Zaterdag 9
October 1915.
No 8631.
66e Jaargang.
H.
L A DULLAERT Co-
5 pets
Stadsnieuws.
I itjrave van do Naam I ooze Vennootschap „l)e Amersfoortscho Courant, voorheen Firma A. H van Cleeff"
HOOFD-REDACTEUR
J. 7K2CSERZZ8.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.
franco per post ƒ1.15. Advertentie n 16 regels 60 cent; elke regel meer io cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentifin per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advërtentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
ZORTEGHACHT 9.
Postbus 9.
K E N N I S 0 E V I N G.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat aan particulieren toebehoorende beplan
tingen over de openbare wegen niet lager
dan 3 M. uit den grondslag mogen hangen
en het licht der lantaarns over de straat
niet mogen onderschepen.
Beplantingen, die op bovenbedoelde wijze
het openbaar verkeer of de straatverlichting
bemoeilijken, moeten binnen 14 dagen na
heden door de betrokken eigenaren verwij
derd zijn.
Amersfoort, 6 October 1915.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Dr. J. H. Moll, f
(INGEZONDEN.)
Gisteren, den 6en October, overleed na
een langdurige ongestel.' "id dr. Johan Hen
drik Moll, van 2 Juni 10S6 tot 1 Januari
1914 rector van ons Gymnasium.
Wellicht zullen weinigen zijner stadgenoo-
ten hem hebben gekend, daar hij niet ge
wend was, zich in het openbaar te bewegen,
ja, daartegen zelfs een grooten afkeer had.
Binnen de stille muren van het Gymnasium
gebouw en in de vriendelijke studeerkamer
van zijn woning sleet hij zijn genoeglijkste
uren. En wanneer hij voor zijn door voort-
durenden arbeid vermoeiden geest verfris-
sching noodig had, dan zocht en vond hij
die ver buiten de grenzen onzer Gemeente,
in de eenzaamheid, in de vrije natuur, die
zoo stil, tot hem zoo veel zeide.
Maar al was hij bij onze stadgenooten
weinig bekend, te meer was hij dat in ons
vaderland. Breed toch is de schare van
mannen, die dankbaar denken aan hun recht
schapen leermeester, aan zijn helder, bezield
en bezielend onderwijs, aan zijn eerlijkheid,
die geen afwijkingen toeliet, aan zijn vol
komen betrouwbaarheid, aan het voorbeeld,
dat hij hun gaf voor hun leven.
Geboren te Zierikzee op 26 November,
1847, trad Moll reeds op 25-jarigen leeftijd
in dienst van het onderwijs als leeraar,in
de klassieke talen aan de Latijnsche school
te Hoorn, welk ambt hij t jaar later verwis
selde met dat van leeraar aan het Gymna
sium te Deventer, waarna hij in 1879 het
rectoraat aanvaardde van het Gymnasium te
Sneek, om in 1886 in de zelfde betrekking
over te gaan naar ons Gymnasium.
Aan een groote belezenheid paarde hij een
groote liefde voor de jeugd en die liefde
heeft hem nooit verlaten. Onvermoeid was
hij in zijn pogingen, zijn leerlingen ip te
wijden in de schoonheden der klassieke, in
het bijzonder Grieksche letterkunde, waaraan
hij zijn hart had gegeven; onvermoeid ook
trachtte hij hun te bewijzen, dat de fijne
Grieksche en Romeinsche geesten, de voor-
loopers en dragers van onze beschaving, toch
gewone menschen waren als wij zelf. En,
voortreffelijk onderwijzer als hij was, slaagde
hij bij die pogingen, en dan was het, als
waren de rollen omgekeerd, dan was hij"het,
die dankbaar gewaagde van het succes, met
en door zijn leerlingen behaald. Met belang
stelling volgde hij dan hun studiën na het
eind-examen en controleerde hij, of de ver
wachtingen, die hij van hen had gevormd,
te hoog of te laag waren gespannen.
Inderdaad verliest de schooljeugd van het
Amersfoortsche Gymnasium in Moll een warm
vriend.
Morgen te 12 uur zullen wij staan aan zijn
geopend graf. Daar zal niet worden gesproken
volgens zijn uitdrukkelijken wensch; maar
hier mag worden getuigd, dat zoolang m
ons vaderland het Amersfoortsche Gymna
sium bekend zal staan als een inrichting van
onderwijs, waar een geest van vriendschap
en vertrouwen heerscht tusschen de leerlin
gen onderling en tusschen leerlingen en
leeraren, zoo lang met eere genoemd zal
worden de naam van dr. J. H. Moll.
Hij ruste in vrede.
P.
Amersfoort, 7 October 1915.
Na een jaar.
Op Zaterdag 10 October 1914, tegen het
middaguur, werd bericht ontvangen, dat
ook Amersfoort zijn deel zou krijgen van j
de vele duizenden vluchtelingen uit Ant-
werpen en omgeving, die over onze Zuider-
grens waren gekomen.
Eer de dag twee uur ouder was, was alles
voorbereid en toen tegen den avond de
extra-trein kwam, vonden allen avondeten
en een goed bed.
En sedert werden dag na dag en week na
week en maand na maand de hongerigen
gespijsd in de groote zaal van »FIet Valkje»,
waar geheel belangloos drie malen per
dag Nederlandsche dames het brood en de
koffie of het middageten verdeelen.
Een jaar lang; men moet dit liefdewerk
niet te licht tellen.
En nu, na een vol jaar, willen we hierop
eens wijzen.
Aanvankelijk waren er een 200 dames en
jongedames, die dit werk deden; thans zijn
er nog een 80 en onder dezen zijn er 17 die
nu een vol jaar trouw op hun post waren.
Hun namen mogen hier genoemd; het zijn
mevrouw Verschoor, mevrouw Von Schmidt
auf Altenstadt, mevrouw Van den Bergh,
mevrouw Kohlbiilgge, mevrouw Steinbuch,
mevrouw Knoppers, mevrouw Van Wessum,
mevrouw Von Henning, mevrouw Van Kee-
ken, mevrouw Van Duinen, mejuffrouw
Bianchi, mejuffrouw Muller, mejuffrouw Knot
tenbelt, mejuffrouw Meiners, mejuffrouw Peek,
mejuffrouw Van Driel, en mejuffrouw Van
der Meiden.
Een jaar lang hebben deze dames, eigen
huishouden, eigen genoegens achterstellend,
zich gegeven voor dit liefdewerk.
's Ochtends vroeg en 's avonds laat waren
zij op hun post; zij rekenden niet met het
weder, de koude of de hitte; zij gaven hun
zomer-uitstapje er aan; geheel volgens den
eenmaal vastgestelden rooster waren zij steeds
in de zaal vóór de Belgische vrouwen en
kinderen werden toegelaten; en zij bleven er
tot allen, ook van de derde groep, waren voor
zien en het vaatwerk werd gereinigd.
Waarlijk, zij allen hebben deze eervolle
vermelding verdiend.
Want hoe ook, om strijd, allen zich hebben
beijverd om het den Belgischen vluchtelingen
hier zoo aangenaam mogelijk te maken, hun
groot leed zooveel mogelijk te helpen ver
zachten, niemand heeft zóo veel voor hen
gedaan, zóo veel voor hen opgeofferd als dit
zeventiental.
Dat we met groote bewondering onze wel
gemeende hulde brengen.
Commanditaire
Bankrrereeniging
AMERSFOORT
Langesraobt ao - Tol. intero. 863
Nemen lnsobxy vingen aan, op de nieuwe
Seherpenzeel Soest.
groot f 8 000 000— ii 100'|2 pet.
Datum van inscb.ryving 20 Ootober a.s.
Prospectus gratis verürlj gtoaar.
l)e flnancieele toestand des Kijks.
1 Onder dit opschrift bevat »Het Vaderland»'
een hoofdartikel van mr. Th. H. de Meester,
waaraan we het volgende ontleenen
j De oorlogscrisis heeft ons land in 1914
gekostaan uitgaven f 99 620 000, aan min
der entvangsten dan waarop in normale
omstandigheden ware te rekenen geweest
f 7 300000, te zamen f 106920000. En dit
in slechts vijf maanden tijds.
De buitengewone uitgaven hebben in 1914
beloopen f25179000, waartegenover aan
buitengewone ontvangsten staat een bedrag
van f 20 639 000. De gewone dienst ver
toont: aan uitgaven een totaal bedrag van
f241790000, aan ontvangsten een totaal
bedrag van f 232 127 000.
Aan de ontvangsten over 1914 zal dus
uit de opbrengst der groote leening zijn toe
te voegen f 106320000, om den dienst van
dat jaar te brengen in de positie, waarin hij
zou hebben verkeerd zonder de crisis. Dat
jaar zou dan hebben gesloten met een tekort
op den gewonen dienst van f 3 063 000. Dank
zij de tijdelijke dekkingsmiddelen, door Minis
ter Bertling voorgesteld, daalde dat, aanvan
kelijk op bijna 22 millioen geraamde tekort
met meer dan de helft en beloopt het nu
ongeveer hetgeen in 1914 voor ouderdoms
rente krachtens de gedeeltelijk in werking
getreden Invaliditeitswet is uitgegeven.
De voorspelling, dat het ongewoon en
ongedacht gunstig verloop onzer middelen
gedurende de laatste jaren vóór den oorlog,
waardoor vele millioenen geraamde tekorten
zijn versmolten als sneeuw voor de zon, toch
nog onvoldoende zou zijn om bovendien de
door Minister Talma vóel te laag geraamde
uitgaaf voor de ouderdomsrente te dekken,
is dus volledig uitgekomen.
Er is, aldus besluit mr. De Meester, dit
maal in de millioenen-rede iets onzekers, iets
dat in een cijfer-overzicht minder goed past,
doordien uitkomsten worden berekend voor
'onderstelde gevallen, welke van den werke-
lijken toestand afwijken. Maar de Minister
heeft dit blijkbaar noodig geoordeeld om in
zijn nota dit feit te doen uitkomen, dat de
tekorten 00 den gewonen dienst grooter en
grooter worden en dat dit ook het geval
zou zijn, als er geen Europeesche oorlog was.
En het heeft groot nut, daarop te wijzen,
omdat ieder voorzichtig en verstandig finan
cier zal moeten toegeven, dat althans in zulke
tekorten, hoe eerder zoo beter, behoort te
worden voorzien.
Te meer is dit onafwijsbaar plicht, nu op
de ontworpen Begrooting voor lotsverbetering
van ambtenaren op lange na nog niet wordt
aangevraagd, hetgeen daarvoor reeds voor
1915 noodig werd geoordeeld, en nu ons in
de naaste toekomst bovendien andere onaf
wijsbare uitgaven van ettelijke millioenen te
wachten staan, ongerekend de hooge bedra
gen, die nog zullen worden vereischt als de
oorlogstoestand voortduurt.
Het Nederlandsche volk moge zich ge
wennen aan de overtuiging, dat belangrijke
belastingverhooging onvermijdelijk is en dat
het absoluut onmogelijk is, belastingvoor
stellen te doen, welker aanneming belang
rijk meer in 's Rijks schatkist zal brengen
en waartegen niet tal van bezwaren zijn aan
te voeren.
Het Gemeentebestuur heeft den volgenden
brief ontvangen van den Minister van Binnen-
landsche Zaken.
Bij voortduring worden hooge eischen ge
steld aan het geduld en de lijdzaamheid der
mannen, die zich thans nog onder de wapenen
bevinden. De offers, welke vin hen ten bate
van den lande worden gevorderd, kunnen
ongetwijfeld worden verlicht door zooveel
mogelijk zorg te dragen voor hun ontwik
keling en ontspanning.
Met groote erkentelijkheid heb ik dan ook
kennis genomen van hetgeen reeds is ver
richt om tegemoet te komen aan de wenschen,
vervat in mijn rondschrijven d.d. 22 Sep
tember 1914.
Intusschen dreigt, door den langen duur
der mobilisatie, het gevaar, dat de ijver en
toewijding der docenten, die geheel belang
loos hun diensten hebben aangeboden, zullen
verflauwen.
Het moge mij daarom vergund zijn, door
uwe tusschenkomst thans bij vernieuwing,
een beroep op hun medewerking te doen,
en tevens degenen, die zich voor den arbeid
onder de gemobiliseerden nog niet beschik
baar stelden, aan te sporen, daartoe alsnog
over te gaan.
De nadruk moge er op worden gelegd
dat het hier een landsbelang van hooge be-
teekenis geldt en dat slechts bij algemeene
medewerking het beoogde doel kan worden
bereikt.
Inderdaad, laat ons nu óok eens denken
aan onze eigen jongens.
Er worden pogingen in het werk gesteld
om Jef Denijn, den beroemden beiaardier,
ook naar Amersfoort te doen komen.
Voor de Arrondissements-rechtbank te
Utrecht heeft andermaal gediend de zaak van
de Utrechtsche Waterleiding Maatschappij
tegen de Gemeente Amersfoort.
De taal waarin het geval is behandeld,
wijkt zóo veel af van gewoon Nederlandsch,
dat de niet-jurist er alléén van begrijpt, dat
er nog heel wat water door de Eem zal
vloeien eer het eind-vonnis wordt geslagen.
De heer R. Groenveld is weer begonnen
met de voorbereidende werkzaamheden voor
het Adresboek voor 1916.
En de uitgever er van, de heer Eymann,
zond alweer zijn vraaglijstjes rond.
Wie er nu prijs op in stelt, dat zijn naam
of eenige vereeniging in welke zij of hij
bijzonder belang stelt behoorlijk in het boek
wordt vermeld, helpe den uitgever door hem
zoo spoedig en zoojuist mogelijk in te lichten.
Om onnnodig gasverbruik te voorkomen,
is den Hoofden der scholen voorgesteld, den
ochtendschooltijd te doen aanvangen om half
negen en het handwerkonderwijs iederen
schooldag te doen geven gedurende éen uur
onmiddellijk na den ochtendschooltijd.
Het advies wordt spoedig ingewacht.
Omstreeks 1 uur hedenmiddag werd het
stoffelijk hulsel van dr. J. H. Mol op de
Nieuwe algemeene begraafplaats aan den
schoot der aarde toevertrouwd.
Zeer velen waren saamgekomen op den
doodenakker om door hun tegenwoordigheid