Van Xijnatfen. Nieuwe verord. Inkomstenbelasting. heden in zijn tweede antwoord met eenige pathos zegt, dat hij alle gevoel op zijde zet, dan is het voor mij een eigenaardigheid, dat hij in zijn eerste argu mentatie niets anders dan gevoel naar voren bracht, want toen hebben wij geen cijfers of wat gc/ien. Wij hebben gehoord van onzen grachten Wethou der, dat dat meerdere, wat 1915 heeft opgebracht, nu gekapitaliseerd is en of er nu wel weer zooveel winst gemaakt zal worden als toen, enz. Dat zijn geen steekhoudende argumenten. Wanneer men alle gevoe lens op zij wil zetten, wanneer de cijfers voorliggen, dan moet men ook met cijfers komen en niet schouder ophalend vragen zal dat wel gebeuren.' Ik voor mij ben wel overtuigd, dat op het moment nog wei grooter oorlogswinst gemaakt wordt dan in 1015. In een andere hoedanigheid zie ik maar dagelijks hoe en welke winsten door verschillende menschen. die vroe ger bijna geen kapitaal bezaten, kapitalen worden ver diend. waar je. om eens een gemeenzaam woord te gebruiken, van omvalt. En wanneer hier nu de geachte Wethouder pas in zijn tweede antwoord komt met een cijfer van zooveel millioen is dit en zoo veel millioen is dat wat even vlug vergeten is door de hoorders als uitgesproken door den heer Jorissen en wanneer hij nu komt verklaren, dat volgens het voorstel van den heer Hofland c.s. dat extra zal kosten f 1 7.500.dan is het mij onver klaarbaar, waarom dat niet in eersten termijn naar voren is gebracht en waarom wij dat niet gehoord hebben in de vorige vergadering. M. de V., waar het voorstel van den heer Hofland c.s. op,een deskundige wijze, als door den heer Hofland is geschied, werd verdedigd, is het natuurlijk van mij •liet te vergen, dat ik daar nog een woord aan zou kunnen toevoegen. Maar dit wil ik er nog wel zeggen, dat het voor mij niet is een quaestie var. loven en bieden, maar een quaestie van sociaal voelen De heer Hofland Van sociale rechtvaardigheid De heer Van X ij n a 11 e n van sociale recht vaardigheid. laten wij zeggen. Wanneer ik kan tnede- verken in het belang van het algemeen .'.onder het gemeentebelang te schaden, om de economisch zwak ken te ontlasten en wanneer het gevoegelijk kan de economisch sterkeren daarom een beetje zwaarder te nelasten, dan ben ik daartoe gaarne bereid. En dan is dat geen quaestie van loven "f bieden, maar m. i. ••en quaestie niet van voelen, maar van sociale recht vaardigheid. De heer Hofland: M. de V., ik ben toch eigen lijk dankbaar, dat dc heer Jorissen met de becijferingen ten slotte voor den dag is gekomen, want nu vind ik nog meer gelegenheid om uit het argument, dat naar zijn meening tegen ons voorstel pleit, een argument te putten voor de aanneming van dat voorstel en ik zal u dat dadelijk zeggen. Toen ik pas zei, zonder eenig cijfer te noemen, dat vergeleken bij de voorstel ling, die ik verleden jaar bij de behandeling van dc oegrooting gaf later de tinancien veel gunstiger waren, dart ik toen zelf durfde hopen, toen wist ik niet. dat het aantal aanslagen gestegen was van 4233 tol 5002' Dat is een prachtig argument, om aan te toonen, dat •nze gemeente gaandeweg draagkrachtiger wordt. Een magnifiek argument I Want hoe meer aanslagen, hoe meer het mogelijk is, om hier en daar de meest ge- sjochte menscnen te onslasten. Stel je voor, wij hadden maar 300 aanslagen, dan konden wij geen een missen. Maar nu hebben wij 5002, dat is bijna *100 meer dan in 1910 of 1915, ik kan dat hier niet lezen op de bijlage, maar in elk geval, de financieele draagkracht van onze gemeente is ontzettend toegenomen. Er is dus alle reden om er Hofland. Nieuwe verord. Inkomstenbelasting. een klein kapje af te halen voor de minder draag krachtige. Maar waarop komt dit kleine kapje r.c neer? Volgens mijn becijfering was het f 1.3 000 bijna wij hebben, dat cijfer nu wel in het hoofd f 14015. En nu zal het volgens de voorstelling, die de heer Jorissen er aan geeft het met 5002 kohieren 21,2 dui zend gulden meer gaan kosten. Stel je nu voor, of een belastbaar inkomen, M. de V., van 1 262 500 gar.t het nu plotseling 2 1,2 duizend gulden meer koster, omdat wij zooveel draagkrachtiger zijn. De heer Kroes: la. 2 1/2 duizend boven de 27.5 duizend De heer Hofland: Neen. niet 27.5 duizend. Mijt voorstel was boven wat door B. Sc XV. werd gevraagd f 14 815 duurder. En de rest is een zaak van B. W. De heer Kroes: Dan wordt het bijna f30000. De heer Hofland: Daar heb ik niet mee te ma ken. 'k heb mijn voorstel te verdedigen. De heer Kroes: Neen. maar nou is-ie goed. De heer Hofland; Nou is-ie zeker goed. Ik ben toch zeker hier niet de verdediger van het voorste', van B. W. Ik heb dadelijk laten uitkomen, dal bedrag van f 14 000 zal mijn voorste! meer kosten da: dat van B. W. Wanneer nu plotseling hier gezegd wordt, ja maar dan nog het voorstel van 15. ,t XV. dan zeg ik. ja, maar ik ben toch niet de verdediger van het voorstel van B. W. Men weet, dat met de aanvaarding van ons voorstei gemoeid is een som van f 15.000 en dat moet terug gevonden worden. Maar waarover de Wethouder nie: sprak of dat althans niet tot de leden is doorgedronge: dat is. dat die f15.000 niet verloren worden, want wij halen ze er weer uit, wij halen ze er weer uit, docr de inkomens boven de f 4.000 bruto zwaarder tc be lasten. Er is dus geen sprake van verlies voor onze gemeente financiën, ook bij het voorstel van B. X- W. niet. De heer Jorissen berekent daar den vermeerderen aftrek op f 3.1 U9.250, terwijl die oorspronkelijk was f 2.320.200. En nu wil hij er nog wel bijvoegen f368.-35 volgens het vorrstei van B. iV W. Zooals ik in mijt: ToplicDting schreef, kom: er door mijn voorstel nog f42.1.30-! bij en als wij daar nu het milioen van der. heer lorrissen naast leggen, dan zullen we zien, dat liet tiijna is vereffend, dan is er geen verschil meer. dan van enkele honderden duizenden guldens, die meer verloren gaan door de vermeerdering van het aantal kohieren. Maar een argument tegen ons voorstel is dat vol strekt niet. Mijnheer Jorissen, nu ten slotte nog een woord over dat niet bezigen van gevoelsargumenten. Als er sprake is van (ieroeeiitefinancicn, weescr va': verzekerd, dat ik zoo nuchter ben, als mij mogelijk is Dan laat ik mij niet leiden door gevoelsargumenter. Maar weet je waar ik mij wei door laat leiden bij het behartigen in het algemeen van de iemeentebe- langen Dan houd ik altijd dit beginsel voor ooge: Er is een categorie van menschen, die met de aller grootste zorgen rondkomen en wij moeten probeerer. op een of andere wijze nietwaar, het leven van die menschen zoo dragelijk mogelijk te maken. Dat is geen gevoelsargument, dat is een argument, dat ik ontleen aan het belang der gemeenschap zelve, war.t die heeft er het allergrootste belang bij, dat ook dier. menschen het leven dragelijk wordt gemaakt, opdat zij niet vervallen in allerlei dingen, die wij ten slotte allemaal moeten afkeuren.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 10