Ie soort Baggerturf ALGEMEENEHff'iSE GereserYBerfl voor de Borslol- eo Kwastenfatirlsk vai J_ -v- Barneveld Coöp. Melkcentrale „AMERSFORTIA" AANGEKOMEN een groote partij FIRMA L. VAN ACHTERBERGH Bezoekt de Amersfoortsche Winkelweek Etalagfe-wecLstrijcL 29 en 30 AUGUSTUS Het Paria-meisje. L. G. PONNE Telefoon 169 Amersfoort HEERLUK VOEDZAAM VOORDEELIG JURGENS' PLANTENBjOTï DRIE F. H. LOMANS XUdro-Techniach Bureau 48 Hof - Telefoon 858 Licht- en Krachlinstallalie - AMERSFOORT Modem* Bliksembeveiliging Kampstraat t> - Telefoon 193 interc. - Amersfoort. TELEFOON 262. Gtbruikt sleed, ome MACHINAAL GEREINIGDE en prime GEPASTEURISEERDE MELK EN FLESSCHENMELK, KARNEMELK, SLAGROOM, KOFFIEROOM EN ROOMBOTER ONZE MACHINAAL GEREINIGDE MELK IIEVAT GEEN BEZINKSEL. NEEMT PROEF S. V. P. ITis* Dagelijksche bezorging door do geheele stad. BELEEFD AANBEVELEND. De Directeur A. SMIT. Directeuren J. F. L. BLANKKNBEKG, Mr. J. van SCHIVICHAYRN, Jhr. Mr. H. SM 188 A EBT en Mr. Dr. >V. P. J. BOH. KEUZË-VEKZKKEK1NG. VoorbeeldIemand, oud 15 jaren, verzekert door storting van eene jaarlijksche premie van f376.—, gedurende 35 jaren of tot zijn vroeger overlijden: f 10.000. betaalbaar terstond bij vroeger overlijden; bij leven na 25 jaren beeft de verzekerde de keuze tusschen 1. eene uitkeering ineens van f 12470.—, 2. eene premievrije polis van f 10.000.— betaalbaar bij overlijden en eene jaarlijksche levenslange rente van 5 pCt. over dit kapitaal. 3. eeno premievrije polis, betaalbaar bij overlijden, van f 10.000.en f7040.— in contanten. 4. eene premievrije polis van f22.960.betaalbaar bij overlijden. Keuzen 3 en 4 zijn afhankelijk van een gunstig geneeskundig onderzoek. InspectourH. THIERENS, Rembrandtkade 46, Utrecht. BRAITDSTOFFEÏTHAÏTDBL BestelkantoorArnhemschestraat la Kantoor en Magazijnen Koesteeg 3.5-7 Tel. 155 van 1 tot cn met 6 SEPTEMBER FEUILLETON. 36). o- Ik weet niet hoe de andere Lconie's ge weest zijn, maar deze Leonie heeft preten ties .1 Waar, o Otto, vind ik den ech ten man?» Ik sloeg mijn oogen neer, zij konden wel eens al te welsprekend worden. En «pre tenties* sloten mij uit, ik ben immers geen >echte< man, ik ben een bult .1 O, die oude pijn ik greep haastig naar mijn schild. >Foei, dis sombere oogen, ik zag ze gelukkig nog niet terug op Spran kelen. Wil-je nu al wanhopig zijn, jij met je twintig jareul Gelukkig ken ik een echten* man «Jij Beschrijf hem mij.* Zij ging naast mij zitten op den berm van den weg, zij begroef haar kin in beide handen, de ellebogen steunend op haar knieën, haar oogen met een. zonderlingen halfangstigen, half vragenden blik op mij gevestigd: »Is het een goede man, want van een ander wil ik niets hooren. Otto?* »Hij heeft zijn gebreken, zooals geen mensch volmaakt is; maar bij is de recht- schapenste man, dien ik ken, innig gcbecht aan zijn overtuiging, zijn geboortegrond, zijn afkomst; hij put uit het smetteloos ver leden van zijn geslacht den plicht alle deugden streng in eere te houden.* Reeds nam haar gezichtje een geheel andere uitdrukking aan: «Noem eens een enkele van die deugden?* Onkreukbare eerlijkheid, trouw, toewij ding, rechtvaardigheidszin, strenge degelijk heid allen even eerbiedwaardige eigenschappen in een edelman.* Ik verwonderde mij al meer over den trek van teleurstelling op haar oplettend gezichtje, zij moest toch begrijpen dat ik sprak over Frans de Bruijne? »En nu zijn gebreken .7 Of wacht, Otto, laat mij ze noemenEen maar al te groote bekendheid met die schitterende familiedeugden, die zich zoo prachtig ver- eenigd hebben in den laatste van een glorieus geslacht I Hij hoiidt zich te veel voor een wandelende archiefkast van fami- lisreliquieën, wier heiligheid niet mag betwij feld worden Ik viel haar in de rede, haastig: «Juist zijn groot gevoel van eigenwaarde stelt hem niet in staat tot één enkele verkeerde handelwijze. Voorzeker, hij wikt en weegt, voor hij zich geeft aan een nieuw levens doel, maar juist door die groote bedacht zaamheid, vergist hij zich nooit «Otto, je beschrijft me een... zelfgenoeg zaam, berekenend man, nooit in staat zichzelf te vergeten voor een heel mooi, alles over- heerschend gevoel. Me dunkt, dit is niet een portret der liefde, waarnaar lk jo vroeg l> Ik trok een grashalm uit en kauwde er op om het beven van mijn lippen een motief te geven: «Nichtje, neem mij niet kwalijk dat ik te kort schoot in mijn beschrijvingen. Ik dacht mijn best te doen, maaral diedingen, zijn eigenlijk mysteries voor «den monnik van Spran kelen Ze staarde afgetrokken voor zich met droomende oogen en bitter klonk baar stem *'t Is waar, ik kan mezelve helpen, ik ben immers in het bezit van een talisman, waarmede ik de echtheid van het geluk dat tot mij komt kan toetsen. Hoor Otto, de man, die mijn rijkdom versmaadt, mijn schoonheid vergeet, wien mijn leeiijke naam onverschillig is, die man heeft me werkelijk lief! En ik heb den tijd te wachten tot het echte geluk komt. ik ben pas twintig jaar! Toch soms vrees ik dat echte liefde dood is Zij vergiste zich, ""fcij behoefde de hand slechts uit te strekkenliefde zat naast haar, voor het grijpen a!s onkruid. Een talisman kan nuttig zijn, een magneet is hij nietAarzelend waagde ik te vragen*£n als liefde nu eens tot je kwam, vermomd in een onoogelijke leeiijke pij?» Er kwam een heel fijn blosje op haar wang, zij pinkte met de oogen, maar haar blik bleef dwalen«Ik heb liefde nooit gezien, Otto, laat zij zich eerst vrijmoedig vertoonen. Ik vrees haar niet. Zoo iets moois als liefde kan nooit absoluut leelijk zijn.» «Dat wil zeggen: alleen als zij wordt aangezien door welwillende oogen.» «Dan hoop ik als liefde komt. mijn oogen klaar wakker te houden, opdat ik mij niet vergis. Tot nu toe droomde ik mij de liefde met de gestalte van een jongen god...!» Zij sprong plotseling op: «Daar is de postbode, waarwaar is mijn brief ik heb hem verloren Wij zochten tusschen het hooge gras en ik bemerkte bet eerst een wit vlekje tus schen hoog onkruid. Toen ik mij er over heen boog las ik een gedeelte van het adres «Adolf!» «Hier is je brief!» zeide ik en zij liep er mede heen naar den post bode, ik volgde langzaam met den mijne. De postbode gaf mij een grooten brief met rouwrand. Toen Leonie en ik terug waren onder de beuken, zeide ik: «Pardon, nichtje, mag ik even lezen, het adres van dezen brief is vsn de hand van Frans de Bruijne, met het postmerk den Haag, ik ben erg benieuwd naar dit bericht Haastig opende ik het groote enveloppe, ik kon een kreet van verbazing niet onder drukken«De oom van mijn vriend, de oude heer de Bruijne is plotseling overleden, Frans is nu ook Heer van Zevenhuizen geworden. Zijn omstandigheden veranderen nu geheel, want er la heel veel kane dat het district Drutten en Zevenhuijzen hem in de plaats van zijn oom afvaardigen naar de Tweede Kamer!» Ik had opgewonden gesproken, ik wist hoe Frans verlangde te «strijden» voor zijn partij en overtuiging, maar spottend ant woordde mijn nichtje«Jhr. Frans de Bruijne van Drutten èn Zevenhuijzen een ver meerdering dus van familiewaardigheden, j wat moet zulk een wandelende archiefkast van familiedeugden zich langzamerhand I ontzettend hoog en onbereikbaar gaan j vinden.1» Helaas, ik kon haar niet tegenspreken, ik kende mijn vriend. Maar ik, wat moet ik nu beginnen, nu ik vol ontzetting staar op de brokken van mijn groot sterk schild door den staalkouden hoogmoed in tweeën gespleten Plotseling heft Otto Swaenecroon het hoofd op, luisterend, zijn pen nat van inktdaar klinken vlugge voetstappen over de lange bovengang, op welks einde zijn torenkamer ligt. Zijn hart klopt sneller Hij hoort het zachte tikken op zijn kamer deur en dan een heldere meisjesstem«Otto, mag ik binnen komen?» Voor hij in zijn verrassing kan ant woorden is Leonie reeds in zijn kamer. Zij ziet, nog even hem een vel papier werpen over een groot boek waarin hij zat te schrijven. «Stoor ik je?» «O neen.» en als hij haar vroolijk vragend opgetrokken wenkbrauwen ziet: «Heuscb, ik schreef niets bijzonders.» «Waarom verstop-je dan je werk, ik kan immers toch niet begrijpen wat ie schrijft Kijk. nu kleur je...!» Zij loopt lachend naar hem toe en blijft vlak voor hem staan. Hij leunt, lang niet gerust, met zijn arm op het papier waar onder zijn zorgvuldig verborgen schrijfwerk ligt. Zijn wenkbrauwen trekken zenuw achtig: «Kijk,» zegt ze lachend: «Nu bloos je tot op je voorhoofd en dat alles om een vel papier dat ik niet eens lezen zal! O Otto, wat ben-j* toch een rare jongen, zoo..zoo... terughoudend. Je schrijft, wed ik, zoo vreeselijk geleerd uitbe deesdheid, om niet door de gewone menschen gelezen te worden. En domme joagen, bier te zitten schrijven over boekengeleerdheid als buiten de zon schijnt en de seringen bloeienIk kom daar juist uit den bloeienden boomgaard, waar ik wandelde met je vader. (Wordt Vervolgd). Levert tot billijkste noteering Electiomotoien uit voorraad van 0.5 tot 20 P.K. Licht en Kracht Installaties alleen uit eerste klasse materialen gemonteerd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1919 | | pagina 4