LEEST De Controleur, Het neHM Yoor U! „DE KRONIEK" IJZERZ NELLY. ünafhaubel(jk weekblad voor Nederland. Het bevat, behalve de vele scherpe critische beschouwingen, een uitste kende, beslist objectieve financieele rubriek, alsmede een revue der bui- tenlandsche caricaturen. Vraagt gratis toezending gedurende een maand en gij zult U abonneeren. ADMINISTRATIE 0. Z. Voorburgwal 19 te AMSTERDAM. KERSTKRANSJES g bestrooid met Amandelen.. Firma Wed. B. tan DOESBURG g Door het Bureau tot Publiciteit van Wetenschappelijk Nieuws, Keizers gracht 153 te Amsterdam, wordt uitgegeven het weekblad een samenvatting van al hetgeen de voornaamste dagbladen en perio dieken aan wetenswaardigs' behel zen. »De Kroniek* tracht dus te geven »van alles het beste», en voor hen, die tijd noch lust hebben, dagelijks ettelijke kolommen druks te doorworstelen, maar die toch •bij» willen blijven, is het weekblad deaal. Abonnement f 1.25 p. jaar. Vraagt gratis-proefnnmuier. Salarisherziening. Verschillenden. VoorradigGEGLOEID nos. 10, 12. 14, GEGALVANISEERD 11 en De Importei Station* Tel. 6300. en zij, die met de beginselen van dien B< ADRES te willen opgeven aan het SECRE' RICHTING VAN EENE AFDEELING Aï VRIJE LIBERALEN, HENDRIK VAN VI4 Maar per saldo is het salaris toch veel te laag. Hij komt nog niet in het bezit van die f 1600. dat is eerst na 3 tweejaarlijkscbe verhoogingen. De Voorzitter: Hij krijgt op 1 Jan. 1918 f 500. De heer Nieuw end ij k: Nu, M. de V.. Ik meen dat hij toch tenminste f ióoo.zou mogen hebben. Ik zou U willen vragen of U dezen ambtenaar wei eens gezien heeft, niet in dienst van de gemeente. Dag en nacht is hij in de weer. Als hij het kantoor af is, loopt hjj met dwangbevelen. Ik heb hem nog nimmer aangetroffen, dan in dienst der gemeente en dat kan niet gezegd worden van een ander ambtenaar. Ik zou in dit verband willen voorstellen hem f 200.meer te geven en zijn salaris te bepalen op f 1500.plus 3 tweejaarlijkscbe verhoogingen van f too. De Voorzitter: De bedoeling is, dat wat hier bepaald wordt, ook geldt voor een volgenden deur waarder en de persoon in quaestie blijft er dus buiten. Die zou op 1 Jan. f 1500.hebben. De heer N i e u w e n d ij k Ja, maar het lijkt mij toch te laag. Dus dan zou het salaris ten slotte komen op De Voorzitter: Het maximum zou f 1600. De heer N i e u w e n d ij k Dat is het juist, dal vind ik te laag. Ik zou wensclien, dat die ambtenaar met Januari begon met f 1500.maar dan 3 verboogin gen zou krijgen. De gemeente heeft zich kolossaal uitgebreid en en ik begrijp nog niet, hoe deze amb tenaar het kan redden. Hij is al, meen ik, een jaar of 9 a 10 in dienst der gemeente. Wat zijn in deze jaren zijn verhoogingen geweest Dat is miniem. Ook voor hem zijn de kosten groot. Ik blijf er bij, dat hij altijd en altijd in dienst is van de gemeente, 's Avonds laat en 's morgens vroeg. Ik stel dus nog voor hem na de f 1500.— te geven 3 verhoogingen van f 100. De Voorzitter: Ik ontvang van den heer Nieu- wendijk, ondersteund door deheeren Kroes en Houbaer, het volgende voorstel Ondergeteekenden stellen voor het salaris van den deurwaarder te bepalen op: minimum f 1500.— plus 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 100. Om geen tijd te verliezen zal ik niet repliceeren, Verlangt nog iemand het woord? De heer I. e i n w e b e r Dit is een voorstel, waar mee ik mij niet kan vereenigen, want nu zou de deur waarder op stuk van zaken f 1800.— krijgen en de ontvanger f 2700. De Voorzitter: Straks zal er een voorstel van B W. komen, om het salaris van den ontvanger te brengen op f 3100.— Ik deel U dit mede, omdat dit voorstel niet mag lijden onder de omstandigheid dat U met ons voorstel onbekend is. De heer Leinweber: Dat verandert. Het voor stel.Xieuwendijk wordt hierop aangenomen met 11 tegen 5 stemmen, en wel die van de heeren Eysitik. Jorissen, Veis Heijn, Verhoef en Van der Wal. Aan de orde komt dan het hoofdstuk Gemeente werken, en wel het eerst het salaris van den Di- Salaris Dir. G. W. De heer Kroes: M. gedeeld, dat ik in den verhooging van salaris de V., ik heb u straks al mee- raan ben geweest, dat dit geen :ou zijn, maar alleen een z. g duurtetoeslag. En om aan te toonen, dat ik niet de eenige was, bij wien dit idee bestond, kan ik verwij zen naar de vergadering van de commissie voor de fabricage. Wij verkeerden allemaal in hetzelfde idee, tot zelfs onze Voorzitter tóe. Later is dat veranderd geworden en is ons medegedeeld, dat de bedoeling was een tractementsverbooging. Toen het bij ons gold als toeslag wegens deze tijdsomstandigheden, waren wij er volkomen voor. Maar toen wij hoorden van een sularisverboogiug, was ik de eerste, die mij er tegen Het spijt mij, dat ik dit in openbare zitting zal moeten handhaven en tegen de sularisverhuoging zal moeten stemmen, tenminste tegen de verhooging van het salaris van den heer Beltman tot f 3750. Do heer Leinweber: Mj. de V., ik heb dadelijk wel begrepen, dat het tracteraentsverhooging was, maar toen het in de afdeeling op stemmen aankwam hebben B. W. gedacht, laten wij het er onder het mom van een duurtetoeslag door zien te krijgen. Deze directeur was vroeger gemeentearchitect. Hij heeft toen den titel gekregen van directeur en behalve den titel ook nog f 500. Nu krijgt hij er weer f 250 bij. Met dergelijke verhoogingen kan ik niet meegaan, omdat ik een iractemcnt van f 3500 voldoende vind. Wij hebben pas gehoord in de commissie voor de fabricage, dat het plan Is over te gaan tot de aanstel ling van een adjunct-directeur op een salaris van f 3000. Dus nu wordt van de werkzaamheden van den Direc teur een belangrijk deel afgenomen en om nu nog het salaris te gaan verhoogen, dat is iets waarmee ik mij niet kan vereenigen. De heer Hofland: M. de V., dat is heelemaal een nieuw element in de geschiedenis, dat daar wordt aangeroerd. Daar wist ik niets van. Is het werkelijk het voornemen, een adjunct-directeur aan te stellen op een salaris van f3000? De heer H o Het is toch De heer E y s i n k, Wethouder van Openbare Wer- M. de Vik stel er prijs op, naar aanleiding hetgeen door de heeren Kroes en Leinweber i: in het midden gebracht, betreffende de quaestie vi salaris van den directeur et ken van dienst in bet algei dat ieder het ermede eens f 250 op een salaris vat ^n het woord te vragen 1 de verhooging van het de hoofden van de tak- een, van f 250. Ik geloof, zal zijn, dat een bedrag f3500 niet in aanmerking gebracht kan worden als een verhooging van salaris, maar het karakter heeft van een duurtetoeslag, temeer •dat wij van verschillende werklieden en ambtenaren het salaris gaan verhoogen en daar tevens een duur tetoeslag bij geven. Men kan zeggen, het is een vaste duurtetoeslag, maar in elk geval heeft het toch een karakter van een duurtetoeslag. Ik vind, dat er ook heelemaal geen bezwaar is, al had het een tijdelijk karakter, om de eenvoudige reden, dat wanneer wij siraks een commissie benoemen, die te harcr tijd die duurtetoeslag kan herzien en zal oordeelen of het noodig is die terug te brengen of te bandhaven, deze commissie zonder eenigen twijfel rekening zal houden met de salaris verhoogingen, die plaats hebben gehad en onder de oogen /al zien, wat zij in verband daar mee aan duurtetoeslag zullen moeten hebben. De heer Leinweber verwijt B. W., dat zij aanvankelijk hebben bedoeld een salarisverbooging en gezegd hebben, nu, wij zullen het onder het mom van een duurtetoeslag maar in het midden brengen en dan slikken de heeren het wel. M. deV„ ik geloof namens het geheele college te spreken, wanneer ik dit ten zeerste ontken, en ik geloof niet, dat een van de leden FEUILLETON. Toen omspande hij met de vingers den geweerloop, stiet de kolf in het zand, en leunde er op. Zóó sleepte hij zich hijgend en met inspanning van al zijn krachten, het geweer als stok gebruikend, naar hem, die daar zieltogend op den grond lag. Hij knielde naast hem en wendde hem om. De vreeselijke blik van de wijd geopende oogen des stervenden vervulde hem met ontzetting. Hij huiverde en wendde zich af Maar misschien was er nog iets aan te doen I Hij leefde toch nog! Maarten scheen opeens zijne kracht te hebben weergevonden. Hij hing het geweer opnieuw over den schouder en rende als een waanzinnige het pad op naar den graf heuvel. •Attenhofer schreeuwde hij met gewel dige stem Attenhofer! Help! Help! Geen antwoord. Radeloos bleef Maarten staan. Toen liep hij als een gejaagd hert eerst een eind terug naar den gekwetste, en toen weer naar het heuveltje. Attenhofer!» schreeuwde hij. Attenho fer!» Nu stormde hij in de richting van het station voort. Hij lette er niet op, hoe het onweder thans in zijne volle kracht was losgebroken. Aan alle kanten stond de hemel als in vlammen, de donderslagen ra telden onophoudelijk en de regen plaste als eene wolkbreuk neer. Het was eene ware razernij der elementen. Binnen ééne minuut was Maarten door weekt tot op den huid. De regen zweepte hem zoo woedend in het gelaat, dat hem hooren en zien verging. Hij kon er niet tegen op. Hij kroop in het kreupelhout, om onder de dicht bij elkaar staande hoo rnen ten minste een weinig beschutting te vinden. Aan eenen boomstam hield bij zich vast. Daar sloeg een blauwig witte bliksemstraal in zijne onraiddelijke nabijheid neer. Het licht verblindde hem, en de ratelslag, die er op volgde, verdoofde hem. Hij zag nog slechts hoe een zware den, die door den bliksem was getroffen, en juist op hem dreigde te vallen en hij bezat nog tegen woordigheid van geest genoeg om snel op zij te springen. Doch dit was het laatste. Bewusteloos zonk hij neder. Het vreeselijke onweder woedde bijna een uur aan één stuk voort. Maarten's wanhopig geroep om nuip zeer goed gehoord maar hij had het beter ge acht in zijnen schuilhoek te blijven Hij had een tamelijk veilig plekje gevonden. Waar om zou hij zich blootstellen aan het gevaar van door den bliksem getroffen of door eenen omgerukten boomstam verpletterd te worden? Hij zat daar goed Alleen was hij tot op zijne huid nat. De zon 'vas reeds ondergegaan, toen het onweder aftrok. Nu kroop Attenhofer uit de dichte struiken, in welke hij verborgen had gezeten, te voorschijn en keek naar alle kanten rond. In gebukte houding sloop hij naar het voetpad en boog zich over den ter aarde liggenden Templin. Was de ma 1 dood? Leefde hij nog?... Neen I Het kortste onderzoek was vol doende om allen twijfel op dit punt weg te nemen.Reinhold Templin zou van het gebeurde niets meer navertellen. Attenhofer greep hem onder de artnen en sleepte hem tusschen de struiken. Ver volgens keerde hij terug, nam den hoed, den mantel en het valies, die daar nog lagen, en verdween met deze voorwerpen weder in het kreupelhout. Ook eenen zwaren steen nam hij van den weg mee. Hierna was hij lang, zeer lang, met het lijk bezig. Het was reeds volslagen donker, zen reismantel had gemaakt, de plek verliet. Hij had zóó zwaar gewerkt, dat dikke 1 zweetdroppels hem langs het gezicht rolden. Zijue kleederen waren geheel bevuild en dóórnat, zijne handen met gele aarde bedekt. Hij zocht den'waterkant op en wiesch zich zorgvuldig gezicht en handen. Toen pakte hij zijnen bundel weder op en ging op het licht af, dat uit het venster van den jachtopziener Stolpe naar buiten straalde. Achter het huls legde hij zijnen bundel neer. Daarna klopte hij tegen de vensterruit en riep Tante, doet mij open! Ik ben 't, Joseph! Laat mij binnen! 't Is slecht met mijl» J Hoe lang Maarten onder den plasregen bewusteloos daar gelegen bad, wist hij zelf niet. Het gebeurde van de laatste uren was aan zijn geheugen ontsnapt. Hij had een gevoel alsof er een ijzeren band om zijn hoofd was gelegd, die van tijd tot tijd met schroeven nauwer werd aangeklemd. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 8