COURANT.
Dinsdag 15
Juli 1919.
No. 9205.
69e laargang
Uitgave van de Drukkerij „De Auienrfoortsche Goarant, voorheen Firma A. H. van CleefT.
REDACTEUR
F. W. H. OUDENS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maandenj 1.— BUREAUX:
franco per post /1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- KORTE GRACHT 9
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en ontelgenlngs-
advertentlên per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels /1.25 Bewijsnummers worden In vatvuctdiat
rekening gebracht en kosten, evenals afzonderlijke nummers, 5 cent. VALKESTRAAT 19.
Bij advertentlën van bulten de stad worden de Incasseerkosten In rekening gebracht. Postbus 9. Telefoon 1
OVERZICHT.
Buitenland.
De verblijfplaats van den Ex-Keizer.
Binnenland.
Broodprijzen Boterpaniek.
KENNISGEVINGEN.
'.ANDWIER.
Overgang van de Militie naar de Landweer.
De Burgemeester van Amersfoort,
brengt ter kennis van belanghebbenden
hetgeen volgt:
x. Op 1 Augustus a.s. gaan naar de
landweer over de dienstplichtigen der militie,
behoorsnde tot de infanterie de wielrij
ders bieronder begrepen - de vesting-artil
lerie, de pontonniers, de genietroepen, de
hospitaalsoldaten en de administratietroepen,
van de militielichting 1913 en van oudere
militielichtingen, die ook in normale tijds
omstandigheden op 1 Augustus 1919 wegens
volbrachten militiediensttijd naar de landweer
zouden overgaan.
De milietieplichtigen, werkzaam bij den
Motordienst, worden, voor wat betreft den
overgang naar de landweer, beschouwd als
nog tot hun vroeger korps te behooren en
slechts bij den motordienst te zijn gedeta
cheerd. Indien er zich oBder hen personen
bevinden, die vóór of op 31 Juli 1919 den
voor hen in normale tijdsomstandigheden
geldende militiediensttijd hebben volbracht,
gaan deze derhalve naar de landweer over,
zoo de overige militleplichtigen hunner lich
ting en van het wapen, waartos zij in ver
band met bet bovenvermelde moeten geacht
worden nog te behooren, naar de landweer
overgaan.
2. De door dienstplichtigen vroeger ge
noten ontheffing of vrijstelling van den
militiedienst rekent mede als diensttijd en
brengt alzoo geen vertraging in den over
gang naar de landweer.
3. Bij het berekenen van den onder
punt i vermelden diensttijd wordt niet me-
degerekend
a. de tijd, doorgebracht met uitstel van
eerste oefeniug;
b. de tijd, gedurende welken de dienst
plichtige wegens veroordeellng tot gevan
genisstraf of tot militaire gevangenisstraf,
tot hechtenis of tot militaire detentie opge
sloten is geweest of gedurende welken hij
preventief opgesloten is geweest, zoomede
de tijd, door den dienstplichtige doorgebracht
in de klasse van militairen, die aan een ge-
strengere krijgstucht zijn onderworpen;
c. de tijd, gedurende welken de dienst
plichtige ten gevolge van zijn afvoering als
deserteur niet in de sterkte van een korps
der landmacht was begrepen
d. de tijd, voor welken den dienstplichtige
het recht werd ontzegd om bq do gewa
pende macht of als militair geömployeerde
te dienen, of voor welken hij van dat recht
werd ontzet, voor zoover hij daarvan geen
gratie heeft verkregen.
4. Heeft de dienstplichtige zich schuldig
gemaakt of maakt hij zich schuldig aati
eenig verzuim of eenige overtreding ten
aanzien van de Mllitiewet en heeft hij de
aan het verzuim of de overtreding verbon
den gevolgen op 1 Augustus as. nog niet
ondergaan, dan wordt, totdat dit zal hebben
plaats gehad, zijn overgang naar de land
weer geschorst.
5. Zij, die dit jaar «aar de landweer
overgaan, zullen vormeh de landwesrllch-
ting 1919.
6. Voor zoover de militieplichtigen, die
op 1 Augustus a.s. overgaan naat de land
weer, in hot genot zijn van groot-verlof en
in hun woonplaats binne» het Rijk verblijf
houdtn, moeten zij zich in genoemde maand
in persoon aanmelden bij den Burgemeester
hunner woonplaats ter secretarie der ge
meente en bij bedoelde aanmelding voorzien
sijn van hun verlofpas. Ten aanzien van den
groot-verlofganger, die bij sijn overgang
naar de landweer niet gevestigd is of zich
niet vestigt ie een Nederlandsche gemeente,
moet onder woonplaats worden verstaan de
Nederlandsche gemeente, welke hij als zijn
woonplaats wenscht beschouwd te zien, mits
hij binnen dertig dagen na den dag, waarop
hij in de positie van verlofganger der land
weer is overgegaan, den wensch daartoe
te kennen geeft aan den Burgemeester van
de daarbij betrokken gemeente. Doet be
doelde verlofganger deze kennisgeving niet
of niet binnen den bedoelden termijn van
dertig dagen, dsn is te zijnen aanzien onder
woonplaats te verstaan de gemeente, waar
hij laatstelijk stond ingeschreven In het
verlofgangersregister van de landweer of
van de militie dan wel, Indien hij te voren
nog niet in bedoeld register stond inge
schreven, de gemeente, voor welke hij bij
de militie werd ingelijfd.
7. De militieplichtige groot-verlofgangers,
die naar de landweer overgaan en in do
maand Augustus a.s. verblijf houden buiten
bun in dat punt bedoelde woonplaats, be
hoeven zich niet in persoon aan te melden,
doch zijn alsdan verplicht hun verlofpas bij
aangeteekenden brief waarin hun adres
duidelijk en volledig moet worden vermeld
toe te zenden aan den Burgemeester
dier woonplaats.
8. Zij, die op 1 Augustus a.s. naar do
landweer overgaan, zijn van dien datum af
onderworpen aan alle voorschriften, voor
de landweer gegeven, voor zoover deze op
hen van toepassing zijn.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op
de hieronder vermelde bepalingen der Land-
wetrwet:
Met verlofganger» wordt in deze be
palingen alleen bedoeld de dienstplichtige,
die groot-verlof heeft.
Op dienstplichtigen met onbepaald klein-
verlof of ander klein-verlof zijn deze be
palingen dus niet van toepassing.
Art. 24. De verlofganger van de landweer
meldt zich, voorzien van zijn verlofpas, binnen
dertig dagen na den dag van zijn overgang
naar de landweer of na dien, waarop hem
de verlofpas is uitgereikt, in persoon aan
bij den burgemeester zijner woonplaats, ten
einde aldaar in het In artikel 26 bedoeld
register (d.i. het verlofgangersregister van
de landweer) te worden ingeschreven. Wat
ten aanzien van een verlofganger, die niet
gevestigd is of zich niet vestigt in eene
Nederlandsche gemeente, is te verstaan onder
woonplaats, wordt door Ons (de Koningin)
bepaald (zie punt 5 hierboven).
De verlofganger van de landweer, die
verblijf houdt buiten zijne in het vorig lid
bedoelde woonplaat!, kan ter vervulling van
de verplichting, in dat lid omschreven, bin
nen den daarin gestelden termijn zijn ver
lofpas aan den burgemeester zijner woon
plaats bij aangeteekenden brief toezenden.
De verlofpas wordt hem door dien burge-
msester bij aangeteekenden brief terugge
zonden.
Art. 25. De verlofganger van de landweer,
die zich gaat vestigen in eene andere ge
meente binnen het Rijk dan die, waar hij
In het in artikel 26 bedoeld register staat
Ingeschreven, geeft daarvan kennis aan den
burgemeester van laatstbedoelde gemeente
uiterlijk den vijfden dag, nadat hij de plaats,
waar hij gevestigd was heeft verlaten.
Binnen dertig dagen na den dag, waarop
hij bedoelde kennisgeving heeft gedaan,
meldt hij zich, voorzien van zijn verlofpas,
in persoon aan bij den burgemeester der
der gemeente, waarin hij zich vestigt, ten
einde aldaar in bedoeld register te worden
ingeschreven.
De buiten het Rijk gevestigde of zich
met toestemming buiten het Rijk ophoudende
verlofganger, die zich vestigt of weder gaat
verblijven in de gemeente, waar hij in be
doeld register staat Ingeschreven, meldt zich
binnen dertig dagen na die vestiging of na
dlon terugkeer In persoon aan bij den bur
gemeester dezer gemeente.
Art. 27. De verlofganger van de landweer
mag niet aangaan eene verbintenis tot uit
oefening van de buiteniandsche zeevaart of
van de zeevisscherij buitenslands, noch zich
achtereenvolgens langer dan gedurende een
jaar buitenslands ophouden, zondor toestem
ming van of vanwege Onzen Minlater
Oorlog.
Bij de toestemming kan de verlofganger
worden vrijgesteld van opkomst oader de
wapenen en van het bijwonen va.i het jaar-
lijksch onderzoek.
Aan de toestemming kunnen zoodanige
voorwaarden worden verbonden als ln het
belang van den dienst noodlg worden ge
oordeeld.
Art. jS. De verlofganger van de landweer,
die artikel 24 of artikel 23 niet naleeft of
in strijd handelt met artikel 27, eerste lid,
kan In werkslijken dienst worden geroepen
of gehouden voor den tijd van ten hoogste
eene maand. De duur van dezen dienst wordt
bepaald door Onzen Minister van Oorlog,
die tevens bet korps van het leger aanwijst,
waarbij de werkelijke dienst moet worden
vervuld.
Art. 29. De verlofgangers van de land
weer worden jaarlijks (ln November) voor
zooveel zij niet in den loop van het jaar
overeenkomstig artikel 11 onder de wapenen
zijn gekomen, eenmaal op den door Ona (de
Koningin) te bepalen tijd door den districts
commandant of door een door of vanwege
Onzen Minister van Oorlog aaD te wijzen
autoriteit onderzocht, tenzij Wij (de Konin
gin) het raadzaam mochten achten dit onder
zoek geheel of ten deele achterwege te laten.
Aan het onderzoek, in het vorig lid be
doeld, kan naar regelen door Onzen Minister
van Oorlog vastgesteld, een oefening ver
bonden worden zulks evenwel met dien
verstande, dat de tijd voor onderzoek en oefe
ning, met inbegrip van de heen- en terug
reis, niet langer dan 12 uren in beslag neme.
Art. 31. De verlofganger van de landweer
verschijnt bij het onderzoek in uuiform ge
kleed en voorzien:
a. van de tot zijne voorgeschreven uit
rusting verder behoorende kleeding- ea
uitrustingstukken
b. van de wapenen, het ledergoed, de
reglementen en de dienstvoorschriften, hem
uitgereikt;
c. van zijn zakboekje en van zijn ver
lofpas.
Hij is verplicht om in de gevallen en
naar de voorschriften door Onzen Minister
van Oorlog vastgesteld, voorwerpen, sis ln
dit artikel bedoeld, in ontvangst te nemen,
dan wel deze in te leveren.
Opgave van adres.
Den verlofgangers wordt in hun eigen
belang dringend aanbevolen, te zorge. dat
hun nauwkeurig adrea steeds bij den Bur
gemeester der gemeeDte, waar zij voor de
landweer staan ingeschreven, bekend is,
hetzij zij binnenslands hetzij zij buitenslands
verblijf houden. Aan hen namelijk, van wie
het adres bij den Burgemeester bekend is,
wordt door diens zorg een persoonlijke ken
nisgeving toegezonden van bij openbare
kennisgeving te hunnen aanzien gedane op
roeping onder de wapenen of in werkelijken
dienst voor oefeningen, voor straf, tot het
ondergaan van het jaarlijksch onderzoek of
tot het inleveren van militaire goederen.
Personen, die een dienstplichtig familielid
hebben, dat in het buitenland verblijf houdt
en in de termen valt van overgang naar
de landweer, worden uitgenoodigd belang
hebbende te herinneren aan de bepaling
van artikel 24 bovengenoemd en hem ln
kennis ie stellen met hetgeen hierboven
vermeld is onder «Opgave van adres».
Amersfoort, 4 Juli 1919.
De Burgemeester voornoemd,
v. RANDWIJCK.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
brengen ter algemeen» kennis:
dat, blijkens ontvangen mededeeling, Be-
stuurdera-Collatoren van het Houckema-leen
te Bols ird, voornemen» zijn over te gaan
'or ae begeving van een studiebeurs.
Nakomelingen uit de familie van dsa
stichter, die naar de beurs wentchen te
dingen zullen zich, onder overlegging van
een geboorts-acte en met opgave 1 \n ge
noten onderwijs, vóór 20 Juli a s. schriftelijk
moeten aanmelden bij Dr. C. J. Nie-neijer
te Bolsward. Zij dienen dan den Ier .jd van
12 jaren te hebben bereikt.
De begiftigde zal vrij zijn in de keuze
van een vak van atudle.
De aollicitanten zullen z' :h hebben te
onderwerpen aan een vergelijkend examen
waarvan de datum later zal worden bekend
gemaakt.
Amersfoort, 10 Juli 1919.
Burgsmaester en Wethouders
voornosmd,
Ds Burgemeester,
v. RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
De Burgemeester van Amersfoort
gelezen circulaire no. 121027/55 Rijk»-
bureau voor de Distributie van Graan en
Meel dd. 11 Juli 1919,
maakt bekend
dat de Minister van Landbouwnijverheid
en Handel, gelet op zijne beichikking van
7 Juli 19x9, no. 110837/55/Ai, Rijksbureau
voor de Distributie van Graan en Meel
(Staatscourant no. 149)
keaft goed gevonden te bepalen
dat voor de 27ste periode als wittebrood-
kaarten, aanvullingakaarten voor wittebrood
en dagbroodkaarten zullen gelden de in
voormelde beschikking bedoelde kaarten van
verschillende kleuren en wel
voor het 105de tijdvak de paars gekleurde
xoód» groen
107de rood
en xoSste zwart
kaarten.
Amersfoort. 14 Juli 1919.
BEKENDMAKING HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
brengen ter openbate kennis,
dat bij hun besluit van 11 Juli 1919,
aan G. Tb. VAN BEKKUM, en zijne
rechtverkrijgenden voorwaardelijk vergun
ning is verleend tot het oprichten eener
smederij, te drijven door 2 electro-motoren
met een gezamenlijk vermogen van 2 P.K.
in de perceelen alhier gelegen aan de Lieve
Vrouwestraat nos. 14 en 16, kadastraal ha
kend Gemeente Amersfoort, Sectie E nos.
4960 en 4959.
aan A. C. BEIJER en zijne rechtver
krijgenden voorwaardelijk vergunning Is
verleend tot het oprichten van een fabriek
voor machinale houtbewerking In een be
staand gebouw op het perceel alhier gelegen
aan de Kleine Nachtegaalsteeg kadastraal
bekend Gemeente Amersfoort, Sectie B
no, 1806.
aan J. BUNNIK en zijne rechtverkrijgen
den voorwaardelijk vergunning is verleend
tot het oprichten van een timmerfabriek,
door het plaatsen van 4 electro-motoren in
het perceel alhier gelegen aan den Soester-
weg 110. 17e kadastraal bekend Gemeente
Amersfoort, Sectie D no. 3522.
aan de N.V. Chemische Fabriek voorheen
DALTON Co. en har» rechtverkrijgenden
voorwaardelijk vergunning is verleend tot
het uitbreiden der installatie van har» fabriek
lu het perceel alhier gelegen aan de Kleine
Koppel no. 281, kadastraal bekend Gemeente
Amersfoort, Sectie D no. 2149.
aan C. VAN OMMEREN en zijne recht
verkrijgenden voorwaardelijk vergunning is
verleend tot het plaatsen van een deeg
machine met ingebouwden electromotor van
i4 P.K. in de bakkerij van het perceel
alhier gelegen aan de Langestraat no. 14,
kadastraal bekend Gemeente Amersfoort,
Sectie E no. 302.
Amersfoort, 12 Juli 1919.
Burgemeester en Wethouder-
voornoemd,
De Burgemeester,
v. RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
BEVOLKING.
Opgave van vertrokken personen
van 9-21 Juni 1919.
Mej. A. Blok, A. 't O, Stadh. 5 naar
Amsterdam C. van Hameravnld, v. Bern-