114
Raad telt heelemaal niet mee. De Burge
meester moet binnen een uur antwoord heb
ben van den heer Knoppers. Maar heeft de
Raad daarin dan heelemaal niets meer te
zeggen, zou ik willen vragen? Bent U dan
alleen die commandeert en beslist over aan
koop van grond Er begint zachtjes aan een
heele begripsverwarring te heerschen.
Als men grond wil hebben, dan ligt er
nog vee', en veel meer grond aan den Berg.
Ik geloof, dat we hier een geval krijgen,
waarin u werkelijk de perken te buiten gaat.
U mag zooiets op een zachte manier zeggen,
maar u wist, dat er den volgenden dag
Raadszitting zou zijn. Wanneer U nu flink
in deze zaak was opgetreden, hadt u als
Voorzitter van de Commissie moeten zeggen
«morgenavond is er Raadszitting; dat duurt
nog maar 24 uur* en dan is er altijd ge
noeg gelegenheid om zoo iets in een ge
heime zitting mee te deelen. Maar neen, dat
doen zij niet. Zij sturen een schrijven de
wereld in en .zetten er een noot onder, die
kant noch wal raakt.
Het gaat hier niet over Gemeentcgi >nd,
maar over grond van een particulier, die
door een particulier gekocht wordt en deze
laatste particulier zit nu toevallig in een
Raadscommissie.
Maar nu zou ik willen vragen als een parti
culier in onderhandeling is over particulieren
grond en hij wordt tot een commissieverga
dering geroepen door een convocatie-biljet,
Aaarop geen agenda staat vermeld, en die
grond ligt reeds eenige jaren te koop. dan
lijkt het mij toch werkelijk niet zoo vreemd,
als zoo'n commissielid niet kan raden, dat
hpt over dien grond gaat.
Toen hij op de vergadering bemerkte, dat
nu in eens de Gemeente dien grond moet
hebben, lijkt het mij heel gewoon, dat hij ze
niet heeft verlaten; want door zijn weggaan
van die vergadering, waar waarschijnlijk
maar éen punt behandeld werd, zou hij eigen
lijk zijn eigen ambtsgeheim hebben geschon
den, want dan zou ieder gezegd hebben
>dat is dezen mijnheer, die de grond wil
koopen».
Nu schreven B. W., dut notaris Knop
pers naar B, en W. gekomen is. Maar het
was niet notaris Knoppers, maar de
grondeigenaar Knoppers. Dat is heel
vriendelijk van dien mijnheer. Ook heeft
hij aan B. W., meegedeeld, dat, wanneer
de Gemeente overleg wilde plegen, de Ge
meente-belangen zeker niet door dien mijn
heer geschaad zouden worden. Die mijn
heer heeft als architect tot nu toe niet an
ders gebouwd, M. de V., of de gebouwen,
die hij heeft gesticht, kunnen tot sieraad
van de Gemeente strekken, maar ook de
gebouwen, zooals zij zijn gesticht, zijn een
voordeel voor de Gemeente. Er is geer.
een krot of revolutie-gebouw door den heer
Kroes gebouwd.
Zie, M. de V., wanneer ik al die dingen
in aanmerking neem, dan geloof ik, dat de
commissie verstandiger had gedaan door
ook de rechten van den heer Kroes te laten
gelden. Maar men heeft eenvoudig ge
meend daar komen ze nu aan onzen grond
dien moeten wij hebben.
Gelukkig lag die grond niet op de maan,
want anders hadden we de maan er óok
nog bij moeten koopen.
Nu moest de Gemeente dien grond op
eens hebben. M. de V., ik vraag in ge-
moede waarom nu ineens dien grojtd aan
de Gemeente moest komen, terwijl men toch
ook wist, dat de nieuwe eigenaar bereid
zou zijn. het geprojecteerde plan der wegen
te doen uitvoeren. Neen, opeens moest dat
heele stuk door de Gemeente worden ge
kocht.
Mag ik nu een pertinente vraag doen
aan den Voorzitter en aan de Commissie
Waarom moest nu, juist deze week, die
grond gekocht worden
De heer Gerritsen: M. de V., de
heer Jorissen is eigenlijk bezig, dat voelt
hij zelf wel
De heer Jorissen: Wat voel ik zelf
wel
De heer Gerritsen: een kwade
zaak te verdedigen.
De heer Jorissen: Pardon, u moet niet
insinueeren.
De Voorzitter: Het woord is aan
den heer Gerritsen.
De heer Gerritsen: Hij begint met iets
dat krom is, recht te praten. Een van de
leden der Commissie heeft ons over dien
grond gesproken en met algemeenc stemmen
is toen aangenomen, dien grond van Knoppers
in handen van de Gemeente te brengen.
De heer Jorissen: Dat zal de Gemeente
raad moeten beslissen en dat maakt de com
missie niet uit.
De heer (ierritsen: In de tweede plaats
werd er besloten om te trachten de gronden
van Gorter en Koppen in handen te krijgen
en nu liep een lid van de Commissie, die
daar belang bij heelt, naar den heer Schroder
toe om den grond voor een ander in handen
te krijgen.
Ik zou nu alleen maar aan de leden van
den Raad willen vragen, of dat een zuivere
zaak is, of dat een eerlijke zaak is.
Men kan nu over die bijdingen, welke de
heer Jorissen er bij gehaald heeft, nog heel
wat zeggen, maar die hebben er eigenlijk
niets mee te maken.
Die grond is nog niet in handen van de
Gemeentedaarvoor is zeer zeker een Raads
besluit noodig; maar onze commissie heeft
het vertrouwen der Gemeente gekregen om
in dit opzicht op de meeste juiste en eerlijke
wijze voorstellen aan den Raad te doen.
Die voorstellen zouden gedaan worden.
Ik begrijp heusch niet, dat de heer Kroes
op die vergadering is gebleven. M. i. had
hij zich onmiddellijk moeten verwijderen. Die
vergadering had hij niet mogen bijwonen.
De heer Kroes: Het stond niet op de
convocatie.
De Voorzitter hamert.
De heer Gerritsen: Ja, nu mag bij
zeggen, het stond niet op de convocatie,
maar wanneer de Voorzitter begint met te
zeggen, het betreft den aankoop van dien
grond, ook na wat er in 1913 is gebeurd,
had de heer Kroes fatsoenshalve zijn hoed
moeten nemen en de deur moeten uitgaan.
Maar wat hij nu gedaan heeft, is niet in het
belang van de Gemeente.
De heer Kroes: Daar kom ik tegen op.
De heer Gerritsen: De heer Kroes wist,
dat de grond van Gorter gekocht moest
worden. Nu kan men wel zeggen, dat hij
later bij den Burgemeester is gekomen om
overleg te plegen, en de Burgemeester heeft,
toen de kogel door de kerk was, geprobeerd
te redden, wat er nog te redden was door
dien weg in handen te houden. Verder heeft
de Burgemeester met u over die zaak niet
gesproken, al wist hij wel, dat de toestand
niet zuiver was. De heer Kroes vergeet, dat
hij geen medezeggenschap had moeten heb
ben in deze zaak. Hij had het niet moeten
weten. Als hij 't niet geweten had, was hij
volkomen vrij geweest; maar toen wij be
sloten hadden, dien grond aan te koopen,
had hij niet het recht te zeggenik accep
teer dien grond.
De heer KroeB: Ik heb alleen gevraagd,
wat de prijs was van dien grond, maar ik
heb geen bod gedaan.
De heer Gerritsen: Op 30 September
hebben wij vergaderd van 's middags drie
uur tot half vijf en om vijf uur, half zes
was de heer Kroes bij den notaris.
De heer Kroes: Was ik er weer.
De heer Gerritsen: Toen hebt u dien
grond geaccepteerd, of in handen genomen,
of hoe u 't noemen wilt.
De heer Kroes: Neen, mijnheet Gerrit
sen; dat is zoo niet.
De heer Gerritsen: Ik zou alleen aan
de leden willen vragen, of. wat hier gepas
seerd is, door den beugel kan
Wanneer mij zoo iets overkomen was, een
dergelijke domheid, dan zou ik mijn excuses
maken, maar ik zou zeer zeker niet komen
om te probeeren mijn kwade zaak goed te
praten en nog vrienden meegenomen hebben,
die de zaak nog veel erger maken dan ze
reeds is.
De heer Jorissen: Bewijs dat! Dat moet
je bewijzen. Je praat wel een boel, maar je
bewyst niets.
De Voorzitter: Het woord is aan den
heer Gerritsen.
De heer Gerritsen: Ik zie van het
woord af.
De heer Kroes: M. de V., dan zou ik
alleen dit onder de aandacht van de Kaads-,
leden willen brengen, een schrijven van j 1
October, door den Burgemeester aan mij ge
richt en luidende
«Zoudt u in het belang eener spoedige
afwikkeling der zaak mij mogelijk reeds
kunnen opgeven, welk gedeelte van het
terrein-Gorter uw principaal aan de Gemeente
wil overdoen en tegen welken prijs?
»In afwachting teeken ik mij, cnz.t
l.et wel, dit schrijven is van Maandag den
1Octoberen opeens komt Zaterdag den
tóden het stuk, door den heer Jorissen »cpen
brief» genoemd.
M. cle V., dit antwoord heb ik nog niet
aan u kunnen geven. Maar ik heb met mijn
principaal overlegd en deze heeft mij volle
vrijheid gegeven om, wat in 't belang der
Gemeente is, met u en den geheclen Raad
te overleggen, wat noodig zal zijn om dien
weg daar te stellen en met u verder te onder
bandelen over hetgeen wij niet noodig hebben.
U zelf, M. de V., was op dien middag
vriendelijk tegen mijwe hebben amicaal
gepraat; u hebt zelfs een voorstel gedaan,
dat ik ook zoo pas reeds heb gezegd: «Mijn
heer Kroes, hebt u gevraagd, best lat er geen
mogelijkheid, dat u alleen het voorste terrein