FORTMANN HEHENKAMP LANGESTRAAT 63 I Juni Hoofdprijs I J5.000. gevallen op serie 2330S no. 42, Eerstvolgende trekking I AUGUSTUS a.s. Soliede AGENTEN gevraagd 4 Amersfoort PRIMULA's PRODUCTEN Het Paria-meisje. MAGAZIJNEN VAN TAPIJTEN - GORDIJNSTOFFEN EN BEDDENARTIKELEN - BEHANGERIJ - STOF- FEERDËRIJ-MATR ASSENFABRIEK GOEDKOOPE AANBIEDING IN SPIRAAL- EN KAPOKMATRASSEN TEGENOVER SS KROMME3TRAAT ABONNEERT TT OP| ADVERTEERT I I J ICLiu bi&CL Hoezee tis hitwees t oude doen i DE PLANTA IS VRU VAN RANTSOEN! F. H. LOMANS 48 Hol - Telefoon 853 AMERSFOORT Eltctro-Ttchnltch Bur.nu - I.lcht- .11 K.»ebH».ull»ll« - Mod.,n. HUk»mbt».llltlii|I AMERSEOORTSCHE RIJ TU LU M A AT S 0 H A1' 1' IJ Westsingel 38 -Telefoon 43 Loxe Rijtaigen en Livreien voor Gelegenh. Uniformen voor Begrafenissen. Directeur W. F. V. n, ZWAAN. voorts Terscliillendo i>rij/.en ran f 4500.--, f 1000.--, f450.--, f225.--, f115.- enz. Prpen dadelijk betaalbaar. Trekkiiigsljsten op aanvraag. B Ondergeteekende geeft rechtstreeks uit of wel door tusschenkomst van hare bij kantoren en agenten door gohoel Nederland 3 pCt. obligaties met preinie-uitkeeringen (zonder nieten), waarvan de aandeelen Koninklijk zijn goedgekeurd,grootf 200.—,fioo.-, f50.— fio.— ook in termijnbetalingen vanaf f2.20 por 2 maanden. Deze premie- trekkingen geschieden zes maal per jaar iu het openbaar ten overstaau van een Notaris, met den hoofdprijs van I 70.O00. Voorts bedragen de hoofdprijzen der overige trekkingen f55.000.—, f28,000.-, f 110.000.—, f45,000.— en f35.000.—.Vraagt kosteloos volledige inlichtingen, MID11ENSTAND-VEREENIGING, koofdadininistratie WESTEINDE 67, VOORBURG. L. G.PONNE Tlasakkerwei; Telefoon 160 1 Levert tot billijkste noteering Electromotor»» jT, uit voorraad van Cr&T, 0.6 tot to p.k. Vaw Licht en Kracht Installaties L j alleen uit eerste klasse j IV materialen gemonteerd 1 - KRACHT— k 1) II IJ F K I K M F, N voor SOEP en BOUILLON. VERKRIJGBAAR BIJ FA. C. J. DE KONING, KAMP 10, AMERSFOORT. A NEL CA RUBBLR ZOOLBESLAG STERK - PRACTISCH - GOEDKOOP Verkrijgbaar bij J. GROOTEN DORST, hof 38 FEUILLETON. 17). o- Ik hoorde juist Janus beweren: >Zoo- dat, mijnheer de graaf, ik nu maar zeggen wil, dat ik met Baas Derksen, dsn metse laar, zooveel als een voorloopige raming heb gemaakt van een nieuwen druivenmuur». «Hoor eens, Janus, jo bent wel wat voor barig, zoo zonder mijn voorkennis «Maar mijnheer de graaf, U gaf mij toch zelf voor een paar weken toe dat de muur gevaarlijk wordt voor hot ooft en wij moeten toch met afwinden en bouwen klaar ziju voor het hout begint tc werken in de eerste zoele dagen Ik van mijn kant, die daar op de vloermat zwijgend stond te luisteren, verwonderde my over vader. Ook mij had hij een paar weken geleden gesproken over esnigc nood zakelijke veranderingen en verbeteringen op de plaats en daarbij gezegd: «Het moet van 't voorjaar gebeuren, want ik kan nu de contanten missen Geheel in strijd met die bewering was nu vaders antwoord aan den tuinman «Nu ja. een los gezegdeje bent te onge duldig Janus, ik heb mij bedacht, de ntuur kan 't nog wel een jaar uithouden!» »Nou een jaarl Als wij dan maar niet voor een puinhoop staan 1» «Des te beter, dat spaart dan sloopings- kosten,» antwoordde vader kortaf: «Het blijft bij wat ik zeide, een volgend jaar, nu niet.... Dank-je, Janus!» Janus giug heen, mij eerbiedig groetend, op zijn gezicht was groote teleurstelling te lezen. Als een geheel blinde, tastond met zijn stokje, strompelde vader de gang in naar dc eetkamer, want bet was etenstijd. In gewone omstandigheden kan vader nog heel goed zijn weg vinden, maar als hij onder den indruk is van een zenuwachtige aandoening is hij volslagen blind: «Wat kan hem nu hinderen, van ochtend zag bij juist buitengewoon goedvroeg ik mijzelven bezorgd af. Wij giitgeu aan tafel. Vader proefde van de soep en trok toen zijn wenkbrauwen samen: «Ma chère,» zoo wondde hij zich lot mijn stiefmoeder«De keukeumeid maakt wat al te ruim gebruik van de gelegenheid dat zij de groente maar voor het plukken heeft. De smaak van de selderie overheerscht geheel die van het vleeschnat.» Mama ant woordde niet, maar boog zich slechts dieper over baar soepbord met zijn donkergroenen inhoud. Het vleesch kwam opVtafol, Volgens ge woonte zeide mama: «Laat mij je bedienen, Frederik!» maar er was iets verlegens in hare bewegingen en zij plaatste een groente- schaal tusschcn papa's slechte oogen en den vleeschschotel. Zij legde papa's gewone portie op zijn bord, toen bediende zij mij en ik beantwoordde haar beschaamden smeckenblik met een geruststellend hoofd knikje, een meewarig glimlachje. Och, wij 2ijn kleine eters op Sprankelen en dat de bodem van mijn geldlaadje, mijn vader's spaarkasje, mijn moeders huishoudbeurs zoo spoedig zichtbaar werden dieu dag en het nog veis dagen dagen daarna bleven, het had immers alles dezelfde aanleiding. Wat behoefden wij elkander verwijten te doen Maar toen ik lette op onze bedrukte gezichten bij dat diner en dacht aan het vroolijke gezicht waarmede Adolf mij voor het laatst had toegeknikt, toen kon ik niet nalaten te denken: vreemd gaat het toe in het leven I Waarom kunnen menschen van één gezin niet altijd in dezelfde stemming zijn Als Dolf geniet, trekken wij op Spran kelen lange gezichten, en klaren de onze op, dan kan men verzekerd zijn van Adolf's slechtgeluimdhsid Zoo kon het gebeuren dat ik drie weken geleden schreef: «Dolf is vertrokken, wij hadden een mager diner... natuurlijk?» Drie weken larg voelde ik niet de minste opgewektheid te schrijven in dit boek. Waarover had ik ook moeten uitweiden papa knorrig en gemelijk, mama in zichzelf gekeerd, alleen zichtbaar bij de maaltijden, ik mij opsluitend in mijn kamer waar ik mediteer over gegevens voor een nieuw werk, de druivenmuur al bouwvalliger, de diners nog altijd naar den smaak van een vegetariër dag ua dag dezelfde sleur! Waarlijk, het groote hiaat in de data van mijn dagboek is welsprekender dan de langste uitwijding! Vierde Hoofdstuk, Tweeds fragment uit het dagboek van Otto Swaeuecroon. Een briefeen bespottelijke ellenlange brief van Frans de BruijneEen storm die het gladde oppervlak van een vijver rimpelt! Een gouden droppel in een zee van inkt! Sprankelen schijnt te iwrleveu, als een schoone slaapster wakker gekust door bet leven, het volle rijke dwaze leven En de auteur van dat alles Frans de Bruijne! O zijn brief! Dat kostelijk staaltje van menschelijke kortzfehtigheid en autosuggestie. De goede vrome Frans de Bruijne, zoo weinig vooruitstrevend, zoo zwaartillend, moet op een bal verschijnen en en. O Fransmet je masker van edele zelfopofferende vriendschap voor oogen, wat ben-je voor mij, die juist bouwstoffen verzamelt voor een nieuw boek, een kostelijk geval van schijnheilige zelfverblinding. Om mij, je vriend, droeg je met mannenmoed die schokkende wederwaardigheden van dat balliet je je in met zoo'n wuft exem plaar van het vrouwelijk gsslacht? De antieke voorbeelden van alles over treffende vriendschap verbleken bij dit moderne staaltje van opofferende genegen heid 1 Frans de Bruijne, de eerzame vrome Frans de Bruijne, naar een bal gedreven, zooals eeuwen geleden de vrome christen slaaf naar de heidensche oryieën van zijn heer! Frans de Bruijne, schoon vrijer dan zoo'n oude lijfeigene, toch met slaafsche onderworpenheid want, te veronderstellen dat hier sprake kon zijn van het onweer staanbare aantrekkelijko van het eeuwig vrouwelijke is een absurditeit al te dwaas bij een vriend als Frans de Bruijue die nog ureti en uren blijft omdat hij alles, alles, moot weten van oen zeker meisje Iti wisr gezichtje hij een aandoenlijke gelijkenis meent te zien met zijn ongelukkigen leelijken vriend. Frans de Bruijne. die over het middernach telijk uur thuiskomend, nog een langen brief gaat schrijven met «en ijver om een bakvischje jaloersch te maken over zulk een kostschoolmeisjesopvatting I En dat jeugdig vuur, die ijver, alles om den mooien bochel van zijn vriend! Hoe edel, hoe aandoenlijk! Ik vrees, jij puik van alle vrienden, je leed aan hallucinaties, je zocht achter liet verheven lichaamsdeel van je vriend een paar mooie meisjesoogen Barmhartigs goden! bergt de ransel op mijn rug zulke kleinoodiSn het groote Vraagtoekeu van mijn leven werd een van blij geluk dronken Uitroep! Maar Frans met zijn ernstige degelijkheid beklaag ik, waarom toch vertoont de zonde zich altijd zoo verlokkend. Of is het de Innige verontwaardiging van den boetpredi ker, die hem op de bladzijden waar hij het zondarosje beschrijft, zoo welsprekend doet zijn? Haast gunde hij zijn pen den tijd niet om de letters af te ronden, ais maakte hij haast om naar nisuwe bekoorlijkheden te ijlen, zooals eeu vlinder met trillende vlerkjes zweeft boven een groot bloemenperk en, strijkend over alle bloemen, in zijn weelde niet weet waar, op welke bloem het eerst zich neer te zetten Maar welk een kracht van beschrijving van een eenvoudig bal; ik leefde mee met hem, met dat meisje j Ik herinner mij, hoo Frans en ik alsstu- den ten te Utrecht hij door zijn vroom heid, ik door mijn gebrek, dat mij schuw, verlegen maakte, wars van alle wereldsche genoegens, meestal dc avonden gezamenlijk doorbrachten. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1919 | | pagina 4