Toen B. A* W. nu stonden voor «ie uit eenvoudig, omdat onze belastingverordening
\02riug van dit Raadsbesluit, wisten zij. dat daarmee óok rekening houdt.
«ie beperkte hoeveelheid, die beschikbaar was, En derhalve wanneer t' zegt, daarin ligt
moest worden verdeeld onder een aantal ge- de geest van het voorstel, zooals B, W.
zinnen, dat daarvoor het meest in aanmerking dat meenden te moeten uitvoeren, dan zeg
kwam. j ik: accoord: alleen gij gingt verder dan mijn
Het onderzoek met de cokeskaarten leverde oorspronkelijke bedoeling was. Niet omdat ik
1745 liefhebbers op. Wat konden we nu doen meende, dat menschen met f 1200 inkomen
De beschikbare hoeveelheid gelijkelijk onder dat profijt niet zouden kunnen gebruiken,
de aanvragers verdeelen Maar het spreekt j maar omdat ik uitging van de stelling, dat
vanzelf, dat verschillende gezinnen dan veel wij zóo veel niet konden dragen. Daarom zou
te weinig kregen. Toen hebben we gezegd, ik het niet licht hebben voorgesteld.
Ik neem dus de volle verantwoordelijkheid
van het genomen besluit op mij en herhaal,
wat ik den 19 October zeide en ik heb
het trouwens pas óok nog gezegd als ik
daar gezeten had, zou U niet met die grens
gekomen zijn.
Ik ben er nog niet. Nu moet ik nog
laten wij het dan zóo doen. dat ieder gezin
1 H.I.. per week krijgt wijkonden in die
omstandigheden niet anders doen.
Nu de heer Hofland tóch bijzonder de aan-
dacht vestigt op de verwachtingen die opge-
wekt zijn, wil ik wel zeggen, dat hij ook iti
dit opzicht niet juist is. B. W. ontkennen.
dat er verwachtingen zijn opgewekt en zoowel oogenblik spreken, juist in verband met een
de heer Hofland als de heer Oosterveen be- j belangrijk punt, dat het verbeterblad bevatte,
weren, dat aan die verwachtingen niet vol- Oorspronkelijk stond er in. «lat de geheele
daan zou zijn, doordat B. W. het besluit cokesverkoop zou worden stopgezet. Neen,
van den Raad niet zouden hebben uitgevoerd. zegt de Voorzitter, daar moet staanloket-
Maar mijnheer Hofland, weet U wel. dat 1 verkoop.
U in de eerste plaats daaraan willens en En m.i. is juist het eigenaardige, dat die
wetens schuldig staat; want U heeft, hoewel 9207 H.L.. die gedurende een maand aan het
van de verkeerdheid overtuigd, geen amen- j loket verkocht zijn, precies door menschen
dement op het voorstel ingediend. Den vorigen betrokken zijn. die ik zou hebben willen be
keer heb ik U die vraag óok al gesteld. U reiken. Nu is er alleen dit verschil, dat wij
verkeerde in de vergadering .1:'. 19 October ze op het oogenblik voor 75 cent verkoopen
in een zeer bijzondere positie. - ••er. ons voor- I aan het loket aan menschen met inkomens
stel werd aangenomen, konden B. W. niet van zes. zeven en achthonderd gulden. En
weten, dat ze niet tot de grens konden gaan. ik wilde juist omdat ik vrees, dat wanneer
waartoe ze wel gaarne hadden willen gaan. 1 het zoo door moet gaan en de menschen door
Maar met U stond het heel anders. U wist 1 de vermindering der koopkracht hun kinde
toen al, dat het niet zou kunneu. Ja. ja. ik j ren niet behoorlijk zullen kunnen voeden
zal uw eigen woorden voorlezen: »Als l" i eenigszins hoogere inkomens er ook van laten
meent, dat f óoo te hoog is. dan stem ik dat I profiteeren. En hoe komt nu toch in Gods
toe. Als ik een grens had moeten noemen, j naam. zou ik haast willen vragen, de Wet-
dan was ik niet tot f600 gegaan*. De heer houder tot de conclusie, dat wij niet verder
Gerritsen interrumpeerde toen: Volkomen kunnen gaan dan wij gaan? Juist, als wij die
juist; dat ben ik met je eens», en daarop 25 000 H.L. van het comité en die 23450
ging de heer Hofland door; »Maar nu je zelf j H.L. bij elkaar tellen, houden wij de beschik-
kwam met dat voorstel, lag het niet op mijn j king over 4S 450 H.I.terwijl ik voor dat
weg om die grens te verlagen». J zelfde tijdstip circa 40000 H.L. noodig heb.
De heer Hofland: Dat was op iq Octo- j Dus is er nog veel meer dan ik mij voor-
ber en het besluit werd genomen den 7 Sep- j stelde, dat er beschikbaar zou moeten zijn.
tember.
De Voorzitter: Mijnheer Hofland, mag
ik uitspreken
De heer Hofland: Er zijn wél verwach
tingen opgewekt.
De Voorzitter: Indien er verwachtingen
zijn opgewekt dan komt dat in de eersie plaats
op uw verantwoording.
De heer Hofland Neen. neen.
De Voorzitter: Dat is de groote fout
L' wist toen meer dan B. W. en dan was
het uw plicht geweest, dit aan B. W. en
aan alle leden van den Raad mede te deelen.
U hebt de verantwoordelijkheid voor het voor
stel mede aanvaard, terwijl U de wetenschap
hadt, dat het onuitvoerbaar zou blijken te zijn. i
Ik begrijp heel goed, hoe voor U de toe- j
stand iser zijn verwachtingen opgewekt,
die niet verwezenlijkt konden worden. En nu
denkt U ik ben de eerste, die daartoe heb
medegewerktik zal zien of ik dat potje weer j
in het reine kan brengen. Zóo staat de zaak
voor B. W. echter niet.
B. W. moeten dus met klem opkomen I
tegen de beschuldiging, dat dit Raadsbesluit j
niet zou zijn uitgevoerd. Dat is absoluut on
juist.
De heer Hofland: M. de V., dan wil ik
beginnen met in de allereerste plaats te be- I
antwoorden hetgeen U hebt gezegd.
Nadat B. «t W. hebben gememoreerd, dat
Immers ik herhaal nog een oogenblik, dat
er een maand van 9207 H L„ terwijl het
voorstel van B. x W. was om den loketver
koop geheel te staken. En de menschen, dfe
ik op het oog heb, zijn juist menschen, die ik
op het oog heb. Die moeten worden gehol
pen om een woord te gebruiken van collega
Gerritsen, die menschen hebben het noodig,
die moeten op deze wijze door deze moeilijke
tijden heen geholpen worden,
Ik ben er nog niet, M. de V., ik moet er
nog iets van zeggen.
De heer Gerritsen beweert, dat hij heeft
gewaarschuwd.
De heer Gerritsen: Ja, zeker!
De heer Hofland: Maar u heeft er toch
zelf vóór gestemd.
De heer Gerritsen: Ja, bij het eind heb
ik er vóór gestemd.
De heer Hofland: Ja maar, waarde heer,
als je er vóór hebt gestemd, dan ben je er ten
slotte van overtuigd, dat hetgeen W.
voorstelden, het juiste was en daar was ik wat
blij om, omdat ik van 't begin af in die rich
ting heb gestuurd.
Bent U eigenlijk die kracht geweest?
De heer Gerritsen: Neen, hoor.
De heer Hofland: Niet? Daar ben ik
blij om.
En als ge nu ten slotte tot de overtuiging
voorstel is van het lid Hofland en I kon"-. dat dit K K*>}- d»=
het
dat een verzoek var. gelijke strekking is inge
komen van den Christelijken Bestuurders Bond
lees ik in de stukken, uitgaande van het Col
lege van B. VV., dat zij verder willen gaan
in dit geval en de grens ruimer willen stellen
en komen zij tot een belastbaar inkomen van
f 600.
En wanr.eer ik dat lees, mag ik toch wel
veronderstellen, dat B. VV. de volle ver
antwoordelijkheid kunnen dragen van hetgeen
zij aan den Raad voorstellen, m.a.w. dat het
voorstel voldoende is voorbereid en dat alle
gegevens zijn verzameld.
Als het op mijn weg had gelegen, daar om
eene of andere reden tegen op te komen, dan
had ik dat zeker gedaan; maar wanneer ik
zie, dat het voorstel van het College gaai :n
de lijn precies zooals ik het heb voorgesteld,
alleen dat er een wijdere strekking aan ge
geven wordt, dan heb ik geen enkele verant
woordelijkheid meer dan alleen de verant
woordelijkheid, die elk gewoon lid voor elk
genomen besluit heeft. n.l. dat hij er vóór of.
als hij het nief kan aanvaarden, er tegen stemt
Want eigenlijk, dat belastbare inkomen is het
criterium, van de heele geschiedenis.
De heer Gerritsen: Ja, juist.
De heer Hofland: Dat is het criterium
daar zit het hem in.
Als U nu spreekt van de samenstelling
van het gezin, dan antwoord ik ja, maar
daarmee houdt onze belasting juist rekening.
En wanneer U dan óok zegt. dat iemand
zonder kinderen met een inkomen van f tooo,
en iemand met drie kinderen met een inkomen
van f 1200 er van kunnen profiteeren, dan
lag inderdaad in het voorstel van B. VV.
namelijk het feit, dat ook rekening *\verd ge-
houden met de samenstelling der gezinnen,
wat ik gedaan heb en retireer, in de
tuiging. dat B. W. dit voorstel zóo niet
kunnen uitvoeren en laat ons dan gaan tot
inkomens van f 900 en zeg niet, zooals de
Wethouder der Bedrijven ook zegt. dat wij
die cokes niet kunnen krijgen. "Van dien
voorraad van 65 000 H.L., dien wij aan engros-
handelaren hebben verkocht, heb ik maar
10 pet. afgenomen en daarmee kom ik al tot
een voorraad van 40 000 H.L. en daar zouden
we ten slotte nog buiten kunnen, want, zoo
als de Wethouder der Bedrijven al voorrekent,
komen we met de 2 5 000 H.L. van het co
mité en de 23450 H.L., die we op 't oogen
blik disponibel hebben voor den loket verkoop,
al tot 48450 H.L. Als U zegt, ik heb ge
waarschuwd. dan zou ik zeggen, je hebt niet
goed gewaarschuwd, dan zou ik zeggen, je
hebt je eigen misleid, want je hebt er zelf
vóór gestemd.
En ook de Wethouder misleidt zich met
zijn voorraad, want ik heb in mijn voorstel
duidelijk laten uitkomen, dat die voorraden
altijd door de Gemeente zijn gedistribueerd
en niet verkocht zijn geworden. Ais 't moest
dan zou ik meenen, dat wij van de engros-
handelaren nog wel ro pet. zouden kunnen
krijgen. Is dat verleden jaar óok niet gebeurd.
M. de V?
De heer Gerritsen: Toen kneep het niet
zoo.
De heer Hofland: Kneep bet toen niet
zoo5 Verleden jaar niet? Ik begrijp dat niet.
Maar daar komt nog wat anders bij. Er
wordt wel eens gezegd en wel door mij, men
maakt wel eens misbruik van zijn positie,
wanneer men de macht heeft. Maar is het nu
niet waar. M. de V., dat, wanneer wij op 't
o«jgenlilik komen bij de engros handelaren
en we /eggen je staat van tien gekochtcn
voorraad 10 pet, af en wc geven je daarvoor
een behoorlijke vergoeding dat kost ons
dan f 600 die menschen dat dan ook wel
zullen doen. Daarvan ben ik vast overtuigd.
Komt het niet meer voor, mijnheer Gerrit
sen, dat men iets. dat m« 11 eenmaal verkocht
heeft, terugkoopt? Komt het niet meer voor.
dat op dergelijke wijze een zachte drang
wordt uitgeoefend op degenen, die min of
meer van ons afhankelijk zijn?
Ik weet wel, dat is het koopmansstandpunt
niet, maar 't gebeurt en wanneer 't gebeurt
uit redenen en oorzaken, die ik op 't oogen
blik sta te bepleiten, dan zie ik daarin niets
bijzonders en maak ik mij sterk, dat van
dien voorraad wel 6000 H.I.. te krijgen zijn.
De groote fout in den opzet en in de
redeneering van het Dagelijksch Bestuur is
deze, dat het maar vasthoudt aan dien loket
verkoop en geen rekening houdt met den
maatregel, dien ik voorstel en zooals de heeren
Gerritsen en Jorissen steunen. Daarbij zal
de loketverkoop werkelijk moeten worden
stopgezet, geheel stopgezet, zooals destijds
door den Raad is besloten.
Als dus werkelijk de voorraden, zooals de
Wethouder ze genoemd heeft, disponibel zijn,
of komen, dan is er geen enkele reden voor
den Raad om het voorstel van deze drie
leden niet aan te nemen, 't Spijt mij alleen,
dat ik een der onderteekenaren niet heb kun
nen overtuigen van de mogelijkheid, want
was hij overtuigd van de mogelijkheid om
het voorstel uit te voeren, dan houd ik er
mij te gelijker tijd van overtuigd, dat hij er
vóór zou stemmen. Nu twijfel ik er nog aan
of hij die mogelijkheid zal erkennen.
De heer Gerritsen. Ja. zeker.
De Voorzitter: Mijnheer Gerritsen, het
woord is aan den heer Hofland.
De heer Hofland: Maar zoolang hij niet
duidelijk maakt aan. den Raad, dat mijn toe
lichting, die met geen enkel woord is weer
legd, met al die cijfers onjuist is, welnu,
zoolang houd ik vast aan de voorraden, door
mij genoemd en als de Wethouder zegt: er
is omtrent 38 000 H.L. disponibel, dan zullen
wij voor 8000 H.L. meer een verlies moeten
berekenen van 30 a 35 ct. per H I..
Als de heer Gerritsen meent, dat mijn
bedrag van f 9300 niet voldoende is. dan geef
ik hem in overweging, het te verhoogen met
8000 maal 35 cent. Dan kan de maatregel
worden uitgevoerd, omdat er dan voldoende
cokes is, terwijl wij er werkelijk niet tegen
behoeven op te zien zoo'n bedrag uit te trekken
als het aankomt op het behouden van onze
volkskracht. Dat is onze plicht tegenover de
gemeenschap; dat is onze Christenplicht.
En ten slotte heb ik n«jg een plicht te
vervullen, die door U nog niet gekend wordt,
maar die door mij altijd zooveel mogelijk zal
worden nagestreefd.
De heer Gerritsen: Ik wil alleen den
heer Hofland medeelen. dat juist hij, als
koopman moest begrijpen, dat de menschen.
die van de Gemeente cokes hebben gekocht
tegen 70 cent daar geen Kilo van kunnen
missen. De aanvragen om cokes overtreffen
verre den voorraad en handelaren, die vroeger
van de Gemeente geen cokes betrokken, om
dat zij de Gemeente niet noodig meenden te
hebben, komen nu bij haar, omdat zij ze elders
niet kunnen krijgen.
Het is dezer dagen nog voorgekomen, dat
n een kleine kookinrichting geen cokes
geleverd kon worden door den leverancier,
die dat al 30 of 40 jaar gedaan heeft. Hoe
de heer Hofland nu meent, dat de engros-
handelaren de cokes weer aan de Gemeente
zullen afstaan, begrijp ik niet en ik twijfel
er dan ook verschrikkelijk aan of ze weer
iets zullen afgeven.
Toen ik dezen zomer kwam met mijn
voorstel in zake de cokesvoorziening heb ik.
M. de V., ik zou haast zeggen, een bek ge
had van den heer Hofland, omdat hij meende,
dat op die wijze zijn belang heel slecht ge
diend was, omdat het niet zijn partijbelang
was.
De heer Hofland: Wel, wel.
De heer Gerritsen 'Poen ik nu het
voorstel van het Dagelijksch Bestuur hoorde,
dat veel eenvoudiger was, heb ik 't er bij
gelaten, omdat ik zag, dat mijn voorstel geen
ondersteuning vond. Ik voelde er niets voor,
dat voorstel van a tot z uit te leggen, wat
ontzettend veel tijd zou hebben gekost. Daai
had ik geen zin in.
Wat de kwestie vat het stopzetten van den
loketverkoop betreft, hoop ik, dat de Wethou
der den heer Hofland nader zal antwoorden.
De Wethouder Veis Heyn: Ik
zou nog wel iets willen zeggen over den
loketverkoop. Als de heer Hofland de dage-
lijksche dingen van het bedrijf meeleefde,
dan zou hij
De heer Hofland: Och.
De Wethouder Veis Heyn: Zeg nu
niet» och*.
De heer Hofland Daar hebben we 't
niet over.
De Wethouder Veis Heyn: Ja, als U
dat niet hooren wilt, houd ik op, Door B.
Sc W. en de Bedrijfs-commissie is de zaak
amper besproken en er is beslist, «lat het
onmogelijk is, den loketverkoop stop te zotten.
Wat doet zich voor? Ken jongen komt aan
het loket en hem wordt gevraagt «krijgt je
moeder cokes van het comité?* »Ja, mijnheer;
maar moedor heeft een wasch en nu kan zij
I niet toe*. Dat is éen geval, maar zoo kunnen
we doorgaan, Vroeger was IJ de meening
I toegedaan, dat daar kwamen de alleronderste
lagen der bevolkingnu draalt U het precies
1 om en meent, dat de meerbevoorrechten er
komen. Dat laatste zeg ik met u. Kr wordt
cokes gehaald aan het loket door veel hoogere
1 inkomens dan f boo. Een ieder convenieert
j het niet, vijf mud tegelijk thuis te krijgen.
Het is echter moeilijk om ieder tevreden te
1 stollen en U moet niet vergeten, dat door de
j tijdsomstandigheden het heele bedrijf, ook met
betrekking tot de cokes, uit zijn verband is
gerukt. En dan alles dadelijk zóo aan te pas-
sen, dat het loopt naar ieders genoegen, is
I niet mogelijk.
Op nog éen ding wil ik wijzen. Waar blij
ven wij met onze arme Belgen, als wij den
loketverkoop stopzetten Ik kan toch niet ver
wachten, dat de heer Hofland zou zeggen
«die blijven er maar buiten; die krijgen niets*.
I En als ik dan naga. hoe het in andere Ge-
meenten is ik heb hier een heelen staat
I van andere Gemeenten dan zeg ik ik
j wilde, dat wij meer konden doen, maar dan
staat Amersfoort lang niet achteraan.
Bussum geeft cokes aan on- en minver-
I mogenden Deventer aan alle ingezetenen tot
j f 700 inkomen, tegen 60 cent. De vraag is
1 echter maar of het uitvoerbaar is en dan komt
er meestal bij «zoolang de voorraad strekt».
Dordrecht aan gezinshoofden en aangeslage-
I nen van f 700 tot f 800te Groningen is het
j aan 't oordeel van B. «S W. overgelaten en
is er een maximum van 3 H.L. per maand
Haarlem te bepalen door B. W. en zoolang
-de voorraad strekt; Den Helder alleen voor
Gemeente-ambtenaren Hilversum aan on- en
minvermogendenHoorn aan hoofden van
gezinnen, die niet zijn aangeslagen en daar is
't per week 2 X 32 K G.; Kampen aan on-
en minvermogenden, lot een maximum van
10000 H.L.Leeuwarden heeft f5000 ter be
schikking gesteld van het Steun-comité ter
verstrekking van cokes aan on- en minver
mogenden; Leiden aan 011- en minvermogen
den tot een totaal van 37 500 H.L.Schiedam
aan on- en minvermogenden 30000 H.L.
Winschoten alleen aan onvermogenden voor
30 cent en aan minvermogenden voor 50 cent
per H.L.Zaandam heeft alle ingezetenen.
Ha ja. Zaandam, zegt U. Maar Zaandam
doet het zóo: men kan daar krijgen 2 H.L.
in October, als 't wordt aangevraagd op een
bonnetje uit een bonboekje zoo'n bon
netje heb ik hier verder 4 H.L. in No
vember, 4 in December, 4 in Januari, 4 in
Februari, 4 in Maart en 3 in April. Dan is
de cokesprijs 60 cent afgehaald. Het klop-
loon is een dubbeltje, dat wordt 70 cent, en
te bezorgloon is óok een dubbeltje, dat wordt
dus 80 cent. Maar bovendien krijgen de
Bedrijven een bedrag van f 15 00c voor toe
betaling van de Gemeente en dan kom ik
tot een prijs van 883/4 cent.
Doch. als ik dit nog even naar voren mag
brengen, wij doen niet wat wij gaarne zouden
willen, maar wij doen wat wij kunnen.
De heer Hofland: M. de V., mag ik
even den Wethouder der Bedrijven antwoor-
I den? Ik heb mijn hoofd geschud cu nu
I maakt de Wethouder daar nu dadelijk een
kwestie van vertrouwen van. Ik wil het
echter niet doen voorkomen, alsof de Wct-
I houder niet evengoed de belangen van de
I ingezetenen behartigt, maar hij ziet het anders
dan ikdie overtuiging heb ik vast en zeker.
Maar ik schud juist mijn hoofd, als ik tel
kens zie, dat de Wethouder die kwestie er
in brengt.
I Ik wantrouw den Wethouder niet, maar
I hij ziet de dingen anders in. Moeten wij nu
niet een oogenblik onze gedachten hierbij
bepalen: wij geven tot 25000 H.L. aan het
I comité, dat zich belast met de distributie en
I bovendien houüen wij nu van den loketver-
koop over 23 a 24 000 H.L.; dat is samen
48 000 H.L. Met al die cijfers, die door den
Wethouder zijn genoemd, heb ik in mij-
j toelichting rekening gehouden en wanneer
U nu dien loketverkoop niet heelemaai heeft
kunnen stopzetten, dan komt dat juist, omdat
inen een groot gedeelte van de menschen
heeft uitgeschakeld, want anders zou men
alleen de arme Belgen hebben overgehouden.
Een beroep op het erbarmen en het mede
lijden van de Raadsleden is door mij zoo-
vecl mogelijk nagelaten. Ik heb alleen ge
wezen op onzen plicht als gemeenschap, maar
ik houd mij er van overtuigd, dat. wanneer
het noodig was geweest voor die arme Belgen,
het comité voor hen wel cokes disponibel
zou hebben gesteld, want dat mudje of dat
halve mudje is op die gezamenlijke hoeveel
heid van geen invloed.
De aanneming van mijn voorstel heeft dus
geen ander effect, dan dat hetgeen de Ge
meente zal bijpassen eenige duizenden guldens
meer zal bedragen, maar geen mud meer of
minder cokes zal er gebruikt worden. Alleen
de hoeveelheid, die van den loketverkoop zal
worden afgenomen, zal óok door het comité
worden gedistribueerd.
Juist dat comité is genoemd in de consi
derans van IJ. W.; dat moest erbij worden
gehaald. Waarvoor, heb ik toen gevraagd?
Dat comité had eenmaal een staat van dienst
en moest er in worden gemoeid. Maar juist