SiRAX I)E PRINS. tS'l pets. Pandbrieven Noord - Amerikaansche Hypotheekbank Stoomwasscherij W. G. BURGER. Prijsverhooging van Sigaren. ROODE ROZEN. SOMNAMBULE Hellebrekers* Bitter GERTY. DER Y 0 te LEEUWARDEN Koers van uitgifte 100 pot telkens na ÏO jaar pari aflosbaar. VERKRIJGBAAR TEN KANTORE DER Commanditaire Bankvereeniging H. L. A. DULLAERT Co. te Amersfoort, Scherpenzeel en Soest. ZEIST, 4ses AMERIKAANSCH SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen. GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN. Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht. PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden. (Geen kwaliteitsvermindering.) Met ingang van den 8 Mei 1916 worden, door de steeds stijgende inkoopsprijzen van Sigaren, de volgende wijzigingen aan het publiek ter kennis gebracht: 2 ets. Sigaar wordt 2j. ets. verkoop. 2ït 3 4 en zoo vervolgens, zoodat de 2 cents Sigaar geheel wordt uitgeschakeld. Namens het Voorloopig Bestuur der Afd. Amersfoort van den Bond vat) Ned. Sigarenwinkeliers: L. J. KROOK, Voorzitter. A. van VREUMINGEN, Secretaris. Tv eiken Boekhandel teekent men iv op den löen Jaargang van De mooiste Illustratie in Nederland. Behalve een groot aantal zeer fraaie platen en portretten, over den Enropeeschen Oorlog, meestal van onze eigen fotografen, en de voornaamste gebeurtenissen in Neder land en in het buitenland, tal van belangrijke geïllustreerde artikelen op* elk gebied en boeiende novellen van bekende auteurs, begint vanaf heden in dit weekblad een nieuwe serie romans: Roman van H. COURTHS MAHLER. Hierna verschijnt een nienwe zeer boeiende roman van de bekende schrijfster Ethel Deli., van wie vroeger in «De Prins»»De rotsen van Valpréc en »Als een Adelaar» werden opgenomen. Verder in de Bibliotheek van >De Prins» de boeiende roman van A. GEOFFROY IV Alle abonné's sijn verzekerd. Men abonneert zich door het geheele land bij eiken solieden Boekhandelaar of bij de Agenten tegen f8.— per jaar voor de gewone, en tegen f5.— per jaar voor de luxe-editie. Abonnementen kunnen met elk nummer aanvangen doch zijn steeds verbin dend tot No. 52. Op plaatsen waar geen Boekhandelaar gevestigd is, kan men zich direct abonnecren tegen toezending van postwissel van f 3.75 voor de gewone en f5.75 voor de luxe-editie, aan den Uitgever N. J. BOON, Ainsteldijk 3, Amsterdam. Men ontvangt daarvoor een prachtige illustratie van 20 groote bladzijden op mooi papier met 40 k 45 platen per week beste schnurmidel der we reld voor potten, pannen, houtwerk, blik, enz. Vraagt monster by winkelleraof drogist. VRAAGT IN UW CAFÉ, VRAAGT UW LEVERANCIER Het fijnste Oranjebitter. FabrikaotenH. Hcllebrekers Zonen, Rotterdam. FEUILLETON. »5-) Toen wij thuis kwamen, was mijn be diende naar bed. Ik had hem gezegd, dat hij niet op ons moest wachten, maar iets voor 'ons klaar zetten. Wij hadden beiden dorst; daarom draaide ik bet eicctriscb licht op en ging vooruit naar de eetzaal, toen Beek mij toeriep: «Neem het blaadje en alles mee naar de kamer waar de telefoon is. Ik denk, dat je wel gauw iets zult hooren, waarin je be lang stelt». Wij hadden do flesch wijn leeggedronken, die mijn bediende voor ons bad klaargezet en tot besluit een sigaar opgestoken, toen de telefoon krachtig werd geluid. Ik vloog er heen; doch eer ik er was, riep Beek mij reeds toe: «Geef geen antwoord! Geef hem in's he melsnaam geen antwoord». «Hallo HalloIs u daar vroeg een stem, die ik dadelijk herkende. «Is dat 201) Kan ik Lord Kirwood spreken Is u daar, Kirwood? Hallo! is u daar?» Opnieuw ratelde de bel, wel een minuut achter elkagficr naar het mij voorkwam. «Hallo!» sprak toen de bekende stem weer, «is u daar? Is u daar?» Ik hield mij nog altijd doodstilaan de andere zijde hoorde ik een zucht van vol doening. Toen werd er afgebeld, en het eenzijdige gesprek was geöindigd. «Waarom mocht ik niet tegen hom spre ken?» vroeg ik, terwijl ik mij omkeerde naar Beek, wiens sigaar was uitgegaan. «Wat beteekent dat alles toch «Dat beteekent, dat hij, voor zoover het mogelijk is, zekerheid wil hebben, dat jc dood en uit den weg geruimd bent. Sir Charles laat niets aan het toeval over. Dat I van den motor bad hij werkelijk heel aardig bedacht». In Beck's, toon meende ik iets van be wondering op te merken en toen ik hem half boos, half ongeloovig aankeek, ver volgde hij «Werkelijk heel knap. Wij zouden ge vonden zijn met wagen on al verbrijzeld tegen den muur onder aan den heuvel. Een heel gewoon ongeluk, niets te verklaren, niemand te berispen, behalve den roeke- loozer. bestuurder, die zijn roekeloosheid zoo duur had betaald. Sir Charles is iemand, die meer dan /en p:,l op zijn boog heeft, en het is veel beter, dat hij nu denkt, dal er geen tweede schot meer noodig is". «Maar morgen dan r" vroeg ik. «Mor gen treft hij mij toch bjj de wedrennen «Daar heb ik ó»k al over gedacht. Je moet er, dunkt mij, heengaan". >Voor geen twintig Sir Charles z-u ik dat willen missen. Je weet, dat de oude heer en Gertrude /jok komen. Zij zouden denken, dat ik dood was. Bovendien, wat kan hij in zoo'n drukte beginnen »lk vertrouw hem niet. Ik heb dikwijls gedacht, dat een menschenmenigte een prachtige dekking zou zijn voor een handi ge» moord. Maar ik heb een plan in mijn hoofd, als je het ton minste niet til te ver gezocht vindt". •Vertel maar eens op". Ik was dadelijk bereid. Het plan scheen mij een kostelijke grap toe. Vijf minuten lang bespraken wij de bijzonderheden toen zei Beek «Vóór drie uur op zijn vroegst kunnen wij niets beginnen. Stel den wekker, en Iaat ons een uurtje gaan slapen. Ik meen wel te weten, waar wij kunnen krijgen het geen wij noodig hebben". In de grauwe morgenschemering trokken wij ons gekleed costuum aan voor den Derby. Wij vonden een rijtuig met een halfdronken koetsier en lieten ons naar een wijk in East End brengen, waar Beck goed dei. weg scheen te weten, maar waar ik nooit geweest was. De geheele beurt was al in rep en roer voor de wedrennen. Er waren fruithande laars en verhuurders van tentjes en kwar tjesvinders en poppenkastvertooners, en ezels en muildieren en ponies, voor allerlei voertuigen gespannen, en klaar om op weg te gaan. De komst van twee «aristocraten» bracht heel wav. gemoedelijke scherts en nieuws gierigheid teweeg. Toon Beek terloops ver telde, dat het «een weddenschap» betrof, waren allen dadelijk bereid, ons te helpen Wij hadden de keus, wat wij wilden voorstellen, en na eenige aarzeling besloten wij er met «het hoofd van Jut« op uit te gaan. Ik had meer idee in een poppenkast, doch Beek bracht mij aan het verstand, dat wij in dien korten tijd onmogelijk den rechten toon konden aanleeren. Twee man nen en een jongen vervoerden «het hoofd van Jut« in een net karretje. Wij huurden alles, met den jongenerbij, voor éen dag, voor iets meer dan de wer kelijke waarde. Toen begonnen wij met onze vermomming. Voor geld kan men in East End alles krijgen. Wij veroverden twee lange jassen van grof, lichtgrijs laken, die er vrij zindelijk uitzagen, en twee paar groote, oudcrwetschc laarzen met elastiek, die wij gemakkelijk over onze eigen schoe nen konden aantrekken. Beek wist zelfs, al kostte het ook eenige moeite, een paar valschc bakkebaarden voor mij te krijgen, die bij een goochelaarspet behoorden en voor hemzelf een keurig zwart snorretje, dat, naar het mij voorkwam, het bijzonder eigendom van een zakkenroller was. «Zie je, oude jongenzeide hij, «je moet spoedig weer jezelf kunnen worden, als je Goudvos naar de omheining brengt*. «Als hij wint«, verbeterde ik. >Gccn aiscn, hoor! Ik zeg je, dat hij wint». Beck was in een bijzonder goede luim en verheugde zich als een schooljongen op de verkleedpartij. Zoodra hij gewonnen heeft, kan jo dien boel afgooien, laarzen, jas en alles, en als een vlinder uit de pop te voorschijn komen». «Maar onze hoeden* bedacht ik. «Zullen onze hoeden ons niet verraden?* «Wel neen* zeide hij, >er is niets, dat gemeener staat dan een fijne hooge hoed, tegen het haar opgestreken, Kijk eens! Met éen streek van je mouw is alles weer in orde*. Ik zou een heel verhaal kunnen schrijven over den zonderlingen tocht naar de wed rennen, te midden van dien fantastischen optocht, en van onze avonturen op het ter rein maar dit ligt nu niet in den loop van hetgeen ik thans wil vertellen. Later waren Beek en ik het eens, dat wij nooit bij een Derby zoo'n pret gehad hadden. Wij behoorden zelf tot onze goede klanten bij de Dogingen om »het hoofd van Jut« te verbrijzelen. Wij plaatsten ons toestel zoo dicht moge lijk bij den ingang en reeds vroeg op den dag ontdekten wij den ouden heer en Ger trude, samen in een auto. Zij zag er aller liefst uit in een licht blauw costuum en de aut>^ was den geheelen dag omringd door een zwerm jongelieden, Ik merkte op, dat Beek dikwijls in die richting keek en niet altijd met een vroolijken blik. Tweemaal zag ik Sir Charles glimlachend naar hen toekomen en hen aanspreken. Eens meende ik aan het gelaat van mijn zuster te bespeuren, dat hij naar mij vroeg en dat hij deelde in haar verbazing en erger nis over mijn onverklaarbaar wegblijven. Toen het uur voor den grootcn rit naderde, verslapte al het andere, dat met de wed rennen in verband stondvader en Gertrude verlieten de auto om een goede plaats op de tribune te zoeken; en wij lieten «het hoofd van Jut« aan zijn lot en den jongen over en gingen zoo dicht mogelijk bij de afsluiting staan. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 4