m
■:^mb
DE DIEREN VAN TARZAN
De Behandeling van het Joodsche
geldelijke Vermogen -
MOORD in
AMERSFOOTCTSCH E COTTRANT
MAANDAG 11 AUGUSTUS 1941
door
EDGAR RIGE BURROUGHS
46. Rokoff trachtte te ontsnappen,
voordat, de aapman hem had ge
zien en toen Tarzan de „bomba" in
liep. sloegen de vijf matrozen, die
Tarzan herkenden, in de tegenover
gestelde richting op de vlucht, voor
zichtig liep hij rond het kamp-heen
en kwam spoedig tot de conclusie,
dat er kortelings in de jungle iets
gebeurd moest zijn. Doch zijn gevoe-
dige reukorganen -vertelden hem. dat
de beide menschen, die hij zocht in
dezelfde richting waren gevlucht.
Achteraf verwonderde Jane er zich
over, dat zij zoo veilig den nacht had
overleefd in die vreeselijke jungle. Op
dezen tweeden dag sloop de opge
jaagde vrouw langs een dierenspoor,
bevreesd, dat zij ieder oogenblik te
genover een wild dier zou komen te
staan of tegenover een der wilden,
die hier in, den omtrek woonden. En
ze snelde vooruit, in de hoop. dat
ze den kant van de groote rivier op
liep. Plotseling bleef ze als aan den
grond genageld staan bij het zien
van het vreemde schouwspel, dat
zich aan haar voordeed. Midden in
het dichte struikgewas wachtte ze.
Een groote aap zat, omringd door
vele kleinere en in hun midden liep
een groote glanzende panter heen
en weer. En hoewel ze verwonderd
was bij het zien van deze natuur
lijke vijanden, die zoo broederlijk
bij elkaar waren, sloeg haar de
schrik om het hart. toen ze opeens
een grooten gespierden krijger narr
de dieren toe zag komen. Het kwam
haar voor, dat hij de dieren ver
schillende orders gaf. De dieren en
de man stonden op en verdwenen in
de jungle. Ze kon niet weten, dat
dit de .dieren van Tarzan" waren.
Maar een ander individu lag een
halven kilometer van haar verwijderd,
verstijfd van angst op den grond,
toen de woeste bende vlak langs hem
ging. Het was Rokofï en hij wist. dat
de dieren, die hij had gezien, de hel
pers van Tarzan van de Apen waren,
(Wordt vervolgd)
BINNENLAND
VERORDENING VAN DEN RIJKSCOMMISSARIS
Het Verordeningenblad bevat
een Verordening van den Rijks
commissaris voor het bezette Ne
derlandsche gebied betreffende de
behandeling van het" Joodsch
geldelijke vermogen.
Deze verordening luidt als volgt:
Artikel 1
Cl) Personen, die in den zin van
artikel 4 der Verordening no. 189.'
1940 betreffende het aangeven van
ondernemingen jood zijn of als jood
worden aangemerkt, dienen overwijld
de hun op het tijdstip van de inwer
kingtreding van deze verordening
toebehoorende:
1. Contante gelden en cheques te
storten op een rekening bij de Ban
kiersfirma Lippmann, Rosenthal en
Co. te Amsterdam. Deze verplichting
tot storting, bestaat niet ten aanzien
van een maximum (verder te noe
men: het vrije maximum), hetw'elk
duizend gulden bedraagt. Bedraagt de
totale som der contante gelden en
chèques meer dan duizend gulden en
gaat deze som tevens het bedrag van
1.10 gedeelte van het voor het be
lastingjaar 1940'41 vastgestelde in
komen te boven, dan wordt het vrije
maximum gesteld op laatstgenoemd
bedrag.
2. Effecten in depot te geven bij
de onder i genoemde bank.
3. Tegoeden en deposito's bij ban
ken, spaarkassen en andere geld- en
credietinstellingen over te schrijven
naar de' onder 1 genoemde bank.
(2) De verplichting ingevolge lid
1 is eveneens van toepassing ten
aanzien van na het in werking treden
van deze Verordening ontvangen
waarden van genoemde soort. Ont
vangen contante gelden en chèques
dienen evenwel slechts te worden ge
stort. voor zooveel zij te zamen met
de zich op het tijdstip van ontvangst
in het bezit van den stortingspïichtige
bevindende contante gelden en chè
ques een totaal bedrag van duizend
gulden per kalendermaand te boven
gaan.
(3) Bevinden zich de vorenbedoel
de waarden niet in het bezit of in
de feitelijke macht van de in lid 1
genoemde personen, dan bastac-n de
verplichtingen ingevolge lid 1 en 2
eveneens voor de bezitters en de fei
telijke houders van deze waarden.
(4) Bovenstaande bepalingen zijn
eveneens van toepassing op de wet
telijke en bij overeenkomst aangewe
zen vertegenwoordigers van de in lid
1 genoemde personen ten aanzien van
de door hen beheerde vermogensbe-
standdeelen, als bedoeld in lid 1.
(5) Iedere andere beheers, en be-
(leggingshandeling dan in lid 1 be-
'doeld ten aanzien van ae aldaar ge
noemde waafden is yerboden.
Artikel 2
(1) Vermogensbestanddeelen van
de in artikel 1 aangeduide soort,
waarop rechten van derden zijn ge
vestigd tot zekerheid van vorderin
gen, moeten bij de in artikel 1 ge
noemde bankiersfirma onverwijld
worden aangegeven. Zij moeten over
eenkomstig artikel 1 worden gestort,
in depot worden gegeven of worden
overgeschreven, indien de vordering
door genoemde bankiersfirma wordt
overgenomen. Vindt zoodanige over
neming niet plaats, dan moeten deze
waarden zoo spoedig mogelijk te gel
de worden gemaakt, teneinde uit de
opbrengst de vorderingen te voldoen.
(2) Indien ten aanzien van de ver
mogensbestanddeelen gerechtelijke
maatregelen tot bewaring van zijn
recht of executoire maatregelen zijn
genomen, moeten zij desniettegen
staande overeenkomstig artikel 1
worden gestort, in depot worden ge
geven of worden overgeschreven.
Daarna worden deze maatregelen be
schouwd bij de in artikel 1 genoemde
bankiersfirma te zijn getroffen, in
dien haar althans mededeeling daar-
.van is gedaan.
Artikel 3
Indien voor het verrichten van
handelingen ingevolge artikel 1 een
goedkeuring is vereischt op grond
van het. Deviezenbesluit 1941 of van
de verordening no. 26/1940 betreffen
de de behandeling van vijandelijk
vermogen, wordt deze geacht hierme
de te zijn verleend.
Artikel 4
De bepalingen van artikel 1 zijn
niet van toepassing op personen, wier
zuiver vermogen de waarde van tién
duizend gulden niet te boven gaat en
wier belastbaar inkomen in het
iaatstverloöpen kalenderjaar, onge
acht de onverrekende verliezen uit
vorige jaren en de persoonlijke ver
plichtingen. bovendien niet meer dan
drie duizend gulden bedraagt.
Artikel 3
(1> Hij die opzettelijk in strijd
met de bepalingen dezer Verordening
of met. een krachtens haar uitgevaar
digde bepaling handelt of dezelve ont
duikt. wordt gestraft met gevange
nisstraf van ten hoogste vijf jaren en
met geldboete tot een onbeperkt be
drag of met een van deze straffen.
(2) Wordt het feit door schuld ge
pleegd. dan wordt gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste een
jaar of met geldboete van ten hoog
ste honderdduizend gulden.
Artikel 6
(1) Naast de straf kan tevens ver
beurdverklaring der waarden, op
welke het strafbare feit betrekking
heeft, worden uitgesproken.
(2) Is het niet mogelijk tegen een
bepaalden persoon een Vervolging in
te stellen of hem te vcroordeelen, dan
kan de verbeurdverklaring als op zich
zelf staand worden uitgesprpken.
Artikel 7
(1) De strafvervolging vindt niet
dan op vordering van den Rijkscom
missaris voor het bezette Nederland-
sche gebied (Commissaris-Generaal
voor Financiën en Economische Za
ken) plaats.
(2) De vordering tot strafvervol
ging kan. zoolang de uitspraak van
het" vonnis in laatste instantie nog
niet heeft plaats gevonden, worden
ingetrokken.
Artikel 8 -/i
De in artikel 5 strafbaar gestelde
handelingen worden beschouwd a'.s
delicten in den zin van par. 2. "id 2,
der verordening no. 52 1940 betreffen
de de Duitsche rechterlijks macht
voor strafzaken, zooals deze Verorde
ning laatstelijk is gewijzigd bi; de
verordening no. 123/1941.
Artikel 9
(1) De waarden, waarop de in ar
tikel 5 strafbaar gestelde handeling
betrekking heeft, kunnen ook bij in
terne bestuursbeschikking worden
verbeurd verklaard.
(2) De verbeurdverklaring wordt
in een dusdanig geval bevolen rij be
schikking van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied
(Commissaris-Generaal voor de Open
bare Veiligheid). De verbeurdverkla.
ring wordt van kracht op het. tijd
stip harer openbare bekendmaking of
op het tijdstip, waarop zij aan den
betrokkene wordt medegedeeld. In
dien goederen of rechten worden ver-I
beurdverklaard, te welker aanzien in
gevolge eenig wettelijk voorschrift in-'
schrijving in een openbaar register
is geschied, moet de verbeurdverkla
ring op vordering van den Rijkscom
missaris (Commissaris-Generaal voo'p
de Openbare Veiligheid! onverwijld
en vrij van kosten in dat register
worden ingeschreven.
(3) De Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied iCom
missaris-Generaal voor Financiën en
Het Nederlanderschap
NADERE BEPALINGEN
In het Verordeningenblad is opge
nomen de derde Verordening van den
Rijkscommissaris vbor het bezette
Nederlandsche gebied betreffende
eenige bepalingen terzake van het
Nederlanderschap.
Het verkrijgen van de Duitsche
nationaliteit door Nederlanders, doet
het Nederlanderschap slechts dan
verliezen, wanneer de betreffende
persoon of. indien deze minderjarig
is, zijil wettelijke vertegenwoordiger
voor hem binnen een jaar na het
verkrijgen van de Duitsche nationa
liteit verklaart, dat hij afstand doet
van zijn Nederlanderschap.
Deze verklaring dient te worden
afgelegd tegenover den burgemees
ter der gemeente, in welker bevol
kingsregister de betreffende persoon
is ingeschreven of laatstelijk was in
geschreven.
De verklaring dient, hetzij ten
overstaan van "de vorenbedoelde in
stantie, hetzij schriftelijk aan' haar
te worden afgegeven, in het eerste
geval wordt van de verklaring pro
ces-verbaal' opgemaakt. Indien zij
schriftelijk wordt afgegeven, dient
de handtcalceninfc van hem. die de
verklaring aflegt, door een daartoe
op grond van de geldende rechts
voorschriften bevoegde instantie
(dienst) of persoon te zijn gelegali
seerd.
De instantie dient hem, die de ver
klaring aflegfT kosteloos een schrif
telijke" bevestiging te geven, dat en
wanneer hij de verklaring heeft af
gegeven.
De verklaring heeft terugwerkende
kracht tot op het tijdstip, waarop de
betreffende persoon de Duitsche na
tionaliteit heeft verkregen.
Deze verordening' is bereids in wer
king getreden.
Economische Zaken) beslist omtrent
de bestemming der .verbeurdverklaar
de waarden.
ArtBcel 10
De Rijkscommissaris voor het bezet
te Nederlandsijhj! gebied (Commissa
ris-Generaal voöf'Financiën en Eco-
nojnische Zaken)-neemt de voor de
uitvoering dezer Verordening nood
zakelijke, maatregelen. Hij kan in
twijfelgevallen, welke zich bij de toe
passing van de .bepalingen van deze
Verordening mochten voordoen, alge
meen bindende beslissingen nemen.
De Verordening treedt heden in
werking.
Turf zonder bon?
WAARSCHUWING RIJKSKOLEN-
BUREAU
Het Rijkskolenburea-j vestigt er de
aandacht, op, dat alle turf met
uitzondering van aanmaakturf en
bolsterturf, die echter niet als huis
brand voldoen tegen inlevering
van geldige bonnen en'of toewijzin
gen verkocht dient- te worden.
Mocht goede turf, zooals bagger-,
pers-, kleine handgestoken of steek-
turf, peel- of haardbrandturf bonvrJj
verkocht worden, aan maken kooper
èn verkooper zich beiden aan een
strafbaar feit schuldig.
Aanbiedingen van turf zonder bon
zullen derhalve meestentijds betrek
king hebben op aanmaak- en bol
sterturf of op minderwaardige op
turf gelijkende producten met een
zeer hoog watergehalte, die in dro
gen toestand verpulverd uiteenvallen.
Bovendien staan de voor z.g. vrije
turf gevraagde prijzen veelal in geen
verhouding tot de stookwaarde.
Maatregelen tegen Stroopen
MEEDOOGENLOOZE STRAFFEN
In het Verordeningenblad is een
Verordening opgenomen, welke on
verbiddelijk een eind zal maken aan
het zeer verbreide misbruik van het
zetten van strikken en stroopen. Bij
duizenden konden op de Nederland
sche jachtterreinen de gemeene strik
ken gevonden worden, in iedere groot
te en uitvoering. Door de st«ikken
sterven dieren van allerlei aard. van
het konijn tot het hert, een vreeselij-
ken dood en hun jongen worden aan
verhongering blootgesteld. De stroo-
pers werden tot dusverre slechts
zachtzinnig gestraft en hebben der
halve op gemakkelijke wijze hun win
zucht kunnen bevredigen. De straf
fen zijn thans belangrijk verhoogd en
er zal nieedoogenloos worden inge
grepen. In de gebieden, die door de
Duitsche weermacht tot verboden ter
rein zijn verklaard zullen de krijgs
raden desbetreffende zaken behande.
len.
De Verordening stelt ook het schie
ten met schroot op edel wild en
reeën strafbaar. Hiermede wordt te
gemoetgekomen aan een verlangen
van alle jagers met vergunning, aan
gezien met schroot het meeste wild
slechts aangeschoten wordt.
Verder regelt de Verordening het
doodschieten van verwilderende hon
den en katten, zoodat het van nu af
aan aanbeveling verdient de katten
thuis of in den tuin en honden aan
de lijn te houden, voor zoover zij niet
naast den baas loopen. De bepalin
gen der Verordening gelden totdat
een nieuwe Jachtwet uitkomt, welke
RADIOPROGRAMMA
DINSDAG 12 AUGUSTUS
HILVERSUM I, 415,5 M.
6.45 Gramofoonmuziek- 6.50 OTiteiul-
gymnastiek. 7.60 Gramofoonmuzick. 7.45
Oohlendgymnasüok. 8,00 B.N.Q.Niouws-
boric li Ion. 8.15 Schriftlozing en medita
tie (voorbereid door do Christ. Radio
Stichting). 8.25 Grumofoonnuizick. (>.15
Voor do huisvrouw. 9.25 Gianiofoonniu-
ziok. 11.00 Declamatie. 11.20 Zang met
pianobegeleiding. 12.00 Orkost Malan-
do. 12.25 Kwartier van don arbeid. 12.40
Almanak. 12.15 B.N.O.Nieuws- cn eco
nomische berichten. 1.00 Gramofoonznu-
ziok. t..'io Sprankelende middagklanken.
3.00 Ensemble Bamli Balogh. 3.30 Viool
ou piano. 4.00 Cursus „Als oen schoon
book" (voorbereid door hot Vrijzinnig
I'rot. Korkoomité). 4.20 Gramol'ooumu-
ziok. 4.45 Voor de jeugd. 5.15 B.N.O.:
Nieuws-, economische- on beursberich
ten. 5.30 Orgelspel. 6.00 Causerie „Al
leen voor mannen". 6.15 Gevarieerd
programma. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30
Omroeporkest en solisten. 8.30 Dansmu
ziek (gr.pl.). 8.45 Voor den boer. 9.00
Reportage. 9.30 Berichten (Engelsck).
9.15 B.N.O:. Nieuwsberichten 10. N)
B.X.O.: l'.ngelse.ho uitzending: Economie
news from Holland'- Hierna: Sluiting.
HILVERSUM II, 301.5 M.
6.45 Gi-amofoöumuziek. <150 Ochtend
gymnastiek. 7.00 Gramofoonmuzick, 7.15
Ochtendgymnastiek, 8.00 B.N.O.Nieuws
berichten. 8.15 Gratnófoonmuziek. 10.20
Hobo en piano. 10.40 Declamatie. 1100
Ensemble Jonny Ombacb en gramofoon
muzick. 12.00 Gramofoonmuzick., 1*2.15
Klaas van Reeck cn zijn orkest. 12.15
B.N.O.Nieuwsberichten. 1.00 Gerard
Lobon en zijn orkest. 1.45 Gramofoon
muzick. 2.00 Arnheinsche orkestvereni
ging en solist cn gramofoonmuziek. 3 30
Voor do zieken. 4.00 Gramofoonmuzick.
5.15 B.N.O.: Nieuws-, economische en
beursberichten. 5.30 De Ramblers. 6,00
Pinnovoordraciit. 0 30 Causerie „Ons Pla
netarium". 6.15 Pianovoordracht. 7.00
B N.O.: Vragen van den dag. 7.10 B.N.O.:
N ieuwsberieht en. 7 20 G ramofnonmuziek.
8.00 Luisterspel. 9.00 Causerie „Sport
en lichamelijke opvoeding voor de
vrouw", 9.15 Gramofoonmuzick. 9 45
B.N.O Nieuwsberichten- 10.do Avond
wijding. 10.0510.20 Politiek woek-
prnatje.
ONDERWIJS
HOOGDUITSCHE TAAL M.O. A
Don Haag. Geslaagd huisakte: mej.
A. M. do Meel, R'dam; schoolable: mej.
J. W. Prinsen, A'dam.
HOOGDUITSCHE TAAL L.O.
Den Haag. Geslaagd: J. W. Bores,
Maastricht; W. van Os. A'drnn; L. W.
H. Peters, Ainbij-, N .Snol, Leiden; D.
de Boer, Borger Compasarurn; W. van
Ginkel, R'dam; B. Nap. Woerden: H.
H. Radix, Breda; A. Risselrade, Utrecht;
ilp dames M. H. Meels, Sohimmert; F,
Xurruink, Den Haag; A. B. de Bruvn,
Huizen (Fr.); C. M. de Vries, Den
Haag.
HANDTEEKENEX L.O.
Den Ilaag. Geslaagd de dames W.
A. van Wagtendonk, IUithoven; J. E.
Quack, A'dam; C. J. Roxwinkel, Apel
doorn: A- O. J. M. Rntteii, Monk (L.);
J. Schede. R'dam-. C. J. Smorenhurg,
R'dam; T. Snijders, A'dam-, M. Thom
son, Bioemendaal; C. L. van Toledo,
Apeldoorn; de heoron: H. M. Biesmeyer,
Hiilogersberg; H. yjtloyn, Zaandam; M.
van Overveld, Haarlem; B J. A. Put
man, A'damJ. A. de Ron. Delft; P.
Roodnat. Voorthuizen; A. C. H. Slot,
Schiedam; A. G. Sprokkereef, Needo;
If. H. J. van Zuidam, Eindhoven; H. J-
Suiker, A'dam; S. Andringa, I,eeuwar
den; A. F. Bolterman, Haarlem.
Gas en licht, dat zijn
twee dingen
Waar we heel zuinig op
moeten zijn,
Gebeurt dat niet: men kan U
dwingen.
Houdt Uw verbruik dus steeds
zeer klein!
een einde zal maken aan alle mis
standen op ljet gebied van het jacht-
recht.
De straffen .bedragen ten hoogste
6 maanden of f 3000 boete.
FEUILLETON
BLOKSCHRIFT
door BRAM VERSCHOOR
47
Ofschoon hij natuurlijk zijn eigen
gang kon gaan en over wat hij zelf
deed niemand verantwoording schul
dig was, eischte men wél verant
woording van hem, zoodra hij d'e
„men" deed voelen, dat ze alleen
praotisch aan den strijd deelnamen
door zijn bevel volkomen lijdelijk toé
te zien. En dit deed hij hen voelen,
door het te doen voorkomen, alsof
zijn wandeling in de eenzaamheid,
waartoe het bijeenblijven van het ge--
zelschap hem in staat had gesteld,
een zet beteekendc in den schaak-
strijd tegen den onzichtbaren be
dreiger.
U hebt dus maatregelen getrof
fen? vroeg Teun min of meer ge
rustgesteld, doch niettemin dringend
belangstellend, zoodat een uitvlucht
zeer misplaatst zou zijn.
A.A. hield zich veelal hardnekkig
een door hem gemaakte verge
lijking. Ook nu. Als u een schaak-
zet een maatregel noemen wilt, ja.
dsn inderdaad heb ik iets van dien
aard 'gedaan.
Hij zei niet dadelijk welke. Tenzij
hij nog niet van plan was verant
woording af te leggen, wilde hij tijd
•.vinnen, hetgeen volkomen paste bij
tie schaakterminologie.
Drie zetten, merkte droogjes
Eddy op. cqelend op het driemaal
herhaalde schot.
Zeker, zeker, erkende mijn vriend
toegeeflijk. - - Dat schieten, dat was
één, daarmee verradend, dat er ook
nog een ten tweede zoii kunnen
volgen.
Als antwoord-zet zou men kun
nen beschouwen, het ontvluchte»,van
den door den revolver bedreigde, her
nam de schaker Paul en ik zag een
glimlach in de cogen van A.A., als
was dit precies de opmerking, die hij
had willen hooren.
Mijn tweeden zet had ik op het
oog bij mijn gang naar boven, bij het
onderzoek, dat ik instelde op de ver
schalende* kamers, die, zooals John
ons had medegedeeld, overhoop ge
haald waren. Ik was met die van miin
vriend begonnen, toen het gerucht
mil oi d' p">ng dped kiiken. Die van
John had ik reeds achter den rug.
evenaD d!e ven mii zeH. Pestte mij
nog. die van Willem, den chauffeur,
hoewel daar 2:eon wanorde was. wat
het onderzoek, zooals u waarschijnlijk
niet zult begrijpen, aanzienlijk be
moeilijkte. Die kamer te doorzoeken
lag niet alleen in nwjn lijn. omdat
het de eenige was. die, met uitzonde
ring van de meidenkamers, ontzien
werd, maar ook uit overwegingen, die
ik liever nog niet nader verklaar. Dit
onderzoek was geen spelzet, het
was slechts de overweging van een
zet, verduidelijkte hij, met een lich
ten hoofdknik in Pauls richting. -~
De zet op zich zelf was het vindén
van het. gezochte.
Hij wachtte even. als om de reeds
gewekte belangstelling nog te doen
stijgen. Niemand vroegsteindien
iemand hem reeds nu eegreep. liet
hij het in-elk geval niet merken. He
keek naar de pendule; het was evcii'
over twee; als A A. de gemoederen/
rustig houden kon tot half drie, zou-|
de nacht al een een heel stuk gebro
ken ziin.'
U weet het nog niet allen
het personeel kan ik wel buiten be-/
schouwing laten dat. toen ik was
neergeslagen, onze bekende vriend
mijn zakken rolde en er mijn porte
feuille uithaalde. Even weinig bekend
is het. als er tenminste geen'Ioopend-
vuur-verhaal de ronde cedaan heeft,
dat ik voor alle zekerheid het mij
door mijnheer Van Weringen in be
waring gegeven ge'd. tienduizend gul
den in bankbiljetten, uit miin porte-
feu51le genomen en het, ergens, het
doet er nu rmt toe waar. onaebor-ren
had. Ik maakte me tegenover mijn
heer Van Wieringen vroolijk over
het' teleurgestelde gezicht, dat de
brutale roover zou trekken, als hij
tot de ontdekking kwam, een ledige
portefeuille te hebben gestolen. Ik
vatte die vroolijkheid samen in een
zin. die korten tijd daarna door de
telefoon herhaald werd op een toon.
waarmee de spreker mij op mijn
beurt beteuterd dacht te maken. Ik
had daar echter werkelijk schik in.
Immers, had hij het geld gevonden
op de plaats, waar- ik het veilig
achtte, dan zou hij ook wel een spoor
hebben achtergelaten. Ik vond het
'béter, op dit spoorzoeken alleen uit
te,gaan met het gevolg, dat ik mijn
revolver gebruiken moest, maar ook
mijn doel bereikte. Ik vond namelijk
die tien mille, kijk maar.
Hij spreidde de bilietten zichtbaar
vermaakt op het tafelblad uit en
keek* in de verwonderd-beeeerie? ge
zichten der drie zoons. De dienst
meisjes hadden zich opgericht, kon
den op dietS afstand niets zien, maar
ringen niettemin op de teenen staan.
Tienduizend gul-den. ?e zouden ze dan
ïooit. in haar leven meer bij elkaar
e zien krijgen. Mijn vriend schoof
•io biljetten echter weldra weer op
tikfp ze bedaard ee>ri beetje
/e'rk. vouwde ?.e dubbel er nov eens
;ubb°l en liet ze. met een veree-
orvd lachie. verdwijnen in zi!n
;roeb"?k. alsof het een bagatel was.
Ze verdwenen vanwaar? vroeg
Doet dat er iets toe? antwoordde
hij.
En waar vond u ze terug? vroeg
mijnheer van Vieringen, die eigenlijk
liever gezien had. dat ze in' het. bezit
van den roover gebléven waren, om
dat deze dan immers geen reden
meer zou hebben gehad, op hèm ge
beten te zijn.
Begrijpt u dat rui nóg niet, was
de ietwat bijtend ironische vraag
van Eddy, wiens oogen fonkelden,
alsof hij zich niet langer meer -tot
rust zou kunnen dwingen. In dé
kamer van Willem, natuurlijk.
Ja? vroeg de vaderDat zeg iij
nu wel. maar het is natuurlijk niet
waar. mijnheer Arends? Willem is be.
trouwbanr. mijn heele' personeel is
betrouwbaar.
In den hoek van de dienstmeisjes
hoorde.ik ook nu een zucht: de be
tuiging van hun patroon gaf haar,
naar haar meening. in A.A.'s oogen
een geheel schoone lei.
Het spijt me wederom, hernam
A.A.. maar ik moet u oonmuw te-
lonrstpllen. Het was wel degelijk 00
Willem s kamer, dat ik het geld vond.
En niet alleen on zijn kamer, maar
ae°r sluw verborgen in den binnen
zak van een winterjas, waarin geen
stervebng het zou zoeken.
Weerom zoekt u het daar dan9
vroeg Paul,. 7.00 laboniek, dat het bij-
np- viiandig klonk.
Daar had ik laat ik het u gerust
bekennen, een zeer bepaalde reden
toe. Wélke reden dat was. misschien
vertel ik u dan nog wel eens.
Ik vind. dat de reden waarom u
er zocht, er weinig toe doet, meende
Teun. De hoofdzaak is»dat u op
een plaats, die geen twijfel l£at om
trent den schuldige, het door den
afperser-moordenaar geëischte geld
vindt, terwijl de eenige. die het daar
kan hebben verborgen, tevens de
eenige. huisgenoot is. dien wij sedert
ce verdwijning van het. geld (als ik
dat wèl heb tenminste) niet. meer
gezien hebben. Behalve dan dat
Ja.mtje zoowel als u zelf een man
hebben gezien van forsche gestalte.
Als mijnheer mij een vraag toe
staat, kwam de rustige stem van
John, daai zou ik gaarne weten,
of de honden losgelaten zijn.
Zijn de honden Jpsgelaten? nam
mijnheer Van Wieringen oogenblikke-
liik de vraag over. Teun. Paul.
weten jullie, of de honden vrij loo
pen?
Gehoord heb ik ze niet. ant
woordde Teun.
Ik evenmin, voegde Paul er aan
toe.
En ikDe 'anderen dachten
even na. schenen zich af te vragen,
of ze het zich wel met zekerheid
konden herinneren, dat ze geen der
honden hadden gehoord.
(Wordt vervolgd.)