Zaterdag 1
October 1915.
No. 8628.
66e Jaargang.
bijblad
Aan- en Verkoop van alle fondsen
SAFE-DEPOSIT.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A.
H
I
van Cleeff"
HOOFD REDACTEUR
p. VRsuaaiKa
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.
franco per post ƒ1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag, kosteloos. Legale, officiefile- en ontelgenings-
advertentlën per regel 15 cent Reclames 15 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advfirtentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
SOATSQR^OST 9.
Postbus 9. Telefoon
Bij dit nummer behoort een
kennisgetinoen.
KOSTELOOZE INENTING.
jjurgemeeeter en Wethouders van Amersfoort
renKen Ier kennis van de v^ezetenei.dutop
Woensdag 13 October 1916, d&siamiddaga ten
drie ure in het voormalig Werkhuis, aan den
Weetsingel, alhier, gelegenheid zal worden ge
geven tot kosteloote inenting
Vestigen er voorts de aandacht op, dat hij de
aanmelding het vertoonen van een get'oorlebe-
wjs of trouwboekje gewensclit ie.
Amersfoort, 28 September 1915.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester
r Van RANDWIJCK.
De Secrelaris,
A. R. VEENSTRA.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artikel 37 der Drankwet.
Brengen ter openbare kennis
1. dat bij hen is ingediend een verzoek
schrift om verlof tot verkoop van alcohol
houdenden, anderen dan sterkedrank, voor
gebruik ter plaatse van verkoop, door corne-
lis vam dem HEUVEL, logement-houder,
wonende alhier, in de voor-benedenlokaliteit
van het perceel Lievevrouwekerkhof, hoek
Breedestraat, no. 13/15. te Amersfoort;
2. dat binnen twee weken na deze be
kendmaking een ieder tegen het verleenen
van het verlof schriftelijke bezwaren bij hun
college kan inbrengen.
Amersfoort, 29 September 1915.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
VAN RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
BOUWVERBODEN.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort doen te weten, dat door den
Raad dier Gemeente in zijne vergadering
van 27 Juli 19:5 is vastgesteld de volgende
verordening
Verordening, regelende het be
bouwen van bepaald aangewezen
gronden in de Gemeente Amers
foort.
Artikel i.
De hieronder omschreven terreinen, op de
bij dit besluit behoorende teekening aange
duid door eene groene kleur, zijn bestemd
voor bebouwing met woonhuizen.
Die terreinen zijn
a. dat begrensd door Berkenweg—Regen-
tesselaan— Prinses Julianalaan— Utrechtsche-
weg
b. dat begrensd door Lange Bergstraat—
Arnhemscheweg 't Laantje Utrechtsche-
weg;
c. dat begrensd door Utrechtscheweg-
Soesterweg—Korte Bergstraat—Wilhelmina-
straat— Verlengde Wilhelminastraat—Spoor
baan Nijmegen-Kesteren;
d. dat begrensd door Utrechtscheweg—
Soesterweg—het voetpad loopende vanaf de
Brouwerstraat naar de Van Persijnstraat—
Van Persijnstraat en Wijersstraat.
Art. 2.
Dtf terreinen, in art. 1 genoemd, mogen
slechts bebouwd worden met woonhuizen
die bij eene bebouwde oppervlakte van min
stens 60 M2 drie of meer woonvertrekken op
den beganen grond bevatten en verder drie
of meer woonvertrekken op ten minste éen
verdieping; van welke vertrekken de hoogte
over de geheele oppervlakte ten minste 2.70 M.
bedraagt, en ten slotte eene zolderverdieping,
doorgaande over het geheele woonhuis.
Aan deze huizen mag geen andere bestem
ming worden gegeven dan die van woonhuis.
Burgemeester en Wethouders ku.inen van
het bepaalde in lid 1 vrijstelling verleenen.
Art. 3.
Het bepaalde in de artt. 1 en 2 is niet
van toepassing ten aanzien van een gebouw,
waarin eene inrichting wordt gevestigd,
waarvoor een Hinderwets-vergunning is ver
kregen.
Art. 4.
Overtreding van de bepalingen dezer ver
ordening wordt gestraft:
a. wat betreft de overtreding van eene
bepaling, vastgesteld krachtens de Woning
wet, met hechtenis van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste drie
honderd gulden;
b. wat betreft de overtreding van eene
bepaling, vastgesteld krachtens de Gemeen
tewet, met hechtenis van ten hoogste 6 dagen
of geldboete van ten hoogste vijf en twintig
gulden.
Art. 5.
De bestuurders van een rechtspersoon
zijn ten aanzien van de naleving der bepa
lingen van deze verordening door dien rechts
persoon aansprakelijk.
Tegen den bestuurder van wien blijkt, dat
de overtreding buiten zijn toedoen is ge
pleegd, wordt geene straf bedreigd.
Zijnde deze verordening aan de Gedepu
teerde Staten van Utrecht volgens hun
bericht van den 22 September 1915, 3e
afdeeling No. 2431/1716, in afschrift mede
gedeeld.
Zijnde deze verordening door de Gedepu
teerde Staten van Utrecht bij besluit van
den 22 September 1915, 3e afdeeling No.
2431/1716, goedgekeurd.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort den 2 October 1915.
De Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Bank vereent ging H. L A DULLAERT Co.
AMERSFOORT Scherpenzeel Soest.
Langegraolit OO - Tol. mtero. Q60
zoowel op binnen- als buitenlandeoke Beurzen.
LIPS' smelt proef vrjje kluis. Nieuw..e constructie.
en toe te laten, dat die amhtenaren het brood
wegen.
Art. 6.
Overtreding ot niet na-leving van deze
verbods-bepalingen wordt gestraft met hech
tenis van ten hoogste 6 dagen of geldboete
van ten hoogste f 25.
Art. 7.
Deze verordening treedt in werking onmid-
delijk na afkondiging. Zijnde deze verordening
aan de Gedeputeerde Staten van Utrecht
volgens hun bericht van den 22 September
1915, 3e afdeeling no. 2359/1775, in afschrift
medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 2 October 1915.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort doen te weten, dat door den Raad
dier Gemeente in zijne vergadering van
7 September 1915 is vastgesteld de volgen
de verordening:
VERORDENING OP HET GE
WICHT VAN ROGGEBROOD.
Artikel 1.
Roggebrood moet in garen toestand een
géwicht hebben van 1, 2, 3 K.G. of veel-
vouden van 2 en 3 K.G. Hierbij is een
speling toegelaten van 2 pet. naar beneden
en 5 pet. naar boven.
Het moet aan beide uiteinden duidelijk i
voorzien zijn van
a. een aanduiding van het gewicht in K.G.
b. de initialen van den bakker of fabri-
kant, met cijfers en letters van ten minste
2 c.M.
Art. 2.
Het is verboden, roggebrooden ter afleve
ring aan derden te bereiden, af te leveren,
ter aflevering aan te bieden of ter aflevering
voorhanden te hebben, welke niet voldoen
aan het bij artikel 1 gegeven voorschrift.
Art. 3.
Roggebrood, aanwezig in een broodkar of
in het gebouw van een bakker of winkelier,
wordt geacht ter aflevering voorhanden te zijn.
Art. 4.
Met de opsporing van overtreding dezer
verordening zijn, behalve de bij artikel 8 van
het Wetboek van Strafvordering genoemde
ambtenaren, belast de ambtenaren van den
Keuringsdienst van eet- en drinkwaren en
van Rijks- en Gemeente-politie.
Art. 5.
Zoodra de ambtenaren, belast met het op
sporen van overtredingen van deze verorde
ning, ter uitvoering van hunne taak hun
verlangen daartoe hebben kenbaar gemaakt,
zijn zij, die brood afleveren, ter aflevering
aanbieden of ter aflevering voorhanden hebben,
verplicht, dit aan die ambtenaren te toonen
Zwijgen.
Een van de beste opvoedingsmiddelen tot
zelfbeheersching is ontegenzeglijk de school
van het zwijgen. Welk een hooge beteekenis
het zwijgen als een middel tot geestelijke
versterking van den mensch reeds in de
oudheid had, bewijzen de orderegelen der
Pythagoreeërs, die hun jongeren een jaren-
langen proeftijd van zwijgen oplegden. Dat
geschiedde niet alleen omdat het zwijgen is
de rustplaats van het denken, maar ook om
dat het is de moeilijkste en beslissendste
oefening in zelfbeheersching, in de heer
schappij van den geest over de wereld der
prikkels en afdwalingen.
De eerste tegen-bejegening van den mensch,
op eiken inbreuk en op alle aanvallen van
buiten, geschiedt door middel van de stern-
werktuigen; hier heeft de eerste ontlading
van het gestoorde en geprikkelde organisme
plaats. Zwijgen ia uit dien hoofde de sterkste
zegepraal van den geest over het natuurlijke
verlangenzwijgen is het begin van dé vol
komen bevrijding van het overheerschend
geweld der buitenwereld; de mensch komt
er ten slotte toe, zijn rede te onttrekken aan
den invloed van alle uitwendige verlokkingen
en prikkels, en haar tot dienares te maken
van zijn innerlijkste en stilste zelfbespiege
ling.
In de meeste gevallen zou men een tegen
overgestelde meening bedaard en met sym
pathie moeten aanhooren, zou men inoeten
trachten, dieper tot haar wezen door te drin
gen, naar haar geschiedenis en naar haar
verband met andere dingen te vragen, in plaats
van haar aan te vallen en te weerleggen
niet om eeuwig over die meening te zwijgen,
maar om eenmaal met volkomen kennis van
zaken tegen haar op te treden, en zoodanig
op te treden, dat men wint en overtuigt.
Hoe zou dit evenwel mogelijk zijn zonder
dat men zich heeft geoefend in het belang
stellend luisteren naar anderen Men over
tuigt slechts hem, wiens argumenten men
waarlijk onpartijdig heeft doorleefd. Wie niet
kan luisteren, zonder terstond met bedenkin
gen voor den dag te komen, zal zich nooit
kunnen vrij maken van zijn bekrompenheid
en kortzichtigheid. Niet zelden ook komt
men door zwijgen tot de overtuiging, dat
men met menschen te doen heeft, wien zekere
zijden der levenservaring vreemd zijn ge
bleven, zonder welke de overtuigendste argu
menten nutteloos zijn.
En dikwijls ook komt men al zwijgend en
afwachtend tot de erkentenis, dat in het
te berde gebrachte vraagstuk slechts een
aan het leven ontleend voorbeeld en geen
argument het verzet kan breken en den te
genstander overtuigen. En ten slotte maar
al te vaak heeft men met pochers te doen,
die door een ernstig antwoord nog maar
onbeschaamder worden en die alleen nog
maar door een weemoedig en beleefd zwij
gen tot een juistere zelfkennis kunnen ge
bracht worden, indien zij althans nog vat
baar zijn voor verbetering.
Ook moet men zich bijzonder streng oefe
nen in bescheidenheid, in het volstrekte
zwijgen over geheimen, die ons zijn toever
trouwd, of over zaken, die we slechts ge
waar zijn geworden door de verhouding van
bijzondere vertrouwelijkheid, waarin we tot
bepaalde personen stonden, of over feiten,
waarvan de mededeeling anderen in ver
legenheid zou kunnen brengen of zelfs nadeel
berokkenen en in een valsch licht plaatsen.
De algemeene babbelzucht, de begeerte
om gezellig en onderhoudend te zijn, de
prikkel om voor geestig en aardig door te
gaan, verleiden de menschen maar al te
licht om dingen te verklappen, die nooit
over hun lippen hadden mogen komen. Om
anderen eenige oogenblikken van pret te
verschaffen, breken ze harten en verwoesten
ze misschien het leven van een medemensch.
Men beseft in den regel al spoedig, dat
menschen, die zóo handelen, geen vertrouwen
verdienen, dat zij geen innerlijk verantwoor
delijkheidsgevoel bezitten, dat zij geen weer
stand weten te bieden aan de verlokkingen
van het oogenblik; men besluit steeds van
het kleine tot het groote, en terecht, want
we weten hoezeer, juist op zedelijk gebied,
al het groote op krachtige zelfopvoeding in
het kleine berust. De zelfopvoeding tot
betrouwbaarheid begint met het zwijgen.
De mensch kan zulk een oefening verge
makkelijken en bespoedigen door niet alleen
maar af te wachten de gelegenheid, waarbij
hem een geheim wordt toevertrouwd, doch
zonder dat ook van tijd tot tijd eens te be
proeven, de eene of andere mededeeling die
hem op de tong brandt, kalm achter te
houden en door vóór alles in het spreken
over persoonlijke aangelegenheden uit het
leven van zijn medemenschen de grootste
kicschheid in acht te nemen.
Niet alleen van buiten, maar ook van
binnen doen zich tallooze gelegenheden voor.
waarin de verzoeking om te spreken zeer
sterk wordt; dit zijn tevens uitmuntende