DE DIEREN VAN TARZAN Steunt de Winterhulp Een Nationale Plicht A5IERSFOORTSCHE CjOURANT-— VRIJDAG 25 JULI* 1941 RADIO-PROGRAMMA ZATERDAG 2H JULI HILVERSUM I, 415» M. 6.i5 Gramofoonmuziek 6.50 Ochtend gymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B.N.O.: Nieuws berichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.15 Voor de huisvrouw. 9.25 Gramofoonmu ziek. 12.00 Twee fluiten. 12.40 Almanak. 12.45 B.N.O.: Nieuws- cn economische berichten. 1.00 Musiquette. 1.30 Gramo foonmuziek. 2.00 Voor het gezin. 2.20 Na gedanen arbeid: muziek en vroolijkheid. 4.00 Bijbellezing (voorbereid door de Christ. Radio Stichting). 4.20 Klarinet, l'luit cn piano. 5.15 RN.O.: Nieuws-, economische en beursberichten. ->.30 Or gelspel. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.15 Voor de binnenschippers. 6.80 Ramblers. 7.00 B.N.O.: Vragen van don dag. 7.15 Hot Schrammelkwartet. 7.45 Yjoor ion Loer. 8.ti(> ILX.O.: Nieuwsberichten. 8.15 Spiegel van'den dag. 8.30 De Haarlein- sclie Orkcstvcrceniging en koor. 9.30 Berichten (Engelsch). 9.15 B.NO. Nieuwsberichten. 10.00 B.N.O.: Uitzen ding in do Engelsche taal: Dutch news reel. HILVERSUM II. 301,5 M. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtend gymnastiek. TWO Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B.X.O.: Nieuws berichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijd'mg voorbereid door he! Vrijzinnig Prot. Kerkcomité). 10.20 Ons .Schemeruurtje (e.o.). tl.10 Gevarieerd programma. 12.00 Politieberichten. 12.15 Ensemble Erica Helen. 12.35 B.N.O.: Nieuws- en economische berichten. 1.00 Zang mei pianobegeleiding en gramo- fooDmuziel'. 1.40 Voor de rijpere jeugd. 2.00 Kamerorkest „Ars Nova et Anti- qua" en solist. 2.35 Gramofoonmuziek. "245 Door stad en land. 3.00 Kameror kest „Ars no\a et Antiqua 4.00 En semble Bnndi Balogh. 4.30 Klaas van Boeck en zijn orkest. 5.00 Cursus: „Over Godsdienst bij kinderen" II (voorbereid door het Vrijz. Prot. Kerk comité). 5.15 B.N.O.: Nieuws-, economi sche en beursberichten. 5.30 Gramofoon- muziek. 6.15 Mannenzangvereeniging „liet Mobilisatiekruis" en gramofoon muziek. 6.45 Reportage. 7.00 B.NO.: Groningsch praatje. 7.15 Gramofoonmu ziek. 7.30 Cursus „Hoe bouw ik een vrij- vliegend model-vliegtuig". 7.45 Gramo foonmuziek. 8.90 B.N.O.: Nieuwsberich ten. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Geva rieerd programma. 9.45 B.X.O.: Nieuws berichten. 10.00 Dagsluiting (voorbe reid door de Ohr. Radio Stichting). 10.05 10.20 Causerie: „Ik was er zelf bij". KANTTEEKENING Gr. De jongen is van school af. Hij is goed 13 jaar. En nu moet hij wat worden. Dat is nogal geen kleinigheid: een jongen die wat worden moet. Gaan naar de H.B.S. is uitgesloten. Als dat niet uitgesloten was. zouden wij de vraag „wat nu?" nog veilig 5 of 6 jaren kunnen uitstellen. Er zijn een heeleboel ouders, die onvoorwaardelijk zeggen: naar de H.B.S. Dat staat dan als een paal bo- ven water, alsof PAS VAN het even paal- SCHOOL boven-water-ach- tig vaststaat, dat elk kind voor zoo'n H.B.S. geschikt is. Ik kom daar nog op terug. Voor vandaag bepalen wij ons bij die soort gelukkige kinderen, waar van tevoren nog niets vaststaat. Ge lukkig? Ja. want er worden hun een heeleboel bittere teleurstellingen be spaard. Het staat bij hen n.l. niet vooraf vast, dat zij heel knap zullen moeten zijn. Zij hebben de kans uit zich zelf een eigen Ik te laten groeien, ook al gaat het dan met de diploma's niet al te best. De vraag: Wat nu? met betrekking tot zoo'n 14-jarigen jongen van school-af, is een levensvraag. Het raakt in beginsel zijn geheele toe komstige leven. Is dat ten opzichte van zoo'n kind niet eigenlijk een beetje voorbarig? En wat meer zegt een beetje riskant? Durven wij het zoo maar zonder meer aan, te beslissen, dat de nu 14-jarige Piet zijn leven als bakker, of als smid zal leven? Aan de hand van welke gege--, vens kregen we een richting? Wat weten we van zoo'n 14-jarig kind? De onderwijzer weet er iets van, met betrekking tot het verstand van het kind: of hij goed leeren kan; of hij oplettend is of speelsch; of hij een vief kereltje is of een sloom jog. Dat is in doorsnee alles, wat zoo een onderwijzer er van weet. Het is alles heel erg schetsmatig en voorloopig wat hij weet. Als de onderwijzer ook nog een beetje paedagoog is, dan weet hij misschien ook iets omtrent het ka rakter van het kind. Maar daarom trent weten de ouders iets meer. Tenminste, als het ouders zijn, die opletten en waarnemen: óók en vooral wanneer het kind speelt. Want van dat karakter komen we niet zooveel te weten door praten; wel door uit te kijken. Spelend met een bal is het kind zuiverder te obser- veeren dan met een boekje in een hoekje. Onder zijn speelmakkers laat het kind het duidelijkste iets van zijn karakter zien. Verstandige en oplettende ouders weten dus wel iets omtrent het hart van hun kind. En het kind zelf? Dat weet om trent zich zelf alleen maar alles met betrekking tot zijn beenen. Hoe hard hij loopen kan; hoe hij op het voetbalveld is en welke spelletjes h het liefst doet. De rest is vaag in hem. En wat die spelletjes betreft, moe ten we voorzichtig zijn. Elk meisje speelt graag voor schooljuffrouw. Moet zij daarom maar onderwijzeres worden? Elke jongen haalt graag zijn speelgoed-stoommachine uit el kaar. Moet hij daarom maar inge nieur worden? Een jongen kiest op zijn manier een beroep: tramcon ducteur, omdat hij dan voor niets den heelen 'dag op de tram rijden kan. De balans, omtrent wat we van een 14-jarig kind werKelijk weten, is dus niet schitterend. En toch moeten we een kant op. Ik met mijn schetsmatige weten schap over zoo'n „jongen-die-net- van-school-af-is" kom tot de conclu sie, dat dat kind nog precies alle kanten uit kan. En daarom waag ik de stelling.dat het spreekwoord: twaalf ambachten, dertien ongelukken ten onrechte in zoo'n kwaden reuk staat. Ik ge loof, dat het met de praktijk van dat spreekwoord nog zoo kwaad niet ge steld is en, dat er, met de toepassing daarvan al behoeft dat natuurlijk ook weer niet letterlijk genomen te worden voor zoo'n schooljongen meer practischen zegen inzit een paar keer in een vak te mislukken, dan in dat paal-boven-water-princlpe van: naar de H.B.S. Ik heb eens een directeur van een groote scheepvaart-maatschappij over dat mooie beroep van jongsten bedien de letterlijk dit hooren zeggen: een pientere jongen van 13 jaar, die op kantoor komt, en zijn avonduren aan practisch avondonderwijs besteedt, is over 5 jaaf' de meerdere in practi- sche bruikbaarheid van een zóó met een zoo-zoo diploma van de 5-jarige H.B.S. afkomenden „mijnheer". Ik weet wel. dat die' stelling van 12 ambachten, 13 ongelukken een beetje gewaagd is, maar we moeten er toch niet zoo heel bang voor zijn. Want de ervaringen, die zoo'n jongen op doet in de practijk, zijn ervaringen, waar hij zijn heele verdere leven Iets aan zal hebben. BINNENLAND Vrijwilligerslegioen Nederland EDGAR RIGE BURROUGHS KEURING VAN DEELNEMERS Het aantal aanmeldingen voor het „Vrijwilligerslegioen Nederland" over treft verre de verwachtingen. Daar om is het noodig een nieuwe serie keuringen vast te stellen. Hieronder volgt het rooster tot 31 Juli: BAANBREKER DER ELECTRJJ- TECHNIEK Bij de crematie van prof, dr. C. F e 1 d m a n n. oud-hoogleeraar in de electrotechniek aan de Technische Hocgeschool te Delft, die op Wcster- veld geschiedde is de overledene op indrukwekkende wijze herdacht voor het vele, dat hij, zoowel wetenschap pelijk als op het terrein der practijk, voor de ontwikkeling der electro- techniek in ons land heeft gedaan. Het college van curatoren was ver tegenwoordigd door prof. ir. J. Klop per, de senaat door den rector-mag- nificus prof. dr. ir. C. J. van Nieu- wenburg. Verder waren aanwezig tal van professoren van alle faculteiten. Onder dc aanwezigen waren verder o.a. ir. G. J. F. Bakker, directeur- generaal der Electriciteitsvoorziening. A. W. Zuidweg namens het Prov. Electriciteitsbedrijf van Zuid-Hol land, ir. Wouter Cool en jhr. ir. A. S. C. Stoop van Striien, directeur der Ne- derlandsche Siemens' Maatschap pijen, enz. Prof. Klopper getuigde van de groote waardeering. die het college voor het werk van prof. Feldmann heeft gevoeld. Do curatoren zullen aan prof. Feldmann een dankbare herinnering bewaren van een goed mensch en een knap man. Prof. van Nieuwenburg zei- de. dat met prof. Feldmann is heen gegaan een der corypheeën der elek trotechnische wetenschappen, die daadwerkelijk heeft meegewerkt aan het legden van de fundamenten dezer wetenschappen. Hij was uitermate al zijdig begaafd en bovendien een bui tengewoon beminnelijk mensch. Prof. ir. E. J. F. Thierens schetste in korte trekken den levens loop van den overledene en verwees naar het gedenkboek, dat ter gele genheid van zijn aftreden werd uit gegeven en memoreerde' zijn contact met- de industrie. Prof. dr. ir. H. G Nolen zeide, dat er zeer vele instanties zijn. die door het heengaan van prof. Feld mann hun leider, ondernemingen, die hun raadsman, leerlingen die hun leermeester hebben verloren. Het Nederlandsch Electrisch Comité leed een groot verlies, toen prof. Feldmann werd weggerukt. Als voor zitter van dit comité was hy steeds op buitenlandse he congressen een der grootste figuren Hij werd dan ook tot voorzitter gekozen van het International Electrotechnic Com mittee. spreker schetste voorts, wat de overledene voor de ontwikkeling van de electrische bedrijven in ons land heeft gedaan. Ir. C. Noome, voorzitter van de Ver. van Directeuren van Electrici- teitsbedrijven in Nederland, dankte den overledene voor hetgeen hij heeft gedaan yoor de electriciteits voorziening van ons land Tenslotte getuigde de heer L- M. A. Beekman uit wezep, als oudste vriend voor een vriendschap, die 26 Juli van 10 tot 18 uur Gronin gen: Concerthuis, ^oelestraat. 26 Juli van 9 tot 12 uur Breda: Restaurant Modern. 27 Juli van 10 tot 18 uur zwolle: Schooi aan de Turfmarkt. 28 Juli van 10 tot 18 uur Arnhem: Willemskazerne. 29 Juli van 10 tot 18 uur Amster dam: School Iepenweg 13. 30 Juli van 10 t,ot. 19 uur Den Haag: Koninginnegracht 22. 31 Juli van IC tot 18 uur Rotter dam: Deutsches Haus, volkspark. Crematie Prof. Dr. C. Feldmann hij het touw door, dat de roeiboot- vasthield en langzaam verwKAzrden zij zich. Zoo zacht mogelijk yfeide de Zweed naar de UgambiriviM. Jane vroeg zich verwonderd af of de man wist. waar ze zich bevonden. Een half uur later brak de maan door de wol ken en liet een smalle strook land zien waarheen de Zweed de kleine boot roeide. Reusachtige boomen ver hieven hun zware kruinen, terwijl spookachtig Spaansch mos van lage takken neerhing. Zoo nu en dan werd het gladde watervlak der rivier ge broken door een grooten krokodil, op geschrikt door het geplas der riemen. Uit de dichte jungle klonk het ge luid van een hyena, het gegrom van een panter, het diepe, onheilspellen de gebrul van een leeuw. En daar naast, vreemde, onbekende geluiden, vreeselijker door hun geheimzin nigheid. Jane zat midden in de boot met haar kind tegen zich aangedrukt. En ofschoon zij niet wist, welk lot haar wachtte, voelde zij zich geluk kig en dankbaar, omdat zij het kleine teere wezentje weer terug had. Steeds weer probeerde zij de duisternis met haar oogen te doorboren om een en kelen -blik op dit geliefde schepseltje te kunnen werpen, maar slechts de vage omtrek van het kindergezichtje was alles wat zij zag. Ze kon ternau wernood wachten tot het weer dag werd. (Wordt vervolgd) meer dan een halve eeuw heeft ge duurd. Nadat de kist onder orgelspel was neergelaten, dankte een zoon van den overledene voor de belangstel ling. Géén Moeder! KERKNIEUWS Algcmeene Synode NED. HERVORMDE KERK De vice-president deed mededee- ing, dat de mutatiecommissie, die iet vorige jaar diligent verklaard verd, haar werkzaamheden niet heeft tangevangen in afwachting van de >ehandeling der nieuwe reglementen lie ook deze materie regelen. Met groote belangstelling werd k-.-n- ïis genomen van het kwartaalverslag Ier vereeniging „Land in Zicht", over ïaar werk onder de arbeiders in den s.O.-Polder. Wegens het bedanken van jhr. mr. L. K. C. de Brauw als secundair lid Ier Alg. Syn. Commissie werd ter enrolling dezer vacature gekozen mr. I. E. Cost-Budde. Ter tafel was een schrijven van iet class, bestuur van Gouda inzake Ie grensvaststelling tusschen de emeenten Reeuwijk en Sluipwijk, 'at zijn vroegere beslissing hand- iaafde. Het schrijven werd voor ken- n'sgeving aangenomen. De vergadering werd vervolgens cerdaagd. Zij strijden niet meer tegen Duitschland. Vier Bolsjewisten komen met witte doeken zwaaiend uit een korenveld te voorschijn en worden nu naar het gevangenkamp gebracht. (Lessman-Hoffmann 321 Jane nam het bundeltje van den kok aan. Ze drukte het slapende kind tegen zich aan. terwijl tranen van blijdschap over haar wangen rol den. „Kom'', zei de Zweed, „we heb ben geen tijd te verliezen." Hij bracht haar naar de zijde van het schip en ze klommen langs de touwladder naar de wachtende boot beneden op het water. Een oogenblik later sneed FEUILLETON MOORD in B LOK SCHRIFT door BRAM VERSCHOOR 24 t Leek me uitgesloten, dat Van Wierin- gen zich zoolang kon stilhouden; ik zou het in zijn geval niet kunnen, daarvan was ik overtuigd. Mijn ge hoor begon me dezelfde parten te spelen als mijn gezicht in het begin van den nacht. Het begin van den nacht? Had de klok beneden dan al twaalf geslagen? Gehoord had ik het niet en ik had het moeten hooren, want ik luisterde met bovenmensche- lijke inspanning. Ik hoorde nu overal gerucht, op het balcon vooral. Krab de daar iets tegen het glas van de 'oalcondeuren? Van wélke balcon- deur? Hoe moest ik richten? Schoven er voeten boven mijn hoofd? Welke kamer was hierboven? Twee waren er, van de twee jongste meiden. Was er iets voor de gangdeur? Maar daar werd immers elk gerucht gedempt door de loopers?^ Weer dreef mijn ge- boor mijn bük naar de balcondeu- ren. Zou het mogelijk zijft, dat iemand onhoorbaar binnenkwam en daar achter de gordijnen stond? Iemand, die alles wist, alles kon, in volslagen duister kon zien, in volsla gen stilte kon verstaan, wat anderen dachten? Zoo'n gansche nacht, moest die niet eindigen in krankzinnigheid? Dat hield toch geen mensch uit? Daar kwam geluid, gelukkig, werke lijk geluid. Van beneden uit de hall. De klok sloeg; ik hoorde het gewicht zakken en den koperen ketting over de radertjes horten. Twaalf uur? Neen, één slag, dan het reutelen van het uurwerk, zooals die' oude klokken al tijd doen, wanneer ze met slaan op houden. Half twaalf dus! In plaats dat het me tegenviel, dat ik de nog komende uren onoverkomelijk lang vond. putte ik uit het feit. dat een werkelijk geluid de doodsche stilte verbroken had. levendigen moed en ik maakte me zelf wijs. dat de tijd snel gaat, óók als je moet wachten. Ik durf zelfs zonder te ver bezijden de waarheid te gaan beweren, dat ik met hernieuwde „animo" de wake voortzette. Ik verwachtte nu niets meer, geen geluid, geen lichtstraal, ook geen gebeurtenis. Voorzorgen zijn best en niet overbodig, als ze door A.A. getroffen worden, maar ze voor komen dan ook juist, dat er iets vreeselijks gebeurt, ik geloofde zelfs, dat ik op mijn stoel zou kunnen in slapen, indien ik me niet wakker hield door te denken' aan A.A.'s op dracht, vooral te zorgen, dat Van Wieringen niets overkwam. Van Wie- ringen kon veilig rusten in zijn schommelstoel, geen kwaad zou hem genaken; A.A. waakte over lum, zooals hij waakte over de tien mille, die hij vanmiddag in zijn portefeuille had gestopt. En die hij wellicht, als Van Wieringen er in gedachten wer kelijk reeds afstand van had gedaan, zou mogenNeen, dat ging niet op, me zelf af te leiden met zulke ongepaste gedachten. Sloegen de honden aan? Vier honden doorkruis ten het landgoed, tenzij ze rustig lagen te slapen op hetr terras, of ergens on der het hakhout, of achter de garage. Of tenzij ze gedood waren, zooals hun kameraad Hector. Iets zei me, dat ik nu weldra weer geluid vernemen zou, weer een wer kelijk geluid zooals het slaan van een klok. Wat voor een voorstelling ik me er echter ook van gemaakt had, ik had geen oogenbik gedacht aan het geluid, dat nu opeens de stilte doorzong: de zoemer van de tele foon op het schrijfbureau van den secretaris. Op hetzelfde oogenblik hoorde ik, dat Teun en diens vader nog bij ons in de kamer waren. Teun sprong op en al kon ik hem niet zien, ik begreep, dat hij gereed .stond zich tot het uiterste te verdedigen tegen den onzichtbaren vijand, die door de telefoonleiding op ons -toe- sloop. A A. nam den hoorn van den haak; ik hoorde het klikje. En hii luisterde, doch hij hoefde de micro foon niet aan zijn oor te brengen, want ook ik verstond, wat een eenigs- zins slepende, niet thuis te brengen stem, zei: U moet goed op Van Wieringen passen Als u dan morgen flink moe bent, dan zult u hem aan tafel zien sterven. Om twaalf uur. Er kwam niets meer; AA. legde den hoorn weer neer, zei niets, deed niets, wachtte als tevoren. Alleen was hij teruggegaa% naar het tafeltje, waar hij vermoedelijk beenschommelend bovenop zat. Wat zou ik er niet voor gegeven hebben, nu zijn meening over dat telefoonbericht te kunnen vragen? Ik wist, wat hij zeggen zou: dat eens te meer bleek, dat de tegen stander zich in huis bevond en alles wist. Waarom had hij echter twee maal gevraagd, of er telefoon was in de tuinmanswoning? Ook van daar uit kon nu gebeld worden. Maar waarom bleef A.A. dan afwachten, wat verder gebeuren zou? Ik had eensklaps de overtuiging, dat mijn vriend de tuinmanswoning, Betsy en haar vader, uitgeschakeld had. dat de groep menschen. die in aanmer king kwam voor verdenking, opnieuw kleiner werd. En toen klonk wederom een geluid, maar ditmaal een geluid, dat me deed opspringen, dat ons allen, ik hoorde het duidelijk, deed opsprin gen. Het kwam van buiten, vanuit de hall. Het was een kreet, een ang stige, een wanhopige kreet, een ver twijfelde roep om hulp. Ik hoorde daar doorheen de herhaling van AA.'s bevel bovenal te waken over mijnheer Van Wieringen en ik stort te me in de richting, waar ik hem wist, bij de gramofoon. Ik botste te gen hem aan en hij duwde me weg, doch ik plaatste me opnipuw voor hem en nog iemand, het moest Teun zijn, kwam me te hulp. Samen hiel den we den eigenaar van huis en landgoed vast, opdat hij niet, alle gevaar vergetend, naar buiten zou snellen. Hij had gewerkt voor zijn rijkdom, niet met het hoofd alleen, ook met zijn handen; hij was sterk en we hadden groote moeite, hem van de deur weg te houden. Weer klonk de kreet, lang aange houden, gerekt, niet verzwakkend. Ja, toch verzwakkend. Een kreet, door een doodsbange vrouw geslaakt. Bernard! Bernard! Laat me gaan, siste Van Wie ringen. evenwel niet zoo luid, dat men hem buiten de kamer zou kun nen hooren. Gaat liever mee, gaat alle drie mee en pakt dien ellende ling. Waarom moeten we hier blij ven zitten? Ik heb er genoeg van, ik word gek in dien stoel. Bernard! Bernard! Bernard, de voornaam van Van Wieringen. Moeder roept, fluisterde Teun. Vader heeft gelijk, laten we naar haar toe gaar Blijf hier, fluisterde A.A. bevelend en doelbewust. Weest geen ezels, wat zou de man er aan hebben, uw moe der kwaad te doen? Let op uw vader. Begrijpen jullie dan niet, dat dit dè manier is om hem uit zijn tent te lokken? De hulpkreet van een bange vrouw is licht veroorzaakt en is sterk in zijn uitwerking. Blijf hier. Bram en u ook, mijnheer Van Wieringen. Zorg er voor, dat uw vader geen stap bui ten de deur doet, dat hij zich niet aan de deur vertoont. Let ieder op een deur, jij op deze, Bram, u op de balcondeuren. En als er iets gebeurt, schiet dan. Ik ga kijken. Binnen vijf minuten ben ik terug of zal ik tele- foneeren. Wacht in elk geval vijf minuten. Ben ik dan niet terug, dan kom jij naar me toe, eerst naar de kamer van mevrouw. Maar u blijft, wat er ook gebeurt, al kwamen we geen van tweeën vannacht terug, bij uw vader en u zorgt, dat niemand behalve mijn vriend of ik hem na dert. Niemand, begrijpt u dat goed? Ook uw broers niet. Hij wachtte geen antwoord af; hij zou, indien wij zijn opdracht niet volvoerden, zich later niets van de gevolgen aantrekken. Dat vooral lag in den klank van zijn stem besloten. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1941 | | pagina 2