SKRAX FONGERS RIJWIELEN. VETTER Go. 5°!o leening NEDERLANDSCH-INDIE. 5°|o GELDLEENING NederL-Indië, groot f 80 000 000 Hellebreker'M bitter 51° GELDLEENING Neder landsch-Indië, Van der M de Jong Van Oploiea. Uitgifte van f 80 000 000 NEDERLANDSCHINDIE GERTY. CREDIET -VEREENIGING te am3trrdam. Oorrospondentachap te Ambrsfoort mr. H. J. M. Tan deu BEKOH. >V ILH EI.M IN ASTRA AT 6. Zij stelt zich ten doel het verleenen van Credieten onder per soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco. het incasseeron van handelspapier het ontvangen van gelden dépoaito en rekening-courant Distill. Wijnen. Likeuren. Lieve Tronwe-kerkhof, AMERSFOORT Wij hebben de eer te berichten, dat onze geïllustreerde rijwielen-prijscourant der modellen 1916, is verschenen en op aanvrage franco wordt toegezonden. DE GRONINGER RIJWIELENFABRIEK A. FONGERS. Vertegenwoordiger te AMERSFOORT A. den' HEIJER. Langestraat 94, Telefoon no. 58. Inschrijvingen worden tot en met 8 Juni a.s. ten onzen kantore aangenomen. Prospecti en inschrijvingBbiljetten op aanvrage verkrijgbaar. METHORST A VAN LETTERVELD. beste schiiurmidel tier we reld voor potten, pannen, houtwerk, blik, enz. Vraagt monster by winkeliereof drogist. in stukken groot flOOO, t'500 en flOO. Koers van uitgilte 99'|» Inschrijvingen worden koeteloos bezorgd en aangenomen tot B JUNI a.s., IB uur. Aiuersfoortsck Wissel- Effectenkantoor. VRAAGT IN UW CAFÉ, VRAAGT UW LEVERANCIER Het lijnste OranJ eDltter. FabrikanteoH. Hellebrekers Zonen, Rotterdam. OROOT i eo.ooo.ooo ten laste van in schuldbewijzen groot flOOO.—1500.— en flOO.— De ondergeteekenden belasten zich gaarne met het overbrengen van inschrijvingen op bovengenoemde leening tot UlterlLJlS. Donderdag O JUIll a.B. des namiddags 3 UUT Westsingol 43 Amersfoort. tot een koers van 99' S0I, Inschrijvingen kunnen worden ingeleverd tot uiterlgk 8 Juni a.s. ten2ure, ten kantore van ondergeteekende, alwaar inlichtingen en pro9pecti verkrijgbaar 7.jjn. Amersfoort, 3 Juni 1916. Bank van HUÏDECOPER VAN DIELEN Bijkantoor Amersfoort. FEUILLETON. «Toen ik dat zeide, dacht ik stellig, dat hij gevat zou wordenantwoordde ik. «Nu, laat mij dan bij die gedachte blij- sMaar nu ben Ik er niet zoo vast van overtuigd. Ik dacht dat hij door den val ver pletterd zou geweest zijn. En nu bij niet dadelijk is gevat, is het best mogelijk dat dit nooit zal gebeuren». Zij zette groote oogen op en alle kleur verdween van haar gelaat. «Maak mij niet bang, Lord Kirwood, och, toe, maak mij niet bang. Ik moet de juwee- len terug hebben, ik zeg u, dat ik ze hebben moet«. Meer dan ooit was ik overtuigd, dat die angst eer geheim verborg, en ik besloot, zoo mogelijk, dit te ontdekken. «Maar als u ze nu niet krijgt?» «Ik wil, ik moet ze hebben, zeg ik u. Krijg ik ze niet, o, dan weet ik niet, wat ik beginnen moet» I.ilian had haar zelf beheersching overschat. Plotseling liet zij zich op een canapé neer vallen tn barstte in een stroom van tranen uit. Ik was zóo ontsteld, dat ik niet wist, wat te doen. Onwillekeurig nam ik haar in mijn armen en lief koosde en troostte haar. Wat ik op het oogenblik voelde, was geen liefde, het was innig medelijden, het mede lijden wat ik misschien zou voelen vooreen kind, dat zich bezeerd had. «Vertel mij nu alles eens», smeekte ik. «Ik begrijp, dat er meer achter zit dan het verlies van de juweelen. Misschien kan ik u helpen, en als ik dat kan, zal ik het zeker doen». «Het is te afschuwelijk, te schandelijk, u zou nooit meer tegen mij willen spreken, als ik het u vertelde». «Dat beeft u In ieder geval mis», zeide ik lachend. «Stel mij maar eens op de proef» Toen kwam tusschen haar snikken door het geheele verhaal eruit. Het scheen, dat haar moeder, die wijzer had moeten zijn, haar uit Iogeeren had ge stuurd bij de Brabasons, een der eerste families van het land. Den allereersten avond liet zij zich reeds overhalen om mee bridge te spelen. Ik kon mij het arme onnoozele lammetje voorstellen te midden van dien troep hongerige wolven. Eer ik begon» zeide zij, «vroeg ik hoe hoog de opzet was, en toen ik hoorde van vijf shilling was ik gerust. Thuis speelden wij om een kroon het honderd, en ik meen de, dat ik voor een enkelen keer met vijf shilling geen kwaad kon. «Van het begin af kreeg ik slechte kaar ten. Wij verloren een robber van dtiehon- derd en drie punten, en ik haalde mijn beursje uit om te betalen. «Hoeveel?» vroeg ik den ouden Lord Blackwathe, die voor de andere partij noteerde. «Maar vijf en zeventig pond, vijftien shilling, zeide hij met een grijnslach. Ik dacht dat ik flauw viel. «O, neen», bracht ik uit, «zooveel kan het niet wezen». «Ja, anders kan ik er niet van maken, driehonderd en drie tegen vijf shilling het punt. wat zeg jij, Handkock «Zoo is het,» zeide mijn maat, en hij schreef en cheque voor dat bedrag. «Ik had maar zestig pond zakgeld en geen geld op de Bank. Moeder is alles behalve rijk, zooals u weet, en Ik was zóo verbijsterd, dat ik niet denken kon. Ik nam mijn beursje en begon in mijn geld te zoeken, ofschoon ik best wist, dat ik niet genoeg had om te betalen. Toen merkte ik op, dat Lord Blackwathe mij op een zonderlinge mauier aankeek, die mij deed huiveren. «Mijn lieve juffrouw Saltern» zeide hij, «stop dat aardige beursje toch wegik ben volkomeh tevreden met uw schuldbeken tenis»» »Ik heb hier zestig pond» stotterde ik. «Voor het overige zal in u een schuldbe kentenis geven». «Onzin, kindlief" zeide hij beel vriende lijk, »u zult uw geld wei voor andere din gen nooiiig hebben. Ik beschouw het als een eer, uw bankier te mogen zijn. Zet hier uw voorletters maar onder, dan is alles in orde. Waarschijnlijk wint u het bij den vol gendenden rubber terug». Hij had een stukje papier afgescheurd van een blad uit een roman en had er een schuld bekentenis op geschreven voor vijf en zeven tig pond, vijftien shilling. Het scheen zulk een kleinigheid, dat lk er niet zoo erg bang voor was. Ik zette er mijn voorletters onder en gaf hem het papiertje terug, «Ik was van plan, niet meer te spelen, en naar huis te schrijven om het geldhet is werkelijk waar. Ik wist, dat moeder mij wel zou helpen, Maar ondanks mij zelf, was lk genoodzaakt, voort te gaan met spelenzij schenen het allemaal ais iets heel gewoons te verwachten. Dien avond, of liever dien morgen, toen wij om drie uur ophielden met spelen, was ik Lord Blackwathe ruim driehonderd pond schuldig. Hij was heel aardig tegen mij. »U hadt ook de kans erg tegen u« zeide hij, «dat moet veranderen. Ik hoop. u morgenavond die stukjes papier te kunnen teruggeven om ze te verbranden. Dat zou ik nu al wel willen doen, als u er mij heel vriendelijk om vroeg». Daarbij keek hij mij zoo eigenaardig aan, dat ik gauw goeden nacht zeide en wegliep. Ik sliep bijna niet en als ik insliep, had ik de akeligste droomen. Ik herinner mij uog, dat in mijn droom Lord Blackwathe een bloed hond was en mij wilde verscheuren. Hij had van die overhangende lippen, net een bloed hond, en kleine, wreede oogen. Den geheelen dag kwelde mij de gedachte, dat ik naar huis moest gaan en het geld halen, doch ik stelde het net zoolang uit, tot het te laat was. Ik wilde zoo graag terug winnen wat Ik had verloren, en kon de ver zoeking niet weerstaan om weer mee te spelen. Dien avond won ik. Op een gege' oogenblik had ik honderd pond te goed had als Ik toen had kunnen ophouden, maar Ik moest natuurlijk met spelen doorgaan. Toen wij ophielden, was ik ongeveer quitte. Ik was overtuigd, dat lk den volgenden avond zou winnen en nam mij heilig voor. een voorwendsel te bedenken om dan dade lijk naar huls te gaan. Maar den volgenden avond was het heelernaal mis, en toen wij opstonden, kreeg Lord Blackwathe meer dan vijfhonderd pond van mij. Toen raakte ik geheel van streekik geloof, dat lk gek was. Ik speelde roekeloos, een enkelen keer won ik, doch meestal verloor ik. «Na veertien dagen, toen wij naar hui* zouden gaan, was lk Lord Blackwathe vijf tienhonderd vier en zeventig pond schuldig Even vóór mijn vertrek ontmoette ik hem, en hij lachte toen Ik hem zeide dat ik niet wist, hoe ik hem zou betalen. «Dat zullen wij samen wel vinden, kindlief,» zeide hij. «Betaal mij i je wilt.» «Zoo'n hond!» stond het niet. het idee gebracht,» wanneer je wilt en zooals mompelde Ik Lilian ver- Dat heeft ging zij voort, «Op welk idee?» «Van de juweelen. Toen hij zeide «zooals je wilt», was Ik overtuigd, dat hij dit be doeld moest hebben. De paarleti zijn eigen lijk een erfstuk in onze familie, mijn peet heeft ze mij nagelaten, cn ik had ook een mooien diamanten collier, die mijn vader het jaar vóór zijn dood heel goedkoop in Indie had gekocht. Ik had gehoord, dat die twee din gen op drieduizend pond waren geschat, maar ik wilde ze gaarne wegdoen om van Lord Blackwathe af te zijn. Ik weet niet, waarom ik zoo verschrikkelijk bang voor hem was. Ik schreef hem dus naar Brighton een briefje.» «Schreef u aan Lord Blak wat he vroeg Ut. «Een paar regels maar, om hem te zeg gen, dat ik als hij wilde opgeven, waar lk hem kon ontmoeten, mijn schuld zou afbe talen». (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 4