VETTER &Ca
DE HUISHOUDGIDS
AMERSFOORT» R1
JTÜIGMAATSCHAF
PIJ
45
Stoomwasscherij W. G. BURGER.
Consulaat-Generaal van België
Bericht.
Gonsulat Général de Belgique a Amsterdam.
Avis.
MIRJAM.
Bij den ondergeteekende verschijnt
G$ iederen Woensdag
l)e HoUandsche Lelie,;
Weekblad
onder Hoofdredactie
van
mevr. M. C. KOOIJ—Van Zeug
De Ho llandsche I.elie is .jeteenige
Weekblad in Nederland voor dames
(ÏJ uit de hoogste en beschaafdste krin- ^c)
gen. Let hierop voor uwe advertentie,
Ij* Prijs p. jaarg. f5.25, fr. p.p. fG.-.
Gediplomeerde Huishoudsters.
Wie een HUISHOUDSTER zoekt, kan
zich wenden tot het Bemiddelingsbureau
voor Gediplomeerde Huishoudsters.
Inlichtingen te bekomen bij de vertegen
woordigster
Mej. B. OTT DE VRIES,
Amsterdam, Leidschekade 99.
Spreekuur: 'sWoensdags van 2 tot 4 uur.
proefnummer gratis. /gj
Amsterdam. L. J. VEEN.
't£? ié? eS?
Distill. Wjjnen. Likeuren.
Lieve Vronwe-kerkhof, AMERSFOORT
CICKD1ET-VEKEENIUINU
te Amsterdam.
Correspondentschap te Amersfoort.
mr. H. J. M. van den BËKÜH.
WI LH EI.M INASTRAAT 5.
Zij stelt zich ten doel
het vcrleenen van Credieten onder per
soonlijke of zakelijke zekerheid of
in-blanco.
het incasseeren van handelspapier,
het ontvangen van gelden a deposito en
rekening-courant.
Terstond TR HUUR GEVRAAGD (door militair) een gemeubileerde
K M Kit
des pijjs van t 10.-— per maand niet te boven gaand.
Brieven aan B. ROELES, Koningstraat 62, Arnhem.
Gouden Medaille, Gent 1908.
Onder redactie van mevrouw W. vax der VECHT, Oud-leerares in Koken
en Voedingsleer.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en aan
het bureau van >DE HUISHOUDGIDS.
Burgstraat 65, UTRECHT.
WEST8INÜEL 38
- TELEFOON
-S3* ZEIST, tets
AME1HKAAN8CH SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN
Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht.
pp- PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
Besluit-Wot vau 21 Juli 1911».
Krachtens Besluit-Wet van 21 Juli 1916. zijn de Belgen, geboren na 30 Juni 1876
en vóór 1 Juli 1898, in den vreemde verblijvende en die niet onder de wapens zijn,
opgeroepen om voor den duur van den oorlog het Vaderland te dienen.
Bij gevolg moeten de mannen die in het Consulair ressort van Amsterdam (Amster
dam, Utrecht, Haarlem, Hilversum, Amersfoort, Zaandam, enz.) verblijven, zich vóór
15 November 1916 aanbieden, voorzien van hunne identiteitsbewijzen, op de Kanselarij
van het Consulaat-generaal van België, I.eidschestraat 33 Amsterdam, waar hun de
noodige inlichtingen zullen verschaft worden.
Degenen, die zich niet laten inschrijven, zullen als WEERSPANNIGEN aangezien
en alzoo gestraft worden.
Zullende als DESERTEURS beschouwd en volgens het Krijgsstrafwetboek behan
deld worden diegenen, die van woonplaats veranderen om zich aan de wervingsver
richtingen te onttrekken of die, met het zelfde doel, bedrieglijke middelen gebruiken
(Wet-Besluit van 21 Juli 1916, hierboven gemeld).
De gehuwden, geboren vóór 1895 en de ongehuwden, geboren vóór 1 Juli 18S6
welke zich sinds 20 Juli 1916 in Nederland bevinden en die zullen voortgaan er te-
verblijven, hebben geene andere verplichting, totdat het bij artikel 30 van Besluit-Wet
van 21 Juli 1916 voorziene Koninklijke Besluit er anders over beschikke, dan zich te
doen inschrijven.
Amsterdam, 25 October 1916.
Arrêté-Loi du 21 juillot, 1916.
En vertu de l'Arrêté-L»i du 21 juillet 1916, les Beiges nés après le 30 juin 1876
et avant le Ier juillet 1898, qui se trouvent a l'étranger et qui ne sont pas sous les
armes, sont appelés a servir la Patrie pour la durée de la guerre.
En consequence les hommes résidant dans la juridiction consulaire d'Amsterdam
(Amsterdam, Utrecht, Haarlem, Amersfoort, Hilversum, Zaandam, etc.) doivent se présen
ter, munis de leurs pieces d'identité, avant le 15 noTenibre prochain a la Chancellerie
du Consulat Général de Belgique a Amsterdam, Leidschestraat 33 (entrée Keizersgracht)
qui leur fournira les éclaircissements nécessaires.
Est REFRACTAIRE et puni comme tel, le milicien qui négligé de se faire
inscrire.
Est DESERTEUR et passible des peines prévues par le Code pén.al militaire, le
milicien qui change de résidence pour se soustraire aux operations du recrutement ou
qui, dans le méme but, emploie des manoeuvres frauduleuses (Arrété-I.oi du 21 juillet 1916,
cité ci-dessus).
Jusqu' a ce que l'Arrêté-Royal prévu ii l'article 30 de l'Arrété-Loi du 21 juillet 1916
en dispose différemment, n'ont d'autre obligation que celle de s'irtScrire, les hommes
mariés nés avaint 1895 et les célibataires nés avant le Ier juillet 1S86 qui sont, depuis
ie 20 juillet 1916 et continueront a se trouver aux Pays-Bas.
Amsterdam, le 25 octobre 1916.
FEUILLETON.
13.)
»En tcóh, als ik ontsnap zou ik gaarne
uw naam willen kennen».
»Als u ontsnapt, zult u ze wel kunnen
uitvinden».
»Heel goed», zeide hij met voorgewende
onverschilligheid, «als u zij mij niet wilt
zeggen».
Met schilderen voortgaande, liet zij het
onderwerp varen, maar voor hem was de
gelegenheid voor een gesprek te zeldzaam
om die voorbij te laten gaan. Niet alleen
was bij hem de jeugdige aandrang 0111 in
een gezellig gesprek zijn gedachten te uiten
zeer normaal, maar hij vond er onloochen
baar een genoegen in om te praten met
een dame, een meisje. Soms had hij in zijn I
eenzame overpeinzingen bij zichzelf bore- I
deneerd, dat zij «niet zijn type van meisje» I
wasmaar het feit, dat hij bijna drie jaren
vrouwelijk gezelschap had moeten missen,
maakte hem vatbaar om op ieder verliefd
te worden en als hij nu niet bepaald ver-
liefd op het meisje was, kwam dat door-
dien de geheele toestand alle sentiment
verbood, ofschoon het toch heerlijk was,
bij haar te zitten en haar onder het schil j
deren gade le slaan, haar zelfs met zijn
vragen te kwellen
«Dus is het kleine meisje éen reden, dat
u hier blijft Welke is de andere
Zij "erried haar eigen lust tot een ge-
zellig gesprek door de bereidwilligheid,
waarmede zij hem antwoordde.
»lk weet niet of ik het u wel moest ver
tellen en toch kan ik het ook wel doen.
De zaak is zóo; zij zijn niet welgesteld en
dat vind ik natuurlijk prettig».
>U kunt helpen hun rekeningen te beta
len. Dat is alles heel mooi, als u daarplei-
zier in vindtmaar niet iedereen zou er
zoo over denken»,
«Dat zou men wel, als men in mijn om
standigheden verkeerde» hield zij vol. «Als
men op de eene of andere manier kan
helpen, geeft dat iemand een gevoel, voor
anderen van nut te zijn. ik heb liever, dat
de menschen mij noodig hebben, al zijn ze
zelfs niet gesteld op mijn persoon, dan dat
niemand mij noodig heeft».
«Zij hebben uw geld noodig», verklaarde
hij jongensachtig oprecht, «dat is de reden».
«Maar dat is toch iets, niet waar? Als
men geen plaats in de wereld heeft, dan is
men maar al te blij als men er een krijgt,
zelfs al moet men die koopen. Mijn voogd
en zijn vrouw hebben mij misschien liever
niet bij zich, maar het geeft een gevoel
van voldoening, te weten, dat zij er veel
erger aan toe zouden zijn als ik er niet was».
«Evenals ik», zeide hij lachend. «Wat ik
moet doen als ik aan mijn lot word over
gelaten en u niet meer heb, dat weet alleen
de hemel, liet is eigenaardig, welk een in
vloed gevangenschap op iemand heeft. Het
ontneemt je je zelfvertrouwen en geeft je
een hulpbehoevend gevoel. Je verlangt vrij
te zijn en toch ben je bijna bang voor de
buitenlucht».
Hij voelde zich nu zóo op zijn w >mak
met haar, dat hij in achtelooze houding,
schrijlings op zijn stoel zittend, met zijn
armen gevouwen op den rug daarvan, iets
broederlijks in hun wederkeerige verhou
ding voelde.
Zij boog zich dieper over haar werk en
sprak zonder op te kijken.
«O, u zult uw weg wel vinden, U is van
dat soort».
«Dat is gemakkelijk gezegd».
«En misschien voor u om te doen». Haar
volgende woorden, die zij uitsprak onder
het aanbrengen van slipjes verf in haar
schets, deden hem van verbazing opspringen.
«Ik zou naar Argentinië gaan».
«Waarom zegt u niet naar de maan?»
«Om de eenvoudige reden, dat die onbe
reikbaar is».
«Evenals Argentinië voor mij».
«O neen, dat is het niet. Andere men
schen hebben het óok bereikt».
«Dat kan wel zijn; maar die verkeerden
niet in mijn geval».
«Sommigen van hen waren er waarschijn
lijk slechter aan toe».
Er volgde een pauze, waarin zij in haar
werk verdiept scheen, terwijl Ford naden
kend binnenmonds zat te Huiten,
«Hoe kwam u op die gedachte van Ar
gentinië vroeg hij eindelijk.
«Omdat ik er veel van weet. Iedereen
zegt, dat het een land is met nieuwe bron
nen van bestaan. Ik ken menschen, die
daar wonen. Het kleine meisje waar ik zoo
juist van sprak en zooveel van houd, is
daar geboren. Haar vader Is sedert ge
storven en haar moeder is hertrouwd».
Hij bleef in gedachten verzonken,terwijl
hij onbewust steeds het zelfde doffe geluid
tusschen zijn tanden maakte.
«Ik ken den naam van een Amerikaan-
sche firma daar», ging zij voort, «Stephens
Jarrott. Het is een zeer goede firma 0111
voor te werken. Dat heb ik dikwijls ge
hoord. E11 de heer Jarrott heeft altijd ver
ongelukte menschen geholpen».
«Ik zou dus juistjiemand in zijn lijn zijn
En opspringend, scheen hij met een lach
een onmogelijk onderwerp los te laten en
tóch drong zich, toen hij dien avond in het
donker op zijn rustbank lag, de naam Ste
phens Jarrott in zijn gedachten aan dit
meisje, dat tusschen hem en het gevaar
stond, omdat zij een afschuw had van de
Hij zou wel eens willen weten in hoever
het afkeer was en in hoever jaloezie. I11
haar verlangen om de plaats te koopen In
het huisgezin, die haar niet van rechtswege
toekwam, deed zij hem denken aan een
Bijbelsch verhaal, dat-*4iij had gelezen of
gehoord, van de wilde olijftak, die geënt
werd op den olijfboom in den boomgaard,
Nu, dat zou vanzelf wel terecht komen. Eeu
knappe jongeman, waard haar man te zijn,
zou daar wel voor zorgen.
(Wordt vervolgd.)