DE DIEREN VAN TARZAN
Steunt de Winterhulp
Een Nationale Plicht
A5IERSFOORTSCHE CjOURANT-— VRIJDAG 25 JULI* 1941
RADIO-PROGRAMMA
ZATERDAG 2H JULI
HILVERSUM I, 415» M.
6.i5 Gramofoonmuziek 6.50 Ochtend
gymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45
Ochtendgymnastiek. 8.00 B.N.O.: Nieuws
berichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.15
Voor de huisvrouw. 9.25 Gramofoonmu
ziek. 12.00 Twee fluiten. 12.40 Almanak.
12.45 B.N.O.: Nieuws- cn economische
berichten. 1.00 Musiquette. 1.30 Gramo
foonmuziek. 2.00 Voor het gezin. 2.20 Na
gedanen arbeid: muziek en vroolijkheid.
4.00 Bijbellezing (voorbereid door de
Christ. Radio Stichting). 4.20 Klarinet,
l'luit cn piano. 5.15 RN.O.: Nieuws-,
economische en beursberichten. ->.30 Or
gelspel. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.15
Voor de binnenschippers. 6.80 Ramblers.
7.00 B.N.O.: Vragen van don dag. 7.15
Hot Schrammelkwartet. 7.45 Yjoor ion
Loer. 8.ti(> ILX.O.: Nieuwsberichten. 8.15
Spiegel van'den dag. 8.30 De Haarlein-
sclie Orkcstvcrceniging en koor. 9.30
Berichten (Engelsch). 9.15 B.NO.
Nieuwsberichten. 10.00 B.N.O.: Uitzen
ding in do Engelsche taal: Dutch news
reel.
HILVERSUM II. 301,5 M.
6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtend
gymnastiek. TWO Gramofoonmuziek. 7.45
Ochtendgymnastiek. 8.00 B.X.O.: Nieuws
berichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00
Morgenwijd'mg voorbereid door he!
Vrijzinnig Prot. Kerkcomité). 10.20 Ons
.Schemeruurtje (e.o.). tl.10 Gevarieerd
programma. 12.00 Politieberichten. 12.15
Ensemble Erica Helen. 12.35 B.N.O.:
Nieuws- en economische berichten. 1.00
Zang mei pianobegeleiding en gramo-
fooDmuziel'. 1.40 Voor de rijpere jeugd.
2.00 Kamerorkest „Ars Nova et Anti-
qua" en solist. 2.35 Gramofoonmuziek.
"245 Door stad en land. 3.00 Kameror
kest „Ars no\a et Antiqua 4.00 En
semble Bnndi Balogh. 4.30 Klaas van
Boeck en zijn orkest. 5.00 Cursus:
„Over Godsdienst bij kinderen" II
(voorbereid door het Vrijz. Prot. Kerk
comité). 5.15 B.N.O.: Nieuws-, economi
sche en beursberichten. 5.30 Gramofoon-
muziek. 6.15 Mannenzangvereeniging
„liet Mobilisatiekruis" en gramofoon
muziek. 6.45 Reportage. 7.00 B.NO.:
Groningsch praatje. 7.15 Gramofoonmu
ziek. 7.30 Cursus „Hoe bouw ik een vrij-
vliegend model-vliegtuig". 7.45 Gramo
foonmuziek. 8.90 B.N.O.: Nieuwsberich
ten. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.30 Geva
rieerd programma. 9.45 B.X.O.: Nieuws
berichten. 10.00 Dagsluiting (voorbe
reid door de Ohr. Radio Stichting). 10.05
10.20 Causerie: „Ik was er zelf bij".
KANTTEEKENING
Gr. De jongen is van school af.
Hij is goed 13 jaar. En nu moet hij
wat worden.
Dat is nogal geen kleinigheid: een
jongen die wat worden moet. Gaan
naar de H.B.S. is uitgesloten. Als dat
niet uitgesloten was. zouden wij de
vraag „wat nu?" nog veilig 5 of 6
jaren kunnen uitstellen. Er zijn een
heeleboel ouders, die onvoorwaardelijk
zeggen: naar de H.B.S. Dat staat dan
als een paal bo-
ven water, alsof PAS VAN
het even paal- SCHOOL
boven-water-ach-
tig vaststaat, dat
elk kind voor zoo'n H.B.S. geschikt
is. Ik kom daar nog op terug.
Voor vandaag bepalen wij ons bij
die soort gelukkige kinderen, waar
van tevoren nog niets vaststaat. Ge
lukkig? Ja. want er worden hun een
heeleboel bittere teleurstellingen be
spaard. Het staat bij hen n.l. niet
vooraf vast, dat zij heel knap zullen
moeten zijn. Zij hebben de kans uit
zich zelf een eigen Ik te laten
groeien, ook al gaat het dan met de
diploma's niet al te best.
De vraag: Wat nu? met betrekking
tot zoo'n 14-jarigen jongen van
school-af, is een levensvraag. Het
raakt in beginsel zijn geheele toe
komstige leven. Is dat ten opzichte
van zoo'n kind niet eigenlijk een
beetje voorbarig? En wat meer
zegt een beetje riskant? Durven
wij het zoo maar zonder meer aan,
te beslissen, dat de nu 14-jarige Piet
zijn leven als bakker, of als smid zal
leven? Aan de hand van welke gege--,
vens kregen we een richting? Wat
weten we van zoo'n 14-jarig kind?
De onderwijzer weet er iets van,
met betrekking tot het verstand van
het kind: of hij goed leeren kan; of
hij oplettend is of speelsch; of hij
een vief kereltje is of een sloom jog.
Dat is in doorsnee alles, wat zoo een
onderwijzer er van weet. Het is alles
heel erg schetsmatig en voorloopig
wat hij weet.
Als de onderwijzer ook nog een
beetje paedagoog is, dan weet hij
misschien ook iets omtrent het ka
rakter van het kind. Maar daarom
trent weten de ouders iets meer.
Tenminste, als het ouders zijn, die
opletten en waarnemen: óók en
vooral wanneer het kind speelt. Want
van dat karakter komen we niet
zooveel te weten door praten; wel
door uit te kijken. Spelend met een
bal is het kind zuiverder te obser-
veeren dan met een boekje in een
hoekje. Onder zijn speelmakkers
laat het kind het duidelijkste iets
van zijn karakter zien. Verstandige
en oplettende ouders weten dus wel
iets omtrent het hart van hun kind.
En het kind zelf? Dat weet om
trent zich zelf alleen maar alles
met betrekking tot zijn beenen. Hoe
hard hij loopen kan; hoe hij op het
voetbalveld is en welke spelletjes h
het liefst doet. De rest is vaag in
hem.
En wat die spelletjes betreft, moe
ten we voorzichtig zijn. Elk meisje
speelt graag voor schooljuffrouw.
Moet zij daarom maar onderwijzeres
worden? Elke jongen haalt graag
zijn speelgoed-stoommachine uit el
kaar. Moet hij daarom maar inge
nieur worden? Een jongen kiest op
zijn manier een beroep: tramcon
ducteur, omdat hij dan voor niets
den heelen 'dag op de tram rijden
kan. De balans, omtrent wat we van
een 14-jarig kind werKelijk weten, is
dus niet schitterend. En toch moeten
we een kant op.
Ik met mijn schetsmatige weten
schap over zoo'n „jongen-die-net-
van-school-af-is" kom tot de conclu
sie, dat dat kind nog precies alle
kanten uit kan.
En daarom waag ik de stelling.dat
het spreekwoord: twaalf ambachten,
dertien ongelukken ten onrechte
in zoo'n kwaden reuk staat. Ik ge
loof, dat het met de praktijk van dat
spreekwoord nog zoo kwaad niet ge
steld is en, dat er, met de toepassing
daarvan al behoeft dat natuurlijk
ook weer niet letterlijk genomen te
worden voor zoo'n schooljongen
meer practischen zegen inzit een paar
keer in een vak te mislukken, dan
in dat paal-boven-water-princlpe
van: naar de H.B.S.
Ik heb eens een directeur van een
groote scheepvaart-maatschappij over
dat mooie beroep van jongsten bedien
de letterlijk dit hooren zeggen: een
pientere jongen van 13 jaar, die op
kantoor komt, en zijn avonduren aan
practisch avondonderwijs besteedt,
is over 5 jaaf' de meerdere in practi-
sche bruikbaarheid van een zóó met
een zoo-zoo diploma van de 5-jarige
H.B.S. afkomenden „mijnheer".
Ik weet wel. dat die' stelling van 12
ambachten, 13 ongelukken een beetje
gewaagd is, maar we moeten er toch
niet zoo heel bang voor zijn. Want
de ervaringen, die zoo'n jongen op
doet in de practijk, zijn ervaringen,
waar hij zijn heele verdere leven Iets
aan zal hebben.
BINNENLAND
Vrijwilligerslegioen
Nederland
EDGAR RIGE BURROUGHS
KEURING VAN DEELNEMERS
Het aantal aanmeldingen voor het
„Vrijwilligerslegioen Nederland" over
treft verre de verwachtingen. Daar
om is het noodig een nieuwe serie
keuringen vast te stellen. Hieronder
volgt het rooster tot 31 Juli:
BAANBREKER DER ELECTRJJ-
TECHNIEK
Bij de crematie van prof, dr. C.
F e 1 d m a n n. oud-hoogleeraar in de
electrotechniek aan de Technische
Hocgeschool te Delft, die op Wcster-
veld geschiedde is de overledene op
indrukwekkende wijze herdacht voor
het vele, dat hij, zoowel wetenschap
pelijk als op het terrein der practijk,
voor de ontwikkeling der electro-
techniek in ons land heeft gedaan.
Het college van curatoren was ver
tegenwoordigd door prof. ir. J. Klop
per, de senaat door den rector-mag-
nificus prof. dr. ir. C. J. van Nieu-
wenburg. Verder waren aanwezig tal
van professoren van alle faculteiten.
Onder dc aanwezigen waren verder
o.a. ir. G. J. F. Bakker, directeur-
generaal der Electriciteitsvoorziening.
A. W. Zuidweg namens het Prov.
Electriciteitsbedrijf van Zuid-Hol
land, ir. Wouter Cool en jhr. ir. A. S. C.
Stoop van Striien, directeur der Ne-
derlandsche Siemens' Maatschap
pijen, enz.
Prof. Klopper getuigde van de
groote waardeering. die het college
voor het werk van prof. Feldmann
heeft gevoeld. Do curatoren zullen
aan prof. Feldmann een dankbare
herinnering bewaren van een goed
mensch en een knap man.
Prof. van Nieuwenburg zei-
de. dat met prof. Feldmann is heen
gegaan een der corypheeën der elek
trotechnische wetenschappen, die
daadwerkelijk heeft meegewerkt aan
het legden van de fundamenten dezer
wetenschappen. Hij was uitermate al
zijdig begaafd en bovendien een bui
tengewoon beminnelijk mensch.
Prof. ir. E. J. F. Thierens
schetste in korte trekken den levens
loop van den overledene en verwees
naar het gedenkboek, dat ter gele
genheid van zijn aftreden werd uit
gegeven en memoreerde' zijn contact
met- de industrie.
Prof. dr. ir. H. G Nolen zeide,
dat er zeer vele instanties zijn. die
door het heengaan van prof. Feld
mann hun leider, ondernemingen,
die hun raadsman, leerlingen die
hun leermeester hebben verloren.
Het Nederlandsch Electrisch Comité
leed een groot verlies, toen prof.
Feldmann werd weggerukt. Als voor
zitter van dit comité was hy steeds
op buitenlandse he congressen een
der grootste figuren Hij werd dan
ook tot voorzitter gekozen van het
International Electrotechnic Com
mittee. spreker schetste voorts, wat
de overledene voor de ontwikkeling
van de electrische bedrijven in ons
land heeft gedaan.
Ir. C. Noome, voorzitter van de
Ver. van Directeuren van Electrici-
teitsbedrijven in Nederland, dankte
den overledene voor hetgeen hij
heeft gedaan yoor de electriciteits
voorziening van ons land
Tenslotte getuigde de heer L- M. A.
Beekman uit wezep, als oudste
vriend voor een vriendschap, die
26 Juli van 10 tot 18 uur Gronin
gen: Concerthuis, ^oelestraat.
26 Juli van 9 tot 12 uur Breda:
Restaurant Modern.
27 Juli van 10 tot 18 uur zwolle:
Schooi aan de Turfmarkt.
28 Juli van 10 tot 18 uur Arnhem:
Willemskazerne.
29 Juli van 10 tot 18 uur Amster
dam: School Iepenweg 13.
30 Juli van 10 t,ot. 19 uur Den Haag:
Koninginnegracht 22.
31 Juli van IC tot 18 uur Rotter
dam: Deutsches Haus, volkspark.
Crematie
Prof. Dr. C. Feldmann
hij het touw door, dat de roeiboot-
vasthield en langzaam verwKAzrden zij
zich. Zoo zacht mogelijk yfeide de
Zweed naar de UgambiriviM. Jane
vroeg zich verwonderd af of de man
wist. waar ze zich bevonden. Een half
uur later brak de maan door de wol
ken en liet een smalle strook land
zien waarheen de Zweed de kleine
boot roeide. Reusachtige boomen ver
hieven hun zware kruinen, terwijl
spookachtig Spaansch mos van lage
takken neerhing. Zoo nu en dan werd
het gladde watervlak der rivier ge
broken door een grooten krokodil, op
geschrikt door het geplas der riemen.
Uit de dichte jungle klonk het ge
luid van een hyena, het gegrom van
een panter, het diepe, onheilspellen
de gebrul van een leeuw. En daar
naast, vreemde, onbekende geluiden,
vreeselijker door hun geheimzin
nigheid. Jane zat midden in de boot
met haar kind tegen zich aangedrukt.
En ofschoon zij niet wist, welk lot
haar wachtte, voelde zij zich geluk
kig en dankbaar, omdat zij het kleine
teere wezentje weer terug had. Steeds
weer probeerde zij de duisternis met
haar oogen te doorboren om een en
kelen -blik op dit geliefde schepseltje
te kunnen werpen, maar slechts de
vage omtrek van het kindergezichtje
was alles wat zij zag. Ze kon ternau
wernood wachten tot het weer dag
werd.
(Wordt vervolgd)
meer dan een halve eeuw heeft ge
duurd.
Nadat de kist onder orgelspel was
neergelaten, dankte een zoon van
den overledene voor de belangstel
ling.
Géén Moeder!
KERKNIEUWS
Algcmeene Synode
NED. HERVORMDE KERK
De vice-president deed mededee-
ing, dat de mutatiecommissie, die
iet vorige jaar diligent verklaard
verd, haar werkzaamheden niet heeft
tangevangen in afwachting van de
>ehandeling der nieuwe reglementen
lie ook deze materie regelen.
Met groote belangstelling werd k-.-n-
ïis genomen van het kwartaalverslag
Ier vereeniging „Land in Zicht", over
ïaar werk onder de arbeiders in den
s.O.-Polder.
Wegens het bedanken van jhr. mr.
L. K. C. de Brauw als secundair lid
Ier Alg. Syn. Commissie werd ter
enrolling dezer vacature gekozen mr.
I. E. Cost-Budde.
Ter tafel was een schrijven van
iet class, bestuur van Gouda inzake
Ie grensvaststelling tusschen de
emeenten Reeuwijk en Sluipwijk,
'at zijn vroegere beslissing hand-
iaafde. Het schrijven werd voor ken-
n'sgeving aangenomen.
De vergadering werd vervolgens
cerdaagd.
Zij strijden niet meer tegen Duitschland. Vier Bolsjewisten komen met
witte doeken zwaaiend uit een korenveld te voorschijn en worden nu naar
het gevangenkamp gebracht. (Lessman-Hoffmann
321 Jane nam het bundeltje van
den kok aan. Ze drukte het slapende
kind tegen zich aan. terwijl tranen
van blijdschap over haar wangen rol
den. „Kom'', zei de Zweed, „we heb
ben geen tijd te verliezen." Hij bracht
haar naar de zijde van het schip en
ze klommen langs de touwladder
naar de wachtende boot beneden op
het water. Een oogenblik later sneed
FEUILLETON
MOORD in
B LOK SCHRIFT
door BRAM VERSCHOOR
24
t Leek me uitgesloten, dat Van Wierin-
gen zich zoolang kon stilhouden; ik
zou het in zijn geval niet kunnen,
daarvan was ik overtuigd. Mijn ge
hoor begon me dezelfde parten te
spelen als mijn gezicht in het begin
van den nacht. Het begin van den
nacht? Had de klok beneden dan al
twaalf geslagen? Gehoord had ik het
niet en ik had het moeten hooren,
want ik luisterde met bovenmensche-
lijke inspanning. Ik hoorde nu overal
gerucht, op het balcon vooral. Krab
de daar iets tegen het glas van de
'oalcondeuren? Van wélke balcon-
deur? Hoe moest ik richten? Schoven
er voeten boven mijn hoofd? Welke
kamer was hierboven? Twee waren
er, van de twee jongste meiden. Was
er iets voor de gangdeur? Maar daar
werd immers elk gerucht gedempt
door de loopers?^ Weer dreef mijn ge-
boor mijn bük naar de balcondeu-
ren. Zou het mogelijk zijft, dat
iemand onhoorbaar binnenkwam en
daar achter de gordijnen stond?
Iemand, die alles wist, alles kon, in
volslagen duister kon zien, in volsla
gen stilte kon verstaan, wat anderen
dachten? Zoo'n gansche nacht, moest
die niet eindigen in krankzinnigheid?
Dat hield toch geen mensch uit?
Daar kwam geluid, gelukkig, werke
lijk geluid. Van beneden uit de hall.
De klok sloeg; ik hoorde het gewicht
zakken en den koperen ketting over de
radertjes horten. Twaalf uur? Neen,
één slag, dan het reutelen van het
uurwerk, zooals die' oude klokken al
tijd doen, wanneer ze met slaan op
houden. Half twaalf dus! In plaats
dat het me tegenviel, dat ik de nog
komende uren onoverkomelijk lang
vond. putte ik uit het feit. dat een
werkelijk geluid de doodsche stilte
verbroken had. levendigen moed en
ik maakte me zelf wijs. dat de tijd
snel gaat, óók als je moet wachten.
Ik durf zelfs zonder te ver bezijden
de waarheid te gaan beweren, dat
ik met hernieuwde „animo" de wake
voortzette. Ik verwachtte nu niets
meer, geen geluid, geen lichtstraal,
ook geen gebeurtenis. Voorzorgen zijn
best en niet overbodig, als ze door
A.A. getroffen worden, maar ze voor
komen dan ook juist, dat er iets
vreeselijks gebeurt, ik geloofde zelfs,
dat ik op mijn stoel zou kunnen in
slapen, indien ik me niet wakker
hield door te denken' aan A.A.'s op
dracht, vooral te zorgen, dat Van
Wieringen niets overkwam. Van Wie-
ringen kon veilig rusten in zijn
schommelstoel, geen kwaad zou hem
genaken; A.A. waakte over lum,
zooals hij waakte over de tien mille,
die hij vanmiddag in zijn portefeuille
had gestopt. En die hij wellicht, als
Van Wieringen er in gedachten wer
kelijk reeds afstand van had gedaan,
zou mogenNeen, dat ging niet
op, me zelf af te leiden met zulke
ongepaste gedachten. Sloegen de
honden aan? Vier honden doorkruis
ten het landgoed, tenzij ze rustig lagen
te slapen op hetr terras, of ergens on
der het hakhout, of achter de garage.
Of tenzij ze gedood waren, zooals hun
kameraad Hector.
Iets zei me, dat ik nu weldra weer
geluid vernemen zou, weer een wer
kelijk geluid zooals het slaan van een
klok. Wat voor een voorstelling ik
me er echter ook van gemaakt had,
ik had geen oogenbik gedacht aan
het geluid, dat nu opeens de stilte
doorzong: de zoemer van de tele
foon op het schrijfbureau van den
secretaris. Op hetzelfde oogenblik
hoorde ik, dat Teun en diens vader
nog bij ons in de kamer waren. Teun
sprong op en al kon ik hem niet
zien, ik begreep, dat hij gereed .stond
zich tot het uiterste te verdedigen
tegen den onzichtbaren vijand, die
door de telefoonleiding op ons -toe-
sloop. A A. nam den hoorn van den
haak; ik hoorde het klikje. En hii
luisterde, doch hij hoefde de micro
foon niet aan zijn oor te brengen,
want ook ik verstond, wat een eenigs-
zins slepende, niet thuis te brengen
stem, zei:
U moet goed op Van Wieringen
passen Als u dan morgen flink moe
bent, dan zult u hem aan tafel zien
sterven. Om twaalf uur.
Er kwam niets meer; AA. legde den
hoorn weer neer, zei niets, deed niets,
wachtte als tevoren. Alleen was hij
teruggegaa% naar het tafeltje, waar
hij vermoedelijk beenschommelend
bovenop zat. Wat zou ik er niet voor
gegeven hebben, nu zijn meening
over dat telefoonbericht te kunnen
vragen? Ik wist, wat hij zeggen zou:
dat eens te meer bleek, dat de tegen
stander zich in huis bevond en alles
wist. Waarom had hij echter twee
maal gevraagd, of er telefoon was in
de tuinmanswoning? Ook van daar
uit kon nu gebeld worden. Maar
waarom bleef A.A. dan afwachten,
wat verder gebeuren zou? Ik had
eensklaps de overtuiging, dat mijn
vriend de tuinmanswoning, Betsy en
haar vader, uitgeschakeld had. dat
de groep menschen. die in aanmer
king kwam voor verdenking, opnieuw
kleiner werd.
En toen klonk wederom een geluid,
maar ditmaal een geluid, dat me
deed opspringen, dat ons allen, ik
hoorde het duidelijk, deed opsprin
gen. Het kwam van buiten, vanuit
de hall. Het was een kreet, een ang
stige, een wanhopige kreet, een ver
twijfelde roep om hulp. Ik hoorde
daar doorheen de herhaling van
AA.'s bevel bovenal te waken over
mijnheer Van Wieringen en ik stort
te me in de richting, waar ik hem
wist, bij de gramofoon. Ik botste te
gen hem aan en hij duwde me weg,
doch ik plaatste me opnipuw voor
hem en nog iemand, het moest Teun
zijn, kwam me te hulp. Samen hiel
den we den eigenaar van huis en
landgoed vast, opdat hij niet, alle
gevaar vergetend, naar buiten zou
snellen. Hij had gewerkt voor zijn
rijkdom, niet met het hoofd alleen,
ook met zijn handen; hij was sterk
en we hadden groote moeite, hem
van de deur weg te houden.
Weer klonk de kreet, lang aange
houden, gerekt, niet verzwakkend.
Ja, toch verzwakkend. Een kreet,
door een doodsbange vrouw geslaakt.
Bernard! Bernard!
Laat me gaan, siste Van Wie
ringen. evenwel niet zoo luid, dat
men hem buiten de kamer zou kun
nen hooren. Gaat liever mee, gaat
alle drie mee en pakt dien ellende
ling. Waarom moeten we hier blij
ven zitten? Ik heb er genoeg van, ik
word gek in dien stoel.
Bernard! Bernard!
Bernard, de voornaam van Van
Wieringen.
Moeder roept, fluisterde Teun.
Vader heeft gelijk, laten we naar
haar toe gaar
Blijf hier, fluisterde A.A. bevelend
en doelbewust. Weest geen ezels, wat
zou de man er aan hebben, uw moe
der kwaad te doen? Let op uw vader.
Begrijpen jullie dan niet, dat dit dè
manier is om hem uit zijn tent te
lokken? De hulpkreet van een bange
vrouw is licht veroorzaakt en is sterk
in zijn uitwerking. Blijf hier. Bram en
u ook, mijnheer Van Wieringen. Zorg
er voor, dat uw vader geen stap bui
ten de deur doet, dat hij zich niet
aan de deur vertoont. Let ieder op
een deur, jij op deze, Bram, u op de
balcondeuren. En als er iets gebeurt,
schiet dan. Ik ga kijken. Binnen vijf
minuten ben ik terug of zal ik tele-
foneeren. Wacht in elk geval vijf
minuten. Ben ik dan niet terug, dan
kom jij naar me toe, eerst naar de
kamer van mevrouw. Maar u blijft,
wat er ook gebeurt, al kwamen we
geen van tweeën vannacht terug, bij
uw vader en u zorgt, dat niemand
behalve mijn vriend of ik hem na
dert. Niemand, begrijpt u dat goed?
Ook uw broers niet.
Hij wachtte geen antwoord af; hij
zou, indien wij zijn opdracht niet
volvoerden, zich later niets van de
gevolgen aantrekken. Dat vooral lag
in den klank van zijn stem besloten.
(Wordt vervolgd)