Dinsdag 5 October 1920 No. 9391 70e Jaargang Verm - Uitgave van de Drukkerij „DE AMERSFOORTSCHE COURANT" voorheen Firma A. H. van Cleeff. A^BTiïMTrilv^'' DONDERDAG- en ZATERDAG. ABONNEMENT per 3 maanden f 1.—franco per post f 1.15. Afzonderlijke nummers 5 cent. RTENTIEN 1—6 regels 95 cent; elke regel meer 15 cent. Bij regel-abonnemeut reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale-, offideele- en ontelgenings-advertenti6n per regel 20 cent. RECLAMES 1—5 regels fi.55|; elke regel meer 30 cent. Iucasseerkosten worden In rekening gebracht. Inzending van advertentiSn op den dag van verschijnen uiterlijk 10 uur, voor het Zaterdagnummer uiterlijk Vrijdagavond. REDACTEUR; K. LUBERTI, AMERSFOORT BUREAUX KORTEGRACHT 18 EN VALKESTRAAT 19. TELEFOON 1, Wereldvrede en Volkerenbond. De Volkenbond en zijn be lang voor Nederland, door H. Ch. G. J. van der Mandere. Uitgegeven door de N.V. Uitgevers- Maatschappij voorheen Paul Brand te Bussum, met medewerking van de »Centrale Organisatie voor een Duur- zamcn Vrede» te 's Gravenhage. Het boek van den heer Van der Mandere is van zoo hoog gehalte en zoo goed ge documenteerd, dat het een diepgaande studie vereischt om hst naar verdienste te kunnen bespreken, te meer daar het hier een zaak geldt die niet alleen voor ons geslacht van buitengewone beteekenis Is, maar die een der wezenlijke voorwaarden Is voor den groei van de nieuwe maatschappij en de nieuwe msnschheid. Hoe gaarne wij nu zelf eenige artikelen zouden willen schrijven over dit boek, en dus over deze zaak, de tijd ontbreekt ons om het zóó te doen als met de belangrijkheid der stof overeen komt, en zoo zullen wij ons bepalen tot wat een ander, ter zake meer bevoegd man, over Van der Mandere's boek heeft gezegd. Wij bedoelen Mr. H. C. Dresselhuys, Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, en Voorzitter van het Uitvoerend Comité van de Centrale Organisatie voor een Duurzameu Vrede, die in een Voorwoord in het be doelde boek betoogt, dat de uitgave van het geschrift gemotiveerd ia en dat de lezing er van alleszins aanbeveling verdient. Deze taak, schrijft hij, is ditmaal al bij zonder gemakkelijk: Nederland heeft door zijne aansluiting bij den Volkenbond verplichtingen aangegaan van zóó verre strekking, van zoo groote beteekenis voor zijn geheele toekomstige buitenlandsche politiek niet alleen, doch ook voor zijn Inwendige staatsbemoeiing, dat zonder overdrijving kan wordengezegd.dat hierdoor voor ons staatkundig en econo- misch-sociaal leven de gewichtigste overeen komst is gesloten, welke in onze landsge schiedenis bekend Is. Wij hebben een soort van wereld-grondwet mede onderteekend en ons verbonden tot den opbouw van het Internationalismeniet slechts door het mede- onderschrijven van vrijwel platonische ont boezemingen, zooals dit in de geschiedenis der vredes-conferentifin bekend was, doch door ons eigen nationaal doen-en-laten voor taan voor een groot deel vastteleggen aan bindende rechtsregelen, dit in menig opzicht ondergeschikt te maken aan den wil der volkengemeenschap. Al Is die dwang meestal niet gekleed in den vorm van den plicht om zich te onderwerpen aan het gebod der meerderheid op straffe van anders met ge weld de kracht van het gebod te moeten voelen, de zedelijke pressie is tot den hoog- sten graad opgevoerd, de macht tot afge dwongen ten-uitvoerlegging, de z.g.n. reëele executie, is zelfs in sommige gevallen denk baar. In ieder geval is onze volkomen vrije wilsbepaling in internationale conflicten, met name ons nog zoo pa3 deugdelijk gebleken recht van neutraliteit bij oorlogen tusschen anderen, in ^beginsel opgeofferd; valt het overigens niet te oatkennen, dat wij op het eigen souvereinlteitsrecht belangrijke inper kingen hebben aanvaard. Reeds van uit dit gezichtspunt Is het een eisch van gezond verstand, dat wij ons klaar bewust zijn van datgene, waartoe wij ons verbonden hebben en van de gevolgen, die vermoedelijk uit die verbintenissen zullen voortvloeien. Men mag aannemen, dat Regeering en wetgevende macht bij de aanvaarding van het wetsontwerp, wasrbij Nederland tot den Volkenbond is toege treden, met al die gewichtige gevolgen be hoorlijk rekening hebben gehouden; dat het besef van de landsbelangsn, die hier mede in het spel komen, ook inderdaad tot Firma K. W. JAEGER AFLEVERING BINNEN S DAGEN WINKELFABRIEK LANGESTR. 74 - KAMPSTR. 96-9Gr TELEFOON 198. het volk is doorgedrongen, Is minst genomen voor twijfel vatbaar. Behalve in enkele courantenbeschouwing ;n bleek van een nationaal medeleven met dat wetsontwerp toen reeds bitter weinig, sinds dien Is de belangstelling den Volkenbond hier ken nelijk bijna tot nul gedaald. Even onverstandig als onredelijk. Het ligt niet op onzen weg, om hier debat te voeren tegen hen, dio uit welke motieven dan ook, betoogen, dat de Volkenbond een mislukking zal zijn, een volkomen ondeugdelijk middel om des vrede te waarborgen, en dat pre sident Wilson, toen hij naar Europa kwam om de opperleiding te nemen van de zaken van de oude wereld, waarvan bij niets af wist en die hem weinig schelen koiden, in plaats vsn den vrede slechts nieuwe kiemen voor twist heeft gebracht. Over de waarheid daarvan zal de toekomst beslissen. Voor ons staat het vast, dat wij een contract hebben gesloten, dat wij zullen moeten naleven en dat zich in den dagelijkschen gang onzer zaken ter dage zal doen gevoelen. Is het niet waar, dat wij bij het urgente vraagstuk onzer legerharvorming reeds nu moeten verklaren, dat een definitieve beslissing moet wachten, totdat de Volkenbond zal hebben uitgemaakt, hoe groot of hoe klein de nationale bewapening mag of moet zijn Wordt reeds niet nu internationaal be raadslaagd over de waterwegen, waarbij ook Nederland het grootste belang heeft, over internationaal arbeidsrecht, waarnaar ook de Ncderlandsché sociale wetgeving zich zal hebben te voegen, over internatio nale hygiene, over tal van economische vraagstukken, welke onze productie en onzen uitvoer zullen beheerschen? Zullen eindelijk geschillen met onze naburen, waarvan wij ook thans niet verschoond blijven, niet worden gebracht voor het forum van den Volkenbond? De tijd zal niet ver meer zijn, dat wij bij het internationaal netwerk, waarvan ons nationaal leven slechts draden vormt, geen beslissingen van beteekenis meer kunnen nemen zonder die te plaatsen in het kader van den Volkenbond. Mag dan onze eigen publieke opinie tegenover statuut en werking van dien bond onver schillig staan als gold het slechts «ideolo- gieSn», welke het practisch leven niet zullen beïnvloeden Als zij dat doet, zal het zeker zijn tot schade van de democratie, met in boeting van volksinvloed op zaken van rcgocring en wetgeving. In den oorlogstijd is zoo dikwijls met klem betoogd, dat de «democratische con trole» In de toekomst het groote beletsel moet zijn tegen nieuwe oorlogen; terecht werd gezegd, dat niet zooals vroeger re geeringen en vorsten voor eigen glorie of kllekbelangen de volkeren in den oorlog moeten kunnen zenden; dat deelneming van het geheele volk aan de buitenlandsche politiek het zekerste wapen is tegen den oorlog, dat het maken van oorlog en vrede meer en meer zal afhangen, een weer spiegeling zal zijn van bet zedelijk bewust zijn der menschheld. Maar dat alles is toch alleen denkbaar bij kennen en begrijpen van internationale politiek en als eerste hulpmiddel daartoe van internationale rechtt en belangenvethoudlngen, van hetgeen zal geschieden in den Volkenbond, die Immers met zijn organen bron zal zijn van nieuw recht, hof van uitlegging en beslissing over het bestaande. Het Is bedroevend te moeten constateeren, al is het verschijnsel niet tot Nederland beperkt, dat ons volk In zijn breede lagen zich voor die taak bitter slecht heeft voor bereid. Gedurende den oorlog heeft de vredes beweging gepoogd in groote kringen dui delijk te maken, wat de beginselen zouden moeten zijn van den Volkenbond; zij heeft aan ettelijke tienduizenden haar minimum program verkondigd en verklaard; de publieke kennis en belangstelling schijnen daarna tot stilstand te zijn gekomen, vermoedelijk ook door het valtche begrip, dat met den vrede het nationaal gevaar geweken is, de buiten landsche politiek ais van lagere orde wel weer aan de diplomatie kon worden over gelaten. Merkwaardig is het althans, dat niet slechts de text van het Volkenbond statuut hier vrijwel een gesloten boek is gebleven, doch dat ook iedere populaire behandeling van dit onderwerp tot heden is uitgebleven. De heer Van der Mandere heeft met zijn geschrift daardoor niet slechts een nuttig, doch een noodzakelijk werk gedaan; de bekende reclametitel «wat ieder van den Volkenbond weten moet* ware hier een passend opschrift geweest. Het geeft immers slechts historie en feiten, geen optimistische toekomstdroomen, zooals men die van een <paclfist< misschien bad verwacht, geen propagandawerk, slechts nuchtere gegevens, voor den leek volkomen begrijpelijk, maar tegelijk als onmisbaar materiaal noodzakelijk voor een leder, die gevoelt, dat elk staats burger den plicht heeft om zich te interes seeren voor den Volkenbond, ai ware het reeds omdat zijn eigen zaak, zijn eigen belang daarbij dadelijk en rechtstreeks is betrokken. Ook hij die van elk vredes- ideaal is gespeend, zal zich van deze studie niet kunnen onthouden op straffe van de gevolgen te gevoelen aan zicbzelven. De tijd dringt. Naar verluidt, zal de eerste Algemeen» Vergadering van den Volken bond nog in dit jaar, of uiterlijk in het komende vroeg voorjaar worden bijeenge roepen. Ook Nederland heeft daarin zijn plaats en zijn vertegenwoordiging, en reeds thans zou door het Algemeen Secretariaat aan alle betrokken Staten een uitnoodiging zijn gezonden tot het opgegeven van punten voor de agenda. Er zijn er zeker genoeg, die onze nationale belangstelling kunnen wekk«n. Is het nu reeds de tijd om te pogen tot vervulling te geraken van de wcnschen, die de Staten-Generaai bij het aannemen der wet van toetreding hebben gesteld? Moet de houding van onze ver tegenwoordigers, die nu vermoedelijk mede zullen beslissen over den invloed van die Algemeene Vergadering in den bond, niet worden aangewezen door deNederiandsche publieke opinie? Een der punten van be handeling zal ongetwijfeld zijn de regeling van het Internationaal Gerechtshof, dat zoo pas in de Haagsche conferentie ia voorbe reid en waarvan wij niet zonder reden hopen, dat de zetel in Nederland zal worden ge vestigd. Tal van zaken voor ons ook van dadelijk stoffelijk belang zullen daar worden beslist. Waar blijven de stemmen uit ons volk, die aan onze afgevaardigden zullen doen voelen, wat de Nederlandsche democratie van hen verwacht? Voor het leggen der grondslagen van de kennis, vereischt om cenig oordeel te kunnen uitspreken, is 't zeker de allerhoogste tijd. Dit alles geldt voor iedcrcn Nederlander. De pacifist, hij wien bet niet ontbreekt aan zekere Idealen, dat de Volkenbond ondanks al zijne aanvankelijke gebreken, da kiem kan bevatten voor grooter geluk van de menschhsid, dat de oorlog niet vergeefs Is gevoerd, zal zich zeker nog met meer ijver op de studie van zijn wording en be teekenia moeten toeleggen. Het is al zoo vaak gezegd, dat die bond slechts dan een wezenlijke kracht tot het go«de zal kunnen zijn als hij inderdaad ge dragen wordt door «public sense», de volks overtuiging. De woorden van het statuut kunnen slechtsdan worden verstaan, wanneer wij dit beschouwen ais de uitdrukking van een grooter geestelijk doel en de stichters verklaarden zoo herhaaldelijk, dat zij slechts in den zedelijkeir steun van allen hun ver trouwen stelden fea alleen dan aucces van hun werk verwachtten, wanneer dit niet door dwang, doch door vrijwillige samenwerking zou worden verkregen. Als de bond zich zal mosten beperken tot zijn primaire functie van het uitbreken van den oorlog te be lemmeren, zal hij zeker zelfs daarin niet slagen. Alleen dan ia hij van beteekenis, wanneer meer en meer de overtuiging door dringt, dat hij is de vertegenwoordiging van het algemeen welzijn der menschheld en dus ook van het heil van iedere aangesloten natie Is het bijzonderderhalve, dat in de toekomst ons nationaal geluk onverbrekelijk verbonden Is aan dat van lederen anderen staat, omdat wij allen lid zijn van een zelfde rechts- en belangengemeenschap. Zooals de Groninger deelt in de belangen in den Limburger, zullen wij als natie moeten leeren sen onmiddellijk belang te stellen in het lot van een staat In midden- of Oost Europa of In Zuid-Amerlka, en wij zullen moeten samenkomen in den Volken bond om eikaars belangen te steunen en ts bespreken, niet om alB bloote toeschouwers van de zaken, die ons schijnbaar niet raken, daar een academisch debat mede te voeren of die alleen aan nationaal belang te toetaen, maar om de zaken van onze medevennooten tot goede oplossing te brengen voor de ge heele vennootschap. Dit Is het ideaal van het pacifisme geweest tijdena den oorlogdit ideaal Is nu in concreten vorm gebracht, wij hebben die belichaming mede aanvaard en wij dragen mede de verantwoordelijkheid voor haar werking en voortbestaan. Die kan niet op zijde gezet met de overweging, dat de wereld van thans, waarin de oorlog nog met groote hevigheid woedt, waar het militairisme In het Oosten zich met nieuwe krachten openbaart, kennelijk voor dit Ideaal nog niet rijp zou zijn, dat rustiger tijden moeten worden afgewacht. Integendeel, de nu vleescb geworden gedachte behoort thans op haar deugdelijkheid te worden beproefd; de ombouw van elke eociale machinerie moet geschieden in volle werking, stilstand beteekent vernietiging. Voor die nieuwe werking moet de her vorming nu worden voltrokken; een her vorming der geesten in de eerste plsats, waarvoor noodzakelijk zijn idealisme, ver beeldingskracht, naastenliefde, kameraad schap, maar bovenal ook kennis. Het ia de zedelijke plicht van ons allen de omstandig heden, de behoeften van onze medestaten te kennen, alvorens wij ons het recht aanma tigen mede stem te willen hebben In de beslissing over hunne belangen en hun lot, zooals wij ook moeten eischen, dat zij die te Parijs of te Genève zullen spreken orer wat ons aangaat, zich doordringen in onze behoeften en rechten, op de hoogte zullen zijn van onze nationale politiek. Geschiedt dit niet, dan zijn de besluiten van den Vol kenbond gedoemd tot mislukking, tot daden van nationaal egoisme, van onrecht of mis verstand. Een oprechte en kundige pers is natuurlijk het eerste middel van die kennis, de litteratuur over Internationale toestanden worde volkslectuur. Maar eer dan dit, is voor alles noodig kennis van het nieuwe instrument, dat be doelt de regulateur te zijn van de interna tionale verhoudingen en welk» werking en macht men moet doorgronden, alvorens men zelf als staatsburgers van een aangesloten land langa de wegen der democratie invloed hoopt te kunnen oefenen voor het bereiken van een nieuwe en gelukkiger wereldorde. De pacifist, de Internationalist zie dus dit deel van zijn plicht helder voor zich; hij heeft te leeren, te lezen, te begrijpen, wat ue Volkenbond is, welke zijn fouten zijn en zijn deugden. Voor hem dua in de eerste plaats verrichtte de heer van der Mandere een goed werk; hij gaf school- lectuur voor het nieuwe volkenrecht In

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 1