De Leiding van Gemeenten en Provincies
De Groenten-en Fruitprijzen
In KRAKAU
wapperden de Vlaggen
4
AMERSFOORTSCHE COURANT
WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1941
(VERVOLG VAN FRONTPAGINA)
(2) De burgemeester stelt de
dagorde vast. De. vergaderingen
zijn openbar r. wanneer dc burge
meester zulks bepaalt; dit wordt
openlijk bekend gemaakt.
(3) Ter vergadering worden de
afzonderlijke onderwerpen der
dagorde besproken; er wordt niet
gestemd, noch een besluit geno
men. De raadslieden der gemeen
te zijn verplicht hun meenirig
kenbaar te maken, wanneer deze
van die van den burgemeester
afwijkt. Zoodanige uitingen die
nen in de notulen der vergade
ring te worden opgenomen.
(4) De burgemeester dient, den
raadslieden der gemeente onverwijld
zijn beslissing inzake ieder besproken
cndeiweip cp een geschikte wijze me'
dc te dooien.
15) Kan de afdoening eener aange
legenheid geen uitstel jijden, dan kan
de burgemeester van de beraadslaging
ter vergadering afzien; hij dient den
raadslieden der gomes ine onverw-jic
de wijze van afdoening op een ge-
schikte wijze mede te doelen.
(6.) De burgemeester kan den raad
van cie raadsneden der gemeente ook
anders dan ter vergadering inwinnen.
(71 De burgemeester kan ook
van andere volksgsnooten vorde
ren, dat zij hem in bepaalde aan
gelegenheden, reende het be
stuur der gemeente, van raad
dienen. Voiksgencoten, die inge
zetenen der gemeente van boven
bedoelden burgemeester zijn, zijn
gehouden aan de overeenkomstig
het bepaalde bij den eersten volzin
door den burgemeester aan hen
gerichte vordering te voldoen.
A r 11 k e 1 1 4. (1) Het toezicht hou
dend orgaan ziet toe. dat de gemeen
te door den burgemeester met inacht
neming van de geldende voorschrif
ten wordt bestuurd en dat het bestuur
der gemeente strekt tot bevordering
van "hei algemeen belang van het
Rijk.
(2) Het toezicht houdend orgaan
kan den burgemeester aanwijzingen
geven. De burgemeester is aan deze
aanwijzingen gebonden.
(.3) De Secretaris-Generaal van het
Departement van Binnenlandsche Za
ken is ten opzichte van de gemeen
ten, bedeeld in artikel 15, lid I, onder
2, mede be oegd aanwijzingen te ge
ven in alle aangelegenheden, met uit
zondering van die betreffende den wa
terstaat; co Secretaris-Generaai van
het Departement van Waterstaat is
ten aanzien van alle gemeenten mede
bevoegd aanwijzingen te geven in
aangelegenheden betreffende den wa
terstaat"
Artikel 15. (1) Toezicht houdend
orgaan over alle aangelegenheden,
met uitzondering van die betreffende
den waterstaat, is
1) voor de gemeenten 's-Gravenha-
ge, Amsterdam en Rotterdam de
Secretaris-Generaal van het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken,
2) voor alle overige gemeenten de
Commissaris der provincie, onvermin
derd hetgeen bij de geldige voor
schriften is bepaald omtrent de be
voegdheid van den Secretaris-Gene
raal van het Departement van Bin
nenlandsche Zaken.
(2) Toezicht houdend orgaan over
aangelegenheden, den waterstaat be
treffende, is voor alle gemeenten de
Commissaris der provincie .onvermin
derd hetgeen bij de geldige rechts
voorschriften is bepaald omtrent de
bevoegdheid van den Secretaris-Gene
raal van het Departement van Wa
terstaat.
uilzondering van het centraal gezag,
inlichtingen te doen verstrekken tn
aan deze instanties voorstellen te
doen.
(2j De in het eerste lid. onder 1,
bedoelde bevoegdheden komen den
Commissaris der provincie tegenover
instanties der Nederlandsche politie
siechts tos, voor zoover hij binnen den
kring zijner bevoegdheden maatrege
len treft, welke door deze instancies
dienen te worden uitgevoerd. De Com
missaris der provincie en de geweste
lijke directeur van politie verstrek
ken elkaar wederkeerig dc inlichtin
gen, welke zij voor de vervulling van
hun taak behoeven; zij kunnen elkaar
werienceerig voorstellen doen.
(3) Het bepaalde bij artikel 14.
lid 2, blijft onverminderd van kracht.
tl) Dj bevoegdheden, bedoeld in
hst eerste lid, komen den Commissa
ris niet toe tegenover de gerechten.
t5) Als centraal gezag in den zin
van het eerste lid wordt beschouwd
iedere instantie, welker bevoegdheid
zich uitstrekt over het geheele be
zette Nederlandsche gebied.
Artikel 19 (1) De Commissa
ris der provincie benoemt voor den
tijd van zes jaren ten minste twee,
doch niet meer dan zes bestuurs
raden, ten eind? hem bij het bestu
ren der provincie te vertegenwoor
digen.
(.2Raadsleden der provincie kun
nen niet tot bestuursraad worden be
noemd.
(3) Overigens is ten aanzien van
de benoeming en van het ontslag
van een bestuursraad het bepaalde
bij artikel 5, leden 1 en 2. van over
eenkomstige toepassing.
(4) Met betrekking tot de volg
orde bij de algemeene vertegenwoor
diging is het bepaalde bij artikel 5,
lid 3, eerste volzin, van overeenkom
stige toepassing. Bij ongesteldheid,
afwezigheid of ontstentenis van den
Commissaris der provincie en van
alle bestuursraden worden door het
toezicht houdende orgaan de noo-
dige maatregelen getroffen.
Artikel 20. (1) De bestuursraden
worden beschouwd a|s provinciale amb
tenaren in den zin van de Amblenarea
ct 192!).
(2) Het toezicht houdend orgaan be
paalt. den Commissaris der provincie
lioord, liet getal en de wedde var. de
bestuursraden.
(-3) Do bestuursraden vervullen hun
ïbt als hoofdberoep.
Artikel 21. De bestuursraden ziju
■l betrekking hunner werkzaamheden,
bedoeld in artikel 17, aan geencrleï aan-
jzingen gebonden.
Artikel 22. (1) De Commissaris
der provincie benoemt raadslieden der
provincie uit de gezamenlijke volksge-
nooten, die ingezetenen der provincie
AFDEELING III
Voorschriften betreffende de
inrichting van het provinciaal
bestuur.
Artikel 16. (1) De taak van de
Provinciale Staten wordt door den
Commissaris der provincie waargeno
men.
(2) Hetzelfde geldt
(1) ten aanzien van de taak van die
provinciale commissies, welker werk
zaamheden blijven rusten op grond
van een beslissing overeenkomstig het
bepaalde bij artikel 1, lid 3, tweede
volzin;
2) ten aanzien van de taak van Ge
deputeerde Staten, welke ingevolge
artikel 17 niet door den Commissaris
der Provincie en de bestuursraden (ar
tikel 19.) gemeenschappelijk worden
waargenomen.
Artikel 17. Voor zoover tot dus
ver Gedeputeerde Staten
1) kennis namen van geschillen
van bestuur, of
2) uitdrukkelijk waren aangewezen
om te oordeelen over andere geschil
len, of
3.) verordeningen of besluiten der
besturen van waterschappen, veen-
schappen of vcenpolders konden
schorsen of vernietigen,
worden deze werkzaamheden gemeen
schappelijk door den Commissaris der
provincie en de bestuursraden (arti
kel 19) waargenomen.
Artikel 18. (1) De Commissaris
der provincie is bevoegd
1) zich door alle overheidsinstan
ties in de provincie, voor zoover deze
niet ook buiten het gebied der pro
vincie bevoegdheden bezitten, inlich
tingen te doen verstrekken, aan dez.e
instanties voorstellen te doen, zoome
de haar in aangelegenheden, welke
geen uitstel kunnen lijden, aanwijzin
gen te geven, onverminderd het recht
van het bevoegde centraal gezag om
zulks te doen;
2) zich door alle overheidsinstan
ties, welke ook buiten het gebied der
provincie bevoegdheid bezitten, met
ju. .y
(2) Het getal dier raadslieden i vast
gesteld overeenkomstig-bet bepaalde tij
artikel 2 van dc provinciale wet, met
dien verstande, dat het telkens een der-
van liet aldaar aangegeven getal be
draagt; breukeii worden verwaarloosd.
(3) Bestuursraden kunnen niet ut
aadsman eener provincie worden be
noemd.
(4) Het bepaalde bij de artikelen 17,
18, 20, 21, 22 en 57 van dc provinciale
vet ten aanzien van de voorwaarden
oor het lidmaatschap van dc Provinciale
Staten en de daarmede onvereenigbarc
bei rekkingen en verrichtingen, is op de
raadslieden der provincie van overeen
komstige toepassing.
A r t i k e I 23. De benoeming tot raads
man der provincie kan worden gewei
gerd en het ontslag als zoodanig kan
worden verlangd, wanneer daarvoor een
gewichtige reden bestaat. Hel geen in
he', bijzonder als gewichtige reden wordt
aangemerkt, blijkt uit. het bepaalde 7ij
artikel 8, lid 2.
Artikel 24. Met betrekking lot bet
provinciale bestuur zijn verder de vol
gende bepalingen van overeenkomstige
toepassing:
1) liet bepaalde bij artikel 9 omtrect
benoeming en ontslag van raadslieden
der gemeente;
'2) liet bepaalde bij artikel 10 om
trent de taak en de onbezoldigde ambts
verrichting van do raadslieden der ge
meente;
3) het bepaalde bijartikel 11 omtrent
d?n geheimhoudingsplicht voor de
raadslieden der gemeente;
4) het bepaalde bij artikel 12 om
trent den ambtsduur van de raadslied'.',u
der gemeente;
5) het bepaalde bij artikel 13 om
trent de werkzaamheden van de raads
lieden der -gemeente, de bevoegdheid
van den burgemeester zelf te beslisser,,
alsmede diens bevoegdheid volksgenoo-
ten, die geen raadsman der gemeente
zijn, tc raadplegen.
Artikel 25. Het toezicht houdend
orgaan Heeft teri opzichte van het bj-
stuur floor den Commissaris der provin
cie een taak overeenkomstig die, welwe
is omschreven in artikel 14.
Artikel 26, (1) Toezicht houdend
orgaan over alle aangelegenheden, met
uitzondering van die betreffende ucu
waterstaat, is de Secretaris-Generaal
van liet Departement van Binnenland
sche Zaken.
(2) Toezicht houdend orgaan over de
aangelegenheden, den waterstaat, betref
fende, is de Secretaris-Generaal vac Let
Departement v5n Waterstaat.
AFDEELING IV
Overgangs- en slotbepalin
gen.
(1) De wethouders, die tot dus
ver hun bediening waarnemen,
verrichten de werkzaamheden dei-
wethouders, bedoeld in de arti
kelen 4, 5 en 6. tot op het tijdstip,
dat de burgemeester hen ontslaat.
(2) De leden der Gedeputeerde Sta
ten verrichten de werkzaamheden van
de bestuursraden, bedoeld in de arti
kelen 19 en 20, alsmede gemeen
schappelijk met den Commissaris der
provincie de werkzaamheden, bedoeld
in de artikelen 17 en 21, t,ot op het
tijdstip, met ingang waarvan de
Commissaris der provincie hen ont
slaat
(3) Het toi
r L'l li, li.l
Commissari;
paalde bij artikel
ve,'lecueu
It) Weigert oer
liet eerste of twee
zamc reden dc dan
lieden te vc-rriclu
of wee/enpensii
zichtlimidcnd en
verzoek van di
Artikel 28
artikel 13, lid J
lit houdend orf
?r op verzoek
li hei bepaalde
provincie van
pon-
icsli;
(Coi
burgemeester
inn ie).
(1) liet bcpavde b'j
oepassinc,
de raadslieden dei
niet zijn benoemd.
(2) liet bepaalde bij artikel 21, oud -r
5. in verband met artikel 13, lil I, D
niet van toepassing, zoolang do raads
lieden der provincie niet zijn benoemd,
Artikel 29. Op an hloiuiren en an
dere leden van liet personeel, wi -r dien
den dezer verordening overbodig wor
den, is liet bepaalde bij do Nontvetivi-
teilsregeling burgerlijk llijksporsmn,1
(Nederlandsche Staatscourant 1940 NV.
227) van toepassing
Artikel 30, Verordeningen, woi-
ke goedkeuring behoeven en in welke
bevoegdheden worden toegekend na»
publiekrechtelijke verlegt n woordigotnlo
lichamen en publiekre liteiijke organen,
welker werkzaamheden op grond va»
het bepaalde bij artikel 1 blijven rui
len, kunnen door do daarvoor aange
wezen instantie worden goedgekeurd in
de bewoordingen, waarin deze verorde
ningen ter goedkouung -zijn voorge
legd: het bepaalde bij dc aitikeien 3,
16 en 17 blijft onverminderd van kniel.:.
Artikel 31. De ter uitvoering de
zer verordening nood-ge voorschrif
ten kunnen bij beschikking worden
uitgevaardigd.
Artikel 32. (1) Deze verordening
treedt op 1 September 1941 in wer
king.
(2) Tegelijkertijd-treden de Veror
dening No. 36.1941 (Eerste Verorde
ning betreffende buitengewone maat
regelen op staats- en administratief
rechtelijk gebied), alsmede de ter uit
voering daarvan uitgevaardigde de
creten No. 37/1941, 45' 1941 en
96/1941 buiten werking.
's-Gravenhage, 11 Augustus 1941.
De Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied:
SEYSS-INQUART.
Toelichting van dr.Rabl
(Vervolg van frontpagina).
Uit dezen staat van zaken heeft
Verordening nr. 120 41 de consequen
tie getrokken en zij heeft acht van
de negen politieke partijen in totaal,
die vertegenwoordigd waren in de
Staten Generaal, ontbonden. Echter
mag nog steeds de wettelijk bepaalde
belangrijke bevoegdheid blijven be
staan van de afgevaardigden, die aan
deze partijen waren verbonden om
binnen het kader der publiekrechte
lijke vertegenwoordigende lichamen
in provincie en gemeente autonome
bepalingen uit te vaardigen, begroo-
tingen vast te stellen en het toezicht
op haar uitvoering te houden. De
vraag werd geopperd, of deze toe
stand kon voortduren. De overheid
is na rijpe overweging van den staat
van zaken tot de slotsom gekomen,
dat dit niet mogelijk is; zij is volgens
het geldende volkenrecht verantwoor
delijk voor de openbare orde en de
veiligheid van het openbare leven in
de bezette Nederlandsche gebieden
en zij kon zich niet verhelen, dat de
bovenomschreven toestand een acuut
gevaar voor deze rechtsgoederen met
zich bracht. Zij was derhalve ver
plicht de noodige maatregelen van
bestuursrechtelijken aard ter hand
having van de ongeschondenheid
dezer rechtsgoederen te nemen en
heeft dit in Verordening no. 156/41
gedaan.
De inhoud van deze Verordening
is, naar oo den voorgrond moet wor
den gesteld, met de bevoegde Neder
landsche instanties uitvoerig be
sproken. Uitgaande van de politieke
en juridische feiten, die op het hui
dige tijdstip den toon aangeven, Is
ook instemming- van alle betrokken
Nederlandsche instanties met de on
derhavige regeling bereikt. Het is dus
geen octrooi, maar een regeling, die
op Duitsch-Nederlandsche overeen
stemming berust en in vele opzichten
van de zijde der betrokken Neder
landsche ministeries zelfs zeer is toe
gejuicht.
LEIDENDE GEDACHTEN
De leidende gedachten van de Ver
ordening zijn de volgende:
1. Aan het hoofd van provincie en
gemeente staat in de toekomst niet
meer een parlementaire vergadering,
doch één man, de commissaris der
provincie, resp. de burgemeester. In
zijn handen berust de geheele macht
die tot dusverre verdeeld was over
den commissaris der provincie, Ge
deputeerde Staten en Provinciale
Staten, resp. den burgemeester, het
college van B. en W. en den gemeen
teraad. De commissaris der provin
cie, ^resp. de burgemeester, op wien
thans alle bevoegdheden binnen het
kader van het provinciale, resp. ge
meentebestuur zijn overgegaan,
draagt derhalve voortaan ook de al-
geheele verantwoordelijkheid voor het
openbaar bestuur van zijn gebied.
2. De commissaris der provincie,
resp. de burgemeester, behoeft even
wel den feitelijken en deskundigen
raad van mannen, die vertrouwd en
vergroeid zijn met het cultureele,
economische en sociale leven van pro
vincie, resp, gemeente; hij kan "zijn
laak niet los van de bevolking vol
brengen. Hem moeten derhalve raad
gevers terzijde treden, wier taak het
is hem bij de leiding van het be
stuur te adviseeren, hém wenken T,e
verschaffen en bij de burger,j begrip
voor zijn maatregelen te wekken.
3. Leiding van het, bestuur en ver
strekking van advies worden duidelijk
gescheiden. Niemand kan op beide
gebieden tegelijkertijd werkzaam
zijn. Door toepassing van dit begin
sel wordt de bepaling van duidelijk
omschreven aansprakelijkheden het
beste gediend.
4. Daar heb den commissaris der
provincie, resp. den burgemeester om
technische redenen onmogelijk is dc
zaken alleen af te handelen, wordt
gezorgd dat als zijn vertegenwoordi
gers bestuursraden resp. wethouders
worden aangewezen. Bestuursraden
en wethouders zullen afgezien van
enkele uitzonderingen op het gebied
van het bestuur der gemeente -
dit ambt als hoofdberoep vervullen
on de hoedanigheid van ambtenaren
hebben ,Hct doel van dezen maatre
gel is een volstrekt zakelijk, onbe-
invloed en onvooringenomen bestuur
te waarborgen. Het vroegere stelsel,
waarbij da gedeputeerden en wethou
ders lieden waren, die hun werkzaam
heid als nevenberoep en derhalve
opzettelijk of onbedoeld niet ge
heel vrij van persoonlijke, maatschap
pelijke of zakelijke overwegingen ver
richtten, is daarmede afgeschaft.
De drie grootste gemeenten
5. Nopens het toezicht op de werk
zaamheid van provincie en gemeen
ten worden duidelijke rechtsverhou
dingen ingevoerd. Het toezicht op de
gemeenten oefenen in het algemeen
de commissarissen der provincies uit,
siechts de gemeenten Den Haag, Am
sterdam en Rotterdam staan onmid
dellijk onder toezicht van den secre
taris-generaal van het ministerie van
Binnenlandsche Zaken. De provin
ciën staan onder toezicht van den-
zelfden secretaris-generaal, in water
staats-aangelegenheden is het des
kundig toezicht van den secretaris
generaal van het ministerie van wa
terstaat gewaarborgd.
6. Van bijzonder belang is de in
voering van het recht dat. de autori
teit, die toezicht uitoefent, heeft te
genover de instantie, die aan dit toe
zicht is onderworpen. Daardoor
wordt de provincie de tusschen-, de
gemeente de onderste afdeeling van
een uniform, ondeelbaar staatsbe
stuur. De lagere instantie kan zich
niet tegenover een bevel van een
centrale autoriteit van centrale re
geering beroepen op bijzondere be
voegdheden of autonome rechten. De
consequente toepassing van dit be
ginsel most beschouwd worden als
onmisbare voorwaarde voor een ge
órdend, doortastend bestuur, vooral
met het oog op de thans bestaande
behoefte.
Het Nederlandsche volk zal op een
later tijdstip gelegenheid krijgen uit
te maken, of Verordening no. 152/41,
die de bezettende overheid als maat
regel van zuiver bestuursrechtelijk
karakter in overeenstemming met
het geldende volkenrecht ter hand
having van de openbare orde en van
de veiligheid van het openbare leven
heeft getroffen, zich er ook niet toe
leent onder de gewijzigde omstandig
heden van een toekomstige situatie
als grondslag voor de nieuwe Neder
landsche constitutie in den ruimsten
zin te dienen. Men moet in dit ver
band vooral niet uit het oog verlie
zen, dat wat hier is ingevoerd, de
autoritaire verstrakking van de be
stuursorganisatie in provincie en ge
meente reeds sedert vele jaren
door de beste koppen van de Neder
landsche bestuursleer en bestuurs-
practijk met aandrang is geëischt.
Dekking zoekend hebben de initrailleurschutters ceri
van waaruit de tegenstander met effect onder vu
worden.
stelling betrokken,
ir genomen kan
(Atlantic-Holland)
Krachtig optreden tegen prijsopdrijvers
Maximum-prijslijst
BESCHERMING DER KOOPERS
Zooals wij reeds meldden, is
de Gemachtigde voor dc Prijzen
er toe overgegaan een prijslijst
voor groenten en fruit samen te
stellen, waarop de hoogste prij
zen, welke berekend mogen wor
den, voorkomen.
PRIJZEN VAN 13 t/m. 19 AUGUSTUS
De prijslijst, van groenten, en
fruit, geldende voor de periode van
13 tot en met 19 Augustus, welke door
den Gemachtigde voor de Prijzen werd
opgesteld, is bereids verschenen. Deze
lijst wil het voornaamste instrument
zijn in den strijd tegen de te hooge
groenten- en fruitprijzen, het instru
ment namelijk, waarvan elke huis
vrouw zich dagelijks bij haar inkoo-
pen zal kunnen bedienen. Slechts
door een onafgebroken controle van
het koopend publiek, dat immers de
eerste belanghebbende is, kan aan
deze ongewenschte toestanden een
einde worden gemaakt.
DE NOTEERINGEN
Met nadruk wordt nogmaals
gewezen op het karakter van
deze prijzen. Het zijn géén vast
gestelde maximumprijzen, die
zonder meer door eiken groen-
tenhandelaar berekend mogen
worden. Het zijn echter wel de
hoogstdenkbare prijzen. Zij zijn
berekend voor groenten van de
allerbeste kwaliteit, gekocht te
gen den maximum-veilingprijs,
waarop de hoogst-denkbare kos
ten voor verpakking en vracht
AANKOMST VAN HET EERSTE CONTINGENT NEDER.
LANDSCHE VRIJWILLIGERS
torie. Dit bewezen de speldjes met de
oranje V, waarvan iedere man er een
cp zijn borst gestoken had. Onder de
tonen van vroolijke muziek mar
cheerden de Nederlandsche vrijwilli
gers het station uit. Zij werden op
gesteld op liet stationsplein met het
front naar de eere-tribune, luide toe
gejuicht door duizenden belangstel
lenden, die met moeite door een af
deeling politic in bedwang werden ge
houden, In tusschen was een muziek
korps van de politie aangekomen en
marcheerde een eerewacht van de
Waffen S.S. met de bajonet op het ge
weer, het stationsplein op. Op de eere-
tribune hadden vertegenwoordigers
van dc Weermacht, Partij en
Staat plaats genomen. Nadat de S.S.-
Stanöartenführer Reich aan den ge
neraal der Schutzpolizei Riege de
troep gemeld had, vond de inspectie
plaats. Marschmuziek weerklonk,
vrcolük wappordo het vaandel van Kot
Vrijwilligerslegioen Nederland met de
aloude kleuren oranje-wit-blauw in de
zon, stram stonden onze mannen. Na
afloop van deze inspectie richtte de
S.S.-Standartenführer en comman
dant Reich het woord tot de verte
genwoordigers van Weermacht, Partij
en Staat, die hij dankte voor hun.
komst, waarna hij de Nederlanders
welkom heette. In zijn toespraak be
dankte hij de vrijwilligers van ons le
gioen, dat zij vrijwillig gekomen zijn
om samen met de dapperste Weer
macht der wereld het bolsjewisme te
bestrijden. „Gij zijt vrijwillig gekomen
en daarom zal een groote plichtsbe
trachting u gemakkelijk vallen. Daar
om zult u kunnen voldoen aan de ei-
schen die aan iederen soldaat gesteld
worden en die zijn: doorzettingsver
mogen, dapperheid en trouw, kame
raadschap en onvoorwaardelijke ge
hoorzaamheid. Daarom zeg ik u Ne
derlandsche vrijwilligers: Doet meer
dan uw plicht, benut den korten oe
fentijd goed, opdat het Vrijwilligersle
gioen Nederland onder de bevelen van
hun Nederlandsche officieren zich met
succes kan inzetten voor een betere
wereld".
Groet van luit.-gen. Seyffardt
Met deze woorden eindigde com
mandant Reic.h zijn toespraak waarna
hij een brief voorlas, die was bin
nengekomen van luit-gen. Seyf-
f a r d t. Deze brief had o.a. den vol
genden inhoud: „Een groet aan alle
strijders die nu in Krakau aangetre
den zijn om met de Duitsche wapen-
b" .ieders te strijden voor de toekomst
v n Europa, tegen het bolsjewisme. Dit
h een groet uit het Vaderland. Weest
kameraden onder kameraden en hard
voor u zelf. Strijdt met Adolf Hitler
voor Europa".
Deze woorden maakten niet alleen,
op de Nederlandsche vrijwilligers,
maar ook op de aanwezige kameraden
diepen indruk. Geestdriftig stemden
allen in met het op den Fiihrer uitge
brachte „Sleg Heil!". Na deze indruk
wekkende plechtigheid volgde een
marsch door de straten van Krakau.
Voorop een muziekkorps van de Waf
fen S.S., dan het oranje-wit-blauwe
vaandel van het legioen en daarach
ter onze mannen, die door de bewo
ners luide werden toegejuicht. Ten
slotte werd over het Adolf Hitlerplein
naar de kazernes gemarcheerd. Hier
mede had het eerste contingent van
liet Vrijwilligerslegioen Nederland zijn
bestemming bereikt. Intusschen is ook
het tweede aangekomen en even har
telijk ontvangen. Mogen er spoedig
nog vele volgen, opdat de wereld er
vaart dat ook Nederlandsche mannen
weten wat plicht is.
Nederlandsch legioen. Krakau
op Maandagavond, 28 Juli 1941.
Een met vlaggen versierd station,
straten waarover groote spandoeken
zijn aangebracht, vertellen ons dat
wij aan den vooravond van een be
langrijke feestelijke gebeurtenis staan.
De bewoners van Krakau weten ons
mede te deelen, dat den volgenden clag
de Nedex-landsche vrij willigers uit Hol
land zullen aankomen en feestelijk
zullen worden ontvangen. Dit blijkt
ook uit de opschriften der spandoe
ken, waarop den Neclerlandschen
mannen in het Hollandsch, Duitsch en
Poolsch, een hartelijk welkom wordt
toegeroepen. Wij lezen onder anderen;
„Onze beste wcnschen vergezellen de
Nederlandsche strijders, die vechten
tegen de bolsjewieken vcor de vrij
heid". Het spreekt vanzelf, dat hier
in Krakau de gebeurtenissen in ver
band met den strijd tegen het bolsje
wisme nog meer spreken tot de bewo
ners dan tot hen, die niet gelijk de
bewoners van Krakau op het voorter
rein van het Oostelijke front wonen.
Men begrijpt hier beter waarom het
gaat en juist daarom ii de aankomst
van de Nederlandsche strijders een ge
beurtenis, waarvan iedereen in Kra
kau vol is.
De aankomst
Dit bleek ook den volgenden dag,
toen de fraai versierde trein het sta
tion Krakau binnenstoomde. Daar
sprongen zij uit de wagens onze Ne
derlandsche jongens, frisch en lenig,
alsof zij geen treinreis van 63 uur
achter den rug hadden. Hun vastbe
raden gezichten gaven uitdrukking
aan hun voornemen te volbrengen,
wat zij hadden geschreven op de wan
den van hun wagons, o.a.: „Wij gaan
naar Moskou"; „Wij gaan strijden
voor de vrijheid van Europa!" enz.
enz. Trouwens het geheele contingent
stond in het teeken van de V van vic-
zijn gelegd. Daarbij zijn dan nog
de hoogst-toelaatbare winstmar
ges voor grossier en kleinhande
laar in aanmerking genomen.
EINDE DER OVERTREDINGEN
In zeer vele gevallen zullen dus de
prijzen, welke door een bepaalden
gToentenh.andela.ur gevraagd mogen
worden, belangrijk lager zijn. De
kwaliteit kan minder zijn, de kosten
van verpakking en van de vracht
zullen zeer vaak lager blijven. Ook de
groentenhandelaren, die zelf op de
veilingen koopen, waarbij dus geen
grossier optreedt, wat vooral in de
kleinere steden dikwijls voorkomt,
moeten lagere prijzen noteeren.
Wanneer de huisvrouwen van de
haar geboden hulp nu een goed ge
bruik maken, zal aan vele overtre
dingen een eind gemaakt worden en
daardoor de voedselvoorziening voor
al van de minst-draagkrachtigen
beter verzekerd zijn. Een scherpe en
doeltreffende controle van de zijde
der daartoe aangewezen instanties
zal de juiste naleving dezer prijs-
voorschriften nog bevorderen.
WAREN MOETEN GEPRIJSD
ZIJN
De Gemachtigde voor de Prijzen
vestigt er nogmaals met nadruk de
aandacht op, dat handelaren, die
groenten en fruit aan het publiek ver-
koopen, verplicht zijn deze te
prijzen.
Zooals bekend, blijft deze verplich
ting niet beperkt tot winkels, maar
strekt zij zich uit tot groenten- en
fruitstalletjes, groentenwinkels, hand
karren of andere voertuigen, waarop
groenten en fruit ten verkoop wor
den aangeboden.
De prijsaanduiding moet op een
voor een ieder duidelijk zichtbare en
leesbare wijze geschieden: hierbij
moeten voorzoover het de prijslijsten
betreft, de gebruikelijke benamingen
gebezigd worden, torwij 1 bovendien
op de prijslijsten en prijskaartjes de
sorteeringen, maten of nummers ver
meld moeten staan, zooals die in de
officieele publicatie van den Ge
machtigde voor de Prijzen zijn ge
bezigd.
Op stipte naleving van deze voor
schriften zal nauwlettend worden
toegezien.
Overtreders stellen zich aan strenge
straffen bloot.