DE DIEREN TARZAN MOORD in ,^,L.AND Burgerlijk Rijksper soneel op nonactief TERMIJN MET 1 JAAR VERLENGD In de Staatscourant is opgenomen een beschikking van de secretarissen- generaal van de departementen van Algemeen Bestuur, waarbij de termijn van ten hoogste een jaar, genoemd in de nonactiviteitsregeling burger lijk rijkspersoneel van 18 November 1940. met ten hoogste een jaar wordt verlengd. Dit betreft den termijn, gedurende welken burgerlijke rijks ambtenaren. wier diensten met de sedert 10 Mei 1940 ingetreden bijzon dere omstandigheden tijdelijk ge mist kunnen worden, op nonactiviteit kunnen worden gesteld. Het Feijenoord-Stadion HULP VAN ROTTERDAM De N.V. Stadion Peijenoord heeft ach tot B. en W. van Rotterdam ge vend met de vraag of. en zoo ja. op velke voorwaarden de gemeente be- ■tfd zou zijn financieel? hulp "e erleener. tot instandhouding van het .stadion, waarvan de exploitatie een voorloopig tekort aanwijst van ruim f 156.000. Zij heeft daarbij medege deeld, dat. indien de gemeente hulp biedt, verschillende schuldeischers uitstel van betaling zullen verleenen tot een bedrag van ca. f 119000. Naar het zich laat aanzien zou de N.V. dus nog een bedrag van f 37000 behoeven om althans het eerste jaar een ontij dige liquidatie te vermijden. Dit verzoek is in gunstige overwe ging genomen, niet alleen omdat het stadion van groot belang voor de sport is te achten, maar ook omdat de gevraagde bijstand financieel ver antwoord is tc achten. Gezien de op brengst aan belastingen, welke in de laatste 5 boekjaren alleen reeds aan vermakelijkheidsbelasting ruim f 150 duizend heeft opgeleverd, mag op goede gronden worden aangenomen, dat er een redelijke kans bestaat, dat de ontvangsten bij het intreden van meer normale verhoudingen zooda nig zullen stijgen, dat de schuld be trekkelijk snoedig zal kunnen worden aangezuiverd. B en W. stellen voor het verzoek ln te willigen, waarbij zij de finan- cieele regeling- den raad ter goedkeu ring aanbieden. rTTVOERÏ'VGSBESCHIK- KÏNCr LOONRF.f4STIXG ORKESTLEDEN. SOLISTEN EN SPORTPROFESSIONALS In de Staatscourant is opgenomen de zevende UiUoeringsbeschikking Loonbelasting 1940. van den secreta- ri'-gpn^raal van het departement van Financiën. Hierbij wordt bepaald, dat voor de toepassing van het besluit od de Loonbelasting 1940 en het besluit on de Inkomstenbe lasting 1941 de volgende nersonen ge acht worden hun arbeid steeds in dienstbetrekking te verrichten: at Leiders en leden van orkesten, welke werkzaam zijn in het amuse- men tsbedryf. cafés en restaurants daaronder begrepen. bi Wielrenners, worstelaars, bok sers en in het algemeen zij. die een tak van sport als beroep uitoefenen. et Solisten, gastdirigenten, voor drachtskunstenaars. goochelaars en andere musici en artisten, die in den regel slechts gedurende korten tijd weden geëngageerd. De exploitant, in wiens inrichting bedoelde personen als leden van een orkest of troep ontreden, wordt ge acht het loon aan deze personen ver schuldigd te ziin. ook al wordt door hem het loon aan den leider van het orkest of den troep uitbetaald. On het loon. verschuldigd aan de in het vorenstaande bedoelde personen, behoort als loonbelasting een bedrag van acht ten honderd te worden in gehouden. De leider van een orkest of troep is verolicht den exploitant, in wiens inrichting wordt opgetreden, mede- deeling te doen van de wijze, waarop de aan hem betaalde gelden onder de leden van be1 orkest of den troep wor den verdeeld. Onze groote Orkesten Goede bezetting blijft verzekerd CONTACT MET OVERHEID BIJ VORMING VAN NIEUW ENSEMBLE Het departement, van volksvoor lichting en Kunsten maakt bekend: In de negen grootste Nederland- sche orkesten hebben belangrijke verschuivingen plaats moeten vinden. Het gevolg hiervan is. dat de minder kapitaalkrachtige orkesten worden bedreigd, omdat de leden, zooals van zelf spreekt, geneigd zijn naar de beter gesitueerde over te gaan. Een goede bezetting van de groote orkes ten is van belang en derhalve heeft het departement de leiding genomen bij alle werkzaamheden, die verband houden met proefspel en plaatsing, waardoor kan worden vermeden, dat de weinig kapitaalkrachtige orkesten uiteen vallen. Het spreekt vanzelf, dat een beroep gedaan wordt op het nog groote aan tal werklooze Nederlandsche musici, maar hierbij dient ermede rekening te worden gehouden, dat slechts wei nigen onder hen de geschiktheid be zitten. om als orkestspeler op te treden. Het is van het grootste belang voor het Nederlandsche muziekleven dat de thans beschikbare vrije krachten voorloopig gereserveerd blijven voor de negen orkesten. De vorming van bijv. politie-orkesten en andere or- RADIO-PROGRAMMA WOENSDAG 9 JULI HILVERSUM I, 415.5 M. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.50 Oclitenil gymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.K- Ochtendgymnastiek. 8.00 B.N.O.: Nieuws- berichten. 8.15 Gramofoonmuziek. (9,1.5 —9.20 Voor de huisvrouw). 10.00 He' Syl vest re-trio en grnmofoonrmiziek li.00 Voor de kleuters. 11.20 Omroeper kost. 12.00 Orgelspel en zang. 12.2' Voor den boer. 12.1(1 Almanak. 12.1.' R.N.O.Nieuws- en economische berich ten. 1.00 Hot Stedelijk orkest van Mtin-- trieht en solist. 2.1-"» Amabile-sextet. 3.0 Voor de vrouw. 3.20 Fluit en piano. 4.09 Bijbellezing (voorbereid door de Christ. Radio-Stichting). 4.20 Voor dc jeugd. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 B.N.O.: Nieuws-, economische en beursberich ten. 5.30 Voor de jeugd. 5.15 Ensemble leesten van beroepsmusici kan dus op het oogenblik gevaar opleveren voor het kunstgehalte van deze negen, welk gevaar onder alle omstandig heden moet worde- vermeden. Zij, die bij de vorming van orkesten be trokken zijn, dienen zich dus van het eerste oogenblik af in verbinding te stellen met het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, afdee- ling muziek, welke de belangen van het geheel dient. Hierdoor kan tevens worden vermeden, dat een algemeen verbod voor het oprichten van kesten wordt uitgevaardigd. De betrokkenen worden dus ook hi hun eigen belang uitgenoodigd, nauw contact te houden met het de partement. Bandi Balogh. 6.15 Voor de binnenschip per-. 6.30 De Rambler?. 7.00 B.N.O.: Economische vragen van den dag. 7.15 Voor de kleuters. 7.25 Gramofoonmu ziek, 7.30 Volkszang nier pianobegelei ding. 8.00 B-N.O.: Nieuwsberichten. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 Cabaretpro- gramma. 9.30 Berichten (Engelsch). 9.45 R.N.O.Nieuwsberichten. 10.00—10.15 R.N.O.: Engolsche uitzending: „The Dutch achievements in the Netherlands Indies". HILVERSUM II, 301.5 M. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtend gymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 1 htendgymnastiek (voorbereid door hot Vrijs. Prot. Kerkcomitc). 10.20 Gra mofoonmuziek. 10.40 Declamatie. 11.00 Zang met. pianobegeleiding en gramo- fitonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12 15 Klaas van Beeck mi zijn orkest. 12.45 B.NO.: Nieuws- en economische berichten. 1.00 Amuse mentsorkest en soliste, afgewisseld door zang met pianobegeleiding. 2.15 Voor de jeugd, 2.30 Gramofoonmuziek. 4.00 Zang, lavecimhel, piano en gramofoonmuziek. 1.15 Gramofoonmuziek. 5.00 Cyclus „Het religieuze karakter van ons volk'' bereid door hot Vrijz. Prot. Kerkcomi- i5.15 R.N.O.Nieuws-, economische n beursberichten. 5.30 Omroeporkest en -.■list. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.15 Or gelspel. 6.45 Reportage. 7.00 B.N.O.: ■irabantsch praatje. 7.13 Gramofoonmu- iek. (7.307.45 ..Volksgezondheid: De -choolarts", lezing). 8.00 B.N.O.: Nieuwsberichten. 8.1.5 Residentie-orkest en solist. 8.55 Cyclus „Banden m. Vlaan- dcrenlnnd". 9.10 Gramofoonmuziek. 9.45 R.N.O.Nieuwsberichten. 10.(10 Dagslui ting (voorbereid door de Christ. Radio- Stichting). 10.05—10.15 Gramofoonmu ziek. KANTTEEKENING Gr. De zaal ligt in een meedoo- genlooze strakke spanning. Er staan twintig een-persoons-tafeltjes, netjes in gelid en er zitten twintig jonge menschen aan die tafeltjes te werken. Er liggen ongerepte vellen papier en er liggen puntig geslepen potloo- den. Er wordt examen gedaan. De stilte is hoorbaar en elk kuchje klinkt als een pistoolschot, verraderlijk hard. Er krassen pennen over het pa pier en de voetstap van een contro leerenden examinator gaat met een dreigende voorzichtigheid af-en-aan. Er valt een potlood en het is alsof er tegen heel fijn kristal getikt wordt. Daar zit een jongmensch te denken. Dit denken is zichtbaar. Hij heeft geen enkel gebaar. Alles Is stil aan hem Zijn hand wacht op het woord, dat zijn geest hem aanstonds dicteeren zal. Dit wachten duurt oneindig. Zijn oogen worden strak. Het woord valt hem niet in. Verderop zit een jong meisje. De pen scheert over het papier. Zij kan het bijkans niet bijhouden. Haar lippen prevelen de woorden na, die ze opschrijft. Haar geest rent. Ze doet: Examen. In dagen van Spanning paar uur al uw zenuwen tot het uiter ste gespannen gevoeld, omdat u geen minuut meer dan het afgepaste uur gelaten wordt om het werk te vol tooien? Hebt u wel eens zoo'n dag doorge worsteld, die begonnen is met een reis en het nog éven opzoeken van een jaartal, het nog éven vragen naar een woord? Zoo'n dag, die voort- kroop van minuut tot minuut, omdat een opgave u voor onbekende woor den zette, die ge niet te vertalen wist? Hebt ge wel eens de vreugde ge smaakt bij een onverwacht gemakke lijke taak, die u vlot afging en dien dag plots een heel eind in goede rich ting schoof? Ik dacht, terwijl ik zoo dat examen- doen in die bekende zaai waarnam, aan het huisgezin van deze candida tes Het huisgezin, waar de spanning even sterk is, waar het wachten op een telegram den dag tot een kwel ling maakt. Het gezan, waar met deze candidaten meegeleefd wordt Een vader, die op een goeden uit slag rekent: een moeder, die om een goeden uitslag bidt. De vader, die misschien wel een beetje naar zich zelf toe hoopt en verwacht. En de moeder, die. alleen om haar kind, de handen vouwt. Het gezin, waar zoo'n examen-dag een bange dag is, omdat het geheele denken uitgaat naar het kind, dat met zijn gladde huid, dat eenige maanden lang een geziene fiuur van de Londensche society en in de meest exclusieve clubs was. Soms gingen de dieren er in hun eentje vandoor om hun eigen ingeving te volgen. Op oen van deze tochten lag de aapman uit gestrekt op het strand in de zon te stoven, met de wind van hem af. zoo dat de geur niet naar hem toekwam. Daardoor bemerkte hij niet, hoe een wilde vanuit het bosch naar hem keek. Een oogenblik was hij verwon derd bij het zien van den blanken man; toen keerde hij zich om en maakte een teeken tegen iemand achter zich. Verborgen door het hoo- ge gras slopen enkele groote zwarte krijgers voorzichtig en geruischloos naar den slapenden blanke, hun zware speren opgeheven in hun han den. Ze waren vlak bij hem, toen hij wakker werd en opsprong. Met wilde kreten en opgeheven speren kwamen zij naar hem toe, om even snel als door een panischen schrik bevangen weer terug te deinzen. (Wordt vervolgd.) Ziet u daar dien jongeman? Hij werkt. Zijn bedaardheid is bijna hin derlijk. Zoo werkt hij thuis ook in zijn eigen kamer aan zijn eigen tafel Alles gaat zooals het altijd is gegaan: rustig-zeker, zelfbewust. Zoo heel an ders dan hij, die verderop een kind nog over zijn papier gebogen zit, schrijft en weer doorhaalt, nog eens begint en weer verandertZe doen examen. En de examinator, hoog in zijn lange gekleede jas, stapt langs de rijen heen. Hij kent alles. Hij is de onein dige knappe examinator, die de span ning opvoert door zijn onaandoenlijk heen en weer stappen. Er tikt een klokje. Het is een hor loge op een van de tafeltjes. Zóó stil is het, dat dit dunne platte horloge tegen de stilte aantikt als een gong. Er wordt examen gedaan. Hebt u wel eens zóó aan een tafel tje gezeten? Aan zoo'n eenzaam ta feltje alleen? Met die sommen voor u, waarmee ge begonnen bent en waar ge geen oplossing voor vondt? Hebt u wel eens zoo in het tijdsbestek van een met een „er op of er onder" zijn leven beslist ziet in een bepaalde richting Het hangt van een plus of een min af. Het raakt precies dat cijfertje, dat ja en amen zegt op de toekomst van een jong leven; of dat neen zegt. nard en wreed: néén, na maanden van ingespannen studie. Het telegram dat vanavond, als een vreugdesein ontspanning brengt in het overwin nend woordje: „Geslaagd"of de tergend langzame klok, die kwartier na kwartier de h«op ij dei maakt en het verlies aftikt per minuut. Is er in uw gezin deze week zoo'n dag? Geef dan uw kind één groote veilige zekerheid mee als het weg gaat. Deze rust, dat ook een afwij zend „neen" niets zal veranderen aan uw liefde en aan uw waardeering voor het werk van uw kind. Het is grooter en grootscher een zoon te onvangen, die niet slaagde, m uw open armen, dan een festijn aan te richten op het codewoord van een examen-succes. AMERSFOORTSCHE 17. Eens op een avond stootten Tarzan en Sheeta op den troep van Akoet. En het kwam den aapman voor. dat het een interessant experi ment zou zijn om deze aartsvijanden te verzoenen. Het was moeilijk om den panter aan zijn verstand te brengen, wat Tarzan van hem wilde, maar hij sloeg zijn touw om Sheet a's nek en gebruikte het uiteinde als zweep. waarmede hij den gevoeligen neus van het dier bewerkte en door ri n meerdere kracht slaagde hij er ten-»' slotte in, het dier in toom te ho h den. En zoo jaagden de man, de pan-j ter en de groote apen tezamen, zij aar* zij. maakten gezamenlijk slachtoffers} en deelden den buit met elkaar. En va deze heele wilde groep was er nie* één vreeselijker dan het sterke wezen De kameelen van de Rotterdamsche Diergaarde Blijdorp worden ontdaan van de resten van het thans overbo dig geworden winterkleed, dat bij de warmte van de laatste dagen hinderlijk geworden is. (Polygoon) DINSDAG 8 JULI 1941 door EDGAR RIGE BURROUGHS FEUILLETON BLOKSCHRIFT door BRAM VERSCHOOR 19 Daar kwam. wat mijn vriend betreft, nog bij, dat hij op zich ge nomen had. het zwichten voor be dreigingen overbodig te maken. Ten slotte nam Van Wieringen het bun deltje bankpapier uit het bureau en overhandigde het A.A.. die het in zijn binnenzak liet verdwijnen. En nu nog iets anders, vervolgde mijn vriend. Weet u. wanneer de re volver weggenomen kan zijn? Her innert u zich. wanneer u ze voor het laatst daar zag? Gewoonlijk kijk ik er niet vaak naar. antwoordde hij. Maar van morgen was ze er nog. Toen Hector gedood was. dacht ik er. eerlijk ge zegd. zelf ook over om me te wape nen. Ik deed het niet, omdat, om dat... U niet bang van aard bent, hielp mijn vriend, die hein de bekentenis voor een vuurwapen te griezelen, be sparen wilde. Doch u weet pertinent dat ze er vanmorgen nog was? Absoluut zeker, bevestigde de man Ik ben van nature werkelijk niet vreesachtig, maar ik had toch niét graag in zijn schoenen gestaan. U weet. wat ik u gezegd heb. Zoek gezelschap, betrouwbaar gezel schap, liefst meer personen tegelijk. Neen. belt u niet, ik ga liever onaan gekondigd. Zooals u wilt, antwoordde hij. En met een wat wrang glimlachje: Om te beginnen heb ik het gezel schap van mijn zoon Paul. Hij nam den hoorn van het toestel en drukte op een der vele knopjes. In het salon snorde een zoemer, die dadelijk ver stomde. Ik hoorde dit, terwijl ik naast, A.A. de hall doorging naar de breede statietrap. HOOFDSTUK X Een waarschuwing Je krijgt een vloertje om de ratteklem op te zetten, fluisterde hij met een glimlach, toen we den om loop. vanwaar we de hall geheel konden overzien, bereikt hadden. Jij denkt dus ook dat hij vroeg ik, met een wenk naar de deur van den secretaris. O jawel, hij of een ander, ant woordde hij. Vooreerst hebben we keus tusschen twee heeren, als ten minste de dochter van den tuinman niet gejokt heeft en waarom zou ze dat doen, als een leugen zoo gemak kelijk zou zijn te achterhalen? Van die snaar wist ze beslist niet meer dan dat zij was zoek geraakt. Ik wist uit ervaring, dat ik met zulk soort aanwijzingen van mijn vriend voorzichtig moest zijn en dus was ik er nog lang niet zeker van, dat Philip Somer of John schuldig zou blijken te zijn. Maar het feit. dat hun bezoek aan de tuinmanswoning de mogelijkheid deed rijzen, dat zij een van beiden de snaar hadden weggenomen, gaf my eenig houvast in deze naar alle zijden nog door volkomen duisternis omringde ge heimzinnige zaak. Heb je eenig idee, wie de schul dige is? Al gaf hij zijn meening nooit uit drukkelijk. gewoonlijk toch gaf hij mij zijdelings te verstaan, dat hij den gezochte reeds in het oog had Nu evenwel antwoordde hij: Li het minst niet. Wél weet ik. wie het niet gedaan kunnen hebben. Er blij ven echter nog zooveel menschen over. voor wie ik nog geen alibi zie. dat. nou ja Hij haalde de schou ders op. Wie het niet gedaan konden heb ben? Naar mijn meening stond dat pas vast voor één persoon en dat was Van Wieringen zelf, omdat die, toen de briefjes gestolen werden en de laatste boodschap werd neergelegd in de kamer van den secretaris, in ons gezelschap beneden was geweest Afgezien dan nog van het feit, dat de man wel stapelgek moest zijn om zich zelf zoo beet te nemen. Dit leek me overigens niet het geval. Hoe Peter ik hem leerde kenmen, hoe meer ik tenslotte den indruk kreeg, met een volkomen normaal, zij het ook wat. bevreesd, mensch te doen te hebben. Ik had me echter op het oogenblik niet bezig te houden met de vraag, wie niet schuldig was. want mijn metgezel ging, dadelijk nadat hij een nijdig tikje op de deur had gegeven, de kamer van Philip Somer binnen en ik zag den man ge zeten aan het bureau, waar hij voor een leeg vel postpapier met een zil veren potlood zat te spelen. Hij hief het hoofd op, keek ons een seconde aan, stond dan op en kwam ons langzaam tegemoet, midden in de kamer halt houdend en ons. hog voordat wij iets konden zeggen, met een uitnoodigend gebaar verwijzend naar het groepje fauteuils, waarin we reeds hadden gezeten. Ik gaf aan de zwijgende uitnoodiging gehoor 'doch mijn vriend beduidde met een handgebaar, dat hij dadelijk plaats nemen zou. De balcondeuren van uw slaap kamer, zijn die gesloten, mijnheer Somer?, vroeg hij, nadat hij den groet van den secretaris beantwoord had. Toen ik boven kwam. heb ik ze dadelijk dicht gedaan, bevestigde hij. Er lag in zijn stem iets, waardoor ik begreep, dat hij dit ln de gegeven omstandigheden heel logisch vond en daaruit raadde ik een onbestem de vrees. U zult er niets op tegen hebben, dat ik me even overtuig, hernam A.A. Neen, ik ben immers dadelijk terug, wimpelde hij af, toen Philip Somer hem wilde voorgaan. En meteen schoof hij langs hem heen. Sluit u inmiddels hier de balcondeuren, als u wilt. Het schijnt, dat we niet ge noeg voorzorgen kunnent treffen In dit hecht en vernuftig gebouwde heerenhuis. Hij ging de slaapkamer in. Ik hoorde even daarna, hoe hij de bal condeuren opende, daarna sloot. Het duurde nog even, voordat hij terug kwam en toen hij op den drempel verscheen, konden we er een eed op doen, dat zich in dat vertrek geen luistervink schuil hield. Hij nam nu dadelijk plaats, nam de door den secretaris gepresenteerde sigaar aan en begon: Ik heb op het balcon ook gekeken. Vanwaar zou de brievendief ons hebben beluisterd, vanmorgen, vraag ik me af? Hij tuurde peinzend naar de blauwe, door hem omhoog gepufte kringetjes. Ik hoop het te weten, voor weehHij keek op de pendule op den schoorsteen mantel. twintig uur verder zijn, mijnheer Somer. En nu wou ik u een paar dingen vragen. Alsof hij een aanloopje tot die vragen zocht wachtte hij evenv waarbij hij als toe vallig zijn blik liet dwalen naar het schrijfbureau, naar het daarop lig- gend vel postpapier, u mag me on bescheiden vinden als u dat wilt, maar ik wou toch wel erg graag, dat u me onomwonden antwoordde. U hebt het niet erg druk hier, niet veel omhanden? Mijnheer Van Wie ringen drijft immers geen zaken meer? De secretaris glimlachte ietwat ver legen. als verwerkte hij dapper de in derdaad de door hem in A.A.'s vraag gevoelde onbescheidenheid. Dan ant woordde hijMijnheer Van Wierin gen heeft zich een zekere luxe onont beerlijk gemaakt en tot die luxe be hoor ik eigenlijk ook. ik zou me smoorlijk vervelen, als ik dat altijd voelen moest, maar er wordt mij een zoo groote vrijheid toegestaan, dat mij welhaast geen enkele afleiding ontzegd is. Vandaar, dat ik me nooit verveel, als dat de bedoeling van uw vraag is. Ook niet, toen ik aan uw deur klopte? Het kan wel, dat ik dien indruk gemaakt heb, antwoordde hij. Maar ik was zoo in gedachten verzonken, dat ik aan geen tijd dacht. Sedert ik dat briefje hier in mijn kast zag liggen, doe ik niets anders dan na denken over de manier, waarop het. er gekomen kan zijn. 'Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1941 | | pagina 2