gPföe heer Polder dringt dan op bespoediging aan.
r De heer Kraan wil bij de besprekingen ook de
■winkelbedienden gehoord hebben.
De Voorzitter deelt mede, dat daaraan gedacht ia.
De heer Noordewier vraagt of in verband met
het bouwen van Goed Wonen vaat begonnen kan
worden met het stratenplan en de rloleerlng, ten einde
de zaak te bespoedigen.
Dan wijst hij op den slechten toestand op de scholen
wat betreft de leermiddelen. Overal ontbreken zeer
noodige dingen. Dit komt door dat de gecentraliseerde
Inkoop niet goed functionneert. Spr. dringt aan op
spoedige verbetering.
Nog spreekt hij over onderwijs, dat aan de patiënten
in de T. B. C.-lighallen gegeven wordt door een on
bevoegde, een kweekeling. Waar het hier toch reeds
achterlijke kinderen geldt, vraagt spr. een ernstig
onderzoek.
De heer Leinweber wijst er op, dat een verzoek
van ds Vereen, van Rijksambtenaren, om een bloemen
dag voor hun herstellingsoord te mogen houden, Is
afgewezen. Zij zullen echter nogmaals een verzoek
doen en spr. hoopt, dat dit dan zal worden Ingewilligd.
De Voorzitter zegt, dat alleen bij hooge uit-
zondering het collecteeren wordt toegestaan.
De heer Kroes deelt mede, dat hij op de ver
gadering van Vrijdag niet aanwezig zal kunnen zijn
en vraagt daarom verlof den heer Noordewier thans
te beantwoorden inzake zijn opmerking over eigen
beheer. Inderdaad heeft spr. twee werken In eigen
beheer uitgevoerd, doch dat was noodgedwongen,
door de ongunstige omstandigheden welke de oorlog
geschapen had.
Vervolgens sluit de Voorzitter om elf uur de ver
gadering.
Voortzetting der raadsvergadering op Vrijdag 19
October 1920, des avonds 7 uur.
Voorzitter de burgemeester.
Afwezig de heeren Jorissen en van Traa. De heer
Stadig komt later ter vergadering.
De Voorzitter opent de vergadering. De secretaris
doet voorlezing der ingekomen stukken.
2. Onderwijs. Benoeming van een onderwijzer
aan de D-school.
Benoemd wordt ds beer Methofer.
3. Financiën. Voorstel van Burgemeester en
Wothoudors inzake het trollen van oen regoiing:
le ten aanzien van de financiën in verbund met
de niet goedkeuring door Gedeputeerde Staten
van de wijzo waarop aan de uitkeering uit de
oorlogswinstbclasting oen bestemming is gegeven.
2e. ten aanzien van de uitbetaling van de ver
hoogde jaarwedden on loonen (gedr. verz. 56.)
De heer Kroes zal spoedig de vergadering moeten
verlaten en vraagt daarom onmiddellijk het woord. Hij
heeft met aandacht het stuk van B. en W. gelezen,
doch gaat met het voorstel niet accoord. Waar de
Raad beloften beett gedaan en de werkliedsn en
ambtenaren loonsverhooging heeft voorgespiegeld, daar
bestaat ook de plicht die beloften na te komen, al
thans alles te doen wat kan om dat mogelijk te maken.
Het uitbetalen van een restant in het verschiet te
stellen, kan spr. niet goedkeuren; wij zouden dan
zeker moeten weten, dat wij zoo'n belofte kunnen vol
brengen. Als wij alles nagaan blijkt de toestand der
gemeente ook in 1921 alles behalve rooskleurig, al zal
spr. het niet wagen voorspellingen te doen.
Spr. zal stemmen tegen het voorstel van B. en W.
omdat hij dit niet vindt zooala 't behoort, en hij wil
alles in het werk stellen om de gegeven belofte na te
komen en daarvoor zelfs desnoods het cijfer van den
faotor verhoogen. Wanneer de Ged. Staten dat niet goed
keuren, dan heeft de Raad in ieder gsval toch gedaan wat
moet. Spr. heeft aan de regeling niet medegewerkt, maar
tegengestemd. Nu de Raad echter het besluit genomen
heeft, moet hij ook weten waarvandaan het geld te
halen. Het is althans zijn plicht te trachten dat te doen.
De heer Hofland: Blijkens gedrukt stuk 56
vragen Ged. at. van ons het besluit van 16 Sept.
in nadere overweging te nemen. Nu vinden wij bij het
stuk 1 brieven vau het college, van B. en W., gericht
tot Ged. st., ééa waarvan behelst een uiteenzetting
,en "3e weerlegging van een beschuldiging die door
Ged. sL tot het gemeentebestuur is .'gericht, een verwijt
nl. dat dit bestuur niet heeft gezorgd dat bijtijds de
gewone middelen zoo zijn toegenomen, dat daaruit de
uitgaven kondea worden gedekt. Het zit hem in de
berekening, gemaakt inzake de verdeeling van de
uitkeering iu de O.W. belastii g. B. en W. meenden
met die verdeelitig voor het allergrootste deel te hebben
voorzien In de kosten die de aangenomen salaris-regeling
met zich meebrengt. De argumenten van Kroes zijn
dan ook niet steekhoudend. De Raad beeft gemeend,
wel degelijk te voorzien in de uitgaven. Spr. laat In
het midden of het beleid juist is geweest. Hij zou het j.e\la
kunnen begrijpen, wanneer enkele raadsleden leed
vermaak hadden over het verloop der zaak, want deze
wijze van voorzien is niet de juiste. Wanneer wij nl.
verleden jaar vastgehouden hadden aan de stelling, dat
wij niet alleen op papier gedekt moesten zijn, doch
dat wij 9 ton moesten vorderen, dau zaten wij nu niet
vast, niet in de misère, dan zou het vermenigvul-
digingscijfer tijdig hooger zijn gesteld en had boven
dien spr. zijn zin gekregen en was de verdeeling van
den opbrengst veel meer naar draagkracht op de
schouders van de belaatiog-beialers neergekomen.
Nu hebben Ged. Staten onze berekening slechts
gedeeltelijk goedgekeurd. Slechts f 50.000 mag gebruikt
orden voor dekking. Door ons was f 125.000 bestemd
om de inkomstenbelasting te verminderen en ruim
2 ton om de schuld der gasfabriek te dekken. Ged. at.
zeggen echter, dat deze schuld ontstaan is door ult-
keeringen, die het bedrijf uit de gewone middelen aan
de gemeente beeft verstrekt.
Nu komen U. en W. tot een andere verdeeling,
maar voor zij daartoe komen bespreken zij nog andere
mogelijkheden om uit ds misè:e te geraken. Zoo vragen
zij, of het aanbeveling zou verdienen, in beroep te
gaan bij de Kroon. Dat standpunt zou voorden Raad
feitelijk het rationeele zijn, want door het besluit van
Ged. st. is de raad In zijn recht aangetast, en de vraag
is of wij daarin mogen berusten. Doch al dadelijk
zeggen B. en W,, dat dit alles Is overwogen en dat
het misschien kans van slagen zou hebben, maar dat
daarmede wordt vertraagd, dat In de naaste toekomst
de menschen die er erg otn verlegen zitten de beloofde
uitkeering krijgen, IS. en W. vinden het daarom beter
dat niet te doen. Was er nu geen andere wsg, dan
zou spr. het toch willen vragen. De loonsverhooging
Is echter al langen tijd sleepende gehouden, wat
misschien niet den schuld van het college van B. en W.
of van den Raad Is, maar wat nu toegekend is, was
In Januari reeds noodlg. De menschen wachten dus reeds
lang en spr. voelt dau ook de kracht vau het argument
van B. en W. Het moet spr. echter van het bart, dat
zooals het hier gaat den Raad het mes op de keel
wordt gezet en dat dit voor oen niet gering deel te
wijten la aan het beleid van B. en W. Het had anders
gekund.
Als tweede mogelijkheid wijzen B. en W. aan, het
dienstjaar met een tekort te laten sluiten. Doch Ged.
Staten vragen positieve dekking.
Nu is de begrooting, zooals die Is binnengekomen,
In ieder gsval goedgekeurd, zooals dezer dagen is
medegedeeld. In die begrooting staat echter een op
brengst aan Inkcmsten-belasting groot 9 ton. Het Is
dus rationeel, wanneer wij om tegemoet te komen
aan Ged. Staten, zeggen: «Kijk, wij hebben die goed
gekeurde begrooting, waarop voorkomt 9 ton. Nu
zijn wij ook verplicht de factor zoo hoog op te voeren,
dat dit bedrag er komt, en dus bestaat er voor u geen
reden om een navorderlngskobier niet goed te keuren,*
Het la zelfs de plicht van Ged. st. om een navorderings-
cohisr goed te keuren. B. en W. zeggen, dat het niet
zeker Is, dat zij dit zullen doen, maar eldsrs zeggen
zij, dat verleden jaar de Ged, at. van Zuid-Holland
hetzelfde wèl hebben gedaan. Spr. begrijpt dan ook
niet, welke motieven zij thans voor hun twijfel hebben.'
In de twee brieven van B. en W. aan Ged. St, die
■pr. meermalen met aandacht heeft gelezen, komt een
opmerkelijke zin voor, nl.: «Daarbij zal dan met klem
worden betoogd niet de volle salarlsverhooging toe te
kennen.» Als spr. deze zin in verband brengt met alles
wat is gebeurd, begrijpt hij dat de afkeuring door Gsd.
St. van ons besluit van 21 Juni '20 en bun bericht,
dat wij ons besluit van 16 Sept. in nadere overweging
mosten nemen, dat dit aan het college van B. en W.
niet onwelkom was.
(De heer Stadig komt ter vergadering).
Het lijkt spr. dan ook, dat het hier de bedoeling
Is van B. en W., iets van de autonomie van den Raad
af te nemen, door een overeenkomst aan te gaan met
een college, dat onze besluiten moet goedkeuren. Het
had niet mogen voorkomen, dat op een beslissing van
den Raad werd vooruitgeloopen.
In de Commissie van Financiën is door den Voor
zitter van die Commissie toegegeven, dat de Ged.
Staten een verhooging van den factor toch wel zouden
goedkeuren. Daar is gezegdwaarom zou A'foort het
niet doen? en daar is gewezen naar andere gemeenten,
waar hetzelfde is gebeurd. Spr. voelt zich echter be
zwaard den raad aan te sporen den factor te ver
hoogen, omdat het onmogelijk is van i 1500 een be
lasting te beffen van f 66.60. Dat kan niet, maar het
hoeft ook niet. Er is een nieuw element Ingebracht
bij de beslissing, vergeleken bij die van 21 Juni. Dat
nieuwe element zullen wij nader bekijken. In de eerste
plaats staat het in vetband met de begrooting voor
'21. Wij hebben nu de rekening over '19 en zijn tot
de wetenschap gekomen, dat die sluit met een tekort
van f 238,000. Nu wil men den dienst van '20 be
lasten met een deel van dat tekort, met f 100,000. Na
allerlei becijferingen, waarbij ook gedacht werd aan
de dekking van het tekort op ons distributiebedrijf
van f 122.000, wil men nu ook nog dekking uit den
dienst van '20 en dan dén dienst van 1921 belasten
met 138.000 gld. Dit Is heel aardig gevonden en men
heeft zelfs becijferd, dat er nog over is, te welen
f 220.276.22s.
Hoe komt men nu aan die cijfers? Het zit zoo:dat
geld blijft over van de O.W. uitkeering. Maar, wij
hebben nog andere schulden te dekken. En nu is het
de bedoeling van Ged. Staten, dat de uitkeering van
de O.W. moet dienen tot dekking van criaisschuid.
Deze is echter pas af te lossen in '24 of '25. Het
wordt dus eigenlijk een potje, dat pas over 4 of 5 jaar
mag worden gebruikt.
Wat Is nu spt's. bedoeling?
Onder d. van hun ontwerp-besluit geven B. en W.
het voorstel te bepalen, dat van het vermoedelijk na-
deelig saldo 1919 f 100.000 zal worden gebracht ten
laste van den gewonen dienst 1920.*
Wanneer wij nu lezen f50.000 Inplaats van f 100.000
dan zouden wij het verschil van f50.000 kunnen voegen
bij de f70.000, die B. en W. weten uit te sparen en
waren wij er.
Immers is er slechts een verschil van f50.000. Dan
zou het personeel toch een offer brengen, want het
zou de f 32.000 derven, die het eventueel zou terug
ontvangen voor het betaalde pensioen. Wanneer dus
Ged. St. ons aanbevelen ons besluit in nadere over
weging te nemen, dan zullen zij stellig niet kunnen
zeggen, dat wij dat niet hebben gedaan.
Wanneer zoo'n offer gebracht wordt, ia aan de
wenschen van Ged, St. tegemoet gekomen. Aan den
anderen kant mag het college van B. en W. niet
terugkomen op een raadsbesluit, dat op zulke goede
gronden genomen Is. Er was immers ook alleen kwestie
tusschen den Raad en B. en W. over hoe groot het
bedrag moest zijn, en tusschen den Raad en Ged. St.
op welke wijze dat bedrag moet worden gevonden.
Doet men dit dus door bet genoemde bedrag met
f50.000 te verminderen, dan is men er.
(Wordt vervolgd).
Door gebrek aan plaatsruimte kunnen wij in dit
nummer, het verslag niet verder opnemen. Het voorstel
van B. en W. Is teu slotte, volgens een amendement
van den heer Hofland gewijzigd, aangenonieu. De
wijziging brengt mede, dat aan ambtenaren zoowel
als werklieden de volle ioo pCt. wordt uitbetaald.
Echter zal de penaloenafirek vervallen. RED.
STADSNIEUWS.
AFKONDIGING TAPVERBOD.
De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
doen te weten:
dat door den Raad dier Gemeente In zijne ver
gadering van 18 Juni 1920 is vastgesteld de na
volgende verordening:
VERORDENING tot wijziging der
verordening op de tapperijen, koffie
huizen en logementen, vastgesteld bij
besluit van den Raad van 22 Juni 1900,
laatstelijk gewijzigd bij besluit van 29
Januari 1918.
Artikel 1.
Achter art. 2 wordt Ingevoegd een nieuw art. 2bls
luidende als volgt:
»Het la verboden In een localiteit waarvoor ver
gunning Is verleend tot verkoop van sterken drank in
het klein, of wel verlof tot verkoop van alcohol
houdenden drank, anderen dan sterken drank,
alcoholhoudende dranken te tappen, te verkoopen of
te verstrekken
a. Op Zaterdag na des voormiddags 11 uur;
b. Op Maandag vóór des voormiddags 8 uur;
c. Op Zondagen en daarmee gelijk gestelde dagen t.w.:
Nieuwjaarsdag, [Paascbmaandag, Hemelvaartsdag,
Pinkstermaandag, de beide Kerstdagen, den verjaardag
van H.M. de Koningin en de dagen waarop de loting
voor de nationale militie geschiedt.
Artikel II.
Het laatste zinsdeel van art. 16 wordt als volgt
gelezen
«en elke overtreding van de artikelen 2bis, 6, 7 en 11
met hechtenis van ten hoogste zes dagen of een geld
boete van ten hoogste vijf en twintig gulden*.
Deze verordening treedt in werking onmiddellijk na
haar afkondiging.
Zijnde deze verordening aan de Ged. Staten van
Utrecht volgens hun bericht van den 23 Augustus
1920 in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschiedt waar het be
hoort den 30 October 1920.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester voornoemd,
v. RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
HINDERWET,
o0
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
brengen ter kennis van het publiek, dat een door
DE FIRMA B. HEMMINGA en J. DE WILDE
ingediend verzoek met bijlagen, om vergunning tot
het oprichten van een timmerfabriek te drijven door een
electromotor van 4 P.K. in het perceel alhier gelegen
aan de Groote Haag Noa. 37 en 39 bij het Kadaster
bekend onder Sectie E, No. 5253
op de Secretarie der gemeente ter visie ligt, en dat
op Vrijdag, den 12 Nov. aanstaande, des voormiddags
te half elf ure gelegenheid ten Raadhuize wordt ge
geven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of
van één of meer zijner leden, bezwaren tegen het op
richten van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, 1 e lid der Hinder
wet, zijn volgens de bestaande jurisprudentie alleen
zij gerechtigd, die overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het Gemeentebestuur of één of meer zijner leden
zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.
Amersfoort, 29 October 1920.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
v. RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Volksuniversiteit.
Naar aanleiding van de vele vragen betreffende
toegangsbewijzen voor de opgegeven cursussen, bericht
't bestuur dier instelling ons; dat deze kaarten ver
zonden zijn voor de cursussen no. 1, 2,6 en 11, waarvan
nu van de week de tweede les gegeven wordt.
Binnenkort zullen de kaarten voor alle cursussen
verzonden worden. Niemand behoeft zich dus ongerust
te maken.
Nog kan men zich aanmelden, door 't zenden van
een postwissel, met duidelijk adres, naam, beroep en
cursusnummer bij J. Mebius, Utr.weg 255. De cursussen
no. 3, 10 en 13 zijn echter bezet.
Moeder-cursussen.
Donderdagavond werd de eerate cursus gegeven van
de reeks kostelooze moeder cursussen, georganiseerd door
de Soc. Dem. Vrouwenclub. Ongeveer 70 vrouwen
waren aanwezig. De cursusleider, dokter Prins hield
dezen avond een algemeene inleiding over klnder-
hygiëne, die met buitengewone belangstelling werd
aangehoi rdi Van de gelegenheid tot gedacht- awiseellng
maakten eenige vrouwen gebruik. Deze poging, om
de kennis van kinder- en moederschapshygiëne bij de
vrouwen t« verrijken, mag uitstekend geslaagd heeten.
Consul A. N. W. B.
De heer W. Wind te Amersfoort is benoemd tot
Consul van den A. N. W. B. voor kring 9. De heer
H. Meursingh te Amersfoort heeft bedankt als Consul
van den A. N. W, B,
Alma Moodie,
Deze Australische Violiste, die op 14 October 1.1. onder
leiding van Prof. Arthur Nlkisch In het Gewandhaus
t« I.aipzig weder zulk een enorm succes geoogst heeft,
werd direct daarop geëngageerd voor een buitenge
wonen Beethoven-avond te Berlijn, alwaar zij zal op
treden met bet Philharmonlsch Orkest onder leiding
van Prof. Arthur Nikiscb.
In December vertrekt zij naar Amerika, teneinde
aldaar eene groote concerttournee te ondernemen.
In November a.s. evenwel zal deze phenomenale
jonge violiste onder de auspiciën van de Hollandsche
Concert-directie Dr. G. de Koos een reeks recitals
geven in de voornaamste steden van Holland.
Tot dusverre zijn vastgesteld de navolgende concerten
2 November, Amsterdam 5 November, Arnhem
(A. O. V.) 9 November, Amersfoort 10 Novem
ber, Utrecht (U. S. O,) 11 November, Baarn
12 November, Hilveraum 13 November, Zutphen
15 November, Zwolle 17 November, Leeuwarden
18 November, Den Haag 22 November, Leiden
24 November, Haarlem.
De heer Louis Schuitzler beeft de pianobegeleiding
op zich genomen.
Quator Poulet.
Het Quatuor Poulet uit Parijs behaalde bij zijn eerste
verschijnen op het Beethovenfeest te Amsterdam, 20
dezer, een weergaloos trlompb. Publiek en pers waren
opgetogen over het heerlijke spa) van het Quataor
Poulet, zoo schrijft o.a. het Handelsblad van 21 dezer:
Mén heeft het verwelkomd met een voor ons publiek
zelden voorkomend uitbundig enthousiasme, dat hst
viertal In alle opzichten verdiende. Want wat zij pres-
teeren is kwartetspel van de allerhoogste orde. De
heeren schonken een subliem genot van zuiver eu
transparant samenspel, van uiterste gaafheidjen accura
tesse, van heerlijke, expressieve klanknuanceerlngen
en betooverende timbres en van diep doordachte
•n Innig doorleefde Beethoven vertolking.
Het Concertbureau Hans Augustin, Amsterdam heeft
het Quatuor Poulet gcengageerd voor een zijner Abon
nementsconcerten hier ter stede in de maand Maart.
Religieus Socialistisch Comité.
De heer Pabon, gewezen predikant, zal voor boven
genoemd comité ln de Keizerskroon op' Zondag 31
Oct. a.s. spreken over: «Mijn uittreden uit de Kerk.»
Deie keer Is er gelegenheid tot debat.
Zondagsrust,
Morgen Is hier alleen geopend de apotheek van den
heer W. A. v. d. Boveiikamp, Utrechtsche straat «sa.
Ttl. 63.
Welke tevens die Is waar gedurende de komende
week 's avonds na 8 uur en 's nachts de recepten worden
klaargemaakt.
Predikbeurten.
Doopsgezinde Kerk, Blankenhelmstraat, dienst op
Zondag 31 October Ds. E. M. ten Cate.
Aanvang half elf.
Kunst en Wetenschap.
Het Challley Quintet.
Dit eerste abonnementsconcert van de «Hollan
concertdirectie» (Dr. G. de Koos) is wel een buiten
gewoon goede Inzet geweestHet Chailley-qulntet heeft
ons, in onze groote verwachtingen, opgewekt door de
schitterende recensies in de hoofdstedelijke bladen, in
geen enkel opzicht teleurgesteld.
Welk een eigenaardig programma Debussy-Beet
hoven-Franck Beethoven tusschen de componisten die
belden genoemd worden als de grondleggers eener
nieuws Fransche schoolzólk een volgorde van die
componisten is in zekeren zin een waagstuk, maar het
getuigde wel van psychologisch inzicht.
Die vreemd-grillige, Ooslersche muziek van Debussy I
Nu eens tonen van zui ver-reine liefde, dan weer van
grof-aandoende zinnelijkheid. Soms een dartel, on
schuldig spel van nimfen, faunen en satyrs rondom den
God van de zon, van de kunst, van alles wat Licht
isApollodén plots een wilde, wellustige .zinnen-be
dwelmende dans rond den schaterenden Dionysos 1 Liefde
en haat, bekoorlijke naïveteit en strakke berekening,
levensblijheid met veel zonnestraal-gesprankel, en levens
rijpheid èn moeheid met 'n disharmonisch geleuter
(muzikaal bedoeld, natuurlijk)alles op echt Oos-
tersche wijze óngeraugschikt fantastisch dooréén-
gemengeld, een reeks van klanken zoo-maar in-een-
bus-gedaan en doorééngeschudziedaar de muziek
van Claude Debussyzóó doet 2ij zich althans voor.
Het tweede deel van het kwartet In g. kl. t. was
Inderdaad.«assenz vlf et bien rbythmé*. De pizzicato's
kletterden in de zaal als regendruppels op 'n metalen
daktelkens harder bij 'n windvlaag, ratelend bij
'n stórmvlaag. D« muziek van Debussy, kan men
óver- of ónderschatten men kan haar geen «eeuwige*
beteekenls geven zooals aan de muziek van Beethoven,
hoe~dlt ook zijbeter dan deze executanten het deden
kan Debussy zeker niet vertolkt worden.
Het samenspel was onverbeterlijk. De instrumenten
luisterden zóó nauw naar elkaar, dat dikwijls niet
hoorbaar was, waar de alt naar de cel, of de tweede
naar de eerste viool overging. Het sobere, ingetogen
gevoelvolle spel van den cellist (Jean Veyron) willen
wij roemen, en de klankvolle, nooit-krasseode alt
(Leon Pascal), maar dan moeten we toch ook de
ze violist (Davy Guilcvileh) prijzen, eu zouden we
dan de primus inter pares, de re violist Marcei
Ckaillcy) niet vóóraan moeten noemen?! Inderdaad:
éllen moeten gelijk geroemd worden, want allen gaven
zich aan het geheel. Wat dikwijls zoo hinderlijk is
bij kwartetten en kwintetten, nl. dat één of meer der
spelers telkens zijn individualiteit wil stellen bóven
het ensemble en daardoor meestal tevens boven den
componist, daarvan was hier geen sprake. Ieder maakte
zijn eigen spel volkomen ondergeschikt aan de be
langen van het ensemble, aan den wil van den
componist.
Dit alles kwam nóg beter tot uiting bij het kwartet
(op 18 no. 2) van Beethoven. Hier trof ons ook de
buitengewone zekerheid van spel, de volkomen be-
heerschiDg van het technisch gedeelte een eerste
voorwaarde om den inhoud, het geestelijk gedeelte
van de muziek van Beethoven naar behooren weer te
geven. Dit merkten we de vorige keer (concert W.
Meyer—H. Geraedts) zoo sterk op bij het rondo van
sonate no. t, waarbij al het fijn-geestige verloren ging,
omdat de techniek te veel aandacht vroeg.
Tenslotte kwam dan een klavier-kwintet (f. kl. f.)
van Caesar Franck en daarbij konden we kennis maken
met het zeer bewonderenswaardige klavier-spel van
madame Céliny Chailley-Richez. Ook hier geldt
hetzelfde als wij bij Debussy opmerktenafgezien van
de beoordeeling der muziek een betere uitvoering
dan deze Franschen ons gaven, is niet te verwachten.
Het spel van de sympathieke eenvoudige en toch (of
juist daardoor charmante madame Challley (dia
goddank niet opgedirkt, nóch naar de laatste, ordinaire,
smakelooze mode hall ontkleed was) verdient bijzondere
vermelding.
Het twsede deel werd zeker >con molto sentlmento*
gespeeld en het einde klonk Inderdaad con fuocol
Het publiek was opgetogen. Er was bij sommige
ontroeringsvolle passages een beklemmend-spauDende
drukking ln de zaallucht van een door-adem-inhouden-
verwekte stilte. Een spanning, die dan aau 't einde
verstoord werd door een klaterend handgeklap.
Het moest beslist verboden zijn om binnen minsten*
5 minuten ni den laatsten toon te applaudlseeren.
Dit zegt ten slotte wellicht het beste, welk een
indruk het buitengewoon fijne spel van het Challley*
Quintet op ons maakte.
We komen bij 'n volgende gelegenheid misschiet»
hierop nog terug.