gPföe heer Polder dringt dan op bespoediging aan. r De heer Kraan wil bij de besprekingen ook de ■winkelbedienden gehoord hebben. De Voorzitter deelt mede, dat daaraan gedacht ia. De heer Noordewier vraagt of in verband met het bouwen van Goed Wonen vaat begonnen kan worden met het stratenplan en de rloleerlng, ten einde de zaak te bespoedigen. Dan wijst hij op den slechten toestand op de scholen wat betreft de leermiddelen. Overal ontbreken zeer noodige dingen. Dit komt door dat de gecentraliseerde Inkoop niet goed functionneert. Spr. dringt aan op spoedige verbetering. Nog spreekt hij over onderwijs, dat aan de patiënten in de T. B. C.-lighallen gegeven wordt door een on bevoegde, een kweekeling. Waar het hier toch reeds achterlijke kinderen geldt, vraagt spr. een ernstig onderzoek. De heer Leinweber wijst er op, dat een verzoek van ds Vereen, van Rijksambtenaren, om een bloemen dag voor hun herstellingsoord te mogen houden, Is afgewezen. Zij zullen echter nogmaals een verzoek doen en spr. hoopt, dat dit dan zal worden Ingewilligd. De Voorzitter zegt, dat alleen bij hooge uit- zondering het collecteeren wordt toegestaan. De heer Kroes deelt mede, dat hij op de ver gadering van Vrijdag niet aanwezig zal kunnen zijn en vraagt daarom verlof den heer Noordewier thans te beantwoorden inzake zijn opmerking over eigen beheer. Inderdaad heeft spr. twee werken In eigen beheer uitgevoerd, doch dat was noodgedwongen, door de ongunstige omstandigheden welke de oorlog geschapen had. Vervolgens sluit de Voorzitter om elf uur de ver gadering. Voortzetting der raadsvergadering op Vrijdag 19 October 1920, des avonds 7 uur. Voorzitter de burgemeester. Afwezig de heeren Jorissen en van Traa. De heer Stadig komt later ter vergadering. De Voorzitter opent de vergadering. De secretaris doet voorlezing der ingekomen stukken. 2. Onderwijs. Benoeming van een onderwijzer aan de D-school. Benoemd wordt ds beer Methofer. 3. Financiën. Voorstel van Burgemeester en Wothoudors inzake het trollen van oen regoiing: le ten aanzien van de financiën in verbund met de niet goedkeuring door Gedeputeerde Staten van de wijzo waarop aan de uitkeering uit de oorlogswinstbclasting oen bestemming is gegeven. 2e. ten aanzien van de uitbetaling van de ver hoogde jaarwedden on loonen (gedr. verz. 56.) De heer Kroes zal spoedig de vergadering moeten verlaten en vraagt daarom onmiddellijk het woord. Hij heeft met aandacht het stuk van B. en W. gelezen, doch gaat met het voorstel niet accoord. Waar de Raad beloften beett gedaan en de werkliedsn en ambtenaren loonsverhooging heeft voorgespiegeld, daar bestaat ook de plicht die beloften na te komen, al thans alles te doen wat kan om dat mogelijk te maken. Het uitbetalen van een restant in het verschiet te stellen, kan spr. niet goedkeuren; wij zouden dan zeker moeten weten, dat wij zoo'n belofte kunnen vol brengen. Als wij alles nagaan blijkt de toestand der gemeente ook in 1921 alles behalve rooskleurig, al zal spr. het niet wagen voorspellingen te doen. Spr. zal stemmen tegen het voorstel van B. en W. omdat hij dit niet vindt zooala 't behoort, en hij wil alles in het werk stellen om de gegeven belofte na te komen en daarvoor zelfs desnoods het cijfer van den faotor verhoogen. Wanneer de Ged. Staten dat niet goed keuren, dan heeft de Raad in ieder gsval toch gedaan wat moet. Spr. heeft aan de regeling niet medegewerkt, maar tegengestemd. Nu de Raad echter het besluit genomen heeft, moet hij ook weten waarvandaan het geld te halen. Het is althans zijn plicht te trachten dat te doen. De heer Hofland: Blijkens gedrukt stuk 56 vragen Ged. at. van ons het besluit van 16 Sept. in nadere overweging te nemen. Nu vinden wij bij het stuk 1 brieven vau het college, van B. en W., gericht tot Ged. st., ééa waarvan behelst een uiteenzetting ,en "3e weerlegging van een beschuldiging die door Ged. sL tot het gemeentebestuur is .'gericht, een verwijt nl. dat dit bestuur niet heeft gezorgd dat bijtijds de gewone middelen zoo zijn toegenomen, dat daaruit de uitgaven kondea worden gedekt. Het zit hem in de berekening, gemaakt inzake de verdeeling van de uitkeering iu de O.W. belastii g. B. en W. meenden met die verdeelitig voor het allergrootste deel te hebben voorzien In de kosten die de aangenomen salaris-regeling met zich meebrengt. De argumenten van Kroes zijn dan ook niet steekhoudend. De Raad beeft gemeend, wel degelijk te voorzien in de uitgaven. Spr. laat In het midden of het beleid juist is geweest. Hij zou het j.e\la kunnen begrijpen, wanneer enkele raadsleden leed vermaak hadden over het verloop der zaak, want deze wijze van voorzien is niet de juiste. Wanneer wij nl. verleden jaar vastgehouden hadden aan de stelling, dat wij niet alleen op papier gedekt moesten zijn, doch dat wij 9 ton moesten vorderen, dau zaten wij nu niet vast, niet in de misère, dan zou het vermenigvul- digingscijfer tijdig hooger zijn gesteld en had boven dien spr. zijn zin gekregen en was de verdeeling van den opbrengst veel meer naar draagkracht op de schouders van de belaatiog-beialers neergekomen. Nu hebben Ged. Staten onze berekening slechts gedeeltelijk goedgekeurd. Slechts f 50.000 mag gebruikt orden voor dekking. Door ons was f 125.000 bestemd om de inkomstenbelasting te verminderen en ruim 2 ton om de schuld der gasfabriek te dekken. Ged. at. zeggen echter, dat deze schuld ontstaan is door ult- keeringen, die het bedrijf uit de gewone middelen aan de gemeente beeft verstrekt. Nu komen U. en W. tot een andere verdeeling, maar voor zij daartoe komen bespreken zij nog andere mogelijkheden om uit ds misè:e te geraken. Zoo vragen zij, of het aanbeveling zou verdienen, in beroep te gaan bij de Kroon. Dat standpunt zou voorden Raad feitelijk het rationeele zijn, want door het besluit van Ged. st. is de raad In zijn recht aangetast, en de vraag is of wij daarin mogen berusten. Doch al dadelijk zeggen B. en W,, dat dit alles Is overwogen en dat het misschien kans van slagen zou hebben, maar dat daarmede wordt vertraagd, dat In de naaste toekomst de menschen die er erg otn verlegen zitten de beloofde uitkeering krijgen, IS. en W. vinden het daarom beter dat niet te doen. Was er nu geen andere wsg, dan zou spr. het toch willen vragen. De loonsverhooging Is echter al langen tijd sleepende gehouden, wat misschien niet den schuld van het college van B. en W. of van den Raad Is, maar wat nu toegekend is, was In Januari reeds noodlg. De menschen wachten dus reeds lang en spr. voelt dau ook de kracht vau het argument van B. en W. Het moet spr. echter van het bart, dat zooals het hier gaat den Raad het mes op de keel wordt gezet en dat dit voor oen niet gering deel te wijten la aan het beleid van B. en W. Het had anders gekund. Als tweede mogelijkheid wijzen B. en W. aan, het dienstjaar met een tekort te laten sluiten. Doch Ged. Staten vragen positieve dekking. Nu is de begrooting, zooals die Is binnengekomen, In ieder gsval goedgekeurd, zooals dezer dagen is medegedeeld. In die begrooting staat echter een op brengst aan Inkcmsten-belasting groot 9 ton. Het Is dus rationeel, wanneer wij om tegemoet te komen aan Ged. Staten, zeggen: «Kijk, wij hebben die goed gekeurde begrooting, waarop voorkomt 9 ton. Nu zijn wij ook verplicht de factor zoo hoog op te voeren, dat dit bedrag er komt, en dus bestaat er voor u geen reden om een navorderlngskobier niet goed te keuren,* Het la zelfs de plicht van Ged. st. om een navorderings- cohisr goed te keuren. B. en W. zeggen, dat het niet zeker Is, dat zij dit zullen doen, maar eldsrs zeggen zij, dat verleden jaar de Ged, at. van Zuid-Holland hetzelfde wèl hebben gedaan. Spr. begrijpt dan ook niet, welke motieven zij thans voor hun twijfel hebben.' In de twee brieven van B. en W. aan Ged. St, die ■pr. meermalen met aandacht heeft gelezen, komt een opmerkelijke zin voor, nl.: «Daarbij zal dan met klem worden betoogd niet de volle salarlsverhooging toe te kennen.» Als spr. deze zin in verband brengt met alles wat is gebeurd, begrijpt hij dat de afkeuring door Gsd. St. van ons besluit van 21 Juni '20 en bun bericht, dat wij ons besluit van 16 Sept. in nadere overweging mosten nemen, dat dit aan het college van B. en W. niet onwelkom was. (De heer Stadig komt ter vergadering). Het lijkt spr. dan ook, dat het hier de bedoeling Is van B. en W., iets van de autonomie van den Raad af te nemen, door een overeenkomst aan te gaan met een college, dat onze besluiten moet goedkeuren. Het had niet mogen voorkomen, dat op een beslissing van den Raad werd vooruitgeloopen. In de Commissie van Financiën is door den Voor zitter van die Commissie toegegeven, dat de Ged. Staten een verhooging van den factor toch wel zouden goedkeuren. Daar is gezegdwaarom zou A'foort het niet doen? en daar is gewezen naar andere gemeenten, waar hetzelfde is gebeurd. Spr. voelt zich echter be zwaard den raad aan te sporen den factor te ver hoogen, omdat het onmogelijk is van i 1500 een be lasting te beffen van f 66.60. Dat kan niet, maar het hoeft ook niet. Er is een nieuw element Ingebracht bij de beslissing, vergeleken bij die van 21 Juni. Dat nieuwe element zullen wij nader bekijken. In de eerste plaats staat het in vetband met de begrooting voor '21. Wij hebben nu de rekening over '19 en zijn tot de wetenschap gekomen, dat die sluit met een tekort van f 238,000. Nu wil men den dienst van '20 be lasten met een deel van dat tekort, met f 100,000. Na allerlei becijferingen, waarbij ook gedacht werd aan de dekking van het tekort op ons distributiebedrijf van f 122.000, wil men nu ook nog dekking uit den dienst van '20 en dan dén dienst van 1921 belasten met 138.000 gld. Dit Is heel aardig gevonden en men heeft zelfs becijferd, dat er nog over is, te welen f 220.276.22s. Hoe komt men nu aan die cijfers? Het zit zoo:dat geld blijft over van de O.W. uitkeering. Maar, wij hebben nog andere schulden te dekken. En nu is het de bedoeling van Ged. Staten, dat de uitkeering van de O.W. moet dienen tot dekking van criaisschuid. Deze is echter pas af te lossen in '24 of '25. Het wordt dus eigenlijk een potje, dat pas over 4 of 5 jaar mag worden gebruikt. Wat Is nu spt's. bedoeling? Onder d. van hun ontwerp-besluit geven B. en W. het voorstel te bepalen, dat van het vermoedelijk na- deelig saldo 1919 f 100.000 zal worden gebracht ten laste van den gewonen dienst 1920.* Wanneer wij nu lezen f50.000 Inplaats van f 100.000 dan zouden wij het verschil van f50.000 kunnen voegen bij de f70.000, die B. en W. weten uit te sparen en waren wij er. Immers is er slechts een verschil van f50.000. Dan zou het personeel toch een offer brengen, want het zou de f 32.000 derven, die het eventueel zou terug ontvangen voor het betaalde pensioen. Wanneer dus Ged. St. ons aanbevelen ons besluit in nadere over weging te nemen, dan zullen zij stellig niet kunnen zeggen, dat wij dat niet hebben gedaan. Wanneer zoo'n offer gebracht wordt, ia aan de wenschen van Ged, St. tegemoet gekomen. Aan den anderen kant mag het college van B. en W. niet terugkomen op een raadsbesluit, dat op zulke goede gronden genomen Is. Er was immers ook alleen kwestie tusschen den Raad en B. en W. over hoe groot het bedrag moest zijn, en tusschen den Raad en Ged. St. op welke wijze dat bedrag moet worden gevonden. Doet men dit dus door bet genoemde bedrag met f50.000 te verminderen, dan is men er. (Wordt vervolgd). Door gebrek aan plaatsruimte kunnen wij in dit nummer, het verslag niet verder opnemen. Het voorstel van B. en W. Is teu slotte, volgens een amendement van den heer Hofland gewijzigd, aangenonieu. De wijziging brengt mede, dat aan ambtenaren zoowel als werklieden de volle ioo pCt. wordt uitbetaald. Echter zal de penaloenafirek vervallen. RED. STADSNIEUWS. AFKONDIGING TAPVERBOD. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, doen te weten: dat door den Raad dier Gemeente In zijne ver gadering van 18 Juni 1920 is vastgesteld de na volgende verordening: VERORDENING tot wijziging der verordening op de tapperijen, koffie huizen en logementen, vastgesteld bij besluit van den Raad van 22 Juni 1900, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 29 Januari 1918. Artikel 1. Achter art. 2 wordt Ingevoegd een nieuw art. 2bls luidende als volgt: »Het la verboden In een localiteit waarvoor ver gunning Is verleend tot verkoop van sterken drank in het klein, of wel verlof tot verkoop van alcohol houdenden drank, anderen dan sterken drank, alcoholhoudende dranken te tappen, te verkoopen of te verstrekken a. Op Zaterdag na des voormiddags 11 uur; b. Op Maandag vóór des voormiddags 8 uur; c. Op Zondagen en daarmee gelijk gestelde dagen t.w.: Nieuwjaarsdag, [Paascbmaandag, Hemelvaartsdag, Pinkstermaandag, de beide Kerstdagen, den verjaardag van H.M. de Koningin en de dagen waarop de loting voor de nationale militie geschiedt. Artikel II. Het laatste zinsdeel van art. 16 wordt als volgt gelezen «en elke overtreding van de artikelen 2bis, 6, 7 en 11 met hechtenis van ten hoogste zes dagen of een geld boete van ten hoogste vijf en twintig gulden*. Deze verordening treedt in werking onmiddellijk na haar afkondiging. Zijnde deze verordening aan de Ged. Staten van Utrecht volgens hun bericht van den 23 Augustus 1920 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschiedt waar het be hoort den 30 October 1920. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester voornoemd, v. RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. HINDERWET, o0 Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet, brengen ter kennis van het publiek, dat een door DE FIRMA B. HEMMINGA en J. DE WILDE ingediend verzoek met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van een timmerfabriek te drijven door een electromotor van 4 P.K. in het perceel alhier gelegen aan de Groote Haag Noa. 37 en 39 bij het Kadaster bekend onder Sectie E, No. 5253 op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat op Vrijdag, den 12 Nov. aanstaande, des voormiddags te half elf ure gelegenheid ten Raadhuize wordt ge geven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van één of meer zijner leden, bezwaren tegen het op richten van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, 1 e lid der Hinder wet, zijn volgens de bestaande jurisprudentie alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het Gemeentebestuur of één of meer zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, 29 October 1920. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, v. RANDWIJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. Volksuniversiteit. Naar aanleiding van de vele vragen betreffende toegangsbewijzen voor de opgegeven cursussen, bericht 't bestuur dier instelling ons; dat deze kaarten ver zonden zijn voor de cursussen no. 1, 2,6 en 11, waarvan nu van de week de tweede les gegeven wordt. Binnenkort zullen de kaarten voor alle cursussen verzonden worden. Niemand behoeft zich dus ongerust te maken. Nog kan men zich aanmelden, door 't zenden van een postwissel, met duidelijk adres, naam, beroep en cursusnummer bij J. Mebius, Utr.weg 255. De cursussen no. 3, 10 en 13 zijn echter bezet. Moeder-cursussen. Donderdagavond werd de eerate cursus gegeven van de reeks kostelooze moeder cursussen, georganiseerd door de Soc. Dem. Vrouwenclub. Ongeveer 70 vrouwen waren aanwezig. De cursusleider, dokter Prins hield dezen avond een algemeene inleiding over klnder- hygiëne, die met buitengewone belangstelling werd aangehoi rdi Van de gelegenheid tot gedacht- awiseellng maakten eenige vrouwen gebruik. Deze poging, om de kennis van kinder- en moederschapshygiëne bij de vrouwen t« verrijken, mag uitstekend geslaagd heeten. Consul A. N. W. B. De heer W. Wind te Amersfoort is benoemd tot Consul van den A. N. W. B. voor kring 9. De heer H. Meursingh te Amersfoort heeft bedankt als Consul van den A. N. W, B, Alma Moodie, Deze Australische Violiste, die op 14 October 1.1. onder leiding van Prof. Arthur Nlkisch In het Gewandhaus t« I.aipzig weder zulk een enorm succes geoogst heeft, werd direct daarop geëngageerd voor een buitenge wonen Beethoven-avond te Berlijn, alwaar zij zal op treden met bet Philharmonlsch Orkest onder leiding van Prof. Arthur Nikiscb. In December vertrekt zij naar Amerika, teneinde aldaar eene groote concerttournee te ondernemen. In November a.s. evenwel zal deze phenomenale jonge violiste onder de auspiciën van de Hollandsche Concert-directie Dr. G. de Koos een reeks recitals geven in de voornaamste steden van Holland. Tot dusverre zijn vastgesteld de navolgende concerten 2 November, Amsterdam 5 November, Arnhem (A. O. V.) 9 November, Amersfoort 10 Novem ber, Utrecht (U. S. O,) 11 November, Baarn 12 November, Hilveraum 13 November, Zutphen 15 November, Zwolle 17 November, Leeuwarden 18 November, Den Haag 22 November, Leiden 24 November, Haarlem. De heer Louis Schuitzler beeft de pianobegeleiding op zich genomen. Quator Poulet. Het Quatuor Poulet uit Parijs behaalde bij zijn eerste verschijnen op het Beethovenfeest te Amsterdam, 20 dezer, een weergaloos trlompb. Publiek en pers waren opgetogen over het heerlijke spa) van het Quataor Poulet, zoo schrijft o.a. het Handelsblad van 21 dezer: Mén heeft het verwelkomd met een voor ons publiek zelden voorkomend uitbundig enthousiasme, dat hst viertal In alle opzichten verdiende. Want wat zij pres- teeren is kwartetspel van de allerhoogste orde. De heeren schonken een subliem genot van zuiver eu transparant samenspel, van uiterste gaafheidjen accura tesse, van heerlijke, expressieve klanknuanceerlngen en betooverende timbres en van diep doordachte •n Innig doorleefde Beethoven vertolking. Het Concertbureau Hans Augustin, Amsterdam heeft het Quatuor Poulet gcengageerd voor een zijner Abon nementsconcerten hier ter stede in de maand Maart. Religieus Socialistisch Comité. De heer Pabon, gewezen predikant, zal voor boven genoemd comité ln de Keizerskroon op' Zondag 31 Oct. a.s. spreken over: «Mijn uittreden uit de Kerk.» Deie keer Is er gelegenheid tot debat. Zondagsrust, Morgen Is hier alleen geopend de apotheek van den heer W. A. v. d. Boveiikamp, Utrechtsche straat «sa. Ttl. 63. Welke tevens die Is waar gedurende de komende week 's avonds na 8 uur en 's nachts de recepten worden klaargemaakt. Predikbeurten. Doopsgezinde Kerk, Blankenhelmstraat, dienst op Zondag 31 October Ds. E. M. ten Cate. Aanvang half elf. Kunst en Wetenschap. Het Challley Quintet. Dit eerste abonnementsconcert van de «Hollan concertdirectie» (Dr. G. de Koos) is wel een buiten gewoon goede Inzet geweestHet Chailley-qulntet heeft ons, in onze groote verwachtingen, opgewekt door de schitterende recensies in de hoofdstedelijke bladen, in geen enkel opzicht teleurgesteld. Welk een eigenaardig programma Debussy-Beet hoven-Franck Beethoven tusschen de componisten die belden genoemd worden als de grondleggers eener nieuws Fransche schoolzólk een volgorde van die componisten is in zekeren zin een waagstuk, maar het getuigde wel van psychologisch inzicht. Die vreemd-grillige, Ooslersche muziek van Debussy I Nu eens tonen van zui ver-reine liefde, dan weer van grof-aandoende zinnelijkheid. Soms een dartel, on schuldig spel van nimfen, faunen en satyrs rondom den God van de zon, van de kunst, van alles wat Licht isApollodén plots een wilde, wellustige .zinnen-be dwelmende dans rond den schaterenden Dionysos 1 Liefde en haat, bekoorlijke naïveteit en strakke berekening, levensblijheid met veel zonnestraal-gesprankel, en levens rijpheid èn moeheid met 'n disharmonisch geleuter (muzikaal bedoeld, natuurlijk)alles op echt Oos- tersche wijze óngeraugschikt fantastisch dooréén- gemengeld, een reeks van klanken zoo-maar in-een- bus-gedaan en doorééngeschudziedaar de muziek van Claude Debussyzóó doet 2ij zich althans voor. Het tweede deel van het kwartet In g. kl. t. was Inderdaad.«assenz vlf et bien rbythmé*. De pizzicato's kletterden in de zaal als regendruppels op 'n metalen daktelkens harder bij 'n windvlaag, ratelend bij 'n stórmvlaag. D« muziek van Debussy, kan men óver- of ónderschatten men kan haar geen «eeuwige* beteekenls geven zooals aan de muziek van Beethoven, hoe~dlt ook zijbeter dan deze executanten het deden kan Debussy zeker niet vertolkt worden. Het samenspel was onverbeterlijk. De instrumenten luisterden zóó nauw naar elkaar, dat dikwijls niet hoorbaar was, waar de alt naar de cel, of de tweede naar de eerste viool overging. Het sobere, ingetogen gevoelvolle spel van den cellist (Jean Veyron) willen wij roemen, en de klankvolle, nooit-krasseode alt (Leon Pascal), maar dan moeten we toch ook de ze violist (Davy Guilcvileh) prijzen, eu zouden we dan de primus inter pares, de re violist Marcei Ckaillcy) niet vóóraan moeten noemen?! Inderdaad: éllen moeten gelijk geroemd worden, want allen gaven zich aan het geheel. Wat dikwijls zoo hinderlijk is bij kwartetten en kwintetten, nl. dat één of meer der spelers telkens zijn individualiteit wil stellen bóven het ensemble en daardoor meestal tevens boven den componist, daarvan was hier geen sprake. Ieder maakte zijn eigen spel volkomen ondergeschikt aan de be langen van het ensemble, aan den wil van den componist. Dit alles kwam nóg beter tot uiting bij het kwartet (op 18 no. 2) van Beethoven. Hier trof ons ook de buitengewone zekerheid van spel, de volkomen be- heerschiDg van het technisch gedeelte een eerste voorwaarde om den inhoud, het geestelijk gedeelte van de muziek van Beethoven naar behooren weer te geven. Dit merkten we de vorige keer (concert W. Meyer—H. Geraedts) zoo sterk op bij het rondo van sonate no. t, waarbij al het fijn-geestige verloren ging, omdat de techniek te veel aandacht vroeg. Tenslotte kwam dan een klavier-kwintet (f. kl. f.) van Caesar Franck en daarbij konden we kennis maken met het zeer bewonderenswaardige klavier-spel van madame Céliny Chailley-Richez. Ook hier geldt hetzelfde als wij bij Debussy opmerktenafgezien van de beoordeeling der muziek een betere uitvoering dan deze Franschen ons gaven, is niet te verwachten. Het spel van de sympathieke eenvoudige en toch (of juist daardoor charmante madame Challley (dia goddank niet opgedirkt, nóch naar de laatste, ordinaire, smakelooze mode hall ontkleed was) verdient bijzondere vermelding. Het twsede deel werd zeker >con molto sentlmento* gespeeld en het einde klonk Inderdaad con fuocol Het publiek was opgetogen. Er was bij sommige ontroeringsvolle passages een beklemmend-spauDende drukking ln de zaallucht van een door-adem-inhouden- verwekte stilte. Een spanning, die dan aau 't einde verstoord werd door een klaterend handgeklap. Het moest beslist verboden zijn om binnen minsten* 5 minuten ni den laatsten toon te applaudlseeren. Dit zegt ten slotte wellicht het beste, welk een indruk het buitengewoon fijne spel van het Challley* Quintet op ons maakte. We komen bij 'n volgende gelegenheid misschiet» hierop nog terug.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 2