RECLAME-BOTTINE Adverteert in dit blad! Bank-Associatie Instituut voor Physische Therapie. 16.75 16.75 J. GROOTENDORST, Hof 20 Fa. L. v. AGHTERBERGHs Brandstoffenhandel Langestraat 63 FEUILLETON HOOG SPEL. i Dagelijks rersch verkrijgbaar fjjn gekruide ST. NICOLAAS 20 en 25 CENT PER 0N8 AXTTXX. C.van B JUREN ARNH.STR. 21 TEL. 431 Speciaal adres voor Dames* en Heerenkleeding NAAR MAAT Steeds voorhanden de NIEUWSTE ENGELSCHE STOFFEN UITERSTE PRIJSNOTEERING G. W. MAAS, Coupeur W. v. Mcchelenstraal 22 AMERSFOORT VLASAKKERWEO 40 Technisch-Directeur JACQ DEKKER. BAARN TELEFOON 177 Spreek unr te Amersfoort Nnnndag, Woensdag en Vrydag ran 2 4 uur. Voor minvermogenden I'/2—2 Afdeeling voor: Electrische-, Heetelucht- en Waterbehandeling; Diathermie, Massage, Vibro- en Douche-massage, Bewegingskuren, Zweedsche Heil- en Ademg- mnastiek, Kunstzonbestraling enz. Behandeling vanalgemeene lichaamszwakte, gedeeltelijke Terlamniingen, hardlijvigheid, aambeien, slechte hloodverdeeling (stuwing). Behandeling n;l beenbreuken, ontwrichtingen, verstuikingen, gewrichtsontstekingen enz. Speciale behandeling van Voetklachten, (Pijnlijke-, Zwakke- en Platvoeten.) slechts een kleine partij PRIMA ROX RUND- LEEREN Derby Rijgbottines met leeren tnssehenzool en laknens (1ste klasse fabrikaat) voorhanden bij Bagger turf - Korte turf - Anmnaakturf - Eiken kachelblokken - Hoiitskoolbriketten - Houtskool Vuurmakers Distribittievrije Eierbriketten VERKRIJGBAAR BIJ: BestelkaotoorArnh. str. la - Teleta 151 - Magazijn™Koesteeg 5-7 Wertheim Gompertz 1834 en Credietvereeniging 1853 Kantoor Amersfoort lltrechtscheweg 1 Kapitaal en Reserves f 19.500.000 Alle bank- en eftectenzakei Leg u op de veeteelt toe, ga runderen, schapen en paarden fokken en laat op het grootste deel van uw grond veevoer ver bouwen. U reserveert vijftig morgen voor ooftbouw, u richt de een of andere kleine fabriek op om uw arbeiders ook 's winters werk te verschaffen en tevens de vrouwen uit het dorp, die goedkooper werken dau de vrouwen uit de steden, iets te laten ver dienen, en ik ben overtuigd dat u niet alleen baar geld van uw farm zult trekken.» »Goed, Ik zal het probeeren,» zei Bartley, maar op voorwaarde, dat u mijn buurmau wordt en de verkoop op inheerasche en vreemde markten op u neemt.» Hope stemde gaarne toe, daar hij op deze wijze in de nabijheid van zijn dochter zou blijven, en na eenigen tijd vonden zij in Sassex een farm met weiden voor schapen en paarden, voldoende water, graanvelden, kunstmatig grasland en uitgestrekte zonnige hellingen voor ooftboomen en aardbeien. De opbrengst van deze laatste was spoedig zoo groot, dat zij daar mee het pachtgeld betalen konden. Hope leefde ook nu weer alleen, maar op niet te grooten afstand van zijn dochter, die hij dan ook dikwijls, wanneer zij uitging, roet behulp van zijn verrekijker gade sloeg. Deze kijker zag er uit als een tooneelkijker, was ongeveer tien duim lang en had een klein gezichtveld, maar de scherpte van een teleskoop. Grace Hope, die ook wij voortaan Mary Bartley zullen noemen, zooals ze door iedereen genoemd werd behalve door haar vader, die haar naam zooveel mogelijk vermeed was nu een meisje van dertien jaar, gezond, mooi, vroolijk en welopgevoed. Ze had reeds alle eigenschappen van de volwassen vrouw in kiem In zich, en kon heel goed onderscheiden, wie haar werkelijk lief had. Van Hope ondervond zij een buitengewone genegenheid, maar haar instinct zei haar, dat dit niets met de liefde van een jongen man te maken had en dus aanvaardde zij vriendelijk deze teederheid en beantwoordde haar meestentijds op kalmen, nu en dan echter enthusiaste wijze. Want ze kon enthusiast zijn en waarom zon ze niet De hemel beware ons voor de «koele filosofie» van een jong meisje, dat niet In staat is in ver voering te geraken. Wat Hope aangaat, hij wist, trouw en voorzlcb'.ig als altijd, zijn genegenheid binnen de perken te houden, hoewel dit hem dik wijls zeer zwaar viel. Nimmer veroorloofde hij zich Mary te kussen al was de verleiding daartoe nog zoo sterk. Dat was in 't bizonder het geval, toen hij haar eens een melkwitte pony gekocht had, en zij hem overstroomend van dankbaarheid in tegenwoordigheid van Mr. Bartley om den hals viel en hem hartelijk kustte. Hij keek daarbij zoo verlegen, dat het jonge meisje hem uitlachte en plagend zei «Vergeeft u mij de vrijheid, die ik ge nomen heb, maar als iemand zich zoo gedraagt als u, moet hij ook de gevolgen kunnen dragen.» «Je kunt niet verwachten, dat mannen van onzen leeftijd zich zoo hartstochtelijk toonen, als jonge dames plegen te doen,» viel Bartley gewichtig in. «Toch houdt hij evenveel van jou als jij van hem.» «Dan houdt hij heel veel van mij, papa,» antwoordde het meisje met groote hartelijk heid maar de twee mannen zwegen en verwonderd keek Mary van den een naar den ander. Onze groote psychologen, die ook de gewoonste voorvallen met mikroskoplsche nauwkeurigheid ontleden, zouden zich in een tooneellje, als het daareven geschilderde, verdiepen, en er boekdeelen vol van derge lijke voorvallen aan toevoegen, om met bebulp daarvan het vaderhart tot in zijn subtielste gewaarwordingen te leeren kennen. Wij arme romanschrijvers daarentegen wor den door het ongeduld van onze toehoorders gedreven zonder oponthoud verder te gaan en door de liefhebbers van woordenrijkdom onze vrouwelijke en negentiende van onze mannelijke kollega's wordt ons ge leerd, dat wij door «meesterlijke beschrijving.» d.w.z. door die trage verhaaltrant, die het klaar speelt ons tien bladzijden lang door moeras en biezen te doen waden om ons één waterlelie te toonen, slechts de taaiste langdradigheid bereiken. Wij geven er daarom den voorkeur aan, alleen de belangrijkste gebeurtenissen te beschrijven, en vleien ons met de hoop, dat onze lezers door eigen nadenken den eigenaardigen toestand van Mary Bartley en haar twee vaders duidelijk zullen maken. Op een morgen was het jonge meisje met haar gouvernante naar de naburige stad geweest, waar ze zich gekweten hadden van den heiligen plicht inkoopen te doen. Ze keerden langs een kortereu weg terug, die het oversteken van de Lijn, een beek of klein riviertje, noodig maakten die snel- stroomend voortschoot en op sommige plaatsen zeer diep was. Op één plek echter was de bedding tamelijk ondiep en werd doorsneden door een rij groote platte steenen, waarvan gewoonlijk twee derde boven het water uitstak. De dorpsjeugd, met inbegrip van Mary Bartley, gebruikte zonder eenigen vrees deze steenen als brug, ofschoon de rivier, juist hier steeds breeder en dieper wordend, In snelle vaart voortstroomde en eindelijk een waterval vormde, van waar uit hij daD rustig verder vloeide. Toen Mary en haar gouvernante dezen keer bij de beek kwamen, vonden zij hem door de stortregens der laatste dagen aan merkelijk gezwollen. Schuimend spatte het water tegen de steenen op, die nog maar nauwelijks uit de golven te voorschijn kwamen. De gouvernante wilde het oversteken van de beek niet toestaan, maar Mary liet zich er niet van af brengen. «De andere weg loopt een kwartier om,» zei ze, «en papa is er op gesteld, dat we precies op tijd voor het eten zijn, en ik heb zoo'n vreeselijken honger.Lieve miss Everett, ik ben er immers wel honderdmaal overheen gegaan.» «Maar het water is vandaag zoo diep.» «Al Is het ook wat dieper dan anders, hooger dan tot aan mijn kniefin reikt het toch niet kijk maar 1 Ik zou er ook zonder de steenen wel over kunneD. Gaat u maar den anderen weg; ik zal uw uit blijven wel verontschuldigen.» «Goed, maar eerst moet ik je goed en wel aan den overkant zien.» «Dat is gauw genoeg gebeurd,» antwoordde het meisje, nam haastig, daar zij een Dieuw verbod vreesde, haar rokken bijeen, zette het eene sierlijke voetje op den eersten steen, het andere op den tweeden en zou, als ze een jongen geweest was, zonder ongeval naar den overkant gekomen zijn. Daar ze echter, in plaats van met de armen te balanceeren, haar rokken moest vasthouden, en boven dien allermalste schoenen aan had, gleed haar hak op den vijfden steen, die bizonder glad en glibberig was, uit, en met een lichten kreet viel zij In het water. Tot haar verbazing voelde ze, dat de stroom haar meesleepte, ofschoon het water volstrekt niet diep was. In 't volgende oogenblik had zij wel weer grond onder de voeten, maar was niet bij machte te blijven staanhoe ze zich ook inspande, telkens werd zij opnieuw omver geworpen en verder voortgedragen. Vol ontzetting schreeuwde zij om hulp, terwijl de arme gouvernante, insgelijks luid schreeuwende, langs den oever liep en vergeefsche pogingen deed haer te hulp te komen. En de stroom werd steeds dieper, zoodat het haar zelfs onmogelijk werd vasten voet te krijgenmachteloos jammerend strekte het jonge meisje de armen uit. Een wijle werd zij nog door haar kleeren drijvende gehouden, doch toen die meer en meer water inzogen, voelde zij zich door hun zwaarte naar beneden trekken, het water steeg haar tot de kin, en de dood staarde haar aan. (Wordt vtrvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 4