us 1915.
64e Jaargang.
I
324. Vaststelling van het ie sup
pletoir kohier der Inkomstenbelas
ting, dienst 1915.
Goedgekeurd z. d. of h. st.
325. Vaststelling van het forensen-
kohier der Inkomstenbelasting,
dienst 1915.
Als voren.
326. Reclames Inkomstenbelas
ting, dienst 1915 (ie gedeelte).
Als voren.
327. Voorstel van B. W. tot ver
huur van een terrein voor vlieger
waarnemingen op de Leusderheide.
Het voorstel strekt om voor f 100 per jaar
te verhuren aan het Kon. Ned. meteorologisch
instituut, te De Bilt, een gedeelte van de
Leusderheide, ten Oosten van het militaire
oefenterrein en ten Noorden van de Pyramide
van Austerlitz, zijnde een deel van het terrein,
<lat krachtens de Wet van 7 Juli 1887, Staats
blad no. 124, ter beschikking is gesteld van
het Departement van Oorlog voor het houden
van militaire oefeningen.
Als voren,
328. Voorstel van B. W. tot ver
betering van den Bisschopsweg en
omgeving.
Het voorstel luidt:
In uw vergadering van 30 Juni i9i3werd
in beginsel besloten, van particulieren over
te nemen hun toebehoorende wegen, en tot
ons College de uitnoodiging gericht, daarom
trent nadere voorstellen in te dienen, met op
gaaf van kosten.
Bij uw besluit van 27 October 1914 werd,
ter uitvoering van eerstgenoemd besluit, be
sloten over te nemen den Bisschopsweg, de
Achterluiaard, de Veldstraat en Kroontjes
molen.
Nu de overneming is geschied en de hekken
in den Bisschopsweg op de nieuwe grens
scheiding zijn teruggebracht, schijnt het ons
gewenscht, ter verbetering van die wegen de
noodige werken te doen uitvoeren.
De buizen voor gas en water zijn inmid
dels gelegd en, alvorens nu tot bestrating
over te gaan. dient allereerst de rioleering te
worden gelegd.
De kosten vah uitvoering dezer werken
voor bestrating en rioleering van den Leus
der weg tot de Beek, met de zijtakken Veld
straat en Weistraat, worden begroot op
f 26 200.
Wij hebben de eer U voor te stellen, een
crediet te verleenen van f 26 500 en ons te
machtigen, de werken te doen uitvoeren.
Als voren.
329. Voorstel van B. W. tot aan
stelling van tijdelijk personeel bij
Openbare Werken.
Het voorstel luidt
Bij uw besluit van 30 Maart j.l. werd ons
een crediet verleend, noodig in verband met
de voorbereiding der plannen voor den even-
tueelen .schoolbouw.
Sedert dien is een aanvang gemaakt met
de voorbereidende studie tot de oplossing van
het vraagstuk der rioleering. De urgentie
hiervan wordt meer en meer gevoeld.
Thans reèds is gebleken, dat, willen deze
zaken met den gewenschtcn voortgang wor
den behandeld, deskundige hulp noodzakelijk is.
Daarvoor komen in aanmerking voor den
schoolbouw een architect en voor de rioleering
een Ingenieur.
Wij hebben de eer, U daarom te verzoekep,
ons te machtigen, over te gaan tot aanstelling
van een tweetal tijdelijke ambtenaren, uit
sluitend voor genoemde werken, en de kosten
daarvan te bestrijden uit een in te stellen post
onder de «buitengewone uitgaven*.
De salarissen, die noodig worden geacht,
bedragen voor den bouwkundige f 125 en
voor den ingenieur f 150 per maand.
Als voren.
130. Voorstel van B. W. tot aan
koop van eigendommen.
Het voorstel luidt:
Onlangs werden wij gewaar, dat de eige
nares van eenige perceelen grond (gelegen
tusschen het gemeentelijk terrein ten Westen
van de Gasfabriek, het «terrein *de Hooiber
gen», de Puntenburgerlaan en eenige daar
aan gebouwde perceelen, en een terrein van
de Nederlandsche Centraal Spoorweg Maat
schappij) gelegen langs den spoorweg, wel
genegen was, die aan de Gemeente te ver-
koopen.
Van het terrein ter grootte van 3.00.37
H.A., is 1277 M2 als weg bekend. Het is
geschikt voor vestiging van industrie. Wij
meenden, dat het belang der Gemeente aan
koop, mits tegen billijken prijs, wenschelijk
deed zijn en zijn tiaar onze meening hierin
geslaagd en wel voor een prijs van f 30 000
kosten voor rekening der Gemeente.
Tijdens het voeren der onderhandelingen
bleek het, dat de eigenares, douairière Steen-
berghe geb. Bosch van Drakenstein, gezind
was om meerdere van haar eigendommen
in het kwartier bij de Eem te verkoopen.
Deze gronden,
I, ter grootte van 1.15.90 H.A., zijn ge
legen ten N. O. van het aan de Gemeente
toebehoorende perceel naast het terrein, bekend
onder den naam van «Krakeelhoek»hierop
staat een boerenwoningde grond is van
goede hoedanigheidaan huur wordt ontvan
gen f230 per jaar;
II, ter grootte van 1.34.00 H. A., waarvan
1020 M2 als weg zijn bekend, liggen aan
den Ouden Soesterweg van de Eemstraat af
en verder aan den Isseltschen weg; ten
Noorden grenst het aan eigendommen van
de Gemeente. Als bouwterrein of industrie
terrein heeft het waarde:
III, ter grootte van 1.16.30 H. A., liggen
aan de Beek tegenover het oude kerkhof
het begint bij de Van Asch van Wijckstraat
en eindigt bij het Smallepadop het Uit
breidingsplan is een weg over dit terrein
ontworpen .ter verbinding van genoemde
stratenhet terrein is zeer geschikt voor
bouwterrein of het vestigen van industrie.
Op grond van hetgeen telkens achter elk
complex perceelen vermeldt st^at, meenden
wij, dat ook hier getracht moest worden,
tot overeenstemming te komenwij zijn
er in geslaagd deze terreinen in handen te
krijgen voor f 3 j 000, hetgeen ons een aan-
neemlijke prijs lijkt.
Wij hebben derhalve de eer, U voor te
stellen tpt aankoop van de hiervoren ge
noemde perceelen te besluiten voor de somma
van f 65 000.
Ten slotte is ons College tot overeenstem-
ming gekomen met mevrouw Steenberghe
aangaande overgang aan Gemeente van
eenige boomen, nl. 19 iepenboomen aan de
Punterburgerlaan en 1 populier aan het
Smallepad, voor den prijs van f375. Het is
gewenscht, dat de Gemeente zeggenschap
heeft over boomen, staande in den open
baren weg, zoodat wij de eer hebben, U
voor te stellen, ook tot deaen aankoop te
besluiten.
Als voren.
331. De Voorzitter: Dan komen thans
nog aan de orde vier spoed-vereischende punten
en wel in de eerste plaats de Verordening
op het bebouwen van aan te rijzen gronden
te Amersfoort, die al een heele lijdensge
schiedenis gehad heeft. In Augustus vóór
twee jaar is die verordening gemaakt om
eenige wijken te Amersfoort te doen be-
bouwenmet woonhuizen en om te voorkomen,
dat daar fabrieken -zouden worden gebouwd.
De rechtsgeldigheid van die verordening is
betwijfeld,, en er is gecorrespondeerd door
het Gemeentebestuur en Gedeputeerde Staten
met de Ministers van Landbouw en van
Binnenlandsche Zaken. Van het besluit van
Gedeputeerde Staten is de Gemeente in be
roep gegaan bij de Kroon en nu is onze
verordening wel niet goedgekeurd, maar
tegenover'Gedeputeerde Staten is de Ge
meente, wat de zaak zelve betreft, toch in
het gelijk gesteld.
De argumenten van de Kroon zijn zoo
danig, dat wij onmiddellijk kunnen overgaan
tot het maken van een rechtsgeldige ver
ordening. Dank zij de groote medewerking
van de Gezondsheids-commissie, die daarovef
nog gisteravond heeft gedelibereerd, staat
ons formeel niets meer in den weg. Het
komt er maar op neer, dat wij vroeger een
bepaalde huurwaarde hebben vastgesteld,
terwijl wij nu zullen moeten zeggen, dat de
huizen zus en zoo moeten worden gebouwd.
De heer Kroes: M. de V., ik heb dit
juist met aandacht gelezen en nu staat hier
in het concept-besluit bij art.,2»De terreinen,
in art. 1 genoemd, mogen slechts bebouwd
worden met woonhuizen die, bij een bebouwde
oppervlakte van minstens 60 M2, drie of
meer woonvertrekken op ^n beganen grond
bevatten en verder drie of meer woonver
trekken op ten minste éen verdieping, van
welke vertrekken de hoogste over de geheple
oppervlakte ten minste 2,70 M2 bedraagt,
bedraagt, en ten slotte een zolderverdieping,
doorgaande over het geheele woonhuis»..
M. de V., tegen die hoogte van 2.70 M.
heb ik wel eenig bezwaar. Ik zou daarvoor
graag willen lezen: een hoogte van 2.90 M.
Dan komen we misschien tot een meer nor
male hoogte. Er moeten drie kamers zijn op
den beganen grond, terwijl de zolderverdie
ping zich moet uitstrekken over het geheele
woonhuis. Bij de tegenwoordige inrichting
der woningen wordt getracht, zooveel moge
lijk alles beneden te krijgen wij zien dat
ook bij de huizen aan den Berg zoodat
de begane grond een grootere oppervlakte
krijgt dan de verdieping. Nu zou ik den weg
geopend willen zien, dat die bovenverdieping
voor een gedeelte bestemd kon worden voor
woonkamers en voor een ander gedeelte als
zolder. Wanneer wij echter dit artikel aan
nemen, is dit totaal vervallen; de mogelijk
heid bestaat dan niet. Ik lees hieruit, dat
men niet anders mag bouwen dan huipen,
waarbij men verplicht is, van de verdieping
over den geheel en bouw een zolderver
dieping te maken.
Er kunnen dus ook geen woningen ge
sticht worden met platte daken of lieve*
gezegd zonder daken, maar met platten er
op, hetgeen tegenwoordig veel gewenscht
wordt.
n Firma .4. 11. van Cleeff".
I t 1.—
9 regel-
euings-
buiten
BUREAU:
EORTEGRACHT 9.
Postbus 9. Telefoon 19.
ning
dien
el is.
het
des
pan-
10de
eest,
ders
eeds
doel
den
n of
ring
tjes,
■eter
igsc
bé-
een
lan-
sren
den.
den
eld:
>and
eidt
erk-
ïver
cere
aar-
ge*
1 hij
vol-
szen
•ede
iets
ijke
ïou-
des
men
nge
gen
r is
slke
van
nen
ter
aal-
ing
zijn
'f
int bezien we
dj eigenlijk
het verleden,
schrede heeft
iet onherstel-
anderen valt.
sveel gebrek-
ïen laatste*
het ontsnapt
Dat is heel
indacht. Wij
ot iets waar-
1 genot kan
n de zinnen
gt. Het wijkt
maken, een
in een feest-
:t is saamge-
itsinspanning
prikkel wei-
blik lijkt hun
dost, dat het
«1 voor over
kim gerezen
chemeren en
r ons tegelij
kertijd aan, hoe ras al het schoone, dat hij
biedt, weer verwelkt zal zjjn.
Reden te meer ont het met volle teugen
te genieten, zouden wij zeggen, ofschoon er
toch wel waarheid ligt in des Predikers ijdel
heidsklacht. Zij erlangt te meer grond als
wij nagaan wat er wel begrepen wordt onder
de genotsvoorwerpen van het oogenblik, en
ziet wat zij achterlaten als de beker de lip
pen is voorbijgegaan. Dan rijst toch ook de
vraag of het wel juist is, dat wij zoo ruste
loos voortjagen om op een vooraf bepaald
oogenblik een oogst binnen te halen, die, is
hij eenmaal in ons bezit, niet de bevrediging
schenkt, die wij er ons van hadden voorge
steld.
Neen, dat kan niet juist zijn.
Het belangrijkste deel van onzen arbeid
betreft niet het tegenwoordige, doch ismee-
rendeels voorbereiding voor later. Al moch
ten wij ons verbeelden, dat wij geheel opgaan
in het heden, het is de toekomst, die ons
opneemt in haar leger en aan wier onbegre
pen leiding wij ons overgeven. Al zouden
wij het gemakkelijker vinden, ons noch om
noch 'over haar te bekommeren, zij laat ons
niet los, doch dwingt ons, met haar eischen
rekening te houden. Aan haar hebben wij
ons te geven met volle toewijding.
Mochten wij soms wenschen, dat zij tot
loon daarvoor eenige zekerheid gaf, een kijk
gunde op haar verborgenheden, een waarborg
verstrekte, dat hetgeen wij haar bieden van
duurzamen aard zal zijn, ook aan die be
geerte wordt niet voldaan.
Wij zaaien, zullen wellicht iets van den
oogst zien rijpen, ja, er wat van mogen bin
nenhalen doch niets is er, dat het ons met
stelligheid kan doen verwachten. Zelfs weten
wij niet, of er iets van terecht zal komen
of er niet een storm zal gaan over de
vlakte, die alles vernielt, dat vele geslachten
achtereen hebben bijeengebracht als hoog te
roemen bezitting voor de menschheid, die
nog komen moet. Wij leggen fundeeringen,
al maar door, en op die welke vóór ons
werden gemetseld, brengen wij misschien
een nieuwe steenlaag, vermeerderend alzoo
het aantal en verbeterend de geschiktheid
der woonplaatsen voor toenemende bevolking,
maar wij kunnen niet keeren de verwoesting,
die toekomstige instortingen over de wereld
zullen brengen.
En zullen wij nu, verdrietig over die on
wetendheid, vervuld zijn van bekommering
over wat volgen kan morgen, het volgend
jaar of in een verwijderd verschiet Zullen
wij, het oog gericht op de puinhoopen die
het verleden heeft opgestapeld, er eindelijk
van afzien, materialen te verwerken, die ten
slotte slechts de ruïnen-massa's kunnen ver
meerderen
Er zijn vragen, die hun eigen antwoord
meebrengen. Al zouden wij tot het besluit
willen komen, ten aanzien van de toekomst
de rust der onthouding in acht te nemen,
de menschelijke natuur zou ons dat wel an
ders leeran. Zij leeft van hoop en van geloot.
Zij is de Ceres der mythe, baar graan strooiend
over de aarde, den wasdom overlatend aan
de machten des hemels. De ernstige teleur
stellingen, die ons op een oogenblik geheel
ter neder slaan, kunnen ons het hoofd niet
doen afwenden van het ideaal, naar hetwelk
de menschenziel wordt getrokken als de
bloem naar het zonlicht. En zelfs als eigen
toekomst zich gaat afsluiten, blijven wij ons
geven, in de overtuiging, dat, volgens Hooger
bestel, niets verloren gaat.
Teruggang.
Wie zou, nu een jaar geleden, geloof heb
ben geschonken aan den pessimist, die zou
hebben voorspeld hetgeen thans is geschied
Op de eerste plaats, dat na twaalf maanden
alles nog even onbeslist zou zijn als bij den
aanvang de meest deskundigen* stelden
den duur immers op hoogstens drie maan
den dat op alle punten de vijandelijke
legers nog tegenover elkander zouden staan