UI
5 Mei 1917.
67e Jaargang.
No. 8872
Sluiten Prolongaties
en Beleeningen.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Ainersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van
HOOFD-REDACTRICE
Suze FREDERIKS—Van CLEEFF-.
IIERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden j 1.—
franco per postƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reolames 1—5 regels ƒ1.25 Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 10 cent.
Bij advertentiën van bulten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
Bankveresnlging H. L. A. DULLAERT Co.
AMERSFOORT - Langegracht 30 - Telefoon 363.
SOEST - Van Weede-straat 200 - Telefoon 6.
SCHEUPENZEKL - Kjjks-straatweg - Telefoon 2.
EERSTE AMERFOORTSCHE GECONTROLEERDE NACHT-VEILIGHEIDSDIENST
Stel uw perceel onder onze bewaking ter VOORKOMING van onge
regeldheden.
TARIEF I. Per week 25 cent. SPECIALE bewaking billjjk tarief.
Abonnementen per week, per maand of per kwartaal.
SOESTERWEG 32, De Directie:
boek Statiousstraat. C. J. W. van EIMEREN Co.
Bij dit nummer behoort als
BIJVOEGSEL
het stenografisch verslag der Raadsver
gadering van Vrijdag 4 Mei.
KENNIS (1 K V I N (i E X.
DISTRIBUTIE LEVENSMIDDELEN.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort
maken bekend, dat in de week van 7
tot en met 13 Mei 1917 zal worden ver
krijgbaar gesteld:
op bons No 14 en 15 voor Bruine boo-
nen, brandstof: n.l. 0.5 1I.L. huisbrand-
kolen of 33 K.G. briketten.
Ook bruinkoolbriketten mogen alleen op
die bons worden verstrekt.
op bon No. 15
RIJST,
GORT.
HAVERMOUT.
ZEEP.
AARDAPPELEN (voorzoover voorradig),
Regeerings-V AR KENS VLEESCI i
Zuiderzee-haring a 2 cent per stuk. voor-
zoover voorradig, op bon No. 15 van Ge
zouten spek.
Zonder bonGezouten kluiven, aan den
Keuringsdienst, Appelmarkt, voor zz cent
per K.G.
Zonder bonKalfsvleesch. voorzoover
voorradig, bij Bleijenberg en De Vries, Ap
pelmarkt 7, voor zs cent per pond.
Amersfoort, 4 Mei 1917.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd.
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
KATOENAFVAL.
De Burgemeester der Gemeente Amers-
vordert ingevolge art. 9 ie lid der Dis
tributie wet 1917 van alle handelaren en
fabrikanten in deze Gemeente opgave te
doen van de bij hen op 7 Mei a.s. bij den
aanvang van hunne zaken aanwezige voor
raden katoenafval.
De opgaven hieromtrent moeten worden
ingediend aan het Levensmiddelen-bureau,
Valkestraat 12, vóór 10 Mei 1917.
Amersfoort, 5 Mei 1917.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWIJCK.
SLUITINGSUUR.
Burgemeester en Wethouders van Amers-
foo.
maken bekend
1. dat, ingevolge art. 9 juncto art. 1
sub b der Verordening op de winkelsluiting,
het sluitingsuur der winkels op 16 Mei a.s.
zal zijn 10 '/a uur des avonds,
2. dat op genoemden datum ontheffing
'wordt verleend tot genoemd uur van het
bepaalde in art. 1, i° der Verordening,
houdende het verbod van het gebruik van
gas uit de Gemeentelijke gasfabriek en van
electriciteit door middel van het Gemeen
telijk kabelnet op bepaalde plaatsen en
bepaalde tijdstippen.
Amersfoort, 2 Mei 1917.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris.
A. R. VEENSTRA.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat in de Gemeente Houten een geval
van miltvuur is voorgekomen.
Amersfoort, 1 Mei 1917.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWIJCK.
Besmettelijke nekkramp.
Dr. H. Aldershoff, waarnemend Inspec
teur der volksgezondheid ter standplaats
Utrecht, bad Woensdagavond een zeer
talrijk gehoor toen hij in «Amicitia» sprak
over Epidemische nekkramp, de gevaren
der besmetting en de wijzen waarop deze
kan worden voorkomen.
Spr. dankte de plaatselijke Gezondheids
commissie, welke heen in de gelegenheid
stelde, iets te vertellen over het onderwerp,
dat thans zoo heel veler aandacht heeft en
deelde mede, dat hij geen wetenschappelijk
betoog, doch een populaire bespreking wilde
houden.
Ettelijke gevallen onder het garnizoen
en enkele onder de bevolking geconstateerd,
hebben zekere onrust gewekt en niet te
verwonderen is het, dat menige leek reeds
vroeg: wat is er te doen tegen het ons
allen bedreigend gevaar van besmetting.
Te dezen opzichte wilde spr. allen gerust
stellen door te verklaren, dat angst voor
besmetting alleszins is overdreven.
De ziekte maakt een overweldigenden
indruk èn door haar dikwijls zeer acuut
(snel) verloop èn door de geweldige ziekte
verschijnselen, waarbij de patiënt gelukkig
zoodanig buiten bewustzijn is, dat hij de
pijnen niet voelt.
Het is nuttig, oorzaak en verspreiding
der ziekte eens 11a te gaan, opdat er niet
meer rumor in casa ontsta dan strikt
noodig is.
Dikwijls wordt gevraagd is epidemische
nekkramp niet te verwarren met een
dergelijk verschijnsel van tuberculeusen
aard ontstaande door hersenvlies- en
ruggemergsvlies-ontsteking, een nieuwe
ziekte
De ziekte zelf is geenszins nieuw wel
nieuw is het juiste inzicht in de ziekte,
dat pas dateert van de laatste 10 jaar.
Reeds in 1805 kwam zij voor o. a. in
Denemarken en te Genève, alsmede in
Noord-Amerika. Haar grootste bekendheid
kreeg zij evenwel door de epidemie van
1905 in Silezië onder mijnwerkers en in
verschillende garnizoensplaatsenin 1906
heerschte er een epidemie in West-Pruisen
waarbij 3000,gevallen werden geconstateerd
van welke 2000 met doodelijken afloop.
In i860 en t86i kwam een epidemie
voor te Arnhem, in 1867 werden 10 ge
vallen geconstateerd te Giethoorn, van welke
5 met doodelijken afloop, in 1868 gevallen
te Meerssen en te 's-Hertogenbosch, in 1870
te Groningen, in 1876 en 1877 onder mili
tairen en zeer jonge kinderen die dicht bij
de kazerne woonden te 's-Hertogenbosch.
in 1885 en 1886 in de grenadiers-kazerne
te 's-Gravenhage (z 1 gevallen), enz. Sedert
zijn enkele sporadische gevallen geconsta
teerd, die meestal niet werden herkend doch
waarbij geen sprake kan zijn van epidemi
sche meningitis.
In 1907 was er echter weer een epidc-
mietje, ten gevolge waarvan meningitis
werd opgenomen in de Wet op de besmet
telijke ziekten in dat jaar kwamen hier te
lande voor 45 gevallen, welk aantal in 1908
daalde tót 26, terwijl in 1911 slechts 3 ge
vallen werden geconstateerd. Eiide 1914
werden weer gevallen van meningitis ge
constateerd. in 1915 zelfs 54 gevallen en
in 1916 ruim 200. terwijl tot 1 April 1917
reeds bijna 1200 gevallen zijn geconstateerd.
Tot 11 September 1915 werden in Pruisen
geconstateerd 703 gevallen, in het zelfde
jaar in Engeland 3307 gevallen. In 1916
kwamen in Pruisen slechts hoogst enkele
gevallen voor in het leger en onder de
burgerbevolkingwederom een bewijs, dat
de ziekte onder militairen te velde lang zoo
goed niet aanslaat als in vredesgarnizoenen.
De ziekte komt het meest voor in April
en Mei en blijkt gebonden aan woonplaats
en levensgewoonteno.a. in koleodistricten,
aan de Noord Hollandsche zeekust en de
Utrechtsch-Geldersche grens.
De vermeerdering der epidemie van 1865
is wellicht een relatieve, omdat de diag
nose (de onderkenning) aanmerkelijk beter
en zekerder was geworden.
Spr. waarschuwde tegen verhalen vol
griezeligheden en niet minder tegen bet te
veel letten op een enkel verschijnsel, dat
men bij zichzelven waarneemt, waardoor
men alras denkt, meningitis te hebben.
Nekkramp is het eigenaardig en meest
kenmerkend verschijnsel van de ziekte de
spieren der nek komen in kramptoestand
en het hoofd wordt in het kussen geboord.
De ziekte ia een gevolg van de ontste
king der vliezen, die hersenen en ruggemerg
bedekken, dus als het ware het centraal-
bureau, dat reageert op den omtrek van
het lichaam en op het uitermate gevoelig
zenuwstelsel. Hierdoor ontstaan pijngewaar-
wording, prikkeling der bewegings-centra
en ten slotte uitputting van het spierstelsel
met verlamming in verschillende organen.
Een ander verschijnsel is braken zonder
ophouden en sterke overgevoeligheid voor
iedere aanraking, óok geen onaangename.
De huid krijgt een vlekkig uiterlijk, het
bewijs, dat de ziekte niet is een locale aan
doening van het hersen-ruggemergvlies,
doch een algeheele infectie-ziekte van het
gansche lichaam, een zoogenaamde menin
gococajmie.
Hoe is de ziekte het spoedigst te her
kennen ook door den leek? Het antwoord
op die vraag is heel moeilijk door de
menigvuldigheid der verschijnselen. Veelal
gevoelt de patiënt aanvankelijk een alge
meen onwelzijn. iets influenza-achtigs en
het is dan ook volstrekt niet onmogelijk,
dat vroeger heel wat is aangezien voor
influenza, dat thans kan beslist onderkend
als meningitis.
De ziekte is een bloed-infectie, waardoor
dc diagnose kan gesteld uit eenige druppels
bloed, van welke men middels agar-agar
een bloedcultuur maakt.
De oorzaak der ziekte is thans goed
bekendzij wordt veroorzaakt door de bac
terie van VVeichselbaum, een bolvormige
splijtzwam, wetenschappelijk coccus ge
naamd.
Spr. deed nu enkele mededeelingen over
aard en wezen der bacteriën, ziektebrengendc
zoowel als ziektewezende, hun afmetingen,
hun sporen vorming, enz.
De meningo-coc vormt geen sporen, doch
is een echte parasiet, die echter uitsluitend
kan parasiteeren op (leven van) het men-
schelijk lichaam, mits dit een temperatuur
heeft van ten minste 37 graden Celsius.
Komt, bijvoorbeeld na de punctie (aftap
pen van een paar bloedruppels), de meningo-
coc op lagere temperatuur dan sterft zij en,
daardoor kan, naar de tegenwoordige op
vatting, infectie door ievenlooze voorwerpen
behalve een zakdoek, die immers vrij
dicht op liet lijf wordt gedragen en dus
warm gehouden - niet groot zijn.
Geen dierproef is te nemen; althans tot
dusver en de coc is dus nog alleen te
kweeken op menschclijk eiwit (buikzucht-
vloeistof) mits dit eveneens worde gehouden
op een temperatuur van minstens 37 graden.
Vooral de volwassen menscb boven
25 jaar is relatief onvatbaar voor be
smetting, hetzij dat dit middel van verweer
aangeboren, hetzij dat het langzamerhand
verkregen is.
Tenzij bij-oorzaken in het spel
komen, die den weerstand van het men-
schelijk lichaam zwakker maken.
Na een korte pauze vervolgde spr. on-
Die bij-oorzaken zijn de indirecte oorza
ken van de ziekte, die dan ook veel optreedt
bij personen, die ongewonen of zwaren
arbeid moeten verrichten en aan plotselinge
en groote wisselingen van temperatuur zijn
bloodgesteld. Vandaar, dat we de ziekte bet
meest zien optreden bij mijnwerkers en
jonge nog niet geoefende soldaten en ook
bij zeer jonge kinderen. In het militair
milieu worden vooral derecruten aangetast;
vandaar de vele gevalen te Amersfoort,
te 's-Gravenhage, en bij het recruten-depot
der genie-troepen te Utrecht. Bij oudere
soldaten, die gewend zijn aan het militaire
leven, vindt men wel coccen-dragers. doch
komt de ziekte zelve niet voor.
Jonge kinderen vooral die, beneden
3 jaar zijn uiterst vatbaar voor de ziekte,
wier herkenning bij hen dubbrl moeilijk is.
Oudere kinderen en jonge mer.schen tot
den r'ecruten-leeftijd zijn weinig vatbaar.
Verder zijn van zeer grooten invloed
welstand en een frissche, lichte en vooral
droge woning.
Onreinheid speelt een groote rolbijvoor
beeld het gezamenlijk gebruik van hand
doek of zakdoek.
Ook hoogst bevorderlijk voor de infectie
zijn innig contact (zoenen), elkaar in "t gezicht
spreken (coccen aanblazen) en niezen.
B ij n a altijd veroorzaken Ievenlooze
voorwerpen geen besmetting. Het schijnt
zoo, dat de man, die in de kazerne hier
het oude iigstroo weghaalde en wiens kindje
meningitis kreeg, zijn kind daardoor be
smette doch zeer vezmoedelijk heeft hij in
de kazerne of de cantine lang en druk
gepraat met een der coccen-dragers.
Het persoonlijk contact staat bovenaan
al het overige is, op zijn minst genomen,
hoogst twijfelachtig,
Een zaal-infectie is dan ook niet denk
baar. Immers de meningo-coc verdwijnt
uit de keel, zoodra de ziekte optreedt. Doch
om de vox populi (hetmen zegt) worden
de patiënten geïsoleerd van andere zieken.
Sputum (speeksel) en urine leveren wel
gevaar voor besmetting.
Het groote gevaar vormen de coccen-
dragers, die zelf gezond de ziekte
uit de besmette haard overdragen naar
andere plaatsen. Vandaar, dat de ziekte
optreedt in een gezin, als daar bijvoorbeeld
een recruut met verlof is geweest.
Het voorkómen der ziekte is niet gemak
kelijk wil men zooveel mogelijk zeker zijn,
niet door de ziekte te worden aangetast dan
moet men zooveel mogelijk gezond zijn.
Die raad is evenwel lichter te geven dan
na tc komen; doch men kan zich hoeden
voor nat-regenen, alcohol-misbruik.-en men
kan vooral door den arts doen verzorgen
catharale (verkoudheids) aandoeningen van
neus- en keelholte.
Dat hier een school is op een nog geen
too M. van de kazerne is absoluut niet
gevaarlijk. Wel is gelijk te 's-Hertoge-
boscb bleek gevaarlijk het spelen van
jonge kinderen op het kazerne-terrein.
Hoe moet men de ziekte bestrijden
De kazerne isoleeren en alle kelen onder
zoeken, stuit op groote praciische bezwaren.
Houd de jongelui eens drie weken binnen!
Arme militaire geneeskundige dienst, wat
zoudt ge moeten hooren en lezen
Een chambree, in welke een of meer
gevallen voorkwamen, is te isoleeren tot
inen de menscheiijke zekerheid heeft, dat
het gevaar voor infectie is geweken; doch
een groote barak, van bijvoorbeeld 200 man,
is practisch niet te isoleeren. Het veegsel
uit de kelen zou trouwens niet kunnen
nagegaan in het Centraal-laboratorium om
dat door de reis en het tijdsverloop het
overgroote meerendeel zou zijn afgekoeld
beneden 37 graden, zoodat de meningo-coc
dood zou wezen. Men beperkt zich dan tot
een keelholte-onderzoek van de omgeving
van den patiënt, diens naaste buurtjes, een
paar man verder, een paar aan den over
kant, enz.
En al te rigoureus moet men óok niet
optredenzóo, als bijvoorbeeld de veld
wachter In zekere Gemeente in deze Pro
vincie, die vóór de woning ging staan in
welke een meningitis-geval was geconsta
teerd en die aan iedereen den toegang
weigerde.
Toen spr. het gezin ging bezoeken en
zijn qualiteit noemde, werd hem toegang
II
Cl«efr.
BUREAU:
KORTEGRACHT 9.
Postbus 9. Telefoon 19.
verleend an bleek hem, dat de menschen
door het niet-toelaten van bakker, melk
boer, enz., bijna waren doodgehongerd.
Dat was wel een zeer grondige behan
deling der zaakdoch niet aanbevelenswaar
dig.
Beter is het, de hulp-oorzaken zoo gering
mogelijk te maken. De burger-medicus
k3n daarin veel bereikendoch de militaire
arts kan dit niet. Immers bet is onmoge
lijk, alle bewoners van een barak 3 weken
te beschermen tegen nat-regenen en voor
vermoeienis. De recruten zijn er om te
worden geoefend en men kan hen niet,
onder toezicht opdat ze elkaar geen
coccen aanblazen drie weken achtereen
bezighouden met wandelingetjes, enz. Het
medische en het militaire belang druischen
ook hier tegen elkaar in. Het best is echter,
de recruten van zoo'n barak vrij te geven
van alle voor hen ongewone en dus ver
moeiende oefeningen.
l ot vóór eenige jaren was een specifieke
behandeling dezer ziekte niet bekend. Thans
is een meer rationeele bestrijding bekend
dan de vroeger gevolgde verlichting der
ziekte-verschijnselen door ijs, an wel door
de serum-therapie (enting als tegen pokken,
tegen buik typhus, enz.) welke in ieder
geval een vrij nuttig effect heeft, omdat
zij het aantal sterfgevallen vrij aanmerke
lijk doet dalen.
Spr zette in het kort uiteen hoe de
ziekte koerende bacil wordt gekweekt in
bloedw-ei van paarden of geiten.
Is ontsmetting noodig en in hoeverre?
Moet de formaline-lamp er in en moet alles
ruiken naar lysol, creoline, enz. Ontsmet
ting is bij het Nederlandsche publiek buiten
gewoon populairals het maar sterk ruikt,
kent de vreugde bijna geen grenzen. Doch
bij meningitis moet men niet te veel doen
wat de ontsmetting betreft, moet de rem
er op. Immers de meningo-coc is weinig
resistent buiten het menschclijk lichaam.
Laat daarom het beddegoed uitstoomen en
het bed flink afwasschen met creolitidoch
scheur het behang er niet af. Niets wijst
er op. dat men behoeft over te gaan tot
ontsmetting van Ievenlooze voorwerpen of
dieren.
Doch de zakdoeken gooie men niet bij
het overige lijfgoed, tenzij ze gedesinfec
teerd zijn in een flinken bak met creo
line.
En men ga omzichtig te werk met de
afscheidingen uit mond en neus en met de
urine.
De mensch is de groote overbrenger
der ziekte,
Reinheid van het menschelijk lichaam is
dus een hoofdvereischte.
De groote vrees voor de ziekte is vol
komen ongemotiveerd. Heel wat nuttiger
sociale arbeid kan gedaan door bestrijding