KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Amersfoort,
brengen ter openbare kennis,
dat door hun college In de werkverdeeling,
zooals deze laatstelijk bij hun besluit van
14 Januari 1920 ls vastgesteld, de volgende
wijziging Is gebracht:
De Burgemeester is In het bijzonder belast
met de voorbereiding der werkzaamheden
betreffende Politie. Brandweer, Grondbedrijf
en Wetgeving.
De Wethouder Mr. H. Th. A. Verhoef
Is In het bijzonder belast met de voorbe
reiding der werkzaamheden betreffende het
onderwijs en Financiert en is omtrent de
financiën in den regel voor het publiek te
spreken ten gemeentehuize, des Woensdags
van Iedere week des namiddags te 3 uur.
Amersfoort, 9 September 19ZO.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
Ds Burgemeester,
v. RANDWIJCK,
De Secretaris.
A. R. VEENSTRA.
Correctie.
Uit het verslag van de openbare protest-
vergadering van bet gemeente-personeel,
waarvan het slot stond in ons nummer van
Zaterdag j.l., is het volgende weg gevallen,
dat wij nog wel vermeldenswaard vinden
»Spr. (de heer v. Putten) zegt vervol
gens ook nog een en ander over de sala
rissen van de brigadiers en majoors, schoon
deze menschen niet in den Algem. Bond
van Politle-personeel georganiseerd zijn.
Waarom eigenlijk niet? Spr. begrijpt dat
niet goed. Zijn ze te trots? Zijn ze bang
zich te encanailleeren Hoe dit ook zij
Spr. wenscht ook ten aanzien van hun
salarissen tegen de voorstellen van B en W.
te protesteeren, temeer waar de agent van
heden de brigadier van de toekomst is. Ook
over de salarissen van de Inspecteurs is spr.
wat de voorstellen van B. en W. betreft
geenszins te spreken
De heer Lelnweber heeft zijn zin.
Naar het Utrechtsch Dagblad mededeelt
heeft de rechtbank ons veroordeeld tot een
geldboete van f 50.— subs. 25 dagen
hechtenis.
Meeting op Nimmerdor.
Dank zij het prachtigste Septemberweer
in de openlucht samenkomst Zondagnamiddag
uitstekend geslaagd. Het heerlijke boscb
van het landgoed Nimmerdor. waar de zon
door de reeds bruinende bladeren scheen eu
waar een volkomen rust en kalmte heerschte,
deze >kerk vau ongekorven hout», die de
aanwezigen in ernstige stemming bracht,
droeg hiertoe in niet geringe mate bij.
Het was hier de plaats, zooals dr. Miedema
In zijn inleiding zcide, om tezamen onze
ziel tc verheffen, bovenal in deze lijden van
onrust, om te trachten ons innerlijk sterker
te maken te midden van het moeilijke leven
en de moeilijke toekomst. We hopen door
dit samenzijn nador tot elkander te komen.
Nimmer-dor. Dat spreekt ervan als straks
de hsrfst komt, als de duisternis het grootst
is. Dit woord spreekt van eeuwige jeugd
en kracht. Moge ook onze ziel Nimmerdor
zijn, al komen ruwe stormen. - Hieroa werd
door al de aanwezigen uit den nieuwen
gezangbundel gezongen en daarna door een
gemengd koor onder leiding van den heer
Hazcndonk.
Dr. Miedema zeide nuvindt u het vreemd
In deze omgeving dat wc gaan spreken over
het kind, het zonnelicht In ons leven in
tijden, waarin we ons hart vasthouden, als
we aan de toekomst denken. Het kind leidt
ons af van de moeilijkheden van het leven.
Spreker herinnert aan een schilderij, waarop
Napoleon, de groote heerscher. gevangen is
door het bandje van een kind, en aan een
ander Engelsch schilderij met 2ijne majesteit
het kind. Dit kind moeteen weg oversteken
en alles staat even stilwant bet kind gaat
voorbij, het kind spreekt tot ons in Gallllea
en Judea, waar Jezus zeide: Laat de kinderen
tot mij komen. De gtooteren stonden bij
het kind ten achter. Hierna sprak nog ds.
de Jong over de liefdeleer van Jezus en
ds. Erkelen over ontwaken. Het gemengd
koor droeg nog enkele liederen voor en
verhoogde niet weinig de plechtige stemming.
Fruit- en Groentenveiling
Noteering van 13 September:
Meloenen zo 47s ct..appels 11— ct.;
peren 0—0 ct; komkommers 6410 ct,;
gToenekool 2j--g ct; wittekool 3—8ct.
bloemkool u—»4 ct; roodekool 2—to ct;
sav. kool 10—11 ct.; perziken 10—16 ct.;
(alles per atuk);
Augurken 7—40 ct tomaten 6—20 ct;
appels 4—19 ct.peren 11—33 ct.; pronkers
3| 9 ct; dubbele boonen to ct.; anij-
booneo 16—17 Ct; slaboonen 14 1901.;
druiven 30—530.; Spinazie 7 ct.; stoofperen
13 ct.; (alles per pond).
Sla 160-250 ct, andijvie 80—250 ct,
(allee per honderd.)
Aardappelen 6 8 ct; uien 7l/j-o ct
per K.G. bleten 2*/j-6 ct.; wortelt 1—9
ct.; rhabarber 5—6 ct.; prei 1 4 ct.;
selderij 1*5 ct; alles per bos.
Kaasmarkt.
Aangevoerd werden op t3Sept. 1920, 44
wagens, bevattende 8400 K.G. kaas.
Prijzen f78.— tot f87.— per 50 K.G.
Handel vlug.
Uit hot politio-rapport.
Op 10 September werden 2 personen,
die in staat van dronkenschap verkeerden,
van het station naar het bureau gebracht,
waar zij ter ontnuchtering in arrest werden
gesteld.
Een persoon, die in kennelijken staat
van dronkenschap verkeerde, werd naa- zijn
woning gebracht, terwijl proces-verbaal tegen
hem Is opgemaakt.
Aangifte werd gedaan van dlefatal van
een zak portland en eenig gereedschap
Wordt onderzocht.
Bekeurd terzake bat berijden van een
trottoir met beladen handwagen C. v. D.
Wegens opeubare dronkenschap werd
een persoon in arrest gesteld.
Bekeurd een persoon wegens veront
reiniging van den openbaren weg.
Dito wegens het rijden met niet ver
licht rijwiel.
Nachtverblijf verleend aan 3 personen.
Vrouw Z. doet aangifte van het breken
van een glasruit. Wordt onderzocht.
Drie joogens werden aangehouden in
den tuia van mevrouw G., Utrechtschen weg,
wegens het stelen van appels.
Bekeurd wegens openbare dronken
schap zekere H. J.
Wegens het rijden met niet verlicht
rijwiel zekere W. S.
Een 13-jarige jongen,diegisteren onge
steld werd, is door de politie naar zijn woning
gebracht.
Vrouw V., die vorige week werd aan
gereden door een motorrijwiel op bet Juliana-
plein, is zoover gebeterd, dat zij binnen
afzienbaren tijd de ziekeninricbtlng kan
verlaten.
ItAADS VERSLAG
De beer Ooeterveen betoogt, dat het
vroegere winstcijfer feitelijk niet juist was.
omdat de gemeente heel wat werk deed
voor de gasfabriek dat niet betaald werd.
Inderdaad was de winst belangrijk minder.
De heer Hofland zegt, dat de verbooginy
van het debiet niet te danken kan zijn aan
het uniform tarief, omdat de beschikbare
cijfers behaald zijn onder het progressief.
Bovendien was er in 1918 rantsoeneering
en daardoor een gedwongen zuinig gebruik.
De heer Veis Heyn heeft de prijzen der
kolen vergeleken en daaruit geconcludeerd
dat de gasprijzen verhoogd moeten worden,
en spr. zal die cijfer» niet loochenen, doch
dan moet men ook niet vergeten, dat de
prijzen van de bijproducten de gasfabriek
ook enorm gestegen zijn.
Is verder bij de genoemde cijfers niet
inbegrepen een uitkeering aan de gemeente
kas vau f 75000 Als dat zoo.is kan men toch
eigenlijk niet zeggen dat er zulk een verlies
is geweest, wanneer het geld door de ge
meente op andere wijze ia genoten Spr.
geeft zijn standpunt dan ook niet prijs en
wenscht het progressief tarief te behouden.
Wethouder Veis Heyn motiveert nader
de door hem gegeven cijfers, waarin wel
degelijk met de rantsoeneering rekening
gehouden is. Een feit is, dat sedert het
uniforme tarief het debiet een stijgende lijn
aanwijst.
De beer Hofland: Aan welke groepen
is dat te danken?
Wethouder Veis Heyu: dat kan ik
zoo niet opgeven, ik heb de administratie
van de gasfabriek hier niet tot mijn be
schikking.
De beer Hofland: maar dat hoort toch
hierbij
Wethouder Veis Heyn: neen, dat hoort
hier niet bij. Het gaat ook niet aan, de
volledige resultaten te willen bepalen van
een regeling, die nog pas een paar maanden
in werking is.
De heer Hofland: eu hoe is het met
de oorlogswinstuitkeering i
Wethouder Vela Heyn: dat is nog
niet bepaald.
Het voorstel van B. en W. wordt ver
volgensaangenomen met 10 6. Tegen des.d.
39. Voorstel van B. en W. tot nadere
vaststelling der prijzen voor electriciteit.
Aangenomen z.d. of h.st.
Vervolgens gaat de raad over tot geheime
vergadering. Wanneer de deuren weer open
gaan wordt na eenige discussie de ver
gadering, met het oog op het late uur, ver
daagd tot Donderdag.
Voortzetting der raadszitting, van Don
derdagavond,
Voorzitter de Burgemeester.
Afwezig de heeren Jorissen, Kroes en
Nieuwendijk.
31. Voorstellen van B. en W. inzake
regeling der jaarwedden en loonen van
ambtenaren en werklieden.
De heer Ruitenberg zal de salaris-
voorstellen der R. P. S. R.-comm!ssie ver
dedigen, als rapporteur van dat Instituut.
De indruk bij de commissie is geweest, dat
B. en W. niet met de commissie meegaan
vanwege den financieelen kant, doch dat zij
de voorgestelde loonen niet te hoog achten.
Hij wijst in dit verband op het, in het stuk
van B. er. W. voorkomende zinnetje, dat de
commissie het vorig jaar haar werk serieus
heeft gedaan. Daaruit zou zijn op te maken,
dat de comm. zulks dit jaar niet zou hebben
gedaan. Spr. moet dit afwijzen. Ook thans
is zeer serieus gewerkt. Er zijn zeer veel
vergaderingen geweest. En wanneer al dit
werk nu door B. en W., wordt genegeerd,
komt spr. tot de opvatting, dat het maar
beter zou zijn de commissie op te doeken,
of althans een andere regeling te treffen.
De commissie kan natuurlijk niet de finan-
ciesle gevolgen overzien. Wanneer B. en
W. direct met Georganiseerd Overleg onder
handeld hadden, dan ware iets als dit niet
voorgevallen.
Ook de R. P. S. R.-comm. heeft steeds
open oog gehad voor de belasting verhooging,
doch is het wel juist van B. en W. om der
gelijke verhooging vast te knoopen aan de
salarisherziening? De commissie meent, dat
de voorgestelde loonen billijk zijn. Bezuini
ging moet dan maar gezocht worden in
vermindering van ambtenarij, hoewel dat niet
een, twee, drie te doen is.
De commissie heeft natuurlijk «enigszins
als grondslag genomen de loonen die in
het vrije bedrijf betaald worden. B. en W.
zeggen dat dit niet gebeuren moet, maar
als daar een werkman f 40.per week
verdient, gaat het toch niet aan dat de
gemeente hier f 35 betaalt.
Hij vindt dan ook zeer verkeerd, wat B.
en W. in hun stuk zeggen, dat de beste
vaklui in den regel In het vrije bedrijf
blijven. Ook de gemeente moet kunnen be
schikken over te soort krachten, dat is ten
slotte bet voordeeligst.
De berekening van B. en W. is gebaseerd
op de cijfers van het Statistisch Bureau,
waardoor een stijging van 19 van de
verbruiksartikelen bewezen wordt. De salaris
berekening van de commissie is ongeveer
10 °/o meer. Maar wat beteekent een ver
hooging, wanneer er geen verruiming is?
Wij wenschen allen verruiming, zoowel
voor de ambtenaren als voor den werkman.
1 Bij de 19 van 3. en W. is er niet de
J minste perspectief. Nu zullen B. en W,
zeggen, dat voor de ambtenaren tochover-
gaug naar een hoogert groep mogelijk is,
doch dit geldt toch niet voor de werklieden.
Wat nu de periodieke verhoogingen betreft,
spr. is er persoonlijk niet voor, doch om
onbillijkheden op te ruimen heeft spr. er
thans ook voor gestemd. Door het maximum
als grondloon te nemen ware de zaak ook
op te lossen geweest, doch B. eu W. nemen
als zoodanig bet minimum, en dat gaat niet.
Waar nu de commissie rekening te houden
had met de inzichten van de leden van het
georganiseerd overleg, die alle ambtenaren
en werklieden der gemeente vertegenwoor
digen, nam zij bet weder invoeren der
periodieke verhoogingen over.
De voorgestelde regeling zal waarschijn
lijk moeten gelden lot einde 1921, dus tot
na de begrooting. Ook uit dat oogpunt is
de regeling niet te hoog. Spr. hoopt den
Raad overtuigd te hebben van de billijkheid
der voorstellen.
De heer Hofland gaat gedeeltelijk
mee met Ruitenberg, behalve met zijn uit
latingen over het arbeidersbudget. Daarover
is in de commissie nogal druk gesproken en
zijn cijfers genoemd.
Ook B. es W. sprsken in hun stuk daar
over. Spr. heeft het eens nagerekend, doch
is uitgegaan van een anderen bron: het
raadsbesluit van Juli 1914, betreffende de
vaststelling der salarissen. Toen is door den
raad bepaald dat hst grondtoon der werk
lieden f ij zou zijn. Hiernaar zou de zaak
verder worden opgebouwd. Om nu een
juiste vergelijking te maken heeft spr. ge
bruik gemaakt van de index cijfers van het
bureau voor stat. berichten. Nu is de ver
houding der cijfers van het oogenblik tot
die van 1911 zóó, dat spr. het volkomen
eens is met den heer Ruitenberg, dat wan
neer de voorstellen der commissie worden
aangenomen de levensstandaard hoegenaamd
niet stijgt boven dien van 1911. Spr. moti
veert dat nader met cijfers. Hij vindt daar
door geen vrijheid om voor de voorstellen
van B. en W. te stemmen, al geeft hij toe,
dat er groote moeilijkheden zijn met de
financiën. Het loon, voorgesteld door de
commissie, is nog niet in evenwicht met
1911 volgens de wetenschappelijke cijfers.
De voorstellen van B. en W. blijven daar
nog ver beneden, Spr. zal daarom stemmen
voor de voorstellen der commissie.
Wethouder Van Hardcnbrock heeft
met belangstelling de statistische bereke
ningen van den beer Hofland gehoord, doch
kan zich niet geheel er mee vereenigen.
Hij heeft gestudeerd in dezelfde bronnen,
naar aanleiding van deze aalarisvoorstellen,
maar vond slechts óén juiste basisde
statistiek van de gemeente Amsterdam in
zake de arbeiders-budgets. Spr. zou ook
willen uitgaan van die cijfers omtrent voe
ding, kleeding enz., doch meent dat 1 lolland
verkeerd gerekend heeft, omdat zijn cijfers
betrekking hebben op den groothandel en
die voor den kleinhandel heel anders zijn.
Nu gaan de groothandelprijzen in dalende
lijn, terwijl de kleinhandelprijzen juist nog
eenigszins omhoog loopen. Daarom is de
basis oujulst, wanneer voor de berekening
van de levensbehoeften de Index-cijfers tot
grondslag genomen worden en niet de
kleinhandelprijzen. Spr. heeft getracht een
dergelijke berekening te maken, doch heeft
niet de cijfers kunnen vinden voor de
maanden na Maart. Zijn grondslag is echter
geweest: de cijfers aangegeven door de
arbeidersbudgets, waarvoor het materiaal is
bijeengebracht door de Sociaal-Democrati
sche Studieclub.
De voorzitter beantwoordt den heer
Ruitenberg. Wat betreft het »serleuze», deze
term was overgenomen uit een stuk van
de commissie zelf.
Aangaande de financiöele kwestie zegt
spr., dat ook B. en W. meenen, dat de
loonen goed moeten zijn. Maar er komt toch
groote verantwoornelijkheid, wanneer door
het verhoogen van loonen de financiën het
slachtoffer worden. Me 1 wil inkrimping van
ambtenarij, maar dit komt practisch hier
op neer, dat de gemeentelijke bemoeiingen
niet verder moeten worden uitgebreid. Spr.
wijst op den pas ingestelden geneeskundigen
dienst. Wie zal dien durven stopzetten?
Naar aanleiding van >de beste krachten>
zegt spr., dat het werk in gemeentedienst
niet te vergelijken is met het werk in het
vrije bedrijf. Het is dan ook de vraag of
wij, al worden de loonen op hetzelfde peil
gebracht, de resultaten zullen verkrijgen
als daar.
i9°/u geeft geen verruiming, maar moeten
wij gaan verruimen, terwijl de geheele
wereld sich moet bekrimpen Daarom stelden
B. en W. zich op het standpunt, dat de
koopkracht van het vorige jaar behouden
moest blijven. Ieder wenscht verruiming,
doch kan de gemeente dit op het oogen
blik geven?
Aangaande de politie wijst spr. er op,
dat de desbetreffende voorstellen door de
commissie met geen enkel woord zijn ge
motiveerd.
De periodieke verheogingen. Dit is een
belangrijk punt.
Er is gesproken van perspectief, maar de
prijzen kunnen omhoog gaan en dan ls het
volgende jaar weer loonsherzlening noodig.
Echter Is óók mogelijk daling der prijzen.
Daarmede houdt Ruitenberg geen rekening.
Spr. vraagt zich af, omdat periodieke ver
hoogingen in beginsel verkeerd zijn, of
Ruitenberg niet daarvan terugkomen kan.
temeer daar hij er zelf tegenstander van is.
Aan Hofland zegt spr.u erkent de
moeilijkheid der financieöle kwestie. Inder
daad is dit punt voor B. en W. een sterk
element, al is het niet het eenige, wat
Hofland beweerde.
De taak der gemeente begint en eindigt
niet met de loonen. Er wordt veel gevraagd
dat voor het algemeen welzijn van groot
belang is. Er is een program dat B. en W.
nastreven. Als alles wordt opgehangen aan
de loonkwestie zal de gemeente op ander
gebied niets meer kunnen- doen. En er is
veel te doen, zoowel op materieel als op
geestelijk gebied.
De heer Hofland: de wethouder heeft
de statistiek genomen als basis, doch deed
dit slechts ten halve door te wijzen op de
dalende lijn in den groothandel. Hij heeft
daarbij opgemerkt, dat de kleinhandel een
dergelijke daling nog niet vertoont. Maar
ais dit zoo is. hoe komt hij dan aan zijn
conclusies Dan is er toch eerder reden
om méér te geven dan minder! Bovendien
is de daling zoo gering, dat zij niet eensls
uit te drukken in de index-cijfers.
Ook volgens de laatste statistische cijfers
zij de gemiddelde uitgaven per gezin ruim
f45 per week, terwijl de gemiddelde in
komsten, f43, daar beneden bleven. Spr.
kan dai. ook zijn conclusie niet wijzigen.
In de voorstellen der commissie blijven de
acht loongroepen alle beneden het in
Amsterdam als noodzakelijk gevonden cijfer.
Daardoor is de wethouder voldoende weer
legd.
De burgemeester heeft gezegd, dat niet
alles zich mag coucentreeren om het loon-
vraagstuk, dat er ook nog een andere roe
ping is voor het gemeentebestuur, vragen
van socialen aard, maar spr. vraagt zich
toch af in dit verband, of, wanneer b.v.
een ziekenhuis moest worden gebouwd (een
der eischen der s.d.) zou het dan mogelijk
zijn met looncijfers e.d. voor den dag te
komen die blijven beneden het gemiddelde?
Het zal dus oiet mogelijk zijn die andere
dingen goed te doen, wanneer wij niet be
sluiten de materièele zorgen voor de men
schen, die dat werk zullen moeten doen,
zoo gering mogelijk te maken. Is het niet
waar, dat er veel verloop is onder het
personeel in dienst der gemeente Is er
niet gezegd, dat andere gemeente de goeie
krachten hier weglokken door hooger sala
rissen. Er moet raad worden geschaft, doch
spr. waarschuwt den boeman van de finan
ciën niet zoo aterk te kleuren. In 1914
golden precies dezelfde argumenten bij het
vaststellen der loonen als nu. Spr. zal stem-