102
De Vo o r z i 11 e r Mag ik de heeren
Oosterveen en Rant uitnoodigen, met mij het
stembureau te vormen?
Ingeleverd werden 18 stembriefjes, van
welke 1 van onwaarde en 3 in blanco blijken.
Uitgebracht werden 12 stemmen op den
heer Jorissen, 9 op den heer Gerritsen. 8 op
den heer Hofland, 3 op den heer Oosterveen,
op de heeren Rant en De Kempenaer elk 2,
terwijl de heeren Eysink, Van Kalken, Kroes,
Van Duinen, Tromp van Holst en Veis Heyn
ieder 1 stem verwierven.
De Voorzitter: De heer Jorissen is be
noemd met 12 stemmenvoor de beide andere
leden moet een nieuwe vrije stemming
plaats hebben.
De heer Koning: M. de V.. wanneer
er 3 blanco zijn, dan zijn en» toch maar 15
stemmen uitgebracht en dan zijn.de heeren
toch alle drie gekozen.
De Voorzitter: Volgens 38 van het
Reglement van Orde moet er een nieuwe
stemming plaats hebben, omdat het zou kunnen
zijn, dat op één briefje twee stemmen waren
uitgebracht en dus éen in blanco.
De heer Van Kalken: M. de V.. elk
stembiljet is geldig, of het is ongeldig. Er zijn
er hier vier ongeldig en wanneer wij die vier
van de achttien aftrekken, houden we er
veertien over. De meerderheid is dus acht en
er behoeft dus geen stemming meer plaats te
hebben.
De heer Gerritsen: Je zit er in, hoor.
De heer Hofland: Dan zijn we formeel
juist.
De heer Jorissen: We zijn 't ditmaal
roerend eens.
De Voorzitter: In dit geval zou het best
kunnen, mijnheer Van Kalken.
Mag ik vragen of de heeren accoord gaan
met deze zienswijze?
Stemmen: Ja, M. d^ V.
De Voorzitter: Nemen de heeren de
benoeming aan?
De heeren Gerritsen, Hofland en
Jorissen: Ja, M. de V.
De Voorzitter: Vinden de heeren het
goed, in verband met de benoeming van een
leeraar aan het Gymnasium, eerst punt 421 af
te doen? Formeel is dat juister.
Het voorstel wordt goedgekeurd z. d. of h. s.
De heer Hofland: M. deV., mag ik even
wijzen op art. 38 van het Reglement van
Orde? Dan is het ineens uit en dan zijn we
formeel juist.
De Voorzitter: Dan stel ik nu aan de
orde het nagekomen punt der agenda.
426. Benoeming van een tijdelijk buitenge
woon leeraar aan het Gymnasium.
Met algemeene stemmen wordt benoemd
de heer C. F. Unger.
De VoorzitteT: Mag ik de heeren stem-
opnemers danken voor de genomen moeite.
Aan de orde is dan nu de
AGENDA.
403. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot het verleenen van
eervol ontslag, overeenkomstig ver
zoek, aan T. Beverloo, als leeraar
aan de Burgeravondschool.
Het voorstel strekt om het ontslag eervol
te verleenen met ingang van 1 October 1915.
Goedgekeurd z. d. of h. st.
404. Advies van Burgemeester en
Wethouders naar aanleiding van het
adres der vereeniging »Tuindorp«,
houdende verzoek het plan voor den
aanleg van straten te wijzigen.
De heer Hofland: M. de V., ik begrijp
niet juist de billijkheid, dat de Gemeente,
zooals ik lees in dit stuk in de vierde alinea,
f 1200 zal moeten bijdragen tot dekking van
de kosten voor het verharden der gronden,
die voor wegen bestemd zijn. B. W. schrij
ven volgens het contract moet de Ver
eeniging de kosten van de verharding dragen
joillijk schijnt het ons evenwel, de kosien.
die de grootere te verharden grond veroor
zaakt, voor rekening van de Gemeente te
r.emtn*.
Nu heb ik in de stukken geneusd en ge
dachtmisschien worden de gronden, waarop
die billijkheid steur.t nader toegelicht. Maar
ook in de stukken heb ik er niets van ge
vonden. En nu zou ik willen vragen aan het
College van' B. W.bestaan er redenen, die
niet genoemd zijn, maar die in uw oog de
billijkheid zóo in het lfcht kunnen stellen,
dat wij werkelijk die f 1200 voor onze reke-
kening moeten nemen.
Het geldt hier, niet waar. het bouwen op
Gemeente-eigendom en nu hebben wij dus
privaat rechterlij k alles te zeggen, maar
publiekrechterlijk nog niets. Nu zou ik
willen vragen het kan wez^n, dat ik mij
daarin vergis, ik weet het niet maar ik
heb den indruk gekregen, dat die grond
kadastraal ligt in de Gemeente Leusden en
dan hebben wij privaatrechterlijk over dien
grond ailes te vertellen, maar publiekrechter
lijk niets. En nu zou ik dus willen vragen, is
dit allemaal behoorlijk met de Gemeente
Lcusden overeengekomen, d.w.z. zóo, dat er
naderhand geen speld tusschen te krijgen is;
wans je kunt wel decreteeren en voo-schriften
maken, maar zoolang jev publiekrechterlijk
niets te vertellen hebt en een andere Gemeente
wel, dan geeft dat heel weinig.
Nu leven wij in de beste vriendschap met
onze buren, geloof ik, maar onmogelijk is
het niet, dat het tot moeilijkheden aanleiding
geeft. Ik heb op dat gebied ervaring opge-
daaa en ik vraag dus eerst, waarom moeten
wij f 1200 bijdragen voor den vereeniging
Tuindorp, die daar waarschijnlijk een heel
complex woningen bouwt, en een kerk sticht,
kortom, daar een mooie omgeving gaat schep
pen. Dat is heel prachtig voor de Gemeente
Amersfoort, maar waarschijnlijk zal de ver
eeniging het toch doen met het oogmerk om
dien grond te exploiteeren en dit sluit in
zichwinstmaken.
Als het alleen gaat in 't publiek en hét
algemeen belang, dan voel ik er veel voor,
dat wij die f 1200 betalenmaar als dat niet
zoo is, en als bovendien de publiekrechterlijke
regeling niet vooruit goed is geregeld, ben ik
huiverig al deze ^:..gen voetstoots toe te
geven zonder nadere toelichting.
De heer Kroes M. de V., ik geloof, dat
wij met de heelc zaak, die de heer Hofland
hier naar voren brengt, niets te maken hebben.
Die gronden" zijn gekocht door de vereeniging
Tuindorp met éen bepaalde oppervlakte voor
wegenaanleg en waar nu de Gemeente Amers
foort vraagt in 't belang van een goede ver
houding en 't mooie uitzicht aan de vereeni
ging Tuindorp een grootere oppervlakte voor
straten te bestemmen dan in het plan was
voorgeschreven, dan geloof ik, dat wij wel
degelijk als een rechtvaardig voelende Ge
meente die f 1200 aan die vereeniging Tuin
dorp moeten vergoeden. Dat is in korte woor
den, dunkt mij, de zaak uitgelegd.
De heer Jorissen: Het staat er ook dui
delijk in.
De heer Kroes: Juist; het staat er dui
delijk.
De heer Oosterveen: Wat de heer Kroes
gezegd heeft, zou ik óok willen zeggen. Bij
de stukken op het Stadhuis behooren twee
teekeningen, een volgens den ouden en een
volgens den nieuwen toestand. Op die teeke
ningen kan men opmerken, dat indertijd door
het Gemeentebestuur met de vereeniging
«Tuindorp» was uitgemaaktje kunt op die
en die manier dqn grond bebouwen en moet
maken, dat de wegen zóo en zóo breed zijn.
Nu komt er een nieuwe toestand en m.i.
is het daarom dan ook niet meer dan billijk,
dat de vereeniging tegemoet gekomen wordt
in de extra-onkosten, die haar nu opgelegd
worden. Dank u.
De heer Jorissen M. de V., ik heb ge
merkt, dat de heer Hofland het schrijven van
B. W. niet goed gelezen heeft. Daar staat
uitdrukkelijk id, dat de vereeniging te ken
nen heeft gegeven van de bevoegdheid, die
baar verleend is om het vastgestelde straten
plan te wijzigen, gebruik wenscht te maken.
Nu staat er uitdrukkelijk:Het komt ons voor,
dat met het gewijzigae plan in hoofdzaak ge
noegen kan worden genomen, daar door de
uitvoering daarvan een goed geheel zal wor
den verkregen. Het komt ons evenwel ge-
wenscht voor, dat aan de Noord-Westzijde
van de in aaubouw zijnde kerk, een ruimere
straatbreedte wordt verkregen, zooals in rood
op de teekening is aangegeven. Door dezs
verbreeding zullen de mooie vergezichten meer
behouden blijven en kan het verkeer, ook in
de toekomst, naar wensch worden geregeld».
Nu zeggen B. W. verder zeer terecht,
en het schijnt, dat de heer Hofland dit over
het hoofd heeft gezien
»Intusschen vraagt deze verbreeding een niet
geringe hoeveelheid grond van de Vereeni
ging, die zij evenwel bereid is aan de Ge
meente af te staan. Volgens het contract moet
de Vereeniging ook de kosten van verhar
ding dragen; billijk schijnt het ons evenwel,
de kosten, die de grootere te verhanden grond-
oppervlakte veroorzaakt, voor rekening van
de Gemeente te nemen. Deze worden be
groot Op fI200C.
Indien B. en W. dus zeggen doe er eer.
stuk bij, en de vereeniging wil dat geven,
dan is het onbillijk de vereeniging ook nog
de verharding van dien grond te laten betalen.
Ik kan mij niet begrijpen, flat er gezegd
wordt: is het wel billijKdat wij die f 1200
betalen. Als de heer Hofland beter gelezen
had, had hij zijn opmerking, dunkt mij, wel
vjjor zich gehouden.
Wethouder V a .1 Esveld: Mijne
heeren, door den heer Kroes is de zaak reeds