LEEST
De Controleur,
MweeMM YOorU]
„DE KRONIEK"
IJZERI
NELLY.
Onafhankelijk weekblad voor
Nederland.
Het bevat, behalve de vele scherpe
critische beschouwingen, een uitste
kende, beslist objectieve tinancieele
rubriek, alsmede een revue der bui-
tenlandsche caricaturen. Vraagt gratis
toezending gedurende een maand
engij zult U abonneeren.
ADMINISTRATIE
0. Z. Voorburgwal 19
AMSTERDAM.
KERSTKRANSJES
bestrooid met
Amandelen..
Firma Wed. B. tan DOESBURG
Door het Bureau tot Publiciteit van
Wetenschappelijk Nieuws, Keizers
gracht 153 te Amsterdam, wordt
uitgegeven het weekblad
een samenvatting van al hetgeen
de voornaamste dagbladen en perio
dieken aan wetenswaardigs'behel
zen. »De Kroniek» tracht dus te
geven »van alles het beste», en
voor ben, die tijd noch lust hebben,
dagelijks ettelijke kolommen druks
te doorworstelen, maar die toch
»bij« willen blijven, is het weekblad
deaal. Abonnement f 1.25 p- jaar.
Vruagt grfttlg-pfoefntuamer.
Voorr.dfg O|OLOEID.n»E[0, 13; 1»
De Import*
StatioE
Tel. 6300.
en zij. die met de beginselen van dien
ADRES te willen opgeven aan het SECR.
RICHTING VAN EENE AFDEELING J
VRIJE LIBERAI.EN,
HENDRIK VAN V
FEUILLETON.
Toen omspande hij met de vingers den
geweerloop, stiet de kolf in het zand, en
leunde er op. Zóó sleepte bij zich hijgenc
en met inspanning van al zijn krachten
het geweer als stok gebruikend, naar hem
die daar zieltogend op den grond lag. Hl
knielde naast hem en wendde hem om. l*
vreesclijke blik van de wijd geopende ooget
des stervenden vervulde hem met ontzetting
Hij huiverde en wendde zich af.
Maar misschien was er nog iets aan t
doen I Hij leefde toch nog!
Maarten scheen opeens zijne kracht t
hebben weergevonden. Hij hing het gewet
opnieuw over den schouder en rende a
een waanzinnige het pad op naar den gra
hC»Att'r.hoferschreeuwde hij met gewc
dlge stem «Attenhofer! Help. Help!
Geen antwoord.
Radeloos bleef Maarten staan. Toen li<
hij als een gejaagd hert eerst een eind ten
naar den gekwetste, en toen weer naar b
he»Attenbofer!« schreeuwde hij. «Attent
ferl»
Verschillenden. Salaris Dir. G. W.
De heer Hofland. Nu leg ik dus verband tus-
schen die twee feiten.
De Voorzitter: Dat is toch onmogelijk, want
B. W. kenden dat voorstel niet en bij hen hebben
alleen gegolden de motieven, zoo pas genoemd.
De heer Hofland: Laat mij dus de zaak even
recht zetten. Ik val niet B. W. aan. Ik leg in mijn
gedachten verband lusschen het oen en het ander. Een
van de leden in de afdeeling zcide, uat hij tegen ver
hooging was, omdat men daarmede hel cachet op
iemands werk legt, dat het goed is. Zoo is er geredeneerd.
De heer Kroes: Dat ben ik gefeest.
De heer Hofland: Nu komt plotseling de com
missie van bijstand met het voorstel om een directeur
naast den opper-directeur te benoemen. Waarom is
dat? Omdat men ook overtuigd is ik zeg het
ronduit - dat zijn werk niet goed is? Aan de woor
den van den lieer Eysink zou je zeggen, dut bet een
premier man is, terwijl ik de afdeeling gehoord heb,
Verschillenden.
Salaris Dir. G. W.
was een loonsverhoogiiig, toen heb ik gezegd, M. de
V het spijt mij, maar dan zal ik mij er weer tegen
moeten verzetten. Het is gedraaid en gedraaid geweest,
maar ik blijf volhouden en ik zal mij er tegen blijven
verzetten. Dat nu. mijnheer Leinwcber, is de bespre
king, die wij hebben gehad in de commissie voor de
fabricage, waar ik als deskundige en ik geloof, dat de
hoeren vertrouwen in mij stellen, tenminste ik heb op
een enkel geval na altijd vertrouwen mogen ontvangen
van den Raad, was vóór de aanstelling van den ad
junct-directeur. Ik geloof, dat de heeren er wel van
overtuigd zijn, dat, als het niet noodig is, er geen
voorstel van de commissie voor de fabricage zal komen
om een functionaris aan te stellen, zooals de heer
Lcinweber hem dan noemt, een onderdirecteur. Ik heb
er zelfs dit bij gezegd, M. de V. Nu verklap ik mis
schien ecu gcluim, maar het is toch naar voren ge
bracht en het is misschien goed, om tot klaarheid te
komen, zooals de heer Hofland hot heeft gezegd. Ik
zeide, nu hoop ik één ding, n. 1. dat we in dit geval
eens gelukkig zullen zijn en dat wanneer eenmaal door
den Raad zal worden aangenomen een onder-directeur
aan te stellen, wij iemand krijgen niet grooie kracht
»„nhniRch« kennis en ook met een voldoen-
Jorissen en Kroes.
Salarisherziening. Stadig en Verhoef.
De Voorzitter: Ik krijg van den heer Hofland
het voorstel, om het salaris van den keurmeester-
monsternemer op t 900 vast te stellen.
De Wethouder J o r 1 s s e n M. de V.. ik zou
den Raad in overweging willen geven, op het oogen-
blik het voorstel, zooals het hier gedaan wordt door
B. W., aan te nemen. Practisch heeft de keur
meester-monsternemer f 900. Waarom is hier een
splitsing gebracht in f 700 en f 200 Men had dat
eenvoudig in zijn geheel kunnen laten. Maar zooals
u weet, is nog steeds in voorbereiding een keurings
dienst op vee, vleesch en viseh. Wanneer straks «leze
keuringsdienst tot stand zou komen en wij zouden
beginnen met aan dezen functionaris de opdracht te
geven voor de keuring van visch alleen cu wij zouden
dat vastleggen in zijn salaris als zoodanig, dan zouden
wij straks voor moeilijkheden komen te s.aan. Dan
zou de man als keurmeester van visch ontslagen moe
ten worden en het salaris behouden. Daarom heb ik
zoo pas gezegd, wanneer straks onze keurmeester
terug komt, moet het toch geregeld worden. Het is
dan ook beter de zaak gesplitst te houden. De man
heeft er niets minder om, want hij heeft toch f 900.
Wanneer straks de keuringsdienst op vee, vleesch en
visch in orde komt, is de zaak veel gemakkelijker en
beter te regelen. Ik geloof, dat de beer Hofland tnct
deze toelichting misschien tevreden is en daarin aan
leiding zal kunnen vinden, zijn voorstel terug te nomen.
<De heer Nieuwendijk verlaat de vergadering).
De heer Kroes: M. de V., ik zou graag van den
Wethouder willen vernemen, of de functionaris geen
verstand heeft van vleesch. Hij heeft wel kennis van
visch, maar niet van vleesch, nietwaar? Dus wanneer
wij dan eenmaal zoo ver zijn gevorderd, dat we ook
een vleeschkeuring krijgen, dan zullen wij waarschijn
lijk een ander persoon moeten nemer.
Is een keurmeester niet iemand, die alles keurt? Of
moet men hebben een keurmeester voor vleescb en
visch en een keurmeester voor kruidenierswaren en
alle mogelijke andere dingen meer? Ik beschouw het
zoo. De directeur van den keuringsdienst is toch dunkt
mij oen bacterioloog. Dat is de man, die alles keurt.
Wanneer wij nu aanstonds komen te staan voor het
feit. dat wij een keurmeester voor vleesch moeten
aanstellen, dan is dat iets, wat er bij mij niet in gaat.
Ik vind het moeilijk hier een besluit op te
nemen. Daarom zou ik voorstellen, het voorstel van.
B. W. te handhaven en ik zal niet mee gaan met
het voorstel van mijnheer Hofland, want ik vind het
zeer moeilijk nu een verhooging van salaris toe te
kennen.
De Wethouder J o r i s s e n M. de V., ik zou de
heer Kroes gaarne een nadere inlichting geven. Met
de keuring van vleesch is op het oogenblik en telkens
voor een jaar belast de heer Van Haselen, zoodat er
geen reden is onzen keurmeester de keuring van
vleesch op te dragen.
Het voorstel-Hofland wordt hierop verworpen met
9 tegen 6 stemmen, t, w. die van de heeren Hofland,
Van Kalken, Leinweber, Oostarveen, Overeem en
Stadig.
De Voorzitter Heeft overigens niemand be
zwaar tegen het voorgestelde salaris? Dan is dit goed
gekeurd.
(De heer Houbaer verlaat de vergadering.!
Achtereenvolgens worden nu goedgekeurd z. d. of
h. st de salarissen van het personeel van de brand-
Ondcrwijzerstalarissen.
In bespreking komt dan het salaris van hel onder
wijzend personeel.
(De heeren Tromp van Holst en Kroes
verlaten de vergadering
De heer Stadig M. de V., de hoofden van de
scholen A en C zijn tegenover de hoofden van de
scholen 1), E, F, en H in wat voordeeliger positie.
Zij habhen wat hooger salaris. Nu is het de vraag
waar koint dat hoogere salaris van daan Dat staat
in onmiddellijk verhand met de van deze heeren meer
gcCischte akten. Nu ziet men, dat de gewone onderwijzers,
de onderwijzers van bijstand, voor het lesgeven in een
der vakken Franseh, Duitseh of Kngelsch f 150 meer
krijgen. De hoofden zouden naar dienzelfden maatstaf
meer moeten hebben f 450, want ze moeten de 3 akten
hebben. Ik geloof, dat dit billijk zou zijn. Nu merken
11. W. op, de onderwijzers krijgen die f 150 niet
voor het bezit der akte, maar voor het lesgeven in
zoo'n vak. M. de V.. de zaak staat zoo, dat van de
hoofden der scholen A en C geeischt wordt, dat ze
de akten hebben en dat is het gebruik, dat zij van de
akten maken. Zonder die akten worden ze niet aan
gesteld. Mij dunkt dus, dat er alle aanleiding is. waar
zij hun akten in dien vorm ook productief maken, dat
ze geschikt zijn voor de leiding der school, hun sala
rissen op dezelfde wijze en naar denzelfden maatstaf
te verhoogen als die van de onderwijzers, die les
hebben te geven in die vakken. Ik stel dus voor, M de
V., om de hoofden van die scholen A en C een mini
mum te geven van..ik heb gesproken van drie
akten, maar dat moet zijn vier akten; dat wordt f600.
Ze moeten dus komen op een minimum van f2100.
(De heer Oosterveen verlaat de vergadering.)
De heer V e r h o e f, Wethouder van Onderwijs
M. de V., wanneer ik den heer Stadig mag beant
woorden, dan wil ik beginnen inet op te merken dat
er bij den heer Stadig een misverstand moet bestaan.
Hij heeft gezegd, dat van de hoofden dezer scholen
geeischt wordt, dat ze die akten bezitten. Dat wordt
inderdaad niet geeischt. Wanneer wij lezen art. 28
van de wet op het lager onderwijs, dan staat daar
«Aan het hoofd van elke school is eeti onderwijzer
geplaatst, die den leeftijd van drie en twintig jaren
moet volbracht hebben en den rang van hoofdonder
wijzer bezit.» Mij zijn M. U. L. O.-scholen bekend,
waarvan de hoofden slechts enkele van de akti n bezitten,
die hier inderdaad de hoofden van onze scholen A en
C bezitten. Geeischt worden dus deze akten door de
wet niet en het is mij ook hekend, dat, toen B. W.
dien eisch wenschten te stellen, de districts-schoolop-
ziener opmerkte, dat zij daarmee in strijd zouden komen
met du bepalingen der wet. Maar, M. de V. ik wil
nog opmerken, dat onze verordening bepaalt, dat alleen
voor het onderwijs geven 111 een van deze vakken de
onderwijzers genieten f 150.
Nu wordt in het request van de hoofden van de
scholen A en C. opgemerkt, dat het bijna in alle ge
meenten zoo is en dat wij de eenigen zijn, die Z'X>
achter zijn, om bun ook daarvoor niet f 150 toe te
kennen. Nu wil ik toch wijzen op een paar verorde
ningen, waarin dezelfde regeling voorkomt, die o>k
wij hebben.
De eerste is de verordening van de gemeente Roer
mond, die tot stand gekomen is op initiatief van den
inspecteur in de eerste inspectie, den heer Michiel van
Kesscnich, die zich zoo warm gemaakt heeft in dezen
tijd voor de salarissen der onderwijzers. En wat lees
ik nu in het vierde lid van art. 28? (In alinea 1 wor-'
den behandeld de salarissen der hoofden van scholen
en in alinea 2 die van de onderwijzers) Nu staat daar:
«Voor het hoofd der school en die onderwijzers van
bijstand, die in het bezit zijn van één of meer akten-