COURANT.
r
Dinsdag 15
Februari 1916.
No. 8684
66e Jaargang
Handelsvereeniging „AMSTERDAM"
Uitgifte van 4000 Oiptiëu, elk groot flOOO
Uitgave van do Naamlooze Vennootschap „Do Amorsfoortsche Courant, voorheen Firma A. li van CleefT"
HOOFD-REDACTEUR:
F. J. FREDERXKS.
AMERSFOO R T.
ii I. WIS (J K V I N G.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden 1.—
franco per post/1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief cp aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 een'.. Reclames 1-5 regels/1.25 Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden dc incassecrkosten in rekening gebracht.
EORTEGR4CET 9.
HINDERWET.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
Gelet op art. li en 7 der Hindettvel,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door JOH. BRAKENHOE ingediend verzoek,
met b\jlug-n, om vergunning tol het oprichten
vun een» heeteluchloveii vour het bakken van
alle soorten brood, kleingoed en banket,
E, No. 4128, op de Sicretutie der (ioincente ter
visie ligt, en dut op Donderdag den 24 Februari
n,«. des voormiddags Ie half elf uren gelegen
heid ten Raadhui*.- word', gegeven om, ten
overstaan van het Gemeente bestuur of van éen
of ineer zijner leden, bezwaren tegen het op-
richten van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 1.7, le lid der
Hinderwet, zijn volgens d« bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig
ai li ltd 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of éen of meer zijner leden ziju versche
nen, teneinde hunne betwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort, 10 Februari 1016.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
VAS KANDWIJCK.
De Secretaris.
A. R. VLENSTRA.
Oudei'ciiinaelit.
In het afdeclingsverslag van de Eerste
Kamer over de jusiitie-begrooting wordt
door «enkele leden» de meening uitgesproken,
dat bij de toepassing der Kinderwetten de
ontheffing van en de ontzetting uit de ouder
lijke macht somwijlen ietwat lichtvaardig
worden toegepast, waardoor het gebrek aan
verantwoordelijkheidsgevoel bij de ouders
wordt in de hand gewerkt.
Of en in hoeverre deze in hoogst beschei
den toon gehouden opmerking juist is, ligt
niet aan ons te beoordeelen. liet instituut
dezer rechten-overdra'.ct, dat een belang
rijke schrede voorwaarts mag heeten op den
weg der openbare zorg voor het opkomend
geslacht, waar onthouding ,an ingrijpen
door het overheidsgezag de kans op redding
zou doen verloren gaan, biedt ongetwijfeld
bezwaren aan, die eerst door een langdurige
en beleidvol gevoerde practijk te overwinnen
zijn, misschien nooit geheel kunnen worden
weggenomen. Daar zijn er zelfs, die, in
tegenspraak met de beoordeelaars, wier
geluid wij zooeven vernamen, van oordeel
zijn, dat op nog ruimer schaal de Staat een
zorg op zich moest nemen, die door vele
ouders, uit onkunde dan wel uit onverschil
ligheid dus in elk geval als gevolg van
een verstandelijk of (en) zedelijk tekort
wordt verwaarloosd indien niet de zware
kosten eener ruimere toepassing dit tegen
hielden, kosten, die liet gewoonlijk niet
mogelijk is op de onwillige of onmachtige
ouders te verhalen.
Dat er werkelijk, bij een laten wij niet
zeggen groot, want hier is elk cijfer reeds
te hoog aantal ouders een betreurens
waardig tekort in dit opzicht bestaat, daar
van weten zij te getuigen, die, als leden van
een Voogdijraad of vati een Commissie tot
wering van schoolverzuim, vooral wanneer
2ij hun taak niet al te benepen opvatten,
gelegenheid hebben, in het gezinsleven van
eenige onzer medeburger een blik te slaan.
Het komt voor, dat ouders er niets van
voelen, dat zij voor nog iets meer te zorgen
hebben dan voor kost en klecren en onder
dak. al hetwelk zij nog beschouwen als een
drukkenden last, dien zij maar wat graag op
de schouders van anderen zouden zien over
gaan. Niet minder vaak gebeurt het, dat de
vader -- soms een kerel als een boom
steen en been klaagt, wijl hij .over dien
kleinen brutalen aap niets heeft te zeggen;
krijgt de jongen een pak ransel, dan schreeuwt
hij als een varken, dat gekeeld wordt, zoo-
dat de heele buurt er aan te pas komt, maar 1
't geeft niks; straks poetst hij 'em weer en I
blijft dan dagen en nachten rondzwerven. I
Wij geven dit staaltje eener ouderlijke jere-
miade, aan de werkelijkheid ontleend. Het j
is gebeurd, dat de wensch werd uitgesproken. t
dat de jongen maar gauw wat zou stelen j
dan kwam hij onderdak >in een gesticht» en
was men van den last afen talloos zijn de
verzoeken om inlichtingen of er niet een
gesticht is. waar ze «den vlegel» zouden
willen opnemen. Antwoordt men dien raad- i
zoekenden, dat zijzelf en zij alleen te zorgen
hebben, dat hun kind den verkeerden weg
niet opgaat, dan kijken zij daar gek van op. j
1 In den oud-vaderlandschcn spreekwoorden
schat vinden wij een paar wijze woorden, 1
die op dat geval betrekking hebben. Zoo
Het appeltje valt niet ver van den stam.
Cnze lozers weten er denkelijk nog veel
meer. Dat die zalfde vaderen, die op zulke
bloemrijke wijze het kwaad wisten te teeke
nen. weieens wat weinig hebben gedaan om
het te koeren, zullen we nu maar buiten
bespreking laten.
Inderdaad, als die gevallen, waarin de
klachten zeer dringend zijn, nader worden
onderzocht, dan blijkt gewoonlijk, dat de
hoedanigheden van de ouders, althans van
de helit van het paar, óok niet van den eer-
sten rang zijn. Daar doen zich afstammings-
j verschijnselen voor, die men geneigd zou
zijn aan erfelijkheid toe te schrijven, indien
het maar mogelijk was, onder het millioen
voorzaten, dat ieder onzer heeft, den waren
erflater uit te zoeken. Maar als het in de
huisgezinnen raar toegaat, als de ouders
elkander met scheldwoorden begroeten, als
er dronkenschap wordt gepleegd, als er ruwe
en vuile taal wordt gesproken, is het dan
wel te verwonderen, dat het ouderlijk gezag,
als het er ooit geweest is. spoedig verdwijnt
en daarmee ook van de ouderlijke macht
niets meer overblijft Een zwakke poging
0111 het te herstellen door middel van licha
melijke kastijdingen die soms dc grens van
wreedheid overschrijden, moet wel uitloopen
op teleurstelling.
Het is waar, ook een goede opvoeding
leidt niet altijd tot de resultaten, die er met
reden van verwacht mogen worden, Er zijn
op dat gebied jammerlijke mislukkingen,
die le meer grieven, omdat de ouders veel
beter hebben verdiend. Vondels klacht over
het kind. dat de ouders eerst op het kleed,
later op het hart treedt, ontleedt haar tra
giek niet aan haar zeldzaamheid.
Ouders, die op zóo smartelijke wijze het
beste deel van hun levenstaak zien misluk
ken, zijn niet degenen, die ontzetting uit de
ouderlijke macht als een uitkomst zouden
beschouwenintegendeel, indien gedragin
gen van hun kind daartoe noodzaakten, zou
den zij dit als het hoogtepunt van hun ram
pen aanmerken. E11 hei is zeker niet te hun
nen aanzien, dat de klacht over lichtvaar
digheid bij dc toepassing der Kinderwetten
recht van bestaan heeft.
Onder den druk der tegenwoordige om
standigheden wordt over volksverheffing meer
gesproken dan in gewone tijdeneen soort
van reactie op de feiten, die aan het tegen
overgestelde zouden doen denken. In hoofd
zaak zijn wij het daarover eens, dat veran
dering in de organisaties, onder welke wij
ons gemccnschapsbestaan trachten te ont
wikkelen, hoe nuttig ook, niet het éene
noodige is dat op de eerste plaats peils-
verhooging van de individuen kan opvoeren.
Wij kunnen de heiligste wenschen koesteren
voor de zedelijke verbetering van «de mensch-
heid», zoolang het niet gelukt, in te werken
op het menschje, dat onzen naam draagt,
zal ons werk niet veel uithalen.
Dit beginsel nu moet worden toegepast,
en wel met de uiterste consequentie, op het
vraagstuk, dat ons op dit oogenblik bezig
houdt. De versterking van der ouderen macht
moet verkregen worden door hoog houden
van der ouderen waardigheid. Deze mag, het
spreekt vanzelf, geen kunstmatige zijn, geen
Maatschappelijk Kapitaal f IS OOO OOO
rentende 7 pet., tot den koers van 98), pet.
Inschrijïingen op boïengenoemde leening worden gaarne aangenomen door de
Banlsveresnlging H. L. A. DULLAERT Co
AMERSFOORT Seherpenzeel Soest.
Lar gegraolit SO - Tel. Intero. 688
vorm alleen en geen vernis. Zij bestaat
allerminst in een vertoon van stroeve ontoe
gankelijkheid en kan niet in tegenstelling
komen met het warmste liefdebetoon. Niet
temin kan het werk der zedelijke opvoeding
niet bestaan in een grillige opvolging van
strenge verboden en laakbare toegevend
heden, in een mozaïek van harde kastijdingen
en overdreven liefkoozingen.
Er is gezegd; Laten wij tegenover onze
kinderen, om de verhouding tusschen hen
en ons eerlijk te houden, ons doen zien
gelijk we zijn Dat kan toegestemd worden,
onder éen voorwaarde, welker vervulling
behoort vooraf te gaan, namelijk deze, dat
wij eerst trachten te zijn zooals wij behooren
te wezen. Nu zal wel niemand tegenspreken,
dat aan die conditie nooit geheel kan worden
voldaan, on dat derhalve hetgeen er uit
voortvloeit niet dan gebrekkig tot zijn recht
zal komen. Zoo is het, en als wij nu maar
zorgen in dit opzicht alles te doen waartoe
wij in staat zijn, dan is de kans niet gering,
dat onze kinderen tot gelijke krachtsinspan
ning zullen komen. In een zoo gezamenlijk
streven wij zouden het bijna onopzettelijk
kunnen noemen, indien het niet tevens een
ruiine mate van waakzaamheid vereischte
naar zuiver houden van de huiselijke atmos
feer ügt de kern der beweging naar ver
meerdering van volkskracht.
De klacht over verslapping van ouderen-
macht zij wordt niet uitsluitend gehoord
in de kringen, waar de toepassing der Kin
derwetten het meest zich opdringt ;s ge
grond op de omstandigheid, dat de jongelui
niet zoo onderdanig meer zijn als men meent,
dat zij in een vroegere periode- waren, 't Kan
zijn; wat wij daarvan vernemen, verschilt
werkelijk van het thans gebruikelijke, en
aankweeking van gehoorzaamheid mag wel
niet eenigen nadruk worden aanbevolen.
Maar er is toch nog iets meer. Ouderenmacht
moet niet zijn macht alléén. Zij behoort het
product te zijn van achting er. van liefde;
niet te zijn opgelegd en afgedwongen
zooals die bekende andere macht, die met
het recht vaak op gespannen voet leeft
maar groeien als een bloem, sieraad der
natuur en vruchtbelovend tevens.
Om dat gedaan te krijgen, is nog iets
noodig, dat verschilt van een dwingende wet
en haar strenge uitvoering. Deze stuit op
moeilijkheden van allerlei aard. Dat andere
is aanwending van persoonlijke zedelijke
kracht.
De conjunctie van Venus cn Jupiter.
Men schrijft ons dato 14 dezer:
We hebben geweldig geboft. Zondagavond
11a zonsondergang was de hemel totaal on
bewolkt cn dus konden we de conjunctie
van Venus en Jupiter waarnemen. Ook zij,
die zich in het algemeen maar weinig voor
de verschijnselen aan den hemel interesseeren,
vonden de twee heldere sterren in eikaars
onmiddellijke nabijheid zóo belangwekkend,
dat zij bleven staan, en niet tevreden waren,
voor ze een oplossing hadden gevonden. Er
werden natuurlijk allerlei verklaringen ge
geven. Sommigen meenden zelfs, dat we
niet een naderend luchtschip te doen hadden,
en de Generale staf van de stelling Amster
dam in het Amstel-Hotel wer'l door ver
schillende goede, maar ietwat onnoozele
vaderlanders gewaarschuwd.
Als de heeren en dames, die in Amstels
straten wandelen, vanavond weer de sterren
dicht bij elkaar zien staan, zullen ze wel
begrijpen, dat het twee gewone hemelfakkels
zijn. en licht, dat iemand hun dan verteld
heeft, dat de helderste, de mooie Venus,
de lievelingsplaneet is der oude Babyloniörs,
terwijl de minder lichte planeet Jupiter is.
In werkelijkheid is Jupiter, zooals men weet,
de grootste planeet van ons zonnestelsel,
maar het verschil in afstand tusschen de
aarde en Jupiter en de aarde en Venus is
naar verhouding even groot als dat tusschen
Amsterdam en Petersburg en Amsterdam en
Sloterdijk.
Langzaam gaan nu de planeten zich weer
van elkaar verwijderen, cn spoedig zal de
afstand weer zóo groot zijn, dat men 2e niet
meer in een zelfden oogopslag ziet.
Maakt thans de conjunctie van deze twee
planeten nog indruk op de menigte, het be
hoeft geen betoog, dat in de grijze oudheid
de menschen nog met veel meer oplettend
heid den samenstand gadeslagen. Twee pla
neten in eikaars onmiddellijke nabijheid
was een belangrijk hemelteeken, en werd een
komeet bijv. beschouwd als een voorbode
van onheil en ellende, de samenstand van
twee planeten moest noodzakelijkerwijs iets
goeds beduiden. Verschillende groote en
blijde gebeurtenissen zouden met een con
junctie van twee planeten of met een
conjunctie van Zon en een planeet zijn
samengevallen.
Zoo heeft de beroemde astronoom Coper
nicus beweerd, dat de ster van Bethlehem
zou zijn geweest de samenstand, niet van
twee, maar van drie planeten. De drie pla
neten, waaronder uatuu.'ijk ook de gele Ve
nus, die in helderheid gewoonlijk de kroon
spant, en de wit-lichtende Jupiter, zouden dus
éen ster gevormd hebben, en dit maakte op
de Oostersche wijzen zóo'n indruk, dat zij
niet rustten vóór ze ontdekt hadden, wat de
groote, blijde gebeurtenis was geweest.
Inderdaad heeft deze planeten-astrologie
meer haar logische zijde dan de komotcn-
sterrewichelarij. Een komeet toch is óf een
periodiek, óf een toevallig verschijnsel, maar
een conjunctie van drie planeten op het
zelfde moment zou een verschijnsel zijn ge
weest. dat zich maar eens in een oneindig
aantal jaren zou kunnen voordoen,
Natuurlijk is een conjunctie van twee
hemellichamen niet zoo'11 groote zeldzaam
heid. Een conjunctie komt bijna iedere maand
voor, en wij gelooven dan ook, dat er geen
astrologen zullen zijn, die den durf hebben.
naar aanleiding van de conjunctie van Venus