207 000 pond
Éf
COMPAGNIE LYONNAISE
Groote
Prijsvermindering
SUCCURSALE
BOTERLETTERS «o SP00R81IJKET m
Si. MICOLAAS
Wie helpt de volgende week mede, het verbruik te verdubbelen =1
Iffiê
ï||P*
Langeitraat 83
Amersfoort.
W. H. MEURSING,
PITMANSCHOOLj*'
'VETTER
Co.
Nationale Bankvereeniging
MIRJAM.
werden verleden jaar voor
in onze fabrieken gebakken
CllftulKT" V JKREüffllNltiffelti
te Amsterdam.
Correspondentschap te Amersfoort.
ïur. H. i. M. van den BEKUH.
WILHELMINASTRAAT 5.
Zij stelt zich ten doel
het verleenen van Credieten onder per
soonlijke of zakelijke zekerheid of
in-blanco.
het incasseeren van handelspapier,
het ontvangen van gelden a déposito en
rekening-courant.
Langestraat 54, AMERSFOORT.
C. JAMIN.
Boterletters
Spoorbanket
60 ct. per pond.
Kleine en dikke Specnlaas
30 et. per pond. 6 ct. per ons.
42
Luxe kistjes KRUIDNOOTJES Borstplaat,
VRUCHTEN- 35 ct- Per P°nd' 7 ct- Pcr ons- VRUCHTEN- BORST PL A TJ ES
BORSTPL AATJES pepernoten
60 cent per sfub. 25 ct. per pond, 5 ct. per ons.
i kleine Hiiikorbeesfjes,
alles slechts 45 cent p. Pond.
9 cent per ons.
PRIMA WITTE 5 UÏKER 27 ct. per pond I
TELEFOON 423.
Hofleveranciers.
Hofleveranciers.
MACHINALE FABRIEKEN VAN GEBAK.
Afdeeling „BROODFABRIEK",
Amersfoort.
De broodprijzen zijn verminderd tot
Melkwittebrood i/2 K.G. 16'/a cent, »/4 K-.O. 23»/a cent, 1 K.G. 31 cent
Van het volgens deze prijzen van deze fabriek ontvangen en betaalde brood
cal het 10 pCts. dividend worden uitgekeerd op den gewonen tijd.
Stenografie
Kopieer-inrichting.
MUURHUIZF.N 7.
MacTiinesclirijïeii
Distill. Wijnen.
e-kork hof.
Likeuren.
AMERSFOORT
KAPITAAL EN RESERVEN f5 500000.
Kantoor AMERSFOORT,
Kortograclat 22 naast het Postkantoor. Telefoon 360.
Verstrekt credit! op billijke soon aarden aan den Middenstand
J
FEUILLETON.
'ij
Hij zou onder de menschen komen, hen de
hand drukken, hun vriendschap deelen, hun
brood eten, hun gunste-i aannemen en
hen in hun gezicht bedriegen. Het leven
zou éen lange comedie worden, een dage
lijks handig manoeuvreeren.
Alle mogelijk voorspoed, die hem zou
ten deel vallen, zou niet duurzaam, niet
waarachtig zijn, wijl er geen waarheid aan
ten grondslag lag.
Het argument, dat hij onschuldig was,
gaf hem weinig troost. Hij had hat recht
verbeurd om van dat feit gebruik te maken.
Zoo hij ware gableven waar hij was, dan
zou bij dat hebben kunnen uitroepen, tot
hij sterven moest. Nu moest hij over dat
onderwerp voor altijd zwijgen. In zijn ver
dwijnen lag e.n bekentenis van schuld en
hij moest berusten in zijn onmacht om zijn
handelwijze te verklaren.
Verscheiden minuten van doffe smart ver
streken met het verwijlen bij dat punt. Hij
kon niet meer terugzien, noch vooruit. Zijn
gedachten konden er slechts bij stilstaan
met een pijnlijke erkenning van hst ge
rechtvaardigde ervan, terwijl hij aan den
hemel den dageraad zocht,
Ondanks het kraaien van den haan be
merkte hij nog niets, of het moest zijn, dat
de bergen aan den New-Yorkschen oever
zich duidelijker afteekenden tegen den hemel,
waarvan zij te voren een deel schenen te
vormen. Aan den kant van den Vermont
was niets dan een opeengestapelde duister
nis, volslagen nacht, tot het oog het fir
mament en de sterren bereikte.
Hij roeide voort, kalm, als op de maat,
zonder gevoel van honger of vermoeidheid,
terwijl hij zocht naar den draad, die hem
meest leiden als hij aan land stapte. Hij
voelde de noodzakelijkheid van een moreel
programma; hij zocht de zuil van vuur en
wolken, om hem den v cg aan te wijzen,
dien hij gerechtigd zou zijn, te kiezer. Hij
sprak die gedachte bij zichzelf uit, in een
soort smeekbede, die hij herhaalde, somtijds
halfluid: »0 Heer, o God! ik wil een man
zijne.
En plotseling gaf hij zulk een krachtigen
ruk aan de pagaai, dat de cano zwenkte
en naar het land schoot.
«Goede God!« zeide hij binnensmonds
»nu weet ik hethet is mijn schuld niet
het ie de hunne, zij hebben mij in dezen
toestand gebracht, zij hebben mij dit be-
drlegee, dit listig zijn en kruipen opgelegd.
Dezen uitweg heb ik niet gezocht, zij heb-
j ben mij dien aangewezen. Zij hebben do
verantwoordelijkheid van mij genomen. Als
i zij mij mijn rechten ontnemen, ontheffen
I zij mij van mijn plichten. Zij hebben mij ge-
dreven waar recht en onrecht niet meer
i voor mij bestaan, zij hebben mij geworpen
uit hun Geordende maatschappij en ik moest
gaan. Nu ben ik vrij en ik zal profiteeren
i van mijn vrijheid».
Opgewonden door deze ontdekkingen
doorkliefde hij weer het water. Hij her-
innerde zich, dat bij iets dergelijks had ge-
zegd in zijn onderhoud met Wayne; maar
hij had eerst nu de beteekenis er van be-
1 grepen. Het was het vrijmaken van zijn
i geweten. Welke moeilijkheden hij ook van
i buiten af mocht ondervinden, innerlijke be-
zwaren zouden hem niet belemmeren. Hij was
daarvan verlost; zij waren van hem geno-
1 men. Daar niemand eenige verplichting
jegens hem had, had hij geen verplichting
jegens anderen. Als hij de menschen moest
bedriegen, dan was dat hun schuld. Hij
moest van het verminkte bestaan, dat men
hem had gelaten, maken wat hij kon. Ach
ting voor zichzelf zou leiden tot gehoor
zaamheid aan de algemeene wetten van
waarheid en eerlijkheid, maar verder be
hoefde hij nooit belangen van anderen boven
de zijne te stellen. Van die noodzakelijk
heid was hij voortaan ontheven. In de sfeer
waarin hij zijn innerlijk leven zou door
brengen, zou niemand wonen dan hijzelf.
Men had hem geworpen uit de wereld, waar
mannen en vrouwen verbonden waren door
banden van liefde en medelijden en weder-
zijdsche verplichting, en hem geduwd in
een geestelijke hel, waar geen van al die
dingen voorkwamen. Het was niet meer
dan blillijk, dat hij partij trok van zulke
voordeelen, als zijn lot hem veroorloofde.
Met zekere geestvervoering greep de
vogelvrij verklaarde deze stelling aan als
zijn levensregel.
Nu keek hij op en zag plotseling den
dageraad, die ongemerkt was gekomen en
als een grijs, nevelig licht over de toppen
der heuvelen van den Vermont sloop. De
hoogste punten kwamen flauw zichtbaar uit
de duisternis te voorschijn als de geesten
van even zoovele reuzen Over een der
hoogste toppen der Adirondack* gleed het
eerste schijnsel van den naderenden dag,
terwijl de lagere reek? éen reusachtige sil
houet bleef onder de merkbaar verbleekende
sterren. Over Canada hing de sluier nog
neer maar hij meende, dat de duisternis
minder dicht werd.
Toen kwam er, terwijl hij langs een met
bosch begroeide landpunt roeide, een slaperig
getjilp uit een kleinen, gelen snavel, die
amper uit de opgevouwen vleugels was te
voorschijn gekomen, gevolgd door ander
getjilp en nog ander, tot de lucht boven
beide oevers trilde van dat klagend geluid,
half treurzang voor de vluchtende duister
nis, half welkomstlied aan de zon, als do
lofzang van een koor van kinderen, opge
staan om bij de vroegmis te zingen, maar
nog droomerig.
Ford's slag was nu zachter, alsof hij bang
was, dat dommelig gekwinkeleer te ver
storen doch toon later kreken en kapen
uit de grijze schemering opdoken en nog
later een saffraankleurig schijnsel verscheen
hoven de toppen in het Oosten, begreep
hij, dat het tijd werd, een schuilplaats te
zoeken eer het klaarlichte dag was.
Het saffraankleurig schijnsel werd vuur
en dit verlichtte een rozerooden, violetten
hemelmaar terwijl het meer als een me
talen spiegel voor de sterren was geweest,
kabbelde en glansde het nu met tinten van
paarlmoer. Hij wist, dat de zon moest zijn
op de helliag aan gene zijde van de Green
Mouutalr», daar de voorkant, dien zij hem
toekeerden, in dichte schaduw lag, evenals
het onverlichte gedeelte van de maan. Aan
den Westelijken oever verrezen de Adi-
rondacks, zóo dauwachtig frlsch uit bet
nachtelijk bad, alsof zij pat waren geschapen.
(Werdt vervolgd.)