Meubileer-lnrichting Bernard J. van Liemt M I HAARLEM AMERSFOORT "V arkensmarkt 9 Amersfoort GELDERSÖHE GREDIETVEREENIGING ARNHEM Opgericht 1866 lgmmmmu Bergafwaarts Eerstdaags OPEIINCI der complete van FABRIEKSMERK GABA WETTIG GEDEPONEERD VERKLARING. O» de veelvuldig voorkomende onjuiste meening omtrent onze echte WZ" BEIERT TABLETTEN te weerleggen, verklaren wijDe Goldene Apotbeke in Bazel heeft de fabricatie en den verkoop barer Wybert-Tabletten aan de N. V. Gaba te Bazel over gedragen, welker naam gevormd wordt door de beginletters van Gtoldene -^^-potheke 33-A-sel Ter geruststelling van alle trouwe verbruikers der Wybert-Tabletten wordt het oude Fabrieksmerk >Adelaar met Viool» nog eenigen tijd op het sluit- strookje der doozen behouden, maar op den duur geheel door het nieuwe merk GABA vervangen. Uebruikt tegen hoest, heexcbheld, keelpijn steeds Wybert- Tabletten, alom verkrijgbaar, in blaune blikken doozen met inbond Tan ee. 200 tabletten, tegen den verminderden prijs van 80 Oent, LET VOORAL OP ONZE VERDERE KENNISGEVINGEN N. V. Uaba Bazel - Filiaal llilversnm VOORHEEN GOLDENE APOTHEKE BASEL (2 GESTORT KAPITAAL f 10.000.000.— RESERVEN f 4.400.000.- Deposito rente: een maand opzegging drie maanden opzegging een jaar opzegging 3 pCt. Et. NT AN LANGESTRAAT 12 TELEFOON 212 ATELIER VOOR ONDERGOED NAAR MAAT COMPLETE UITZETTEN EN LUIERMANDEN ■■bmmmdbm» a d i ELECTRO TECHNISCH BUREAU g iSSHi S- S3VLIT, M MATTHIAS WITHOOSSTRAAT 9 BEGROOTINGEN KOSTELOOS B ■VAL. FEUILLETON. Nauwelijks stond de locomotief stil, of hij sprong er af, lenig en vlugin enkele spron gen was hij bij ons, de zwarte pet vloog hem van het hoofd. >Wel, mijnheer de stoker,» zei Lina, en hij en zij lachten weer zoo onbegrijpelijk oolijk: Vindt u het niet heel vriendelijk van ons dat wij u opwachten Maar u kent stel lig de geschiedenis van den vlugvoetigen profeet en den aan zijn plaats gebonden berg.» «O, juffrouw Duyns. van u kan men be zwaarlijk iets anders dan hulpvaardigheid verwachten. Ik gaf wat als ik, van mijn kant, de dames ook beter ontvangen kon. Op het vorige station heb ik mij een emmer water en zeep laten brengen, bet is het eenlge, In mijn omstandigheden, wat ik doen kan om u te bewijzen boe ik uw vriendelijke komst op prijs stel.» Terwijl hij sprak, zag hij niet Lina, maar mij aan zijn blik was tegelijk smeekend en uitvorscbenden plotseling meende ik hem te begrijpenDie onverwachte zinde lijkheid verried hem, hij wist dat Lina komen zou, zij hadden een afspraak samen I En Lina, die zich tegenover haar moeder niet ontdoen kon van baar logeetje had het «groentje» of «gansje,» zooals zij mij plagend noemde, maar meegenomen. En nu die jonge boezeroenheid, die zijn blikken niet van mij af had, hij wilde alleen zijn met Lina, ik was te veel! Zonder me verder te bedenken liep ik van hen af. Lina riep mij toe: «Wlnny, Winny, blijf toch, waarom loop-je weg?» Ik antwoordde niet, maar liep snel het perron af. Een wrevelig gevoel voor mijn nichtje maakte zich van mij meester. Arme Eddie Brown, die zoo naïef in haar ver trouwde, zoo hard werkte ver weg, om zich een bestaan voor hem en haar te verwerven Nauwelijks was ik een eind het perron opgeloopen, of de trein uit Amsterdam kwam aan. Ik zag Tom het eerst uit een wagon springen en liep naar hem toe, ik was er bijDa tegelijk met Lina en zag nog even, hoe de stoker bedaard naar zijn locomotief terugkeerde. Lina vond nog even den tijd me toe te fluisteren: «Hè, hoe flauw, weg te loopen!» Ik was te onthutst over deze onbe schaamdheid, om haar te kunnen antwoor den, het volgend oogenbllk waren wij bij oom en de joDgens. Bij het naar huis gaan nam Lina haar vaders arm en ik liep achter hen met de jongens. Het eerste paar ging den stoker voorbij, die beleefd groette. Lina knikte hem vriendelijk toe, oom nam verstrooid zijn hoed af. Ik zorgde in een heel druk gesprek te zijn met de jongens en liep hem straf voorbij, ofschoon ik zag hoe hij ook voor mij heel diep de pet afnam. Er was een standje ge weest op school en in het vuur van hun verhaal letten de jongens niet op den stoker. Zoo kwamen wij hem voorbij. «Is deze handschoen niet van u, ik zag hem langs uw rok vallen 1» Ik keerde mij verwonderd om, en stond neus aan neus tegenover Jan de Stoker. Daar het warm was droeg ik mijn hand schoenen losjes in de hand. Nu deed ik, wat in zoo'n geval iedereen, geloof ik, dadelijk zou doen, ik keek naar mijn hand, waarin ik werkelijk nog maar één handschoen hield. In de opgeheven groezelige stokershand, zweefde de andere wit glacé handschoen, voorzichtig vastgehouden bij een knoopje. Over den handschoen heen, boorden zich onze oogen een paar seconden in elkander, zijn donkere, met welwillendec, bewonde- renden blikde mijne, achterdochtig, vijandig. Want juist die onbegrensde bewondering, de vrijpostige manier, waarop hij met Lina en mij omging, dat alles bracht het bloed der Horst van Batensteyns, der Van Klin- kendaals, der Singens in mijn aderen aan het koken I Wat verbeeldde zoo'n stoker zich well Omdat hij nu eenmaal jong en mooi was, door een nichtje, met haar uitheemsche op vatting van fatsoen en stand, bedorven werd, dat hij daardoor het recht had den smach- tendan cavalier te spelen tegenover een dame? En heel hoog, ijzig, koud, grootmama zou het mij niet hebben kunnen verbeteren, met voorzichtige vingers, om zijn smoezelige hand toch maar niet aan te raken, den handschoen van hem overnemend, zeide ik: «Wel be dankt, goede vriend!» Hij kreeg ean kleur, een trek van smar telijke verbazing kwam op zijn knap gezicht, hij deinsde een stap achteruit en haastig, met een flauwen tik aan zijn pet, maakte bij snel rechtsomkeert, letterlijk vluchtend naar het zwarte gevaarte waarop zijn plaats was. De gehcele scène had slechts eenige se conden geduurd, de beteekenis er van ging geheel verloren voor de jongens. «Kom,» zei John, «laten wij wat vlug aanstappen, papa en Lina zijn ons een heel eind voor!» Eerst raidden op de zandwelde baalden wij de anderen in. Ik bleef naast oom loopen en boudeerde tegen Lina. Het begon mij te hinderen dat ik dien jongen stoker zoo brus que had moeten opzijn plaatszetten.Eigenlijk was dit haar schuldwat deed zij hem over het paard te tillen. Ook aan tafel en 's avonds bij de thee, ontweek ik haar. Zij bemerkte het heel goed, dat zag ik aan haar gelaat, verscheidene keeren probeerde zij een gesprek met mij, maar ik antwoordde baar zoo kort en stroef dat mijn onwil haar wel moest opvallen. Nauwelijks was ik dan ook 's avonds alleen op de logeerkamer of Lina, nog geheel ge kleed, sloop bij mij binnen. Geheel naar haar aard, ging zij recht op haar doel af: «Zeg eena nichtje, lk heb bemerkt dat je wat tegen me hebt: wat is er toch?» «Och.... niets!»... antwoordde ik ont wijkend. «Nonsens I» Zij pakte mij bij de schouders en draaide mijn boos gezicht naar haar toe, toen ik mij afwendde: «Kom, wees geen klein kind, spreek op!» «Ik... ik... kan 't niet velen;» barstte ik uit, ongewoon heftig, hetgeen me van mij zelve verwonderde, «na de confidenties van dezen middag aangehoord te hebben, dat je flirt met een ander.» «Ik flirten In 's hemelsnaam, met wien hier op Heizand!» Even driftig ging ik voort. «En dan nog wel met iemand zoo ver beneden je stand, als dien... stoker!» «Een stoker?... 01... 01... Bedoel je Jan Vermaas I» «Wie anders I En niet alleen, dat ik niet begrijpen kan, hoe je er toe komt het aan te leggen met zoo'n groezeligen stoker, maar t is daarenboven zoo innig valsch van je, tegenover je eigen alwezigen verloofde!»... Ik moet bekennen, terwijl ik haar zoo overstelpte met verwijtea, bleef de houding van mijn nichtje vreemd. Niets van berouw of schaamte, eerst staarde zij mij aan, alsof een krankzinnige in onsamenhangende klan ken voor haar stond te bazelen, maar al heer gauw ontspande zich haar gezicht, het stond weer kalm, helder als gewoonlijk waren hare oogen, zelfs de schalksche lichtspran- keltjes outbraken niet. Een spottend glim lachje nestelde zich weer In de hoeken van haar mond. Haar kalmte zweepte mij nog meer op: j niet aJee" dat je door je onbehoorlijk gedrag een afwezige benadeelt, maar.,., maar je maakt zoo'n jongen, zoo'n werk man ook nog ongepast brutaal tegen anderen. een..,damel« «Wat bedoel je daarmee, met dat laatste?» (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 4