Donderdag 16 jjSpfg Maart 1916. No. 8697 66e Jaargang. kosteloos- (Jitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H, HOOFD-REDACTEUR F. J. 7HZDSRXZ8. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden franco per post ƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigening?- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, ia cent. Bij advertentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. ZORTECRACHT 9. Telefoon 19. Wie zich met ingang van 1 April doet in schrijven als abound, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENMSUEYIKUK N. ROGGEBROOD. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis, dat vanaf Maandag 13 Maart 1916 roggebrood, hetwelk bestemd is voor gebruik in de Gemeente Amerfoort, alléén mag worden gemaakt uit een mengsel, bestaande uit gelijke deelen tarwemeel en roggemeel, welk mengsel door het Levens- middelen-bureau aan roggebroodbakkers wordt geleverd. Amersfoort, 15 Maart 1916, De Burgemeester. Van RANDWIJCK. RUNDVET. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter openbare kennis, dat van heden af geen rundvet verkrijgbaar zal zijn, daar de aanwezige voorraad is uitgeput. Amersfoort, 15 Maart 1916. De Burgemeester, Van RANDWIJCK. MILITIE. Vrijstelling van den dienst wegens eigen vrijwilligen dienst, broederdienst of aanwezigheid van in het zelfde jaar geboren broeders of halfbroeders. De Burgemeester der Gemeente Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ten aanzien van vrijstelling van den dienst bij de militie om een der hierboven ver melde redenen het volgende geldt Eigen vrijwillige dienst. Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens eigen vrijwilligen dienst moet worden over gelegd een bewijs van dienst of een uittrek sel uit het stamboek. Voor hen, die nog dienen of wier verbin tenis nog loopende is, worden deze stukken door de zorg van de daarbij betrokken auto riteiten bij den Militieraad ingediend, zonder eenige bemoeienis van de zijde van belang hebbenden. Voor zooveel betreft ingeschrevenen voor de militie, die gediend hebben, maar niet meer in dienst zijn, moet het opgeven van de reden van vrijstelling, indien dit niet reeds bij de inschrijving heeft plaats gehad, door of vanwege hen geschieden ter Secretarie dezer Gemeente tusschen 21 en 31 Maart, - bij voorkeur op Donderdag 23 Maart a.s., des voormiddags tusschen 9 en 12 uur. Aldaar wordt gezorgd voor het opvragen en het indienen van de vereischte stukken. Medebrengen van zakboekje of paspoort is zeer gewenscht. Broederdienst. De aandacht wordt er op gevestigd, dat van een even getal broeders of half broeders de helft en van een oneven getal de grootere helft wordt vrijgesteld, en voorts, dat een broeder, die ter inlijving bestemd is, met betrekking tot vrijstelling wegens broeder dienst wordt gelijkgesteld met een broeder, die dient. De wet bepaalt nl., dat vrijstelling wegens broederdienst wordt verleend aan den ingeschrevene, wiens wettige broeder of halfbroeder hetzij bestemd is ter inlijving of wel dient of gediend heeft bij de militie, hetzij als vrijwilliger dient of gediend heeft bij de zeemacht, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen wat het eerste geval het bestemd zijn ter inlijving bij de militie betreft, tenzij het voor de in lijving bepaalde tijdstip reeds verstreken en hij niet ter inlijving opgekomen is. Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens broederdienst moet worden overgelegd t. een bewijs van bestemming ter inlij ving, een bewijs van dienst of een uittrek sel uit het stamboek van eiken wettigen broeder of halfbroeder, die ter inlijving be stemd is, dient of gediend heeft, zoomede ten aanzien van eiken wettigen broeder ot halfbroeder, voor wien een plaatsvervanger is gesteld, een bewijs van dienst of een uit treksel uit het stamboek van den plaatsver vanger 2. een getuigschrift betreffende de wet tige broeders en halfbroeders van den inge schrevene. De stukken, onder 1 bedoeld, worden, voor zoover de reden van vrijstelling reeds bij de inschrijving is of binnen den hierna te noemen tijd ter Secretarie dezer Gemeente j alstmg wordt opgegeven, zonder verdere berfKeienis van de zijde van den ingeschre- vene opgevraagd en ingediend. Tot het opmaken van het getuigschrift, onder 2 bedoeld, moet door of vanwege den ingeschrevene aanvraag worden gedaan ter' Secretarie dezer Gemeente, tusschen 21 en 31 Maart, bij voorkeur op Donderdag 23 Maart a.s., des voormiddags tusschen 9 en 12 uur. Daarbij moet door of vanwege den ingeschrevene worden gezorgd voor de tegen woordigheid van twee getuigen, die meer derjarige mannelijke personen moeten zijn, van wie kan worden aangenomen, dat zij met het gezin, waartoe de ingeschrevene behoort, voldoende bekend zijn. Medebrengen van zakboekjes of van pas poorten is zeer gewenscht. Het getuigschrift wordt in den regel op gemaakt door den Burgemeester der Ge meente, waar de belanghebbende voor de militie is ingeschreven, doch kan ook door een anderen Burgemeester worden opge- maakt. Zijn er twee of meer broeders of half broeders in het zelfde jaar geboren en moet aan een of meer van hen vrijstelling wegens broederdienst worden verleend, dan wordt in de zitting van den Militieraad door loting uitgemaakt, aan wien of aan wie hunner de vrijstelling zal worden toegekend. Onder zekere voorwaarden kunnen zij echter, met afwijking hiervan, bij onderlinge overeenkomst aanwijzen wie hunner om bedoelde reden zal of zullen worden vrijgesteld. Minderjari gen moeten voor zulk een overeenkomst de toestemming hebben van hem of haar, die de ouderlijke macht of de voogdij over hen uitoefent. Het aangaan van de overeenkomst en het verleenen van de toestemming kan geschie den hetzij schriftelijk ten overstaan van den Burgemeester of van een door dezen daar toe aangewezen Gemeenteambtenaar, bij voor keur op den hiervoren bedoelden dag, betzij mondeling in de zitting van den Militieraad. Aanwezigheid van in het zelfde jaar geboren broeders of halfbroeders. Deze aanwezigheid kan ook op zich zelf reden tot vrijstelling geven, zonder dat er reden tot vrijstelling wegens broederdienst bestaat. De wet bepaalt namelijk onder zekere voor waarden Indien twee of meer broeders, die geen recht op vrijstelling wegens broeder dienst kunnen doen gelden, in het zelfde jaar zijn geboren, wordt de helft van hun getal of, zoo dit oneven is, de grootere helft vrij gesteld. Om voor vrijstelling om de hierbedoeldc reden in aanmerking te komen, moet door of vanwege den ingeschrevene tusschen 10 en 18 Juli ter Secretarie dezer Gemeente aanvraag worden gedaan tot het opmaken van een daartoe vereischt getuigschrift. Wie van de broeders of halfbroeders zal of zullen worden vrijgesteld, wordt uitge maakt door eene loting of bij overeenkomst, op de zelfde wijze als hiervoren omschreven is onder <Broaderdienst», doch voor dit geval moet het opmaken van een schriftelijke over- komst en het geven van een schriftelijke toestemming geschieden in de maand Juli, j bij voorkeur tegelijk met het opmaken van j het voor vrijstelling vereischt getuigschrift. Om vrijgesteld te worden wegens eigen J vrijwilligen dienst of wegens broederdienst, moet de reden van vrijstelling bestaan op 21 Maart van het jaar, waarin omtrenthem, j voor wien vrijstelling wordt gevraagd, door den Militieraad uitspraak moet worden gedaan. Om vrijgesteld te worden wegens aanwe- I zigheid van in het zelfde jaar geboren broe- ders of halfbroeders, moet de reden van vrij- stelling bestaan op het oogenblik, waarop de Militieraad uitspraak doet. Amersfoort, 11 Maart 1916. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. j MILITIE. Vrijstelling wegens woonplaats of toekomstige woonplaats in de kolo niën, enz. De Burgemeester der Gemeente Amersfoort brengt met betr.kking tot bovengenoemde vrijstelling het volgende ter kennis van be langhebbenden Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens woonplaats in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen moet wor den overgelegd eene verklaring, waaruit blijkt, dat de dienstplichtige, om een andere reden dan ter zake van krijgsdienst, zijne woonplaats in bedoelde koloniën of bezit tingen heeft. Deze verklaring moet zijn af gegeven door het hoofd van het plaatselijk bestuur der woonplaats van belanghebbende. I Tot het verkrijgen van vrijstelling wegens toekomstige woonplaats in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen moet worden overgelegd een stuk, waaruit overtuigend blijkt, dat bij den dienstplichtige het stellige voornemen bestaat om een andere j reden dan ter zake van krijgsdienst, zijn woonplaats in bedoelde koloniën of bezit tingen te vestigen, j Deze bewijsstukken moeten door of van wege den belanghebbende worden ingediend bij den Burgemeester der Gemeente, voor welke hij heeft geloot 1. voor hem, die voor de eerste maal op vrijstelling aanspraak kan maken j a. zooveel mogelijk in de maand Novetn- ber van het jaar der loting, ingeval de re den tot vrijstelling reeds vóór die maand aanwezig was b. zooveel mogelijk in de maand Novem ber van het jaar van inlijving, ingeval de belanghebbende uitstel van de eerste-oefe- ning heeft en de reden tot vrijstelling reeds I vóór die maand aanwezig was; j c. zoo spoedig mogelijk, indien het onder a of b vermelde niet toepasselijk is 2. voor hem, die reeds eenmaal vrijstel- ling heeft verkregen, in de maand, op éen na voorafgaande aan die. waarin de loopende j vrijstelling eindigt. Het bewijsstuk voor hen, die reeds in de I koloniën of bezittingen wonen, mag niet eerder zijn afgewezen dan twee maanden, I en dat voor hen, die voornemens zij daar te gaan wonen, niet eerder dan éen maand vóór de indiening er van bij den Burge- j meester. Omtrent het verleenen ven de hierbedoelde vrijstelling wordt beslist door de Koningin. Deze vrijstelling wordt telken jare op nieuw verleend. Amersfoort, 11 Maart 1916. De Burgemeester voornoemd. Van RANDWIJCK. MILITIE. Vrijstelling van Geestelijken, enz. De Burgemeester der Gemeente Amers foort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat vrijstelling van den dienst bij de militie wordt verleend 1. aan den geestelijke, den bedienaar van den godsdienst, den zendeling-leeraar, den broeder-diakoon van een godsdienstige ver- eeniging en den Roomsch-Katholieken orde broeder, die tot een binnen het Rijk ge vestigde kloosterinrichting behoort Xi 2. aan den student in de godgeleerdheid en den zendeling-kweekeling, die aan een bij Algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen inrichting van onderwijs tot geeste lijke, tot bedienaar van den godsdienst of tot zendeling-leeraar wordt opgeleid, en aan den proefbroeder, die tot broeder-diakoon van een godsdienstige vereeniging wordt op geleid. Wie geacht worden een dezer hoedanig heden te bezitten, is omschreven in een tweetal tabellen, die door belanghebbenden ter Secretarie dezer Gemeente kunnen worden geraadpleegd. Door of vanwege dengene, die op grond van een dezer hoedanigheden vrijstelling ver langt, moet een verklaring, waaruit het be zit dezer hoedanigheid blijkt, worden inge leverd bij den Burgemeester der Gemeente, waar hij voor de militie is ingeschreven of voor welke hij heeft geloot. De verklaring moet zijn ingericht over eenkomstig een model, waaromtrent ter Se cretarie der Gemeente inlichtingen kunnen worden verkregen. De inlevering moet geschieden 1. vóór 1 April van het jaar, waarin het inschrijvingsregister is gesloten, ingeval de reden van vrijstelling aanwezig was op 21 Maart van bedoeld jaar; 2. in de maand November van het jaar. voorafgaande aan dat, waarin de belangheb bende zou moeten worden ingelijfd a. ingeval de reden van vrijstelling is ontstaan tusschen 21 Maart en 1 November van eerstbedoeld jaar; b. ingeval hij opnieuw vrijstelling vraagt en hij bij de eerste maal verkeerde in het geval, omschreven onder a; 3. binnen éen inaand nadat de reden van vrijstelling is ontstaan, ingeval dit heeft plaats gehad op of na 1 November van het jaar, waarin hij is of zou moeten worden ingelijfd 4 in de maand, op éen na voorafgaande aan die, waarin de loopende vrijstelling ein digt. ingeval hij opnieuw vrijstelling vraagt en hij bij de eerste maal verkeerde in het geval, omschreven onder 3. Voor hem, die vermeld is op het inschrij vingsregister voor de militie, dat laatstelijk gesloten is, en op 21 Maart 11a de sluiting een der voornoemde hoedanigheden bezit, moet de verklaring op genoemden datum worden afgegeven of moet althans uit de verklaring blijken, dat de toestand, die grond tot vrijstelling oplevert, op dien datum aan wezig was. Voor hem, die eerst later een van bedoelde hoedanigheden verkrijgt, moet in de verkla ring de toestand worden vermeld, gelijk die is op het oogenblik der afgifte, en mag de afgifte niet geschieden vóór het tijdvak, bin nen hetwelk de verklaring moet worden in geleverd. Wat geldt voor hen, die voor het eerst zijn ingeschreven, geldt ook voor hen, die voor de lichting van het volgend jaar op nieuw zijn ingeschreven. Tot dezen behooren o.a. zij, die het vorig jaar tijdelijk zijn vrij gesteld bij een uitspraak van Gedeputeerde Staten, die vóór 1 September onherroepelijk is geworden, of bij een Koninklijk besluit, dat vóór dien datum is genomen op een in gesteld beroep. Omtrent de vrijstelling van de hiervoren bedoelde personen wordt beslist door Gede puteerde Staten, zoo de reden van vrijstelling aanwezig is op 21 Maart van het jaar, waarin het inschrijvingsregister gesloten isanders door de Koningin. Deze vrijstelling wordt aanvankelijk slechts tijdelijk en wel ten hoogste viermaal voor éen jaar en daarna, zoo de grond voor de vrijstelling ook bij de ten vijfden male e

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1