C1E COURAIT.
Üinsdag 16
Januari 1917.
No. 8825
67e Jaargang
i'iteavo van dn Kaamloozo Vi>nii(iotse!i;i|> Ainnrsfoortsche Courant, voorheen Firma A, 11. van CleelT".
HOOFD-REL)ACTEUR Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden/i.BUREAU:
franco per post ƒ1.15. AdvOxtenticil 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
Ta f abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings- TTOT» TTTfïT» AflTTT O
F. FRKDHHÏJS3. advcrtentiên per regel .5 cent. Reolftlüe* 5 regels 25 Bewijsnummers naar buiten fiORTEGBAUHl 9.
„r-oocrvrvoT worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent. r. -r„i„r
AMFRSFOOR1. Bij advertentien van buiten de stad worden de incasseurkosten in rekening gebracht. 9'
iv K N N I S (J K V I N (1 li N.
BROODKAARTEN.
De Burgemeester der Gemeente Amers
foort
maakt bekend, ilat de broodkaarten op tus-
schentijdsche aanvragen eiken WOENS
DAG van 9 tot u en van 2 tot 5 uur
zullen worden uitgereikt aan het Levens
middelen-bureau (Valkestraat).
De uitreiking geschiedt alléén van kaarten
waarvoor de aanvraag vóór den Zaterdag
te voren is ingeleverd.
Amersfoort, 16 Januari 1917.
De Burgemeester voornoemd.
Van RANDW1JCK
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat blijkens beschikking van den Minister
van Landbouw, Nijverheid cn Handel d.c'.
21 December 1916, Directie van den 1.and-
bouw no. 32391. 2de afdeeling, dc in het
voorjaar van 1917 tc houden gewone Rijks
keuring van tot dekking bestemde hengsten,
voor zooveel de Provincie Utrecht betreft,
is vastgesteld op 14 Februari a.i. te Utrecht.
De Regeliiigs-conimissie zal, tot het aan
nemen van inschrijvingen voor bedoelde
keuring, zitting houden op Zaterdag 3
Februari a s., van des voormiddag* 11 tot
des namiddags 1z'/.j uur, iti het Haagsche
Koffiehuis (boven) aan het VTedenburg te
U trecht.
De aanvragen voor inschrijvingsbiljetten
moeten schriftelijk gericht worden aan den
Secretaris der commissie, den heer M. L. 11.
Thissen (adres Landbouwbank te Utrecht)
en daarbij moeten worden opgegeven
a. naam en woonplaats van den eigenaar
en den houder;
b. naam, ouderdom, hoogte, ras, kleuren
afteekening van den hengst, benevens
indien deze in een stamboek is inge
schreven stamboek en stamboeknummer
c. zoo mogelijk afstamming van den hengst,
zoowel van vaders- als van moederszijde,
en naam en woonplaats van den fokker.
De keuring zal pia.its hebben des morgens
te 9 uur op het Vredenburg te Utrecht.
Amersfoort, 12 Januari 1917.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWfJCK.
De Secretaris.
A. R. VEENSTRA.
Rooken dooi- kinderen.
In haar voorlaatste openbare vergade
ring besloot de Commissie van toezicht op
het Lager onderwijs hier ter stede, een
onderzoek te doen instellen naar de ver
breidheid van het rooken door de school
jeugd.
Zij droeg het onderzoek op aan een com
missie uit haar midden, bestaande uit de
heeren ds. A. F. L. van Hengel en G.
van Wijland Jr welke in do jongste ver
gadering een rapport uitbracht, dat in druk
is verschenen cn thans is toegezonden zoowel
aan de Gemeentelijke autoriteiten als aan
hen, die op eenige wijze behulpzaam waren
bij het onderzoek.
De vragenlijsten werden toegezonden aan
alle Hoofden van openbare en bijzondere
Lagere scholen, die ze ter hand stelden
aan hot onderwijzend personeel, dat het
geen bij een enquête slechts hoogst zelden
gebeurt alle lijsten te bestemder tijd
inzond.
De vragen, welke werden gesteld, waren
1. Aantal leerlingen, te verdeelen in jon
gens en meisjes.
2. Hiervan zijn rookers:
a. Gclegenheidsrookers (af en toe, bijv.
bij feestjes, visites, toekrijgen bij bood
schappen);
b. Geregelde rookers (bijv. 's Zondags, 2
maal per week, voor geregeld verricht
j werk)
c. Sterke rookers (eiken of om den an-
j deren dag)
3. Wat werdt gerookt (bijv. sigaretten,
i sigaren, pijpen)? Wordt ook gepruimd?
4. Zijn U ook zoogenaamd «sterke staal-
tjes< van rooken bekend?
j 5. Zijn cr ook meisjes, die rooken
j 6. Meent gij in sommige gevallen achter-
i uitgang, zoowel (öl) geestelijk (óf) als
j lichamelijk, in hoofdzaak aan het rooken
le moeten toeschrijven?
j 7. Wie brengt kinderen tot rooken (broer-
i tjes, ouders of anderen)?
8. Hebt gij wel eens pogingen aangewend
om het rooken van sommige leerlingen
te doen staken? Hoe? Met welk resul-
1 taat
9. Welke afdoende maatregelen tegen het
i rooken door kinderen denkt gij U?
De beantwoording dier vragen, zegt het
i rapport, waarvoor noodzakelijkerwijs de
kinderen zélf dc gegevens moesten ver-
i strekken, zal. in aanmerking genomen den
I lust tot fantascercn aan den cenen kant
(bluf), aan den anderen kant een te groote
terughoudendheid tegenover dc ondervra-
gers (bijv., angst voor een berisping) wol
i niet geliue Ihetrouwbaar zijn Het aauu-i roo-
kende kinderen is hierdoor tv. onwel eer te
laag dan te hoog aangegeven, daar degenen,
die, zoowel wat getal als materia:.! betreft
I overdreven, met dc meeste waarschijnlijk-
heid rookers zijn. Eveneens w> rdt een te
gunstig beeld gegeven van het aantal niet-
rookers door het feit, dat 97 kituh ren, die
I wèl bij hit totale aantal waarover het on-
j derzock zich uitstrekte zijn inedegeteld,
buiten beschouwing zijn gelaten, wijl een
i viertal onderwijzers als antwoord op vraag
2 noch een bepaald getal noemde, noch
deze vraag splitste, doch eenvoudig ver
klaarde, dat >zcer veler,*, »de meester.*, of
«enkelen* rooken.
Verder worde opgemerkt, dat bij de vraag
swat wordt gerookt* niet alle onderwijzers
(essen) het totale aantal rookers hebben
onderverdeeld in sigaretten-, sigaren- en
pijpenrot kers, waarom bij vage antwoorden
als »de meesten rooken sigaretten*, of
seen enkele rookt sigaren* het geheele
aantal is opgenomen onder de sigaretten-
rookers.
Hierdoor is het aantal der sigarett.cn-
rookers natuurlijk in de zelfde mate ver
groot, als dat der sigaren- en pijpenrookers
is verkleind.
Hoewel verondersteld mag worden, dat
pruimers tevens rookers zijn. werden ze
tenzij dit speciaal vermeld stond niet bij
de rookers ingedeeld.
Het aantal leerlingen, waarover de enquête
zich uitstrekte, bedraagt 4239, te weten 2449
jongens en 1790 meisjes, en wel
van 6—7 jaar: 397 j., 294 m., totaal 641,
7—8 34* j-. 333 m- Mo,
Ö-V 334 j-. 314 "J., 648,
9-10 342 j., 229 m.. 571,
10—11 42; j„ 228 m.. 655,
it 12 301 j„ 291 m., 592,
is—13 204 j., 40m., 244,
J3-«4 55 j. 23ni., 78.
*14-15 3* j-. *4 ra-, 56»
15—16 15 j., 9 m., 24.
Dat ook onder kinderen sterke mokers
worden gevonden, blijkt uil het volgende
6 jongens, waarvan t van 6 jaar, 2 van
8 jaar. 2 van 9 jaar cn 1 van 10 jaar,
rooken eiken Zondag een doos sigaretten
(ongeveer 10 stuks); 1 jongen van 10 jaar
rookt eiken Zondag 3 sigaren, 1 eiken dag
20 sigaretten. 1 eiken dag 10, 1 eiken dag
1 pijp, 1 van 11 eiken dag 6 sigaretten
1 van 7 jaar een (loos sigaretten achter
elkaar, 1 van 9 rookte eet.s 16 sigaretten
achter elkaar, 1 van 9 rookt 7 sigaretten
achterelkaar, 1 van 13 rookt er to, 1 maisje
van 13 rookt 6 sigaretten achter elkaar, en
1 jongen van 12 rookt minstens 40 sigaret
ten per week.
Een groot aantal onderwijzers(essen) con-
stateert (zie vraag 6) dat vele rookers
achterblijvers zijn (in enkele klassen bestaan
I de achterblijvers zelfs uitsluitend uit
rookers); echter achten de meesten zich
niet in staat, een oordeel over het oorzake-
I lijk verband tusschen rooken en geestelijke
prestaties of lichamelijke ontwikkeling uit
te spreken; anderen weer wijzen er nadruk-
keiijk op, dat het bestaan van dit causaal
j verband een vaststaand feit is.
i I11 de meeste gevallen zijn de kinderen
tot rooken gebracht door ouders, oudere
broers, of vriendjes; zeer dikwijls echter
j ook door winkeliers, die rookmateriaal toe-
j geven.
I Herhaaldelijk worden door de onderwij-
zers(essen) pogingen aangewend om het
j rooken der leerlingen te doen staken.
Deze pogingen bepalen zich voornamelijk
j 1. het wijzen op de nadeelige gevolgen
2. het verbieden van rooken bij school;
3. het in overleg treden met ouders.
Ue meening, dat deze bemoeiingen geen,
"f slechts gering resultaat hebben, is vrij
wel algemeen. Vooral wordt telkens de
k'aeht geuit, dat ouders, uit onwetendheid
of onverschilligheid, het rooken hunner kin-
deren bevorderen door hen van rookmate
riaal te voorzien, of hun, voor het aanschaf-
f,-n ervan, geld te geven. Niet zelden onder-
vinden de ouderwijzers bij dc bestrijding
1 \-n cie rookgewoonte hunner leerlingen
/- lis tegenstand van de zijde der ouders,
die deze bemoeiingen beschouwen als een
i ii.br -uk op de ouderlijke macht.
Hieruit blijkt wel, dat de maatregel, die
door enkelen als afdoende wordt beschouwd
tegen het rooken door kinderen n.l. de
oui Iers te wijzen op de nadcciige gevolgen
i weinig of geen resultaat zal hebben.
1 Als afdoende maatregel worrft verder
genoemd
j het niet-rooken door oudereu, om den
kinderen een goed voorbeeld te geven
i. het verspreiden van geschriften, gericht
tegen het rooken door kinderen
samenwerking van ouders en medici
j het door Gemeentelijke verordening straf-
i baar stellen zoowel van het rooken door
kinderen als het verstrekken van rook-
1 materiaal aan kinderen beneden een be
paalden leeftijd.
I Dezen wenscheu dc meesten op 16 jaar
gesteld te zien.
I De laatste maatregel wordt door verre-
weg het grootste aantal aangeprezen.
Tot zoover de gegevens verstrekt, en de
meeningen geuit door ouderwijzers en onder-
wijzeressen.
i De Hoofden der scholen, wier oordeel
eveneens is gevraagd, zijn het er over eens,
1 dat het nemen van maatregelen tegen de
zoozeer verbreide rookgewoonte noodzake
lijk is en stellen, beknopt samengevat, het
volgende voor
1. de ouders te bewerken, het kwaad
tegen te gaan door ernstige voorlichting
I en hiervoor de medewerking der dokters
in te roepen
2. het rooken in het publiek aan kinde
ren beneden een bepaalden leeftijd te
verbieden door een verordening van
Gemeentewege, welke verordening aan
de politie meer macht geeft tegenover
de straatjeugd, terwijl parate straffen
noodzakelijk zijn om indruk te maken.
Over de leeftijdsgrens zijn dc meenin
gen verdeeld. Zoo stelt een der Hoofden
voor trapsgewijze opklimming van deze
grens (bijv. te beginnen met een rook
verbod van kinderen beneden 14 jaar,
om later den leeftijdsgrens met een jaar
te verhoogen). Bij tc sterk ingrijpen,
koestert hij de vrees, dat de bepaling,
bij een te verwachten groot aantal over
tredingen, moeilijk gehandhaafd kan wor
den. Anderen weer wenschen de grens
gesteld te zien op 15 of 16 jaar.
3. verkoopers, die rookmiddelen leveren
aan kinderen beneden den vastgestelden
leeftijd, te beboeten.
Ten slotte de meeningen der Amers-
foortsche artsen. Hun antwoorden op de
vraag in hoeverre het rooken door kinde
ren schadelijk kan worden geacht, volgen
hieronder in hun geheel, daar medici het
meest bevoegd zijn tot oordeelen in zake
de gevolgen van het rooken.
«Naar mijn meening is het rooken voor
kinderen zoowel binnens- als buitenshuis
nadeelig en moet het verblijf van kinderen
in gesloten ruimten, waar gerookt wordt
door anderen, ook als ongewenscht worden
beschouwd*.
dat ik het rooken voor kinderen
tot ongeveer 12-jarigcn leeftijd zeer na-
j deelig vind en dat schadelijke gevolgen te
I duchten zijn voor maag en ingewanden,
I voor het zenuwstelsel, het denkvermogen)
en voor het hart*.
j «Het rooken is voor personen, die nog
j niet hun volle lichamelijke ontwikkeling
1 bereikt hebben, af te keuren*.
«Rooken door kinderen beneden t6 jaar
acht ik nadeelig voor hun gezondheid*,
j «Rooken is, zoowel voor volwassenen als
voor kinderen, nadeelig*.
j dat het gebruik van tabak dus
ook het rooken op het lichaam van den
mensch een nadeeligen invloed uitoefeat.
i Het zenuwstelsel, als voornaamste, teerste
en gevoeligste deel van het lichaam, heeft
er, evenals door alcoholgebruik, het meest
onder te leidenmaar ook de grovere
elementen, zooals de slijmvliezen van het
i adcmhalings- en bet spijsverteeringskanaal,
j ondervinden, evenals bij het alcoholgebr- ik,
I een nadeeligen invloed daarvan.
i «Bij ben, die hun vollen wasdom nog
j moeten bereiken, waar hun lichaam dus
I nog in wording is, zal de groei, de ont-
j wikkeling worden belemmerd.
«Ter bestrijding van dit euvel, dat een
j reusachtige afmeting heeft aangenomen, is
het in de eerste plaats gewenscht, dat de
ouders en de onderwijzers het voorbeeld
geveneerst din kan succes verwacht
j worden*.
j «Het rooken in 't algemeen is
schadelijk voor de gezondheid. Met name
I voor hart en bloedvaten is het zeker, dat
I nicotine een zeer schadelijke werking uit-
I oefentvoor andere organen is het meer
1 dan waarschijnlijk, In het bijzonder voor
I kinderen is het in hoogc male waarschijn-
lijk, dat verschillende andere organen door
j het rooken ongunstig worden beïnvloed»,
J «Rooken brengt een vergif in het lichaam,
i Ongetwijfeld is het voor ieder schadelijk,
veel meer echter voor jonge-, dan voor
oudere menschen. Om een vergelijking up
1 to date te makenouderen hebben zich
slechts tot het defensief te bepalenhet
jonge organisme moet zich ontwikkelen,
j terrein veroveren, en men kan gerust aan-
nemen, dat elke tegenstander tabak,
alcohol, thee, koffie eenige belemmering
geeft en den eindtoestand voor den jongen
i veroveraar minder gunstig maakt, dan hij
had kunnen zijn*.
dat het rooken door kinderen door
1 mij, in mijn praktijk, steeds is bestreden,
daar het een zeer ongunstigen invloed heeft
i op de ademhalingsorganen, de spijsvertering
en de hartswerking, terwijl bovendien de
invloed op de hersenen niet onderschat
mag worden*.
j «Het rooken door kinderen acht ik in
meer dan een opzicht gevaarlijk. Het kin
derlijk organisme is gevoeliger voor ver
giften dan dat van volwassenen. En waar
nicotine een vrij sterk vergif is 5 Gram
tabak bevat al een doodelijke dosis nicotine
is het gevaar duidelijk.
«Nog vóór de organen van het kind
j ontwikkeld zijn, worden de cellen van hart
en vaatstelsel, van maag en darmkanaal,
van longen, maar vooral ook van het cen
trale zenuwstelsel aan een vergifting bloot
gesteld. Het goede uitgroeien tot krachtige,