BEDWATEREN
Ministerie van Financiën
T. WATER VIS
Lid Ned. Broederschap vam
Accountants, STATIONSSTR. 23a.
INRICHTEN, CONTKOLEF.REN,
BELASTINGZAKEN
Neem weer proef
MKT MIJNE ALOUDS BEKENDE
Gemberbolussen en gevulde
Boterkoeken.
Aanbevelend,
J. MAMIE1M. Kn 111 pstr. ld
spoedige radicale genezing ook verouderde
gevallen door de bekende URIEPILLEN
no. x. Prijs f 2.30, 6 flacons f13.50.
„N. V. SANITAS".
Amersfoort
Langostraat 102. j
WUzlglng dor Zegelwet 1911-
De Minister van Financiën vestigt do aandacht op de met ingang van 1 AUGUSTUS 1919 in
werking tredende wijziging dor Zegelwet 1917-
Dientengevolge wordt MET INGANG VAN DIEN DAG: .DonimraMTQ
a. ingevoerd een vast zegelrecht van TIEN CENT voor alle 10EGANGS- oti ABONNEMENTS-
BEWIJZEN, tonzij het verschuldigd bedrag tien guldon of minder bedraagt en hiervan uit de
stukken blijkt:
b. DE BEURSBELASTING VERDUBBELD:
c. het KWITANTIEZEGEL en het ZEGELRECHT wegens SLUITNOTA's inzake assurantie van
VIJF CENT tot op TIEN CENT VERHOOGD, zoodat van 1 AUGUSTUS 1919 af alle kwitantien
en bewijzen van ontvangst van gelden, behalve als zij betrekking hebben op Sommen 1IM
GULDEN OF MINDER BEDRAGENDE 011 deze Sommen niet strekken 111 mindering of tot
afdoening van grootore bodragen, behoudens de bij do wet bepaalde vrijstellingen, 01 SI RAI'FE
VAN EENE BOETE VAN f 100.— gezegeld moeten worden met TIEN CENT.
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal,
DE JONGE.
■Mflunwa—«a
fl.fmai Hoofdprijs I35.000.
g-ewHlIenop serie 233Ö8 no. 42,
voorts verschillende prijzen van f4500.-, flOOO.-,
f450.--, f225.-, f115.-- onz. Prijzen dadelijk betaalbaar.
Trekkiugslijsteu op aanvraag.
a a
Ondergeteekende geeft rechtstreeks uit of wel door tusschenkomst van hare bij
kantoren en agenten door geheel Nederland 3 pCt. obligaties met premie-uitkeeringen
(zonder nieten), waarvan de aandeelen Koninklijk zijn goedgekeurd, grootf 200.—,fioo.
f50.— f 10.— ook in termijnbetalingen vanaf f2.20 per 2 maanden. Deze premie
trekkingen geschieden zes maal per jaar in het openbaar ten overstaan van een Notaris.
De Obligation kunnen tot 85 pCt. werden beleend.
Eerstvolgende trekking I AUGUSTUS a.s.
mot den hoofdprijs van f 70.O00. Voorts bedragen de hoofdprijzen der
overige trekkingen f55.000.—, f28.000.—, f 110.000.f45.000.en f35.000..Vraagt
kosteloos volledige inlichtingen,
MIDDENSTA.ND-VEREENIGING, hoofdadministratie
WESTEINDE (17, VOORBURG.
Soliede AGENTEN gevraagd
A MEBSF00 RT8CH E RIJ T U IG M A AT SU HA I» P IJ
Westsingel 03 s-t Telefoon 43
-Uniformen voor Begrafenissen.
Directeur W. F. V. D. ZWAAN.
Luie Rijtnigcn en Liireien voor Geleaenh.
FEUILLETON.
Het Paria-meisje.
27). o-
Wat dan somberder nog staarden de
brandende oogen tusschen de glooiende
tulpen daar beneden in den tuin. Hier
blijven in huls, eu daardoor ook dc reden
zijn dat ook haar ouders samenleven? Nog
toonden zij hun wederzijdsche antipathie
niet, terwille van hun liefde voor hun
eenig kind, maar die eendracht geleek
volkomen op een wapenstilstand, die alleen
mogelijk werd doordat een der beido par
tijen zich steeds terugtrok in haar boudoir
en de tweede zich verschanste in zijn rook
kamer. Hoe dikwijls ontviel niet reeds aan
tafel een van beiden een scherp woord
voorbode van een scène, zooals op dien
éénen avond, maar die tot op heden met
alle kracht onderdrukt werd, na één blik
op Leonie. Hoe lang kon de spanning in
zulk een zwoele atmosfeer nog blijven han
gen zonder los to barsieu in een alles ver
nielende uitbarsting van booze woorden
Neen, ook gean rust, geen uitkomst in een
vredig familieleven.
Haar keuze doen, met een van beide
oudors blijven of medegaan en daardoor
de ander ten doode toe grieven? Met wie?
Wa» zij gelukkig geweest met hare moeder
alleen? Zou zij, met tiaar aristocratische
opvoeding, het worden met haar vader,
schaamde zij zich nu al niet als hij den
mond vol had van «Nol» Vetkaars? Neen,
ook hierin evenmin een uitkomst, slechta
verwisseling van leed,
Nog een middelwegloopen I Maar
dan moest zij ook trachten in aigen onder
houd te voorzienzij waa immera nog geheel
afhankelijk van hare ouders, die waren
rijk, wat bezat zijl Zij had nooit geleerd
voor eenig examen, evenmin bezat zij
talenten, dus kinderjuffrouw worden, gezel
schapsdame Wat deed het er toe op
welke menier zij het vond, haar ichamel
stukje eigen brood, als zij maar vrij werd,
vrijI Werkelijk er lichtte even een glans
van hoop in de van wanhoop doffe oogen,
deze uilkomst geleek haar toch mogelijk
Met een gebaar van ontmoediging haaldo
zij woldra haar schouders op, neen, dat
wegloopen was een romantische opvatting,
dat kon prachtig gelukkenin boeken,
niet in de werkelijkheid. Zij kón wegloopen,
zich ergens verschuilen, maanden lang mis
schien, maar waar ia de veilige schuilplaats
in de wereld waar een doodarm ongehoor
zaam meisje onbereikbaar blijft voor rijke
ouders, die de wet op hun hand hebben?
Dus.,, nergens?... neen, nergens uit
komst I
O, hoe zij het bekeek als een lange af
schuwelijke marteling lag het leven voor
haar, het onmoedoogend lanyo leven, want
ze was pas twintig jaar... Plotseling ver
anderde de uitdrukking op haar gezicht,
de wenkbrauwen die de wanhopig blikkende
oogen overschaduwden trokken zich onheil
spellend samen, een vastberaden trekje
groefde zich om den kleinen mond van dat
mooie jonge meisje, wier hoofd zich, met
een gebaar van levensmoeheid, boog over
zachtroze satijn glanzende lentebloesems
Leonie heeft nooit geweten, hoelang zij
daar op haar balkon, op dien voorjaarsmid
dag, in duffe mijmering verzonken gezeten
had. Zij hoorde niet, hoe de deur van haar
kamer geopend werd, na herhaald geklop
en hoo de knecht, met een zilveren blaadje
in de hand, haar boudoir doorschreed en
naar haar toekwam op het balkon. «Freule,
er ie bezoek in het salon. Mevrouw vraagt
of u de heeren ontvangen wilt?»
Leonie tchrikte op, onaangenaam ver
stoord. «Bezoek? Heeren?» Zij sloeg even
een blik op de twee kaartjes op het zilveren
blaadje dat de knecht baar voorhield. Zonder
ze te lezen zag zij lange namen, daar boven
een zwart plekje... een kroontje: «Zegaan
Mevrouw,» zeide zij lusteloos: «dat ik niet j
komen kan, Ik ik heb hoofdpijn.»
En toen de knecht aarzelend staan bleef,
■loeg zij, Iets levendiger haar oogen tot
hem op: «Hebje mij niet verstaan, Hendrik?»
«Ja wel, Freule, maar ziet u, het was
juist ontdat Mevrouw zich minder wel ge
voelde dat zij mij opdroeg u te vragen
Haar moeder ongesteld, zoo plotseling,
wat beteekende dit? Nog altijd hield de
knecht haar het presenteerblaadje voor en
nu nam zij werktuigelijk de kaarijos en las:
«Jbr. Mr. F. de Bruijne van Druttenc en
tuen het tweede«Dr. O. L. W. graaf
Swaenecroon van Quynderhof.» Haar gren-
zenlooze verbazing zooveel mogelijk be-
hcerschend, stamelde zij«Zeg de heeren
dat ik dadelijk komen zal
Vlug ging de knecht heen en zij sprong
op in een geheel andere stemming. Nóg
zag z'j gee» Hcht in do toekomst, maar dit
bezoek werd de schok die haar sombere
gedachten van levensmoeheid brak zooals
pen dynamietpatroon een gevaarlijk over
hangende rota vernietigt. Al bleven de
brokken bestaan, nooit meer konden zij
worden wat zij een oogenblik te voren
waren, hun onheilbrengende zwaarte werd
verbroken door een ai te hevige dreuning!
Onsamenhangende gedachten overvielen
haar, terwijl zij naar haar slaapkamer ging,
zich vlug het gezicht waschte en hare ver
warde haren voor den spiegel opspelde.
Daarna vloog zij naar haar moeder's kamer.
Nienwe verrassing, zij vond haar hooghar
tige altijd zich zelve zoo heheerschende
moeder, ten prooi aan een zichtbare ont
roering, zenuwachtig heen en weder loopen.
Zij stond stil, tosn Leonie de kamer binnen
kwam.
«Leonie, ga jij ga jijham ont
vangen, ik kan hem niet zien... nooit!»
«Mama, mijnheer de Bruijne...»*
«De Bruijne, wat de BruijneI is Olto
Swaenecroon er dan niet?»
«Ja ook, mama, maar mijnheer de Bruijne
is die h.B.-r van het bal, die
«Ocb, wat kan mij mijnheer de Bruijne
scheienMaar ga jij naar Otto Swaenecroon
en zeg hem dat hij nooit meer hier terug
mag komen, ik wil hem niet zien ik kan
hem niet sieu hoor je, Leonie?»
«Ja mama!» Leonie schreed naar de deur,
maar voor zij de kamer uit was, riep haar
moeder haar terug: «Leonie.jij moet ia
elk geval vriendelijk tegen hem zijn, wees
vooral vriendelijk tegen hem
Half verbijsterd door al dit vreemde,
raadselachtige, ging Leonie de trap af naar
de eerste verdieping waar de ontvangkamers
polegen waren. Op den corridor zag zij den
knecht dralen«Ik heb do heeren in het
kleine salon gelaten, freule,» zeide hij, en
opende de kamerdeur voor haar. Leonie
trad binnen in de groote tuinkamer, voor
de vensters hingen half neder roode zon
gordijnen, en hare oogen, gewend aan het
schelle daglicht op haar balkon, konden
het eerste oogenblik bijna niets onderschelden
in de halfduistere kamer. Zij sag alleen,
hoe twee heeren opstonden uit hun gemak
kelijke armstoelen bij de canapé tafel, toen
zij binnentrad, maar toen zij een van beiden
herkende, vergat zij al wat haar moeder
haar gezegd had van Otto Swaenecroon,
zij zag slechts één rijzige mannelijke figuur,
hoe goed herkende zij die ietwat linksche
buiging van den buitenman. Maar ook
plotseling werd weder In haar wakker het
smartelijke gevoel van verlegenheid, welke
juist die man op dat bal bij haar had wak
ker geroepen.
«Pardon,» zeide zij, heel vormelijk, met
niet de minste warmte in haar stem: «Ik
moet u ontvangen, mijn moeder ia onge
steld.» Zij zag niet in hare ontroering, hoe
een vsn de beide heeren terugweek naar
don donkersten hoek bij de canapé en twee
oogen oplettend haar opnamen. Voor haar
bestond op dat oogenblik alleen Frans de
Bruijne, die haar onmiddell(|k antwoordde.
«Het spijt mij dit te hooren, maar ik wil
eerlijk zijn, eigenlijk kwam ik alléén voor
u van Drutten, juffrouw Vetkaars!»
(Wordt vervolgd),