ST®. 7. Tweede Blad.
l,te Jaargang.
Zaterdag 14 Juni 1902.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
In het Zonneland.
FONISCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
'«morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels0.75.
Elke regel meer0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Telegrammen.
Londen13 Juni. De Lord Mayor en de
corporatie der City of London, overhandig
de den Koning in Buckingham Palace een
adres van gelukwensclung met helt herstel
van den vrede. De Koning antwoordde in
'hartelijke termen dat hij den Almachtige
dankbaar was voor het einde der worsteling
met een dapper, vastberaden volk. Hij ver
heugt zioh in de gedachte dat zijne vroegere
tegenstanders nu zijjne vrienden geworden
zijn; hij hoopt dat door samenwerking en
wederkeeringen goeden wil de bittere gevoe
lens van het verledëne spoedig zullen wor
den vervangen door do banden van loyau-
teit, vriendschap, en zelfs vrede en voorspoed
in Zuïd-Afrika. Antwoordende op het adres
van den Counity-Conncil zeide de Koning
dat heit hem verheugde er aan te denken,
hoe de overwinning den weg had gebaand
voor de uitbreiding tot do nieuwe kolonies
van een regeerings-systeem, dat onder Gods
zegen Zuid-Afrika den vrede en den voorspoed
brengen zal, die in elk deel van den aardbol
op zijn instelling gevolgd zijn. Hij gelooft
in vol vertrouwen dat do blijken van goed
gezinde gevoelens tusschen de beide tegen
standers van onlangs gewisseld, een goed
voorteeken zijn voor de toekomst. Een uitge
strekt land! is aan de landen der Kroon toe
gevoegd.
Frankrijk.
Die Panache correspondent van het cleri-
caile Journal de Bruxelles deelt aan zijn blad
mede, dat de heer Combes, de nieuwe minis
ter-president, voordat hij medicus werd, in de
theologie heeft gestudeerd. Hij, schrijft:
„Eenige biografische aanteekeai ingen over
den hleer Combes zijn des to noodiger, omdat
zijne oudo schoolkameraden in den anti-ole-
ricailen senator van de Oharent© Inférieure
bezwaarlijk, den vromen student zullen her
kennen dien zij op dlei baniklenj van het kleine
seminarie van Castres en van het groote
seminarie van Albi gezien, hebben. Want in
deze inrichtingen heeft hij theologie gestu
deerd. Daar hij door intelligentie en vlijt
uitmuntte, schonk die aartsbisschop hem eene
beurs oui hem de voortzetting van zijne stu
diën in de school van de Carmelieters in de
Rue Vaugirard te Parijs mogelijk te maken.
Toen Monsieur l'abbé Combes hij droeg
reeds soutane en tonsuur in de Sorbonne
tot doctor promoveerde, verdedigde hij twee
stellingenzijpe redevoeringen werden gedrukt
in twee geschriften, dfe thans zeer zeldzaam
en door boekenliefhebbers zeer gezooht zijn.
Als Fransoh thema boos hij: „De psycholo
gie van den heiligen Thomas van Aquino"',
als latijnsch thema „Abélard en St. Ber
nard". Zijne specialiteit was dus de gcliolai-
stiek en die doceerde hij ook als professor
aan het Collége de l'Assomption te Patrijp,
dat door dien hertog van Alen9on gesticht
werd. De onderdirecteur van deze instelling
was mgr. de Cabrières, een thans nog leven
de prelaat. Destijds was de heer Combes nog
niet de woedende radicaal, die bij nu is. Zijn
lievelingsthema was Napoleon I en hij las
dikwijls in de klasse over de Geschiedenis
vtan het consulaat en het keizerrijk van
Thiers, ofschoon dat met de philosophie slechts
in aeer verwijderde betrekking stond. Later
veranderde de heer Combes zijne denkbeel
den zonder den godsdienst en zijn© voor
schriften prijs te geven, meendei hij den weg
te moeten verlaten, die zijne eerzucht niet
bevredigde. Hij trok de soutane uit, stu
deerde in de medicijnen en trouwde."
Engeland.
De kanselier der schatkist ontmoet leven
dig verzet in het lagerhuis met zijne nieuwe
belastingvoorstellen. Terwijl de normale
meerderheid der regeering omstreeks 130 is,
is het voorstel tot heffing van een graan
recht met slechts 86 stemmen aangenomen.
Een amendement op de suiker-belastingwet,
bepalende dat die belasting slechts voor een
jaar zou worden geheven, werd zelfs met
eene meerderheid van niet meer dan 26
stemmen verworpen.
Een uitval van de banken der meerder
heid tegen lord Salisbury en zijne op de re-
geeriugsbankon zoo talrijk vertegenwoordig
de familie, verwekte groot gelach, niet het
minst bij do leden der regeering zelve. Lord
Cranborne, de oudste zoon van den eersten
minister en vices taatssecretaris van buiben-
landsohe zaken, had onlangs in eene rede
buiten Londen opgemerkt, dat Engeland
deelhebbers in de zaak had opgenomen; de
firma heette nu John Buil en Zoon. De
stamhouder van het geslacht Cecil behoort
niet tiot de meest populaire leden van do re
geering in het lagerhuis1; men treft bij hun
al den hoogmoed, maar weinig van de be
gaafdheid der andere leden van dit hoogst
aanzienlijke geslacht. De heer Gibron Bowler,
die behoort tot de lidjte kavallerie aan de
rechterzijde, releveerde de opmerking van
lord Cranborne, maar voegde er aan toe, dat
de edele lord onlangs de koloniën ontdekt
had, doch de nieuwe firma onjuist had aan
geduid. Zij heette niet John Buil en Zoon,
maar John Buil en Zoon, schoonzoons en
neven, eene ondeugende zinspeling, die
zeer in den smaak viel van het huis.
China.
Heit Journal de ainitxPetersbourg bericht,
dat de toestand in de provincie Tsjili veer
slecht is. 30,000 Boksers hebben de provin
cie overstroomd en hebben de dmieesche
tic epen volkomen verslagen.
Fransch West-Indië.
Over de toekomst van Martinique bevat
de Temps «enige bijzonderheden. Door de
uitbarsting van de Montague Pelée is om
streeks een tiende gedeelte van de oppervlak
te van het eiland Martinique getroffen. Wan
neer niet ook de stad Saint-Pierre in dit
gedeelte begrepen was, zou de schade gemak
kelijk te boven gekomen kunnen worden.
Ongelukkig zijn eohter vele duizenden men-
schien omgekomen en de moreele schade is
niet te herstellen. Wat d© zakelijke schade
betreft, die kan, Saint-Pierre er onder be
grepen, op 100 millioen francs geschat wor
den. Van déze 100 millioen kan een gedeelte
door weldadige giften, een ander deel door
de bijdragen die het parlement zal toestaan
boven de gebruikelijk© subsidfën van het moe
derland, vergoed worden. Het verdere deel
is als onherroepelijk verloren te beschouwen,
want men kan niet goed! biji de berekening
van de schadevergoedingen met de meer of
minder verre bloedverwanten van talrijk©
familiën rekening houden, die geheel of ten
deele verdwenen zijp. Met behulp van die
tijdelijke ondersteuningen, zal do schade voor
een deel verminderd worden, en men kan
die zelfs materieel herstelbaar noemen, want
do natuurlijke hulpbronnen van. het eiland
zijn ongedeerd gebleven. De groote suikerfa
brieken zijp, twee uitgezonderd; onbescbiadigd
gebleven, eveneens de landerijen waarop het
suikerriet wordt gekweekt. Op deze wijze
kan men zeggen, dat 80 pet. van de suiker
industrie niet getroffen zijn. Naast de suiker
vormt de rum met de tafia (melaiase bran
dewijn) het voornaamste uitvoerproduct van
de koloniebeiden te zamen maken ongeveer
85 pet. van den uitvoer uit. Wel zijp de
branderijen van Saint-Pierre vernietigd,
maar de overigen blijven bestaan; zij lever
den reeds meer dan de helft van den uitge-
voerden brandewijn, en het zal hun dus ge
makkelijk vllen in korten tijd de 60,000
a 70,000 vat te leveren, die jaar in jaar uit
worden uitgevoerd. Dé cacaoteelt bepaalde
zich tot het noordelijke gedeelte van het
eiland in den omtrek van den vulkaan en
is dus geheel verdwenen. Die cultuur had
echter niet veel beteeken is en kan in andere
gedeelten van het eiland' hervat worden.
Twee indigofabrieken zijp ongedeerd geble
ven; zijl waren de eenigen. Dé koffieteelt
was vrij, belangrijkmaar veel belangrijker
Waren de hoeveelheden Guatem al a-kof fie, die
in de havens van het eiland voorzien wei-den
van hot kenmerk van oorsprong. De hoofd
zaak is, dat de suikerfabrieken en de bran-
dewijnindufitrie voor verre het grootste ge
deelte onbeschadigd zijp.
Voor de toekomst komt in aanmerking
dat bij gebreke van de haven van Saint-
Pierre, waarvan de buitenreede overigens geen
voldoende veiligheid bood, Fort de FraPoe
eene prachtige reede bezit; een droogdok ia
ör aanwezig en de stad was lang de zetel
van eene agentuur van de Compagnie Trans-
atlantique. Ook de crediet-toestanden zijn
gunstigde Banque de la Martinique is een
groote, goed bestuurde instelling, die uit de
tegenwoordige crisis zonder verlies te voor
schijn zal komen, omdat zij in de bij de
ramp vernietigde banknoten eene compensat
ie zal vinden voor de overigens geleden
schade. Dé hypotheekbank (Crédit Foncier
Colonial) is eveneens slechte in geringe mate
benadeeldi; alle industrieele instellingen van
beteekenis zijn vrij, van hypotheek en bezitten
zelfs niet onaanzienlijke reserves; te Saint--
Pierre had de bank slechts weinig achter
stand en de leenirgen op Martinique waren
hoofdzakelijk toegestaan aan grondbezitters,
die overigens vrij van schuld waren. Onder
deze omstandigheden blijkt de toestand op
het eiland zoo gunstig te zijn als slechts het
geval kan zijn na het groote ongeluk, en
men mag hopen, dat de toekomst van het
eiland niet in gevaar is gebracht.
Allerlei.
vEen Parijsche model-kerk.
Niettegenstaande de voortdurende klachten
over de steeds aangroeiende goddeloosheid
van de Parijsche bevolking, is in het zuiden
van Parijs een nieuwe kerk „Notre-Dame du
travail" opgetrokken. In haar soort is het
oen niéuw-modische modelkerk, waarop men
stellig het bekende opschrift zou kunnen
toepassen„meit het meeste oomfort van den
nieuwen tijd ingericht." Zij bezit een uitge
breide centrale verwarming, kan eleotrisoli
verlicht worden; is telefonisch met de stad
verbonden, heeft een bibliotheek, een apo
theek voor de armen, bovendien nog een
aantal bureau's voor den burgerlijken stand
en ten slotte voor de geestelijken een tuin
om in te wandelen. Dé constructie ia ook
zeer modern en bestaat geheel uit ijizer. In
elk geval weten de Parijzenaars thans, waar
men op de meest comfortabele wijze ter kerk
kan gaan.
vDe Russische student Hirsch Lekuch,
welke den moordaanslag op den gouverneur
van Wilna, den luitenant-generaal v. Wahl
gepleegd heeft, werd veroordeeld tot den
dood door den strop. Heb vonnis is reeds
voltrokken.
vTe Spa zijn vier oplichters gevangen
genomen. Twee van hen, Amerikaan sche
staatsambtenaren, worden beschuldigd in
Engeland en de Vereenigde Staten oplichte
rijen gepleegd te hebben tot een bedrag van
200.000 frs. Een derde, een Oostenrijker. Da-
vietowslri genaamd moet in Dortmund 30000
mark hebben gestolen. Het grootste gedeelte
van het gestolen e moert hij reeds onmiddel
lijk aan de speelbank weer hebben verloren.
vEen treurig ongeluk vond gisteren op
de spoorlijn tusschen Dortmund en Gronau
plaats. In de nabijheid van de stad Koesfeld
hoedde de 15-jarige zoon van den baanwach
ter de koeien, toen een der dieren zidh cp
de spoorbaan begaf. Bij de pogingen om de
koe hier van daan te krijgen, geraakte de
voet van, den knaap tusschen de rails be
klemd. Met rukken en wringen werd be
proefd los te komen, doch nieta hielp. Kort
daarop was een trein in aantocht. Niettegen
staande alle waarschuwingsfadgnaien van den
baanwachter, kwam deze steeds nader. De
jongeling bevond zich in de kaken des doods,
ten aanscliouwe van zijn vader. Het volgen
de oogenblik werd hij vermorseld. De toe
stand van den vader is eveneens van dien
aard, dat men voor zijn leven vreest.
vBijina niet te gelooven is, wat aan de
„Nordd. Allg. Ztg." uit Nordhausen geschre
ven wordt. Aldaar moet op een landgoed een
gewone bosohuil de duiventil zijn binnenge
drongen en in een nacht, circa 80 duiven de
©ogen hebben uitgekrabt. De eigenaar vond
den volgenden morgen de misvormde dieren
voor een groot gedeelte zieltogende. Reeds
eenigen tijd vroeger, zoo wordt nog medege
deeld, heeft dezelfde ujl een geheel nest jon
ge katten de oogen uitgepikt.
Uit Balduinstein werd aan het N. v.
d. D. geschreven, dab de toestand van H. M.
de Koningin zoo bevredigend mogelijk ia.
Woensdagmorgen heeft H. M. in gezelschap
van haar moeder, Koningin Emma, en een
hofdame een wandeling gemaakt in den tuin
en de omgeving van het kasteel.
De Koningin deed Woensdag van 5 tot 6
uur een rijtoer en Donderdag een tocht naar
Diee.
Da KoninginrMoeder vertrok te 10 uur
naar Honnef. ter begroeting van de Koning
in van Zwedeni; H. M. keerde des avonds te
rug.
De minister van Buiten landsche Za
ken heeft Donderdagavond aam dé gevolmach
tigden, die de dtrie traotateni betreffende 'het
internationaal familierecht onderteekenden,
©en feestmaal aangeboden.
De minister van Marine verleende gis
teren audiëntie aan eenige tot hooger rang be
vorderde zeeofficieren, o.a. aan den vioe-ad-
miraal Zegers Veeekens en den. schout bij
nacht Ellis.
Het pantserschip „De Ruyter", van de
werf te Feyenoord, gaat de volgende maand
proefvaren. De Koningin-Regentes'keert
einde van dit jaar uit Wesrfc-Indië naar Ne
derland terug.
Voor het iu Juli te houden adelborst
examen hebben zich 93 candidaten aangemeld
(op 30 plaatsen) en voor het examen voor
machinist-leerling 60 (eveneens voor 30 plaat
sen.^
Eenige bepalingen nopens het
Reservekader bij de imanterie en
de Vesting-Artillerie.
(Kon. Besl. 12 Mei 1202A'o. 22.)
Het Reservekader bestaat uit adspirainteiir
vaandrigs (positie gelijk aan die van den
soldaat), reserve-korporaals, reserve-sergean
ten, res er ve-foui'iers, reserve-sergeamt-majoors
en vaandrigs (positie gelijk aan die van adju
dant-onderofficier)
De vrijwilligers bestaan uit 2 catliegorieën,
t. w.
1. Zij, die alls adsp.-vaamdrig ini dienst tre
den.
2. Gepasporteexde korporaals en onderoffi
cieren tob en met den graad van sergeant
majoor, afkomstig van opgenoemde twee wa
pens, die minder dan 3 jaren in het bezit
van het paspoort zijn, en desgewenscht, tot
een reëngagemieait zouden zijn toegelaten.
Korporaals, die bij hun paspoorteering vol
daan hadden aan het examen voor sergeant,
kunnen als reserve-sergeant worden aangeno
men.
Bij die vesting-artillerie worden fouriers als
reserve-sergeanten aangenomen.
De vaandrig is bestemd om te velde de
plaats van een luitenant te vervullen.
Hij, die als asp.-vaandrig in dienst treedt,
moet ongehuwd; niet jonger dan 17 en niet
ouder dan 24 jaar rijn.
Gtpsöporteerden mogen bij hun toelating
tot het reservekader niet. ouder rijn dan 36
jaar. Boneden den leeftijd van 24 jaar moe
ten rij ongehuwd! rijn-
Hij, die tot dé militaé behoort, Wordt niet
tot het reservekader toegelaten.
Dé vrijwilliger van het. reservekader, die
bij de militie wordt ingelijfd, is met den dag
zijnei inlijving ontheven van rijn vrijwillige
verbintenis en alzoo gehouden rijm dienst bij
de militie te volbrengen.
De sub lo. genoemdlemi verbinden rich
I Om 8 jaren bij het reservepersoneel der
landmacht te dienen, met dien verstande, dat
deze termijn stilzwijgend wordt verlengd met
den tijd, welke verloopen mocht tusschen den
datum hunner verbintenis en dien van hun
opkomst in werkelijke ndienst tot eerste oefe
ning;
n. voor den tijd van 4 jaren bij die land
weer, na afloop van en aansluitende aan net
dienstverband, bedoeld sub I.
De overgang naar de landweer geschiedt
in den rang, graad of staat, verkregen in het
sub I genoemden diens tverbano
De vrijwilliger moet in den sub I genoem
den termijn 240 dagen onder dé wapenen1
doorbrengen. (In 'dien regél te volbrengen in
die eerste drie jaren, en wel in het eerste en
tweede jaar minstens 24 maand, waarvan 2
maanden onafgebroken tusschen 1 Juli en 1
Octoberin 'het derde jaar het nog niet ver
vulde gedeelte van den vermelden dienst,
eveneens onafgebroken en bij voorkeur ook
tusschen 1 Juli eui 1 October).
De vrijwilliger moet, totdat hij den graad!
van sergeant bereikt hééft, ter plaatse waar
Indische Roman
6 door
Mevr. O VIN K-S O E B.
HOOFDSTUK IEL
De „Prinses Marie", waarmee Nital de leis
naar Indië aanvaardde; behoorde tot de nieu
we, ruim gebouwde schepen, waar alléti zoo
veel mogelijk op heb comfort der reizigers is
ingericht en, daar er slechts wéinig passagiers
aan boord' waren, kon het jonge meisje een
hut voor zioh geheel alleen krijgen. Dit was
Nita dlubbel aangenaam omdat rij, de aahei-
dingssmart no@ niet te boven, behoefte had
met. hare gedachten, alleen te zijn, een plekje
te ihebben, waar rij") rich kon terug trekken
zonder gevaar door vreemde oogen bespied
te worden. Ach, rij, miste Wim, de vriendelij
ke omgeving, die zij zoo pas verlaten hal,
nog zoo vreeselijk. Al dé vreemde gezichten,
dié haar omringden, de nieuwe indrukken, die
rij ontving, maakten haar verward en zenuw
achtig, liet duwde ieieto geruimen tij|d <\>r
geest eni gemoed Weer in evenwicht kwamen
en Nita kraoht en kalmte hervond.
Er waren slechts negen passagiers lste kl\y-
se aan. boord: De kapitein, die het detache
ment troepen begeleidde met rijpte vrouw
een ziekelijk, tobberig zieltje; eenige luite
nants, een onderwijzeres, die van verlof terug
kwam en eoni reeds bejaard echtpaar; deze
laateten maakten, als Nita, de reis voor 'het
eerst, om hunne op Java getrouwde kindë." n
te bezoeken.
'Beiden waren bijna onafgebroken ze=J tsj:
en bleven het grootste deel van den dag in
hunne hutten. Nita maakte in hep geheel
geen kennis met die alleronaangen a;umste
(kwaal, zeeziekte gjenaamdzijl had altijd goe
den eetlust en sliep 's nachts .gerust als een
kind, al slingerde het schip ook nog zoo he
vig. Spoedig kreeg rij de zee lief; ook op
haar oefende het eeuwig wisselend spel dér
golven zijne .geheimzinnige aantrekkings
kracht; hoe hooger zijl zich verhieven, hoe
woester rijj kwamen aanrollen, des te meer
genoot heb meEsje en lidti bock en handwork
liggen om uren lang heb schouwspel, d'at zij
voor oogen had, te bewonderen. Meestail bleef
zij alleen, de overige reizigers lieten zich niet
zien boven, alsl hét zoo fwoeislechts de
datótcr en administrateur, beiden beleefde
vriendelijke mensohen, kwamen nog wel een?
eeni praatje maken.
Als de zee iets kalmer was, verschoon, de
onderwijzeres, juffrouw Scholt, aan dek en
hield Nita gezelschap. Zij was een_ mager
bleek meisje en zag er niets jong meer uit
met haar vaal, .gerimpeld gezichtje. Spoedig
nam zijl Nita in haar vertrouwen.
,,'k Was veel liever in Hol land gebleven,"
vertelde rij; op zekeren dag, „ik houd nieta
van Indië, het klimaat is slecht voor mijn ge
stel, aan de leefwijze ©u Indische gewoonten
héb ik mij nooit kunnen gewennen. Boven
dien woont mijn© geheele faauilie in Holland
neen, ik zal daarginds nooit aarden," besloot
zijl zuchtend.
In hiare omstandighodén klonken Nita; de
ze woorden verre van bemoedigjendrij keek
har© buurvrouw eens van ter zijde aanhoe
spits en ingevallen waren netus en wangen
waIV een moedia trek lag om den kleinen
mond met de dunne, bloedelooze lippen.
„Kon u in Holland geen betrekking krij
gen, jufrt mw Schot?' vroeg rij vriendelijk.
„U is immers geëxamineerd?"
„Ja, maar wat bëteekent ©en hullpaote?
de hoofdacte ken ik nooit halen em, weet u,
ik moet mijpe mioeder em een gebrekkig zus
je onderhouden'. U begrijpt, dat wij honger
moesten lijden van 'het beetje, dat 'k in Hol
land' zou kunnen verdienen. Nu kan ik vrij
goed voor hen zorgen, maar het is hard, dat
wij gescheiden moeten leven. Liet ui ook fa
milie achter, juffrouw Wem deler
„Een broertje, dat ik rielsiiéfheb," en Ni
ta wendde zich' af om hare ontroering te ver
bergen'.
Juffrouw Schot schudde medelijdend' liet
hoofd.
t.Qoh, het leven, is wol hard, klaagde rij,
p,waarom is het otoe eigenlijk gege(ven t
brengt voel meer 'leed dan vreugde. Nijpen
geen geldzorgen, dan komon riekten en an
dere ellenden den mensrili er aan herinneren,
dat rijn bestaan een voortdurende strijd is
tegen het noodlot..."
En eensklaps~Nita doordringend aanzien
de. vroeg rij zacht, doch met nadtruk: „Go-
looft u, dat het zond'e is zich; het leven te
benemen?"
„Ja zeker," riep Nita verschrikt., „en dat
gelooft u toch ooik, lieve juffrouw Schot, al
was heb alleen maar omj het verschrikkelijk
verdriet, dab wij er hum die ons liefhebben
en achterblijven, mede aandoen."
Juffrouw Schot kneep de magere handjes
in elkaar en zag Nita aan met zulk eene ho
peloos treurige uitdrukking in de oogen, dat
doae er van ontroerde. Veel later herinnerde
zij, rich' dien blik en dè woorden, die de on
derwijzeres er op lieti volgen
,.U heeft gelijk, dat is het zeker vrat on
gelukkige mensohen als ik, van zelfmoord te
rug houdt".
Bdj|na onmiddellijk bracht riji heb gesprek
op een ander onderwerp én, toen. Nilta het
waagd© teruig te komen op de laatete, cynische
woorden, met de bedoeling hare gezellin te
bemoedigen, sprak rij hier haastig over heen
en ging even later naar hare hut. Nooit kwa
men beide meisjes op haar eerste ge&prek te
rug, al dacht Nita er nog dikwijls aan, wan
neer zij, juffrouw Schot zoo stil em; neerslach
tig over de golvenheenstaren, als zocht
zij1 aan den horizon haar dierbaar vader
land.
Te Genua werd hot aantal reizigers zeer
vermeerderd, d ch de qualiteit won er niet
bij. Tot schrik van het kleine, kalme gezel-
soliap, kwamen, or, behalve eeniige keereai, drie
familie® aan boord, die aohtbien kinderen me
de brachten. Gedaan was het met de rust van
liet bejaarde echtpaar-, dat, nu de zee kalm
bleef gelijk een spiegel rich aan het dek
had gewaagd. Overal weerklonken luide stem
metje®; kleine, doch stevige voetjes dreun
den over de planken.
Hieti ziekelijk kapiteinpvrouwtje klaagde
Steen em been hab was nieit uit te houden
met die bende om je heen. „Doet u de reis
voor liet eerst? Is u niet aam Indische kin
deren gewend, mevrouw Stang?"' vroeg juf
frouw Schot, „nu, dan kan u er nog plezier
van beleven, ik spreek bij ondervinding, weet
U."
En mevrouw ]3tang merkte ai spoedig, dat
de bedekte^zinspeling van jufrouw Schot op
eene vreeaelijike waarheid doddle. Wat een
drukte en lawaai braclut die kleine bende
aan; er waren vier oï vijf nette, welopge
voede kinderen, die door papa en mama ver
boden werden als rij lastig waren en zich dus
behoorlijk gedroegen, doch rij verzonken tus
schen de overigen die zich even vrij en bru
taal aanstelden aki een zwerm, jonge mus-
sohem. .Overal zaten, de kleine handjes aan;
wee den onvoorzichtige, die boek of handwerk
liet. slingeren, het was een bijna hopeloos zoe
ken naar 't verdwenen voorwerp. Werden de
bengels op heeterdaad betrapt, dan was het
Njo had' maar even willen zien of er .ook
plaatje® in het 'boek waren, of Wiesje zou me
vrouw het handwerk juist- terug1 gaan bren
gen. 'Zoo (kreeg de eigenaar .eindelijk rijn
eigendom weerom, d'och in welk een. staat
dikwijls? Maar de bruine schitteroogjes lach
ten zoo ondeugend en de radde stemmetjes
hadden het leugentje zoo gauw bij de hand,
dat het slachtoffer het knorren meestal ver
gat en de deugniet weg was vóór de sbrafpne-
dicatie begon.
Tot Nita's verbazing liet juffrouw Schob
zich niet® aan het jonge goed gelegen lig
gen.
„Neen. ik houd niet. van kinderen," be
tuigde zij volmondig, „ik zie die kevertjes
dag aan dag reel té nabij op school en ben
blij; dat. ik deze wekeni nog rust 'heb eu mij
piet met hen hoef te bemoeien. Bovendien,
waarvoor is er een kinderjuffrouw aan boord?
Wordt vervolgd.