SIRAX
HEHENKAMP Co.
Firma M. A. Eamselaar,
DE HUISHOUDGIDS
Hedenavond OPENING van het Herfst-sei:
in ons geheel verbouwd kledingmagazijn.
Veevoeder-Bureau voor Gelderland en Overijsel
Hel borean is gevesliifl bovenverfliepiDS Hnize Eekboal
telefoon no- 750 8D is geopBDfl m 912 GE 2-6 ir.
Krommestraat 2-4-6, b. d. Langestr.
Reuzenassortiment waterproof
en gummi-mantels.
Stoomwasscherij W. G. BURGER.
AMERSFQORTSCHE RIJTÜIGIAATSCHAPPIJ
01»eii lisbre vergsictaring^
de heer A. van Nijnatten,
DE RAADSVERKIEZING
GERTY.
Gouden Medaille, Gent 1908.
Onder redactie van mevrouw W. VAN DER VECHT. Oud-leerares in Koken
en Voedingsleer.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en aan
het bureau van »DE HUISHOUDGIDS»
Burgstraat 65, UTKECJÏT.
beste schiiurmidel der we-
ïvld voor potten, pannen,
houtwerk, blik. enz.
Vraagt monster l>y winkeliersof drogist.
LANGESTRAAT (hoek Langegracht), AMERSFOORT.
Zie de Etalages!
Aanbevelend, 2TEHENKAMP cfc Co.
gevestigd te ZWOELE.
De BESTELBILJETTEN voor veehouders en de AANVRAAGFORMULIEREN voor
handelaren, aankoopvereenigingen en andere organisaties voor de September-levering van
veevoeder (uitgezonderd mais die op de gewone wijze geleverd wordt) zijn vanaf Woens
dag 30 Augustus aan het Bureau beschikbaar tegen betaling van 2 cent per stuk.
Alleen deze offlcieele formulieren zijn
voor ALLE veevoederbureaux geldig.
Tegen toezending van de gelden per postwissel worden de formulieren toegezonden.
Eeu bestelling dient zoowel voor binnen- als voor buitenlandsche granen.
Het Veevoederbureau Zwolle
JASPER WARNER, Voorzitter.
HEREN ONTVANGEN een
Onze modellen munten uit door elegant model en lage prijzen
--sas* ZEIST. *33=
AMKRIKAANSCH SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN
Goederen worden te Verstoort 's Woensdags franco gebaald en gebracht.
SPflT* PROSPECTLTS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
WESTSINGEL 38 - TELEFOON 45
Vrijzinnige Kiesrereeniging „Amersfoort's Gemeentebelang"
te AMERSFOORT,
op Dinsdag 5 September a. s„
des avonds 8 ure, in de Groote zaal van „AMICITIA".
SPREKER.:
('andidnnt voor den Gemeenteraad.
ONDERWERP:
2^- TOEGANG VHIJ. DEBAT VRIJ. HET BESTUUR.
FEUILLETON.
50)-
>Hoe zal Ik het je vertellen luidde het
postscriptum. >lk vraag mij af, of je er blij
of bedroefd om zult zijn Ik ben verloofd
met kapitein Bayard; wij beiden hopen,
dat het jou en je vader aangenaam zal zijn.
Mogen wij je eens een visite komen maken
Zuster Gray vertelt mij, dat je zoo goed
als hersteld bent. Zeg alsjeblieft geen
Ik gaf den brief aan Beck, die toevallig
in de kamer was, en hield hem in het oog
totdat hij den brief met postscriptum en
al gelezen had.
>0 zeide hij, toen hij den brief uit
had, zooals iemand «Ozegt, wanneer
hij de oplossing verneemt van een raadsel,
waarnaar hij lang heeft gezocht. Hij bleef
op den brief staren.
Wel,» vroeg ik, «wat zal ik antwoorden
«Waarop
«Op dien brief, domkop. Zal ik hun
"vragen, hier te komen Jij bent nu een
maal de major-domo. Als jij zegt, dat zij
mogen komen, dan komen zij. Het zal mij
genoegen doen, den alles veroverenden ka
pitein eindelijk gevangen te zien. Wat
dunkt je
Beek bleef nog een poos zwijgend zitten,
alsof hij een moeilijke quaestie overwoog.
Ik moest mijn vraag voor de derde maal
doen.
«Zijn of niet zijn, Paul? Word wakker,
«Laat hen maar komen, zeide hij ten
laatste. liet zal hc-el interessant zijn».
«Wij zullen er een kleine lunch van ma
ken, hier in mijn kamer, jij en ik, en de
kapitein met zijn liefste en wij zullen drin
ken op de gezondheid van de tortelduifjes.
j «En den dokter niet te vergeten.» j
«Om alle microben van ons feest te ver-
- jagen,» zeide ik lachend. «Best, wij zullen j
den dokter erbij vragen. Laat hen wat j
vóór de lunch komenik moet Elinor
spreken.»
Zij kwam vroeg en was mooier dan ooit.
Zij scheen verheerlijkt door de liefd. Zij
was gekleed in een empire-japon van grijze
zijde, die haar prachtige gestalte voordee-
lig deed uitkomen en de reinheid van
haar tint nog verhoogde. Zij droeg een
collier van turkooizen, en aan haar ketting
zag ik een reukspuitje als dat van Gertrude.
Bayard volgde haar, verlegen en beschaamd,
zooals mannen wel eens kunnen zijn, wan
neer zij voor hun verloving het leven wel
wat rijkelijk genoten hebben.
«Naar wat zuster Gray mij vertelde»,
zeide zij, «heb je het erg te kwaad gehad,
Charlie. .Ie moet nog erg voorzichtig zijn;
je bent het gevaar nog niet te boven. Ik
hub wel bijgewoond, dat een patiënt weer
instortte, terwijl hij volkomen gezond scheen»,
i «Kom, kom, Ncll» riep Bayard onge-
duldig, «speel r.u niet voor Cassandra,
j Iedereen moet ééns sterven, en het ho> t
I niet, of men er al veel over denkt».
I «Je hebt gelijk, lieveling», antwoordde
I zij. «Het helpt niet, of men er al veel
over denkt».
Zij wendde zich tot hem met oogen vol
liefde. Haar geheelc ziel lag in dien blik.
Zij beefde een weinig en boog zich naar
hem toe, alsof zij tot hem werd getrokken
door een macht, sterker dan zijzelf. Hij
scheen minder verliefd dan zij. Op zijn ge
laat las ik niet zoovecr liefde als wel be
scherming en bemoediging. Groot, krach
tig, mooi als Apollo, scheen hij waardig,
de liefde eener vrouw te winnen en te be
houden.
Zij vormden een prachtige groep, zooals
zij daar samen stonden, hij met de hand
op haar schouder. Ik beken, dat ik hem
voor een oogenblik bijna Jiet bezit benijdde
van die mooie vrouw, die ik zelf op het
punt was geweest, lief te hebben.
Op dit oogenblik kwam Beek haastig
binnenstormen en wilde meteen een stoel
krijgen voor de dame, die nog stond. Ik
he« Beek nooit zïio onhandig gezien; ik
kon mij niet voorstellen, dat hij zóo kon
wezen. In zijn haast struikkelde hij over
een der pooten van den stoel en kwam met
zooveel geweld tegen Elinor aan, dat zij
bijna viel. Natuurlijk was hij gereed met tal
van verontschuldigingen, die met een glim
lach werden aangehoord. Daarna werd het
gesprek algemeen, cn wij vernamen het
bericht van de veloving.Dc Kapitein scheen
van plan, zijn ontslag in te dienen hij wil
de «zich vestigen».
«Ik hoop," zeide hij, met het opgeruim
de optimisme, dat een van zijn aantrekke
lijkheden vormde, «op de cene of andere
manier wat geld bijeen te krijgen om van
te leven".
«Vader en ik zullen je gaarne helpen"
zeide ik.
Hij lachte, alsof hij dit prettig vond.
«Ik zal er heel dankbaar voor zijn" zeide
hij. «Ik ben volstrekt niet trotsch. Als ik
maar geld krijg, kan het mij volstrekt niet
schelen, waar het vandaan komt".
Intusschen was de tafel gedekt voor vijf
personen; wij wachtten slechts op den dok
ter, die nu kwam en een bruin lederen
taschje in den hand hield.
Elinor zat tusschcn Beek cn mij in. Toen
de soep opgedaan zou worden, zag ik hoe
haar hand zich zachtjes bewoog naar haar
ketting en ik ontdekte dat het kleine fla
connetje dat ik bij haar binnenkomen ge
zien had, weg was. Zij bemerkte het ver
lies tegelijkertijd en met verbazing zag ik
haar verschrikten blik, toen haar vingers
het sieraadje zochten en het niet konden
vinden.
«Heb je iets verloren?" vrc-g ik.
«Neen" stotterde zij, terwijl haar hooge
blos plaats maakte voor doodelijke bleek
heid «niets van belang".
«Ik vermoed dat dit van u is, juffrouw
Gibson", zeide Paul, het rcukfleschje ver-
toonend, dat hij in de hand hield, zonder
echter een beweging te maken om het
terug te geven. En de eigenares vroeg er
ook niet om.
Dokter Strong en Beek keken elkander
«Ik wilde u gaarne iets laten zien, lord
Kirwood", zeide de dokter en stond op.
Ik had een onbestemd gevoel, dat ons
iets heel tragisch wachtte. Met ons vieren
zaten wij zwijgend aan de tafel. Elinor's
schoon gelaat was strak en bleek als van
een doode en smeekend zag zij haar ver
loofde aan.
De dokter nam uit zijn taschje een mi
croscoop, een glazen buisje met een watten
stopje, voor een derde gevuld met een troe
bel vocht, een zilverdraadje met een glazen-
handvat en in een lusje uitloopend, een
spirituslamp en een paar glazen plaatjes.
Hij doopte het zilverdraadje in het glazen
buisje, zoodatter er een druppeltje van hel
troebele vocht aan bleef hangen, dat hij op
het glazen plaatje overbracht en hield toen
het zilverdraad boven de spirituslamp, tot
het gloeiend heet was geworden. De plaatjes
legde hij op elkander in den microscoop en
plaatste dien voor mij op tafel.
Ik zag een rond, halfdoorschijnend krin
getje, met een streepje van helderder wit
in bet midden.
«Dat is de rand van den druppel» ver
klaarde de dokter, «geen tienduizendste
deel van een druppel valt binnen het veld
van den microscoopje zoudt evengoed kun-
uen verwachten, geheel Engeland te zullen
zien boven van een monument. Kijk eens
links, vlak bij de lijn. Aan den rand hoopen
de microben zich op, zij zijn dol op zuur
stof. Stel nu den microscoop op de hoogte
van je eigen oogen».
Dit was niet noodig. Aan de linkerzijde
van het kringetje zag ik een aantal witte
puntjes, die zich snel heen en weer bewo
gen nu en dan kronkelde een wit slange
tje, zoo dun als een haar, doch zoo lang als
een dozijn van de stippen tusschen den
zwerm door.
(W®rdt vervolgd).