AMEESFOORTCCHE COURANT. Dinsdag 14 September 1920 Stelen - Verven - Sta, hup N°'9382 70e Jaargang Uitgave van de Drukkerjj „DE AMERSFOORTSCHE COURANT" voorheen Firma A. H. van Cleeff. Verschijnt DINSDAG-, DONDERDAG- en ZATERDAG. ABONNEMENT per 3 maanden f s.franco per post f1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. ADVERTENTIÊN 1—6 regels 95 cent; elke regel meer 15 cent. Bij regel-abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale-, officleele- en ontelgenlngs-advertentiën per regel 20 cent. RECLAMES t—5 regels f 1.55) elke regel meer 30 cent. Incasseerkosten worden in rekening gebracht. Inzending van advertentifin op den dag van verschijnen uiterlijk 10 uur, voor het Zaterdagnummer uiterlijk Vrijdagavond. REDACTEUR: K. LUBERTI, AMERSFOORT BUREAUX KORTEGRACHT 18 EN VALKESTRAAT «9, TELEFOON 19 Buitenlandsche Kroniek. De arbeidersbeweging in Engeland. In Engeland, evenals ln alle andere landen met een ver voortgeschreden beschaving, wordt de macht van de arbeidersorganisaties een beduidende factor ln het maatschappelijk leven. Hier, gelijk overal elders, heeft de oorlog vaart gezet in een ontwikkelingsproces, dat vroeger slechts langzaam voortschreed in dit conservatieve land. En ofschoon de be weging thans nog niet gaat met stormende vaart, ia het toch reeds begonnen te bruisen tusschen de dammen die kunstig zijn op geworpen om haar tegeo te houden, en er is niet het minste uitzicht op, dat men haar zal kunnen stop 2etten. Er la zelfs een oude Fransche maarschalk, die meent, dat de arbeidersbeweging een >ziekte< ia, opgekomen na den oorlog, en die evenals alle andere kwalen zijn verloop moet hebben, moet «uitzieken*, voor de gezondheids toestand weer normaal worden kan en de >gezonde« maatschappij-verhoudingen op nieuw intreden. Nu is het voor een buitenlander zeer moeilijk om goed op de hoogte te komen met de politieke verhoudingen en instellingen in Engeland. In de eerste plaats omdat zij zoo verwarrend ingewikkeld zijn en ten tweede omdat de vreemdeling zich meestal vergenoegen moet met een zeer oppervlak kige kennis van deze instituten, een kennis die vaak geheel uitgedrukt kan worden met de goedkoope frazen »vrijheid», «democra- tie» e.d Allen schijnen zij een tamelijk overdreven voorstelling te hebben van de leidende rol die Engeland zou spelen waar het gaat om politieke en sociale hervormingen. En toch is b.v. ons eigen land zoowel wat politieke als sociale ontwikkeling aangaat, Engeland ln veel opzichten ver vooruit. Overigens zijn er maar heel weinig Engel- schen, die een eenigszins diepgaande kennis hebbeu van de politieke verhoudingen van hun eigen landde wetenschap der meesten is zelfs zéér gering ln dit opzicht, en waar het geldt de verhoudingen tot het buitenland schiet hun weten absoluut stukken te kort. Zoo beweerde b.v. een man uit de «intellec- tueele arbeidersbeweging», dat de arbeiders beweging in Engeland het voorbeeld was voor de gelijksoortige beweging op de ge- heele wereld, en verder dat het Engelsche socialisme verder ging dan de beweging op het vaste land. De partijen van het vaste land zouden meer beantwoorden - volgens Engelsche opvatting dus aan de liberale (ook wel genoemd «radicale») partij in Engeland. De waarheid is intusschen dat, afgezien van de vakvereenigingsbeweging, de Engel sche arbeidersbeweging zich zoowat nog in zijn kinderschoenen bevindt, doch dat de ontwikkeling snel vooruit gaat. En zelfs al liggen ongetwijfeld de socialistische principes aan de beweging ten grond, toch is zij hier minder scherp toegespitst dan op het vasteland. De klassehaat speelt nog geen groote rol onder de Engelsche arbeiders, schoon hij niet ge heel onbekend is in de groote industrieêele districten, b.v. onder de kolenmijnarbeiders. Eigenlijk is het zelfs een elgendommelijkheld van de klassenhaat hier, dat hij zich meer uit van boven naar beneden, dan omgekeerd. Zeker het overwegende deel van den midden stand is tamelijk bitter gestemd tegeo de arbeidersklasse, die men aanmatigend vindt in haar elschen en die men de schuld geeft dat de tijden zoo moeilijk zijn. Tegen de upper ten daarentegen vertoont de midden stand geen onvriendelijkegevoelens; Integen deel, daartegenover gedraagt hij zich uiterst voorkomend, Wat overigens het gros der engelsche arbeiders karakteriseert Is hun onverschillig heid, om niet te zeggen lethargie. Het .panem et circsnces» luidt hier«bier en wedrennen». Het Is dan ook teekenend dat terwijl hier de vakbeweging afmetingen heeft en invloed als nergens anders, de zuiver politieke strijd bij de arbeiders maar heel weinig weerklank vindt. Het spreekt van zelf, dat men In de kringen, in wier belang het Is dat de arbeiders »op hun plaats gehouden worden tracht op deze liefde voor het bier te specu- leeren. De gelegenheid om goed en goed koop bier te kunnen krijgen hoort dan ook tot de «arbeidersprivileges*. Beperking hier van wordt dan ook beschouwd als een aan val op de vrijheid, die het grondprincipe in de Brltscbe maatschappelijke orde Is, en zoo heeft dan ook de «Pussyfoot* be weging - de van Amerika overgebrachte verbodsbeweging in de kringen der Engelsche arbeiders geen wortel kunnen schieten. Te meer niet daar nog zeer veel arbeidersvrouwen de voorliefde der mannen voor het «public house* instituut deelen. Het is teekenend genoeg, wat telkens van conservatieve zijde werd gezegd toen de >aocia'e onrust* zich ernstig begon te manifts- teeren na den oorlog: de gebeele onrust zou het gevolg zijn van het ontstane mis noegen over de beperkingen die tijdens den oorlog op het biertappen waren gemaakt. Een misnoegen, dat ook de slechte kwali teit van het bier heette te betreften. >Geef den arbeiders goed bier in rijke hoeveelheid, en de onrust zal van zelf verdwijnen* werd er toen gezegd. Zelfs de georganiseerde arbeidersbeweging staat nogal kosltjes tegenover de onthoudings beweging; trouwens, de >nationalisatie*,die op het program is gezet, vergt alle krachten, en overigens meent men dat met het be reiken daarvan alle vraagstukken zullen worden opgelost. Het is evenwel deze georganiseerde arbeidersbeweging, die hoewel zij nog slechts een minderheid van den Engelschen arbeidersstand omvat een zeer groote rol speelt ln de Brltschs natie (of misschien juister gezegd: de Britsche naties). Direct, d.w.z. in politiek opzicht, speelt de beweging een minder beduidende rol, maar indirect door de vakvereenigingen, die thans hun program hebben uitgebreid tot ook politieke zaken, blnnenlandsche zoowel als buiten landsche oefenen zij een grooten invloed uit, in het bijzonder op de buitenlandsche politiek. De beweging is uitgesproken vrede lievend. Zelfs tijdens den wereldoorlog, die door de vooruitstrevende arbeiders werd beschouwd meer als een strijd tusschen dynastieke en kapitalistische belangen dan als een strijd tusschen naties, hielden de organisaties zich vrijwel passief. Zij toonden geen begeestering voor »den oorlog tegen het militarisme*, maar aan den anderen kant konden zij geen enkelen actieven stap tegen den oorlog doen, omdat de arbeiders in de rijen der tegenstanders zich geheel loyaal gedroegen tegenover hun heerschers. Maar thans na den oorlog hebben de Engel sche arbeidersorganisaties hun vredelievend heid duidelijk in het licht gesteld, en zij elschen nu garanties, dat de Weat-Euro- peesche mogendheden zich niet zullen in laten met nieuwe oorlogs-gebeurtenissen. Dat dat nog niet gebeurd is, mag zeker uitsluitend aan de Britsche arbeidersorgani saties worden toegeschreven en niet aan de staatslieden, die men in zekere kringen wel graag de eer daarvoor zou willen geven. De britsche arbeidersbeweging omvat drie van elkander onafhankelijke hoofdrichtingen de vakvereenigingsbeweging, de coöpera tieve beweging en de arbeiderspartij, Deze vertegenwoordigen dus respectievelijk de be langen van de producenten, de consumenten, en de burgers als politieke momenten. De vakvereenigingen en de politieke arbeiders partij omvatten gedeeltelijk dezelfde per sonen, zoowel wat leiders als wat leden betreft, doch zijn niettemin geheel van elkaar gescheiden. De coöperatieve beweging heeft geen aanknooplngspunten met de overige beweging. Dit gebrek aan samenwerking maakt zich voelbaar en strekt zelfs zoo ver, dat verschillende vakvereenigingen geheel Firma K. W. JAEGER AFLEVERING BINNEN 8 DAGEN WINKEL: FABRIEK: LANGESTR. 74 - KAMP8TR. 96 - 96r TELEFOON 198. onafhankelijk van elkander werken. Bij de groote spoorwegstaking in het vorige najaar verklaarde de Unie van spoorweglieden de staking, zonder de vereeniging van loco motief-personeel daarvan te onderrichten en in de machtige federatie van mijn- arbeiders-vereenigingen Is het voorgekomen, dat afzonderlijke afdeelingen gaan staken zonder de overige vereenigingen of de ge meenschappelijke leiders te onderrichten. Nog ongelukkiger Is de slechte samen werking tusschen de vakvereenigingen en de coöperaties, zooals die b.v. gebleken Is uit het feit, dat de vakvereeniging de staking tegen deze coöperaties heeft geproclameerd. Om aan deze misstanden een einde te maken, wordt er nu veel gesproken In de betrokken kringen, om een >generale staf* in te stellen, een permanente Instelling, die de drie hoofd-organisaties onder een gemeen schappelijke leiding moet brengen. In een volgend artikel zullen wij een nadere beschrijving gaven van de 3 organi saties en hun werk. Combinaties en permutaties. Een nieuw geluld heeft zich laten hooren In Zuidoost-Europa. >De overeenkomst, welke gesloten is tus schen Tsjecho-Slowakije, Joego-Slavie en Roemenie is een politieke gebeurtenis van buitengewone beteekenis. Zij zal niet alleen een vèrstrekkenden Invloed hebben in deze drie landen, doch zal ook in hoogen graad de politiek van centraal-Europa bepalen en tevens beduidend Inwerken op de politieke verhoudingen in het overige Europa. Het is de schepper van de overeenkomst, de talentvolle minister van buitenlandsche zaken in TsjechoSlowakije Dr. Beneach, die zoo pas zich aldus beeft uitgesproken. In zijn rede schetste bij verderde Europeesche situatie aldus: naast het Entente-blok bestaat er een Duitsch blok, dat energiek werkt om zich te consolideeren «teneinde op het juiste oogenblik met zijn geheele kracht ln de nationale verhoudingen te kunnen in grijpen en in de Europeesche politiek de rol te spelen die met zijn sterkte overeen komt.* De russen vormen dan ten slotte het derde blok. Naast dit complex stelt Dr. Benesch nu zijn «Kleine Entente* dus het blok Tsjecho-Slowakije,Joego-Slavie en Roemenie. Het eerste bemerkenswaardige daarvan is, dat de nieuwe combinatie van den beginne af optreedt als een zelfstandige grootheid naast het Entente-blok en haar eigen zelf standig doel heeft. Nu moesten tot beden de rijken, die ont staan zijn op het gebied van het oude Oosteurijk-Hongarije, beschouwd worden als een soort vazalstaten van de Entente, ln het bizonder van Frankrijk. Hoffelijk doch beslist weerspreekt Dr. Benesch nu deze voorstelling en drukt de wil dezer landen uit om een zelfstandige en constructieve politiek te voeren. Zeer scherp keert bij zich tegen de gedachte van een Donau-fede- ratie of een tol-unie tusschen de vroegers Oostenrijksch-Hongaarsche landen«Een dergelijke reconstructie van deoude monarchie zou zeer onheilspellend veor ons zijn.* De Donau-federatle Is, zooala bekend, een Frausch denkbeeld, dat werd naar voren geschoven om de aansluiting van Duitsch- Oostenrijk bij Duitschland te verhinderen. Het had het wezenlijke gebrek, dat geen van de landen, waarom het ging, wilde meedoen, misschien dan met uitzondering van Dultich-Oo8tenrijk, maar zelfs hier vond het plan heel wat tegenstanders. Het kan nu beschouwd worden alt eindelijk gevallen te zijn. Wanneer nu verschillende Fransche bladen zich tamelijk angstig getoond hebben naar aanleiding van de nieuwe Entente, zoo komt dat niet in de eerste plaats doordat de Donau-federatle Is opgegeven, want daarmee hield men reeds te nauwernood rekening meer. Maar het komt, door dat Praag en Belgrado nu geheel openlijk hun eigen wegen gaan, zonder te wachten op aanwijzingen uit Parijs. Nu moet men zich ook herinneren, hoe de Europeesche situatie was. toen dr. Benesch naar Belgrado en Boedapest reisde, om daar op de ouderwetache diplomatieke manier traktaten af te sluiten. Die situatie was, dat de Russen Warschau naderden en dat men Ia Parijs zijn hoop ging vestigen op de nieuwe rijken in Midden- en Zuid- Europa. Maar die zeiden allemaal: neel Er was er niet een dat op kruistocht tegen het bolsjewisme wilde gaan alleen Hongarije meldde zich aan. Ongetwijfeld heeft dit een zekere toenadering tusschen Frankrijk en Hongarije ln het leven geroepen, waarover wij nog wel wat meer zullen hooren. Maar tegen Hongarije hebben Tsjecho-Slowakije, Joego-Slavie en Roemenie gemeenschappe lijke belangen. Deze drie landen zijn alle drie groot geworden o.a. op kosten van Hongarije, en het verbond tusschen Tsjecho- Slowakije en Joego-Slavie is dan ook een ouderwetsch verbond met militaire over eenkomst, gekeerd tegen Hongaarsche re vansche-gedachten. Hoever Roemenie in deze richting meegaat, is nog niet helder. Er Is inmiddels in de nieuwe Entente een moment van de grootste beteekenis voor de Europeesche politiek. Voor een veertien dagen geleden zeids een vroegere Joego slavische minister, dat de politiek van zijn land steeds zoo geleld moest worden, dat wij kunnen deelnemen aan de overeenkomst, die naar mijn overtuiging in de allernaaste toekomst tot stand komen zal.» Dat was geen eenzame stem. Het Journal des Débats bevatte onlangs een zeer Interessanten brief uit Belgrado, waarin de schrijver de groei van de Pan-slavische gedachte schilderde in Joego-Slavié. Hier staat men feitelijk tegen over een kennisgeving van groote beteekenis. De houding van Roemenie blijft daarbij twijfelachtig. Dat land kan, op grond van het Besarablsche vraagstuk, gemakkelijk op 'n Entente-voet komen te staan tegenover Rusland. Maar wanneer men de toekomst poogt na te gaan, dan mag men met tame lijk groote zekerheid uitgaan hiervan, dat wat er ook gebeure, men Tsjecho-Slowakije en Joego-Slavie niet zal vinden ln een combinatie, die gericht la tegen Rusland. STADSNIEUWS. RAADSVERGADERING. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien art. 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Donderdag 16 Sept. aanstaande, des namiddags ten 7 ure. Agenda. 1. Ingekomen stukken en mededeelingen. 2. Voortzetting van de behandeling van het voorstel van Burgemeester «n Wethouders Inzake regeling der jaarwedden en loonen van ambtenaren en werklieden. (Gedr. Verz. No. 49) 3. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders inzake het samenwerken van de ge meente met bet bestuur van het Departement tot Nut van het Algemeen omtrent het explolteeren van een Spaarbank (Gedr. Verz, No 28). Hierbij komen In behandeling de door den Heer Mr. A. van Traa ingediende amendementen. (Gedr. Verz. No. 51). 4. Rapport van de Commissie van Onder zoek Inzake Gemecutelijkcn woningbouw.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 1