkomsten
drijven op de kurk van het gasbedrijf en ik
beweer, dat in die winst niet naar draag
kracht wordt bijgedragen. Dank U.
De Vdorzitter: Ik heb den Wethou
der gevraagd of het mij vergund was, op
éen punt. dat der salarieering van den Wet
houder, in te gaan en deze heeft dat goed
gevonden. De Wethouder dan heeft allerminst
gesproken over te lage bezoldiging van hem
of van den Secretaris.
De heer Hofland: Dat heb ik ook niet
gezegd.
De V o 0 r z i 11 e r Dat weet ik wel, maar
U heeft het toch aangeduid, en nu mag het
uw bedoeling niet zijn, maar daarom kom
ik er juist tegenop. Er is alleen gezegd, dat
hier op het Stadhuis veel werk ten gerieve
van de gasfabriek wordt verricht, terwijl
toch niet een gedeelte van het salaris van
de Wethouders en den Secretaris of den Bur
gemeester, enz. zijn overgebracht op het
gasbedrijf. Maar het gold niet een betere
bezoldiging.
In 1912 en vroeger werd dat saldo van de
gasfabriek geheel opgebruikt. Hetgeen in
1912 was verdiend, kwam'op de Begrooting
voor 1913. Jaar op jaar weed de winst grooter.
En in dien tijd is het geweest, dat B. en W.
zeidende balen van de gasfabriek zijn de
kurk waarop de Gemeente drijft en daarin
moet verandering komen. En ik wensch, dat
nog eens uitdrukkelijk en bedaard uiteen te
zetten. Toen zijn B. W. in 1913 gekomen
met het voorstelde Gemeente krijgt een
vast bedrag en dan wordt elk dienst
jaar dat saldo gebruikt, dat twee jaar ge
leden is verdiend. Dus op de Begrooting 1914
moest komen het saldo van 1912 op die
voor 1915 het saldo van 1913.
Door het in werking treden der verorde
ning kreeg de Gemeente echter niet het
geheele saldo, maar slechts f 55 000. En we
weten, dat het de gewoonte was, dat de
Gemeente ongeveer f 60 000 van de gasfabriek
ontving. Dat is een verschil van f 5000 en
daarom hebben B. W. gezegd: om het
overgangstijdperk niet te moeilijk te maken,
zullen wc f5000 reserveeren voor 1914 et,
f 5000 voor 1915. De Secretaris is 700
vriendelijk geweest, mij te wijzen op het
voorstel van ons College van 29 Juli
1914, waarbij de winst van f 8r 000 aldus
werd verdeeld: winstuitkeering over 1913
f 60 000; vernieuwing van de ovens f io 000
reserve voor 1914 f5000 en reserve 1915
eveneens f5000. '['oen schoten er nog f 1000
over. Vandaar die twee posten van f 5000,
die moesten dienen om het overgangstijd
perk mogelijk te maken zonder dat de
Inkomstenbelasting plotseling moest worden
verhoogd.
Ik ben zeer blij, dat we hier in de gele
genheid zijn geweest, dit even te kunnen
toelichten.
En nu moet ik nog even een uitstapje
maken op het eigenlijke terrein van den
Wethouder Veis Heyn. Het is buitengewoon
moeilijk, U te antwoorden op al die ver
schillende punten. Het was niet moeilijk IJ
te antwoorden in het schriftelijk verslag,
toen we alles konden nagaan het is echter
heel moeilijk, alles nu bij de hand te hebben.
U heU pas gevraagd naar die f 4000, maar
die waren geleend aan een zuster-bedrijf.
U leest op blz. 77 van ons antwoord: „de
balans toont dit duidelijk aan en nog beter,
wanneer deze wordt gecontroleerd met de
balansen van de zuster-bedrijven, waarop de
bedragen als schulden voorkomen*. B. W.
hebben dus gezegdmijnheer Hofland, daar
ziet U de post, en nóg heeft U ons geen
gelijk willen geven, hoewel wij uitdrukkelijk
verklaard hebben, dat het werkelijk cassa
was en geen winst.
'ï*jBe heer Gerritsen: M. de V., ik zou
Üren heer Hofland nog op éen ding willen
wjjzen. Buitengewone omstandigheden, daar
staan wij natuurlijk voor, en wat die zaak
betreft van winst of geen winst, geloof ik
toch, dat het tegenover onze Gemeente-
financiën zeer onverantwoordelijk zou zijn,
als wij geen winst uit het gasbedrijf zouden
maken.
De heer Hofland: Dat wil ik toch ook
niet; dat wil ik toch niet!
De heer G e r r i t s e n Maar wat wil hij
dan toch wel?
De heer Hofland; Rechtvaardigheid!
De Voorzitter: Mijnheer Gerritsen,
ik verzoek U door te sprekendoet U nu
net alsof U niet wordt geïnterrumpeerd.
De heer Gerritsen: De heer Hofland
heeft langs een grooten omweg eenvoudig
de balans uit elkander willen halen, maar ik
heb met al zijn omwegen nog niet begrepen,
wat hij nu eigenlijk bedoelt. Hij had zijn
vraag op een veel gemakkelijker wijze kun
nen doen en dan zou hij vermoedelijk een
heel ander antwoord hebben gekregen. Maar
nu is hij feitelijk niet bij de zaak gebleven.
De heer Hofland: Nou, riou, nou, nou.