STADSNIEUWS Raadsvergadering. De Burgemeester van Amersfoort; Gezien art. 41 der Gemeentewet; Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dinsdag, den 21 December aanstaande, des namiddags ten 7 ure. Amersfoort, den 17 December 1920. De Burgemeester voornoemd v. RANDWIJCK. Rcg. Soc. Verbond. Zondag 19 Dec. zal de heer Coendera in »ons Huis* 's avonds 6 uur, zijn zde lezing houden over Ds. v. d. Bergh v. Eislnga. Voornamelijk zal spreker het laatste werk, getiteld «Eros* behandelen. Het Is een boek van groote beteekcnls voor onzen tijd. Zondag 2 Jan. Mr. Tiodeman uit Haarlem over Burgerlijke Benauwdheid, proletarische vrijheid, algem. Menachelljkheld, MARKTBERICHTEN. AMERSFOORT. 17 Dec. 1920. Appelen foo.— 4 foo.— Peren foo.- a foo.- Zandaardappelen foo.— a foo.— Hoendereieren I20.— af23.— Hoolboter f 1.15 1 1.35 Kippenf2.50 4 f4.00 Kuikens f4.— 4 f6.— Piepkuikens f 1.20 A f2.50 Oude eenden f 1.50 4 f2.75 Haren f4-4 f5.00 Wilde konijnen f 1.40 4 f 1.50 Tamme konijnen f2.50 4 f5.00 Duiven f r.8o 4 f2.00 per paar Magers Varkens f50.— 4 f95.— Zeugen drachtige f 160 4 f220 Biggen i 20.— 4 f 40. Guste zeugen f 000 4 f 000. Aangevoerd warsn ongeveer 00 neet Appelen heet. Peren; o heet. Zandaardappelen; 13000 stuks Hosndereieren200 kilo Hoolboter; 30 Magere Var kens; too Biggen; 18 Zeugen. Kamer van Koophandel. Aan het Verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amersfoort over het jsar 1919 ont- lecnen wij het volgende; De Kamer onderging geen verandering in hare samenstelling. De Heer J. Ger. Kleber werd tot Voorzitter, do Heer H. Mcurslng tot plaatsvervangend Voorzitter herkozen. De samenstelling was op 31 December 1919: J. Ger. Kleber, Voorzitter; H. van Haselen, P. J. Hamers, H. Mcurslng, Plaatsvervangend Voorzitter; S. van Vollenhovcn, A, Dros, H. P. van Haicleo, Secretaris-Thesaurier. De Kamer hield zeven openbare en vier niet open bare vergaderingen. De handelingen der Kamer bestonden In bet op maken van de begrooting, de rekening, en het Ver slag, en het verzenden van missiven en adressen. Algemeen overzicht van den toestand van Handel en Nijverheid in Amersfoort. Hoewel in het jaar 1919 eindelijk een vrede werd gesloten, had de Nijverheid nog met vele bezwaren te kampen. Werden geleidelijk verschillende ultvoerverbodon opgeheven cn kwam er alzoo cenlg licht, de toestand wcré weder slechter door do inmiddels zeer verergerde valuta kwestie. Daarbij nog steeds schaarste aan brandstoffen cn aanhoudende loonsverhoogingcn. die natuurlijk weer telkens andere prijzen veroorzaken, waardoor de toe stand, enkele uitzonderingen daar gelaten, nog niet rooskleurig was. De handel had met dezelfde bezwaren ie kampen en was door nog steeds voortdurende distributie maat regelen voor een goed deel aan banden gelegd. De toestand van de kleinhandel cn winkelnetolng was niet slecht, voor zooverre, die weinig met de distributie had uit te staan. In dc bouwbedrijven was nog al geregeld werk. De Kamer meent de aandacht van bet Gemeente bestuur te mogen vestigen op dc ondiepten in de binnenhaven. Ook acht zij het hoogst gewcnscht eene overbrugging van dc Eem turschcn de Schimmelpcnnlockstraat en het Smalle pad, van wegc bet drukke verkeer over het groote en kleine Spui. Ook meent zij te mogen wijzen op de ongelukkige toestand van de eierenmarkt. Verder verwijst zij naar dc volgende door haar ontvangen bizondcrbcdcn. Ollcfabrieken. De toestand der oliefabriek en graan handel was niet rooskleurig. Tapijtfabriek. Dc osriogskwaiiteitcn zijn In het jaar 1919 geleidelijk verdwenen cn naar de bekende soorten waarvoor de grondstoffen weder vrij geregeld worden aangevoerd, was goede vraag. Anlllneverfstoffeufabriek. Sedert einde .September 1919 la de fabriek in vol bedrijf alhoewel er wat den aanvoer der bcnoodigdc grondstoffen betreft, voortdurend met tal van moeilijkheden to kampen blocf. Duzc moeilijkheden znllen nog grooter worden, dientengevolge moesten vele export aanvragen van de hand gewezen worden. De aanvoer van brandstoffen Het ook veel te wenschen over. Steombleekerijcn. De toestand in de waschindustrlc was niet ongunstig. Er was veel werk. Materialen waren in het midden van 1919 volop to krijgen, echter tegen booge prijzen. De aanvoer verminderde tegen het einde van het jaar terwijl als gevolg daarvan de prijzen geweldig opliepen. De aanvoer van brandstoffen verbeterde zich, doch de prijs bleef abnormaal hoog, en de kwaliteit was I niet best. F Gezien den aigcmcencn toestand in dc Industrie was men over de exploitatie in 1919 niet ontevreden. I Rijwiel-, Automobiel- en Machinefabriek. Sedert den wapenstilstand en de epheffing van het rijverbod voor auto's en motorrijwielen, la de handel in deze atdkclen zeer levendig geworden. Hoewel het verkrijgen van materialen verbeterd is, fijn meedere soorten moeilijk tc verkrijgen. Naar rijwielen la veel vraag. Broodfabrieken. Door de d'atributie maatregelen en den algemeenen toestand is dit bedrijf stationair ge bleven. Grutterij. In de maand Mei viel een wederopleving van het bedrijf te bespeuren, wat echter van korten duur was. De maaiden Nover. ber en December kenmerkten zich door slapte in alie zaken. Stoelen en Meubelfabriek. Er was zeer veel werk en er kon niet genoeg worden geproduceerd om aan aile aanvragen te voldoen. Door de wonlngschanrste kou geen personeel genoeg worden aargezet. Tabakskervenj, In dit vak is verbetering te be merken. Men begint zich aan dure tabak on sigaren aan te passen. Boek- en Kunstdrukkerij. Ofschoon de algemecne bedrijfstoestand gunstig genoemd mag worden, waren de resultaten vooral tengevolge van de op zeer korten termijn plaats gehad hebbende loonsverhoo- gingen welke dus niet op de onderhanden zijnde orders verhaald konden worden belangrijk minder dan de vorige jaren. Boek- en Courant- en Handelsdrukkerij. De toestand in deze bedrijven was vooruitgaande. I.eer'.ooiei Ij en Huidenzouterij. Er was geregeld vraag voor het looiersfabrikaat. In huiden had het jaar 1919 vooral iu het derde kwartaal, een wilde jacht plaats met circa 100 pet. verhooging in prijs om in Dec. weder met 30 a 35pCt. te dalen. Genreschilder op porcelcln of doek. Dc algcmcene toestand is vrijwel dezelfde gebleven. Handel. Door de bekende omstandigheden was de toestand voor den Tabakshandet niet bizonder gunstig. Eveumin was dit het geva' voer de slgarenfabrikage. Veevoeder-artikelen. Mais, Gerst, Haver, Lijnkoeken, Rijst meel, Gries, Grint cn Bolderik. Hoewel einde Maart verschillende artikelen door de Regeering werden vrij gegeven bleef de handel nog het geheele jaar als 't ware onder de nawerking der distributie toestanden. Rogge, Tarwe cn Tarwebloem. Nog geheel onder de distributie. Manufacturen. Hoewel het sluiten van de Wapen stilstand bij het publiek In eens alle kooplust deed verwijnen en voor handelaar en winkelier een iomber vooruitzicht opende, is de zaak nog meegeleopen. De kooplust keerde later terug en bleef men gespaard voor de groote verheien die men verwacht had. Metaalwaren. De omzet was gelijk aan die van het vorige jaar. De moeilijkheden in bet begin des jaars met de levering, werden later overwonnen. Kunstmeststoffen. De hooge spoorvrachten en be perkte lostijden waren een groote belemmering by den aanvoer en drukken zeer op het landbouwbedrijf. Marktwezen. Aan de paardenmarkt was de aanvoer wederom groot, dc haneel het gehccle jaar gering. Op de markt van October 1919 waren dc prijzen aanmerkelijk lager dan die op de vorige markten. Aan de kalverenmarkt was de aanvoer gering. Eene verbetering van die markt blijft gewenscht. De varkensmarkt liep weer aardig; de prijzen voor fokvarkens en biggen waren buitengewoon hoog. Op de kippenmarkt kwam weder vertier. Goede leg kippen en jonge kennen waren schaars en duur. De eiermarkt was nog van geringen omvang; de prijzen bleven hoog. Alleen op de laatste markt was er daling merkbaar. Hoewel te Barneveld ook kaasmarkt wordt gehouden, was de aanvoer hier niet onbelangrijk, terwijl door gaans hooge prijzeu werden besteed. Aan de botermarkt werd de aanvoer weder meer. De Groentemarkt ging best met hooge prijzen. Door de groote oogst werd veel fruit aangevoerd. De prijzen waren ongelijk. De Vrijdagsche markt had het gewoon verloop; in vele artikelen was nog schaarste cn dientengevolge de prijs hoog. De bloemenmarkt werU ook best bezocht. Nog steeds geen goede marktgelegenheid, niettegen staande wel marklgeld wordt geheven. Het scheepvaartverkeer in 1919 was vrijwel gelijk aan dat van 1918, hoewel de verhouding van aange komen hier gelost en afgevaren hier geladen groote verschillen opleveren. Hoewel het aantal schepen met bouwmaterialen een belangrijk deel vormen, kwamen er weder verschillende goedcrea aan die op vorige Statistieke» bijna niet ver- meld werden. Uit het buitenland kwam 2 schepen aan, een met grint en een met mais. Van de afgevaren hier geladen waren 33 schepen noodig om de Belgische noodwoningen te vervoeren metende te zameu 12312 ton. Aan het Correspondentschap der Nederlandsche Bank zijn de statistieke cijfers weder hooger. Het geheele jaar bleef het zilver schaars, uitgifte van zilverbons was daardoor voortdurend nood/al slijk. Door Samenwerking met andere instellingen zijn enkele banken te Amersfoort van naam veranderd. Oinlrent de Middenstands Credietbank mag worden medegedeeld dat deze in 1919 zeer gunstig heeft ge werkt. De opgaaf van accijns v«n Gedistilleerd heeft voor de Kamer geen waarde meer. Die wordt betaald ter plaatse van uitslag. De hier ontvangen accijns is van twee zaken, wasrvan de opgaaf niet kan worden gedaan. Volksuniversiteit. J. TAL Opperrabbijn. Utrecht, over: JODENDOM EN JODENHJilD. Vij/de Lezing. (Vervolg). En dan het boek Job; Het oude wijsgcciige bock van het groote probleem van het lijden der mcnschon In de wereld. Of het boek Job het antwoord gegeven heeft? Het heeft het antwoord gegeven, dat er geen antwoord ls! Maar het bezit daarbij een poëzie eu een poëtische wijsbegeerte, die niet geëvenaard is. Het ls zeer moeilijk, ook in het Hebreeuwscb, doch ook. zéér schóón. Na Job volgen ncj 5 kleine boeken, de vijf rollen genoemd, Het Hooglied, Het Boek Ruth, de Klaag zangen van Jeremla, de Prediker (waarvan men zoowel heeft beweerd dat het pessimistisch ls, als dat het optimistisch ls, en het boek Esther. Daarop volgen dan Ezra en Nehemla. Vervolgens Daniël, en ten slotte nog boekeu met niet ande-s dan historieen 2 boeken der Krouijken. Ziehier een kort overzicht van de» Bijbel. De Bijbel, die de hoeksteen geworden is van de wereldlitteratuur, die steeds dc harten heeft gewarmd en dc geesten gevoed. Geweldig ls zijn luvloed gc weest op het voelen en denken der menschen, steeds heeft bij hen hooger opgevoerd, het eeuwige doen voelen achter het tijdelijke, steeds weer Lm doeu gevoelen hoe de groote adem van God door de wereld geschiedenis gaat. Dat valt niet le loochenen, en daar door heeft de Bijbel groote waarde ook voor hen die niet bijbel-geloovig zijn. Wanneer meo ook al beweerde >fouten< gevonden te hebben in den Bijbei, dan wordt daardoor nooit aan de werkelijke waarde van den Bijbel afgedaan. Want al het onvolmaakte heeft nooit zoo op de meuschhcld ingewerkt; wèi heeit de Bijbel de menschen steeds hooger geplaatst en dich>er bij de godheid gebracht. Nu Iets over den Talmeed. Daarvoor moeten wij 1 terug naar de 5 Boeken van Mozes. Wat waren eigenlijk? Meestal Is het voorgesteld, alsof Mozes deze Boeken van God gekregen had, en daarmee uit. Maar deze voorstelling Is niet de juiste, kan niet de juiste zijn. Het ls er veeleer mee ais met de Nederlandsche grondwet, waarin is neergelegd, hoe Nederland moet worden bestuurd. Maar aan zoo'n grondwet heeft men niet genoeg, zij bevat allee» welt-principes, Voor de toepassing daarvan is echter een organische wet noodig, die weder toepast eu regelt. Dus is voor elk we'sprin- cipe een breedvoerige uitwerking noodig. Het Jodendom kende dit ook. Het Joodzche Volk kreeg een volledig complex van wetten en denkbeelden. Het kreeg bv. het beginsel: gij hebt dea Sabbath te vieren en zult geen werk doen. Maar nu vraagt het natuurlijk: wat is nu dat werk? Eu dat hééft het Joodsohe volk breedvoerig geleerd in al zijn onder- deelenen zoo leerde het de toepassing van al zijn wetsbeginselen hoe elk zijn vader en moeder te eeren heeft; hoe In kwestie» van mijn en dijn de rechter te beslissen heeft enz. Maar het had deze toepassing zuiver met het geheugen geleerd, en zoo moest deze mondeling van geslacht op geslacht worden over gebracht. Herhaald zij nu, dat dus alleen de beginselen in een enkele sententie in de wetboeken van Mozes gegeven ziju maar dat dus de eigenlijke levensvorming van het Jodendom niet In deze boeken te vinden was, maar in de hoofden en de harten der Joden, die het uit het hoofd geleerd hadden. Iedere vader leerde het aan zijn zoon, iedere leeraar aan zijn leerling. En die leeriug zat zóó vast, dat toen de tijd gekomen was van afvalligheid en zedeloosheid (Astarte-dienst enz.), de Joden toch die ganscbe scbat van mondelinge leer zuiver bewaard hebben door het geheugenwerk der menschen; door den arbeid der leerlingen der zgn. profetenscholen. Die tijd van afgoderij en zedeloosheid was echter voor goed voorbij, toen het J.volk uit de Babylonische ballingschap was teruggekeerd en toen hebben Ezra en zijn volgelingen de leer sterk in de barten en de hoofden van het J.volk geplant. En nu begiut langzaam een oud Joodsch paeda- gogUch beginsel van veel beteekeuis te worden. Uit het onilioud-stelsel kwam vanzelf een stelsel voort, om bet onthouden zoo gemakkelijk mogelijk te maken, werd vanzelf de stelling geformuleerdsteeds leere de leeraar den leerling op de meest korte wijze. Dit bracht mee, dat alle wetsvoorschriften enz. zoo kort mogelijk werden omschreven, zoodat er aldus een massa korte wetsuitspraken kwam. Maar de eene leeraar gaf wel eens een andere omschrijving dau zijn collega, en zoo kwamen er dan verschillende uit spraken omtrent het zelfde punt. Doch de betcekenis was niettemin bij allen dezelfde, want meeningsver- achillen omtrent de verschillende wetten bestonden toen nog niet. Dat komt echter; en wel tengevolge van de vervolgingen der Romeinen. Dezen waren zeer slim In het uitdenken van middelen om hun macht in de wereld te behouden. Bij de Joden deden ze dit, door de voornaamste eu beste leeraars weg te pikken. Het volk miste nu vaak de voortreffelijksten en kun- digsten, en nu kwamen er meeningsverscbillen. Zóó pasti"er de Romeinen hun politieken grondregel, het divi et impera (verdeel en heerschtoe. En waar er nu zooveel verschillende lezingen be gonnen te komen, waardoor het aantr' wets-senlenlic s zeer groot werd, kwam ook de vrees, mede In ver band met de vervolgingen, dat men niet alles zou kunnen onthouden. Toen heeft Rabbi Jehoeda, de Vorst* het Staatkundig en Godsdienstig hoofu der Joden in Palestina 180 zijn werk voltooid, ziju werk dat hierin bestond, dat hij een zeker aantal ge kozen heeft van de wotsubspraken, n.l. die welke hem juist voorkwamen, en dat hij die geschikt heeft, onder werp bij onderwerp. In gedeelten. Dit was het groote werk dat den naam kit eg van, «sententie*, wets-seu- sentie, »misjna«. Hiermede was dus feitelijk een boek geschapen, ai was het dan nog niet opgesrhrtven. Een boek, dat bestond uit 6 deelen, waarvoor men zich veel moeite gaf om het aan allen te leeren, en dat zijn autoriteit ontleende aan het feit dat de rang- schikker zoowel het geestelijke als het politieke hoofd was der Joden in Palestina in die dagen. Deze nilsjna is verder altijd gebruikt als leiddraad bij de bestudeerlng van het Jodendom. Overal waren leerscholen, waar iedereen kwam, jongeman en grijs aard, en waaruit juist het bizondere karakter blijkt van het Jodendom, dat het geen theologie is doch weten schap van het heele Joodsibe Volk. Ieder kwam daar om te studceren en om ziju deel bij te dragen aan dc wetenschap van het Jodendom. Zoo vond men onder de groote geleerden van het de meest gewone handwerkers. Hilal, d^orst waseen gewone houthakker geweest, en een man als Rabbi Aklba was herder geweest. Dit wordt ookduldehjk uit de spreuk: «Niet de stand, waaruit iemand is, geeft hem zijn waarde, maar wat Iemand m zijn stand is.« De leerschool kwam bijeen wanneer de arbeid ge reed was. En het giug daar heel ongegeneerd toe. Heel vriendschappelijk en gemoedelijk, en volkomen onsystematisch. Leiddraad was de m.s,na. Heel scherp zinnig werd onderzoek gedaan uaar de wetsgronden en de wetspriocipes en den Bijbel en alles onderling vergeleken. Zoo kwam men ten slotte tot een conclusie of soms ook niet. Maar midden in deze besprekingen van de wetsvoorschriften kwam vaak de poëzie, werd de discussie afgebroken en hield men zich bezig met de meest dichterlijke phantasleën. (De Agada). Ver halen en spreuken, legenden en historische mededee- lingen, gelijkenissen en gedichten, al wat maar niet legistatief, maar gedachten mededeeling is, is er door heen gestrooid. Zoo onsystematisch 'als dat in on gedwongen gesprekken wel moest plaatsvinden. De wetsbesprekingen waren zuiver zakelijk, nuchter, en hadden ten doel vast te stellen: hoe hebben wij te handelen. De agada-litteratuur vraagt echter: hoe hebben wij te dénken en te gevoelen. Daar is de fantasie vrij! Belde stroomingen gaan nu eens parallel, dan weer kruisen zij elkander in den Talmoed. De Talmoed Is a.h.w. het verslag van de bespre kingen, die in die scholen over de misjna hebben plaats gehad. Over alle mogelijke dingen werd daar gesproken, óók over het dagelijksch leven, over alles en alles, wat maar van belang was voor het kennen van bet Jodendom. Ook deze geheele slof werd eerst niet opgeschreven, maar alleen in het geheugen out- houdeu. Maar toen kwam de vrees van het te zullen vergeten en dat gaf aanleiding dat tweemaal per jaar allen bij elkaar kwamen om te ziften en te redigeeren. Zóó is dit boek tot stand gekomen: dit ls de Talmoed. Opgeschreven werd het pas twee of drie eeuwen later, alweer onder den drang der vervolgingen. Het bestaat uit 24 folio-deeleual is dat niet alleen tekst doch ook commentaar. Uit den Talmoed dient dus de wetenschap des Joden dom» te worden opgediept. En zooals de Joden ver volgd en belasterd zijn, evenzoo is het den Talmoed gegaan. Beweerd wordt, dat de Joden zeer geheim zinnig doen met den Talmoedabsoluut onjuistiedere Joodscbe boekbaudclaar verkoopt cr gaarne zooveel mogelijk exemplaren van; de Joden zelf hebben ver talingen gemaakt etc. Zooals men de Joden verbrand heeft, zoo heeft men ook deu Talmoed aangeklaagd en verbrand (aange klaagd nog wel o.a. door een Katholiek geworden JoodHet boek heeft een lijdensgeschiedenis als geen ander. Het is verguisd en vertrapt. Op het einde van de 13e eeuw werden er op de marktpleinen van Parijs 24 wagenvrachten vol van verbrand. En het erbarm; lijke van de historie Is, dat ook heden nog zooveel Christenen gelooven dat de Talmoed zooveel ver derfelijks bezat; gelooven, dat in den Talmoed staat, dat de Jood zijn niedemenst hen maar zoo slecbt mogelijk moot behandelen, wat de grootste dwaasheid is meestal te slechter irouw de wereld ingezonden gelijk wij hier nu wel weten. Joden ver volgende vijanden hebben uittreksels van den Talmoed gemaakt, waarin allerlei onjuistheden, zooals bv. de bovenomschrevene. Wanneer men echter begrijpt, dat door den bistorischen gang der gebeurte- nirsen de Talmoed eenvoudig geworden is het vat, waarin bijeen is verzameld dat, wat de Joodsche traditie bevatte, dan begrijpt men tevens, hoe dwaas de bewering is. D. TH. JAARSMA. Directeur van Onderwijs alhier. DE NEDERLANDSCHE LITTERATUUR NA 1880. Derde Lezing. Bij ons vluchtig historisch overzicht hebben wij de vorige maal nu eigenlijk alleen nog maar gezegd.dat de tachtiger beweging een verzet beteckende tegen de conventioneele taal en tegen de smakclooze beeld spraak, en wij zullen er nog kunnen bijvoegen: tegen do zg. dichterlijke taal, die buitengewoon valsch cn Inhoudloos was in die dagen. Wij spraken met een enkel woord reeds over de critiek. Iu de oogen nu van die critiek vond alles wat op de geijkte dichter lijke taal en de geijkte dichterlijke onderwerpen eenigs- zins geleek, aanstonds genade, ook al was het klink klare onzin - wat zoo aanstonds zal blijken. Laat ons echter vooraf nog even de beteekenis vau de zoo juist genoemde termen opnieuw te binneu brengen. Wij hebbeu een vorig maal, aan smakelooze voor beelden gezien, welk soort beeldspraak toen niet alleen werd geduld maar ook mooi gevonden; wij hebben verschillende voo-beelden genoemd van conventioneele taal, d.l. taal die op conventie, op gewoonte berust en daarom niets meer zegt, daarom niet meer de draagster yan schoonheid kan wezenmaar wat zijn nu dichterlijke onderwerpen? En wat Is dichter lijke taal, naar den zin van de letterkundige periode die wij thans behandelen? Dichterlijke taal was de zg. verheven* taal. Wan neer iemand in dien tijd aan 't dichten sloeg, dan was dat lang niet mis. Sprak zoo iemand met zijne familie aan de koffietafel bv. heel gewoon over de lucht, den tuin, het luchtgewelf, de sterren etc. zoodra hij na het koffieuur zich aan zijn schrijftafel zette om de menschheld gelukkig le maken met een nieuwe voorraad gedichten, werd een tuin een »gaarde«, sprak hij van «starren* inplaats van >sterren«, die aan een tranar fonkelden, enz. Daar, waar van binnenuit niets te zeggen viel moest het geijkte «dichterlijke* of «verheven* wooru het hem doen. Rn dichterlijke onderwerpen? Wel, er was een heel stelletje. Het vaderland, (waarover in bijna elk gedicht werd verteld, dat het was «ontwoekerd aan de baren*), de godsvrucht, de deugd, de liefde, enz. En dan was er ook altijd nog een heel magazijn van rcqulsieten ter beschikking van dat soort dichters, waaruit, al naar den aard van het gedicht, nu eens een «stille vliet*, dan weer de maneschijn, dan weer de donder

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 2