De Leiding van Gemeenten en Provincies De Groenten-en Fruitprijzen In KRAKAU wapperden de Vlaggen 4 AMERSFOORTSCHE COURANT WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1941 (VERVOLG VAN FRONTPAGINA) (2) De burgemeester stelt de dagorde vast. De. vergaderingen zijn openbar r. wanneer dc burge meester zulks bepaalt; dit wordt openlijk bekend gemaakt. (3) Ter vergadering worden de afzonderlijke onderwerpen der dagorde besproken; er wordt niet gestemd, noch een besluit geno men. De raadslieden der gemeen te zijn verplicht hun meenirig kenbaar te maken, wanneer deze van die van den burgemeester afwijkt. Zoodanige uitingen die nen in de notulen der vergade ring te worden opgenomen. (4) De burgemeester dient, den raadslieden der gemeente onverwijld zijn beslissing inzake ieder besproken cndeiweip cp een geschikte wijze me' dc te dooien. 15) Kan de afdoening eener aange legenheid geen uitstel jijden, dan kan de burgemeester van de beraadslaging ter vergadering afzien; hij dient den raadslieden der gomes ine onverw-jic de wijze van afdoening op een ge- schikte wijze mede te doelen. (6.) De burgemeester kan den raad van cie raadsneden der gemeente ook anders dan ter vergadering inwinnen. (71 De burgemeester kan ook van andere volksgsnooten vorde ren, dat zij hem in bepaalde aan gelegenheden, reende het be stuur der gemeente, van raad dienen. Voiksgencoten, die inge zetenen der gemeente van boven bedoelden burgemeester zijn, zijn gehouden aan de overeenkomstig het bepaalde bij den eersten volzin door den burgemeester aan hen gerichte vordering te voldoen. A r 11 k e 1 1 4. (1) Het toezicht hou dend orgaan ziet toe. dat de gemeen te door den burgemeester met inacht neming van de geldende voorschrif ten wordt bestuurd en dat het bestuur der gemeente strekt tot bevordering van "hei algemeen belang van het Rijk. (2) Het toezicht houdend orgaan kan den burgemeester aanwijzingen geven. De burgemeester is aan deze aanwijzingen gebonden. (.3) De Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsche Za ken is ten opzichte van de gemeen ten, bedeeld in artikel 15, lid I, onder 2, mede be oegd aanwijzingen te ge ven in alle aangelegenheden, met uit zondering van die betreffende den wa terstaat; co Secretaris-Generaai van het Departement van Waterstaat is ten aanzien van alle gemeenten mede bevoegd aanwijzingen te geven in aangelegenheden betreffende den wa terstaat" Artikel 15. (1) Toezicht houdend orgaan over alle aangelegenheden, met uitzondering van die betreffende den waterstaat, is 1) voor de gemeenten 's-Gravenha- ge, Amsterdam en Rotterdam de Secretaris-Generaal van het Departe ment van Binnenlandsche Zaken, 2) voor alle overige gemeenten de Commissaris der provincie, onvermin derd hetgeen bij de geldige voor schriften is bepaald omtrent de be voegdheid van den Secretaris-Gene raal van het Departement van Bin nenlandsche Zaken. (2) Toezicht houdend orgaan over aangelegenheden, den waterstaat be treffende, is voor alle gemeenten de Commissaris der provincie .onvermin derd hetgeen bij de geldige rechts voorschriften is bepaald omtrent de bevoegdheid van den Secretaris-Gene raal van het Departement van Wa terstaat. uilzondering van het centraal gezag, inlichtingen te doen verstrekken tn aan deze instanties voorstellen te doen. (2j De in het eerste lid. onder 1, bedoelde bevoegdheden komen den Commissaris der provincie tegenover instanties der Nederlandsche politie siechts tos, voor zoover hij binnen den kring zijner bevoegdheden maatrege len treft, welke door deze instancies dienen te worden uitgevoerd. De Com missaris der provincie en de geweste lijke directeur van politie verstrek ken elkaar wederkeerig dc inlichtin gen, welke zij voor de vervulling van hun taak behoeven; zij kunnen elkaar werienceerig voorstellen doen. (3) Het bepaalde bij artikel 14. lid 2, blijft onverminderd van kracht. tl) Dj bevoegdheden, bedoeld in hst eerste lid, komen den Commissa ris niet toe tegenover de gerechten. t5) Als centraal gezag in den zin van het eerste lid wordt beschouwd iedere instantie, welker bevoegdheid zich uitstrekt over het geheele be zette Nederlandsche gebied. Artikel 19 (1) De Commissa ris der provincie benoemt voor den tijd van zes jaren ten minste twee, doch niet meer dan zes bestuurs raden, ten eind? hem bij het bestu ren der provincie te vertegenwoor digen. (.2Raadsleden der provincie kun nen niet tot bestuursraad worden be noemd. (3) Overigens is ten aanzien van de benoeming en van het ontslag van een bestuursraad het bepaalde bij artikel 5, leden 1 en 2. van over eenkomstige toepassing. (4) Met betrekking tot de volg orde bij de algemeene vertegenwoor diging is het bepaalde bij artikel 5, lid 3, eerste volzin, van overeenkom stige toepassing. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis van den Commissaris der provincie en van alle bestuursraden worden door het toezicht houdende orgaan de noo- dige maatregelen getroffen. Artikel 20. (1) De bestuursraden worden beschouwd a|s provinciale amb tenaren in den zin van de Amblenarea ct 192!). (2) Het toezicht houdend orgaan be paalt. den Commissaris der provincie lioord, liet getal en de wedde var. de bestuursraden. (-3) Do bestuursraden vervullen hun ïbt als hoofdberoep. Artikel 21. De bestuursraden ziju ■l betrekking hunner werkzaamheden, bedoeld in artikel 17, aan geencrleï aan- jzingen gebonden. Artikel 22. (1) De Commissaris der provincie benoemt raadslieden der provincie uit de gezamenlijke volksge- nooten, die ingezetenen der provincie AFDEELING III Voorschriften betreffende de inrichting van het provinciaal bestuur. Artikel 16. (1) De taak van de Provinciale Staten wordt door den Commissaris der provincie waargeno men. (2) Hetzelfde geldt (1) ten aanzien van de taak van die provinciale commissies, welker werk zaamheden blijven rusten op grond van een beslissing overeenkomstig het bepaalde bij artikel 1, lid 3, tweede volzin; 2) ten aanzien van de taak van Ge deputeerde Staten, welke ingevolge artikel 17 niet door den Commissaris der Provincie en de bestuursraden (ar tikel 19.) gemeenschappelijk worden waargenomen. Artikel 17. Voor zoover tot dus ver Gedeputeerde Staten 1) kennis namen van geschillen van bestuur, of 2) uitdrukkelijk waren aangewezen om te oordeelen over andere geschil len, of 3.) verordeningen of besluiten der besturen van waterschappen, veen- schappen of vcenpolders konden schorsen of vernietigen, worden deze werkzaamheden gemeen schappelijk door den Commissaris der provincie en de bestuursraden (arti kel 19) waargenomen. Artikel 18. (1) De Commissaris der provincie is bevoegd 1) zich door alle overheidsinstan ties in de provincie, voor zoover deze niet ook buiten het gebied der pro vincie bevoegdheden bezitten, inlich tingen te doen verstrekken, aan dez.e instanties voorstellen te doen, zoome de haar in aangelegenheden, welke geen uitstel kunnen lijden, aanwijzin gen te geven, onverminderd het recht van het bevoegde centraal gezag om zulks te doen; 2) zich door alle overheidsinstan ties, welke ook buiten het gebied der provincie bevoegdheid bezitten, met ju. .y (2) Het getal dier raadslieden i vast gesteld overeenkomstig-bet bepaalde tij artikel 2 van dc provinciale wet, met dien verstande, dat het telkens een der- van liet aldaar aangegeven getal be draagt; breukeii worden verwaarloosd. (3) Bestuursraden kunnen niet ut aadsman eener provincie worden be noemd. (4) Het bepaalde bij de artikelen 17, 18, 20, 21, 22 en 57 van dc provinciale vet ten aanzien van de voorwaarden oor het lidmaatschap van dc Provinciale Staten en de daarmede onvereenigbarc bei rekkingen en verrichtingen, is op de raadslieden der provincie van overeen komstige toepassing. A r t i k e I 23. De benoeming tot raads man der provincie kan worden gewei gerd en het ontslag als zoodanig kan worden verlangd, wanneer daarvoor een gewichtige reden bestaat. Hel geen in he', bijzonder als gewichtige reden wordt aangemerkt, blijkt uit. het bepaalde 7ij artikel 8, lid 2. Artikel 24. Met betrekking lot bet provinciale bestuur zijn verder de vol gende bepalingen van overeenkomstige toepassing: 1) liet bepaalde bij artikel 9 omtrect benoeming en ontslag van raadslieden der gemeente; '2) liet bepaalde bij artikel 10 om trent de taak en de onbezoldigde ambts verrichting van do raadslieden der ge meente; 3) het bepaalde bijartikel 11 omtrent d?n geheimhoudingsplicht voor de raadslieden der gemeente; 4) het bepaalde bij artikel 12 om trent den ambtsduur van de raadslied'.',u der gemeente; 5) het bepaalde bij artikel 13 om trent de werkzaamheden van de raads lieden der -gemeente, de bevoegdheid van den burgemeester zelf te beslisser,, alsmede diens bevoegdheid volksgenoo- ten, die geen raadsman der gemeente zijn, tc raadplegen. Artikel 25. Het toezicht houdend orgaan Heeft teri opzichte van het bj- stuur floor den Commissaris der provin cie een taak overeenkomstig die, welwe is omschreven in artikel 14. Artikel 26, (1) Toezicht houdend orgaan over alle aangelegenheden, met uitzondering van die betreffende ucu waterstaat, is de Secretaris-Generaal van liet Departement van Binnenland sche Zaken. (2) Toezicht houdend orgaan over de aangelegenheden, den waterstaat, betref fende, is de Secretaris-Generaal vac Let Departement v5n Waterstaat. AFDEELING IV Overgangs- en slotbepalin gen. (1) De wethouders, die tot dus ver hun bediening waarnemen, verrichten de werkzaamheden dei- wethouders, bedoeld in de arti kelen 4, 5 en 6. tot op het tijdstip, dat de burgemeester hen ontslaat. (2) De leden der Gedeputeerde Sta ten verrichten de werkzaamheden van de bestuursraden, bedoeld in de arti kelen 19 en 20, alsmede gemeen schappelijk met den Commissaris der provincie de werkzaamheden, bedoeld in de artikelen 17 en 21, t,ot op het tijdstip, met ingang waarvan de Commissaris der provincie hen ont slaat (3) Het toi r L'l li, li.l Commissari; paalde bij artikel ve,'lecueu It) Weigert oer liet eerste of twee zamc reden dc dan lieden te vc-rriclu of wee/enpensii zichtlimidcnd en verzoek van di Artikel 28 artikel 13, lid J lit houdend orf ?r op verzoek li hei bepaalde provincie van pon- icsli; (Coi burgemeester inn ie). (1) liet bcpavde b'j oepassinc, de raadslieden dei niet zijn benoemd. (2) liet bepaalde bij artikel 21, oud -r 5. in verband met artikel 13, lil I, D niet van toepassing, zoolang do raads lieden der provincie niet zijn benoemd, Artikel 29. Op an hloiuiren en an dere leden van liet personeel, wi -r dien den dezer verordening overbodig wor den, is liet bepaalde bij do Nontvetivi- teilsregeling burgerlijk llijksporsmn,1 (Nederlandsche Staatscourant 1940 NV. 227) van toepassing Artikel 30, Verordeningen, woi- ke goedkeuring behoeven en in welke bevoegdheden worden toegekend na» publiekrechtelijke verlegt n woordigotnlo lichamen en publiekre liteiijke organen, welker werkzaamheden op grond va» het bepaalde bij artikel 1 blijven rui len, kunnen door do daarvoor aange wezen instantie worden goedgekeurd in de bewoordingen, waarin deze verorde ningen ter goedkouung -zijn voorge legd: het bepaalde bij dc aitikeien 3, 16 en 17 blijft onverminderd van kniel.:. Artikel 31. De ter uitvoering de zer verordening nood-ge voorschrif ten kunnen bij beschikking worden uitgevaardigd. Artikel 32. (1) Deze verordening treedt op 1 September 1941 in wer king. (2) Tegelijkertijd-treden de Veror dening No. 36.1941 (Eerste Verorde ning betreffende buitengewone maat regelen op staats- en administratief rechtelijk gebied), alsmede de ter uit voering daarvan uitgevaardigde de creten No. 37/1941, 45' 1941 en 96/1941 buiten werking. 's-Gravenhage, 11 Augustus 1941. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied: SEYSS-INQUART. Toelichting van dr.Rabl (Vervolg van frontpagina). Uit dezen staat van zaken heeft Verordening nr. 120 41 de consequen tie getrokken en zij heeft acht van de negen politieke partijen in totaal, die vertegenwoordigd waren in de Staten Generaal, ontbonden. Echter mag nog steeds de wettelijk bepaalde belangrijke bevoegdheid blijven be staan van de afgevaardigden, die aan deze partijen waren verbonden om binnen het kader der publiekrechte lijke vertegenwoordigende lichamen in provincie en gemeente autonome bepalingen uit te vaardigen, begroo- tingen vast te stellen en het toezicht op haar uitvoering te houden. De vraag werd geopperd, of deze toe stand kon voortduren. De overheid is na rijpe overweging van den staat van zaken tot de slotsom gekomen, dat dit niet mogelijk is; zij is volgens het geldende volkenrecht verantwoor delijk voor de openbare orde en de veiligheid van het openbare leven in de bezette Nederlandsche gebieden en zij kon zich niet verhelen, dat de bovenomschreven toestand een acuut gevaar voor deze rechtsgoederen met zich bracht. Zij was derhalve ver plicht de noodige maatregelen van bestuursrechtelijken aard ter hand having van de ongeschondenheid dezer rechtsgoederen te nemen en heeft dit in Verordening no. 156/41 gedaan. De inhoud van deze Verordening is, naar oo den voorgrond moet wor den gesteld, met de bevoegde Neder landsche instanties uitvoerig be sproken. Uitgaande van de politieke en juridische feiten, die op het hui dige tijdstip den toon aangeven, Is ook instemming- van alle betrokken Nederlandsche instanties met de on derhavige regeling bereikt. Het is dus geen octrooi, maar een regeling, die op Duitsch-Nederlandsche overeen stemming berust en in vele opzichten van de zijde der betrokken Neder landsche ministeries zelfs zeer is toe gejuicht. LEIDENDE GEDACHTEN De leidende gedachten van de Ver ordening zijn de volgende: 1. Aan het hoofd van provincie en gemeente staat in de toekomst niet meer een parlementaire vergadering, doch één man, de commissaris der provincie, resp. de burgemeester. In zijn handen berust de geheele macht die tot dusverre verdeeld was over den commissaris der provincie, Ge deputeerde Staten en Provinciale Staten, resp. den burgemeester, het college van B. en W. en den gemeen teraad. De commissaris der provin cie, ^resp. de burgemeester, op wien thans alle bevoegdheden binnen het kader van het provinciale, resp. ge meentebestuur zijn overgegaan, draagt derhalve voortaan ook de al- geheele verantwoordelijkheid voor het openbaar bestuur van zijn gebied. 2. De commissaris der provincie, resp. de burgemeester, behoeft even wel den feitelijken en deskundigen raad van mannen, die vertrouwd en vergroeid zijn met het cultureele, economische en sociale leven van pro vincie, resp, gemeente; hij kan "zijn laak niet los van de bevolking vol brengen. Hem moeten derhalve raad gevers terzijde treden, wier taak het is hem bij de leiding van het be stuur te adviseeren, hém wenken T,e verschaffen en bij de burger,j begrip voor zijn maatregelen te wekken. 3. Leiding van het, bestuur en ver strekking van advies worden duidelijk gescheiden. Niemand kan op beide gebieden tegelijkertijd werkzaam zijn. Door toepassing van dit begin sel wordt de bepaling van duidelijk omschreven aansprakelijkheden het beste gediend. 4. Daar heb den commissaris der provincie, resp. den burgemeester om technische redenen onmogelijk is dc zaken alleen af te handelen, wordt gezorgd dat als zijn vertegenwoordi gers bestuursraden resp. wethouders worden aangewezen. Bestuursraden en wethouders zullen afgezien van enkele uitzonderingen op het gebied van het bestuur der gemeente - dit ambt als hoofdberoep vervullen on de hoedanigheid van ambtenaren hebben ,Hct doel van dezen maatre gel is een volstrekt zakelijk, onbe- invloed en onvooringenomen bestuur te waarborgen. Het vroegere stelsel, waarbij da gedeputeerden en wethou ders lieden waren, die hun werkzaam heid als nevenberoep en derhalve opzettelijk of onbedoeld niet ge heel vrij van persoonlijke, maatschap pelijke of zakelijke overwegingen ver richtten, is daarmede afgeschaft. De drie grootste gemeenten 5. Nopens het toezicht op de werk zaamheid van provincie en gemeen ten worden duidelijke rechtsverhou dingen ingevoerd. Het toezicht op de gemeenten oefenen in het algemeen de commissarissen der provincies uit, siechts de gemeenten Den Haag, Am sterdam en Rotterdam staan onmid dellijk onder toezicht van den secre taris-generaal van het ministerie van Binnenlandsche Zaken. De provin ciën staan onder toezicht van den- zelfden secretaris-generaal, in water staats-aangelegenheden is het des kundig toezicht van den secretaris generaal van het ministerie van wa terstaat gewaarborgd. 6. Van bijzonder belang is de in voering van het recht dat. de autori teit, die toezicht uitoefent, heeft te genover de instantie, die aan dit toe zicht is onderworpen. Daardoor wordt de provincie de tusschen-, de gemeente de onderste afdeeling van een uniform, ondeelbaar staatsbe stuur. De lagere instantie kan zich niet tegenover een bevel van een centrale autoriteit van centrale re geering beroepen op bijzondere be voegdheden of autonome rechten. De consequente toepassing van dit be ginsel most beschouwd worden als onmisbare voorwaarde voor een ge órdend, doortastend bestuur, vooral met het oog op de thans bestaande behoefte. Het Nederlandsche volk zal op een later tijdstip gelegenheid krijgen uit te maken, of Verordening no. 152/41, die de bezettende overheid als maat regel van zuiver bestuursrechtelijk karakter in overeenstemming met het geldende volkenrecht ter hand having van de openbare orde en van de veiligheid van het openbare leven heeft getroffen, zich er ook niet toe leent onder de gewijzigde omstandig heden van een toekomstige situatie als grondslag voor de nieuwe Neder landsche constitutie in den ruimsten zin te dienen. Men moet in dit ver band vooral niet uit het oog verlie zen, dat wat hier is ingevoerd, de autoritaire verstrakking van de be stuursorganisatie in provincie en ge meente reeds sedert vele jaren door de beste koppen van de Neder landsche bestuursleer en bestuurs- practijk met aandrang is geëischt. Dekking zoekend hebben de initrailleurschutters ceri van waaruit de tegenstander met effect onder vu worden. stelling betrokken, ir genomen kan (Atlantic-Holland) Krachtig optreden tegen prijsopdrijvers Maximum-prijslijst BESCHERMING DER KOOPERS Zooals wij reeds meldden, is de Gemachtigde voor dc Prijzen er toe overgegaan een prijslijst voor groenten en fruit samen te stellen, waarop de hoogste prij zen, welke berekend mogen wor den, voorkomen. PRIJZEN VAN 13 t/m. 19 AUGUSTUS De prijslijst, van groenten, en fruit, geldende voor de periode van 13 tot en met 19 Augustus, welke door den Gemachtigde voor de Prijzen werd opgesteld, is bereids verschenen. Deze lijst wil het voornaamste instrument zijn in den strijd tegen de te hooge groenten- en fruitprijzen, het instru ment namelijk, waarvan elke huis vrouw zich dagelijks bij haar inkoo- pen zal kunnen bedienen. Slechts door een onafgebroken controle van het koopend publiek, dat immers de eerste belanghebbende is, kan aan deze ongewenschte toestanden een einde worden gemaakt. DE NOTEERINGEN Met nadruk wordt nogmaals gewezen op het karakter van deze prijzen. Het zijn géén vast gestelde maximumprijzen, die zonder meer door eiken groen- tenhandelaar berekend mogen worden. Het zijn echter wel de hoogstdenkbare prijzen. Zij zijn berekend voor groenten van de allerbeste kwaliteit, gekocht te gen den maximum-veilingprijs, waarop de hoogst-denkbare kos ten voor verpakking en vracht AANKOMST VAN HET EERSTE CONTINGENT NEDER. LANDSCHE VRIJWILLIGERS torie. Dit bewezen de speldjes met de oranje V, waarvan iedere man er een cp zijn borst gestoken had. Onder de tonen van vroolijke muziek mar cheerden de Nederlandsche vrijwilli gers het station uit. Zij werden op gesteld op liet stationsplein met het front naar de eere-tribune, luide toe gejuicht door duizenden belangstel lenden, die met moeite door een af deeling politic in bedwang werden ge houden, In tusschen was een muziek korps van de politie aangekomen en marcheerde een eerewacht van de Waffen S.S. met de bajonet op het ge weer, het stationsplein op. Op de eere- tribune hadden vertegenwoordigers van dc Weermacht, Partij en Staat plaats genomen. Nadat de S.S.- Stanöartenführer Reich aan den ge neraal der Schutzpolizei Riege de troep gemeld had, vond de inspectie plaats. Marschmuziek weerklonk, vrcolük wappordo het vaandel van Kot Vrijwilligerslegioen Nederland met de aloude kleuren oranje-wit-blauw in de zon, stram stonden onze mannen. Na afloop van deze inspectie richtte de S.S.-Standartenführer en comman dant Reich het woord tot de verte genwoordigers van Weermacht, Partij en Staat, die hij dankte voor hun. komst, waarna hij de Nederlanders welkom heette. In zijn toespraak be dankte hij de vrijwilligers van ons le gioen, dat zij vrijwillig gekomen zijn om samen met de dapperste Weer macht der wereld het bolsjewisme te bestrijden. „Gij zijt vrijwillig gekomen en daarom zal een groote plichtsbe trachting u gemakkelijk vallen. Daar om zult u kunnen voldoen aan de ei- schen die aan iederen soldaat gesteld worden en die zijn: doorzettingsver mogen, dapperheid en trouw, kame raadschap en onvoorwaardelijke ge hoorzaamheid. Daarom zeg ik u Ne derlandsche vrijwilligers: Doet meer dan uw plicht, benut den korten oe fentijd goed, opdat het Vrijwilligersle gioen Nederland onder de bevelen van hun Nederlandsche officieren zich met succes kan inzetten voor een betere wereld". Groet van luit.-gen. Seyffardt Met deze woorden eindigde com mandant Reic.h zijn toespraak waarna hij een brief voorlas, die was bin nengekomen van luit-gen. Seyf- f a r d t. Deze brief had o.a. den vol genden inhoud: „Een groet aan alle strijders die nu in Krakau aangetre den zijn om met de Duitsche wapen- b" .ieders te strijden voor de toekomst v n Europa, tegen het bolsjewisme. Dit h een groet uit het Vaderland. Weest kameraden onder kameraden en hard voor u zelf. Strijdt met Adolf Hitler voor Europa". Deze woorden maakten niet alleen, op de Nederlandsche vrijwilligers, maar ook op de aanwezige kameraden diepen indruk. Geestdriftig stemden allen in met het op den Fiihrer uitge brachte „Sleg Heil!". Na deze indruk wekkende plechtigheid volgde een marsch door de straten van Krakau. Voorop een muziekkorps van de Waf fen S.S., dan het oranje-wit-blauwe vaandel van het legioen en daarach ter onze mannen, die door de bewo ners luide werden toegejuicht. Ten slotte werd over het Adolf Hitlerplein naar de kazernes gemarcheerd. Hier mede had het eerste contingent van liet Vrijwilligerslegioen Nederland zijn bestemming bereikt. Intusschen is ook het tweede aangekomen en even har telijk ontvangen. Mogen er spoedig nog vele volgen, opdat de wereld er vaart dat ook Nederlandsche mannen weten wat plicht is. Nederlandsch legioen. Krakau op Maandagavond, 28 Juli 1941. Een met vlaggen versierd station, straten waarover groote spandoeken zijn aangebracht, vertellen ons dat wij aan den vooravond van een be langrijke feestelijke gebeurtenis staan. De bewoners van Krakau weten ons mede te deelen, dat den volgenden clag de Nedex-landsche vrij willigers uit Hol land zullen aankomen en feestelijk zullen worden ontvangen. Dit blijkt ook uit de opschriften der spandoe ken, waarop den Neclerlandschen mannen in het Hollandsch, Duitsch en Poolsch, een hartelijk welkom wordt toegeroepen. Wij lezen onder anderen; „Onze beste wcnschen vergezellen de Nederlandsche strijders, die vechten tegen de bolsjewieken vcor de vrij heid". Het spreekt vanzelf, dat hier in Krakau de gebeurtenissen in ver band met den strijd tegen het bolsje wisme nog meer spreken tot de bewo ners dan tot hen, die niet gelijk de bewoners van Krakau op het voorter rein van het Oostelijke front wonen. Men begrijpt hier beter waarom het gaat en juist daarom ii de aankomst van de Nederlandsche strijders een ge beurtenis, waarvan iedereen in Kra kau vol is. De aankomst Dit bleek ook den volgenden dag, toen de fraai versierde trein het sta tion Krakau binnenstoomde. Daar sprongen zij uit de wagens onze Ne derlandsche jongens, frisch en lenig, alsof zij geen treinreis van 63 uur achter den rug hadden. Hun vastbe raden gezichten gaven uitdrukking aan hun voornemen te volbrengen, wat zij hadden geschreven op de wan den van hun wagons, o.a.: „Wij gaan naar Moskou"; „Wij gaan strijden voor de vrijheid van Europa!" enz. enz. Trouwens het geheele contingent stond in het teeken van de V van vic- zijn gelegd. Daarbij zijn dan nog de hoogst-toelaatbare winstmar ges voor grossier en kleinhande laar in aanmerking genomen. EINDE DER OVERTREDINGEN In zeer vele gevallen zullen dus de prijzen, welke door een bepaalden gToentenh.andela.ur gevraagd mogen worden, belangrijk lager zijn. De kwaliteit kan minder zijn, de kosten van verpakking en van de vracht zullen zeer vaak lager blijven. Ook de groentenhandelaren, die zelf op de veilingen koopen, waarbij dus geen grossier optreedt, wat vooral in de kleinere steden dikwijls voorkomt, moeten lagere prijzen noteeren. Wanneer de huisvrouwen van de haar geboden hulp nu een goed ge bruik maken, zal aan vele overtre dingen een eind gemaakt worden en daardoor de voedselvoorziening voor al van de minst-draagkrachtigen beter verzekerd zijn. Een scherpe en doeltreffende controle van de zijde der daartoe aangewezen instanties zal de juiste naleving dezer prijs- voorschriften nog bevorderen. WAREN MOETEN GEPRIJSD ZIJN De Gemachtigde voor de Prijzen vestigt er nogmaals met nadruk de aandacht op, dat handelaren, die groenten en fruit aan het publiek ver- koopen, verplicht zijn deze te prijzen. Zooals bekend, blijft deze verplich ting niet beperkt tot winkels, maar strekt zij zich uit tot groenten- en fruitstalletjes, groentenwinkels, hand karren of andere voertuigen, waarop groenten en fruit ten verkoop wor den aangeboden. De prijsaanduiding moet op een voor een ieder duidelijk zichtbare en leesbare wijze geschieden: hierbij moeten voorzoover het de prijslijsten betreft, de gebruikelijke benamingen gebezigd worden, torwij 1 bovendien op de prijslijsten en prijskaartjes de sorteeringen, maten of nummers ver meld moeten staan, zooals die in de officieele publicatie van den Ge machtigde voor de Prijzen zijn ge bezigd. Op stipte naleving van deze voor schriften zal nauwlettend worden toegezien. Overtreders stellen zich aan strenge straffen bloot.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1941 | | pagina 4