i"e Jaargang*
Zaterdag 27 September 1902.
Bericht
BUITENLAND;
FEUILLETON.
Militair Schetsboek.
ABONNEMENTSPRIJS:
p(r 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Wonderlijke nummer»- 0.05.
pexe Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentie», medudeelingen enz., gelieve men vóór 10 uiir
'jmorgoim bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTEËN:
f 0.7%.
- 0.15.
Tan 15 regels
Elke regel meer
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteoren in dit T'.lad bij abonnement Eeno
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
lOJtj
Aan hen die zich met 1 Octo-
bar a. s. a's abg*n£"ü»ceven
wordt ons beden
GRATIS bezoi
Ons
„Het is mij alsóf ik de handen
.Op 't hoofd u leggen wou,
Biddend, dat God u beware
„Zoo rei-n, zoo lief. zoo trouw!"
Naar Heine.
,Esn der teekenemi van toenemende beh
aving is het toekennen van gewicht) aan
kinderjarendo volkeren komen tot het
ef, dat hun grootheid afhangt van de
jsiite ontwikkeling der jeugd." Aldus de
Imerikaansohe schrijfster dr. Mary Wood
i het korte voorberiert van een barer
wk ie onzent reeds bekend geworden hoeks-
kens.
En inderdaad het Verschijnsel laat zich
ïaarnëmen, dat, naarmate de mensohhedd
rek meer ontwikkelt en alzoo hooger staat,
cj te meer zich beijvert voor de opvoeding
het kind, gedreven door 't besef, dat in
kind gansch de toekomst ligt niet alleen,
ir ook doordrongen van 't gevoel van ver-
atvroordelijikheid, 111 zooverre do opvoeding
mag gelden als een der machtigste factoren
van het toekomstig levensgeluk van dat
had.
Het is een heerlijk teeken des tijids, dat
aai al rneea* cn meer zich gaat rekenschap
gpea van hetgeen men aan het kind vefh-
èciit is. at men het al meer gaat beschou-
ven als ee-ii toevertrouwd pand, een kostelijk
tk-z.t dierbaar kleinood, dat ons ter be-
raring werd gegeven, ter bewaring rein en
onbesmet van de wereld
Treffend is hetgeen' verhaald wordt van
a; moeder van Tiberius en Cajus Gracchus.
AU zij op zekeren^ dag bezoek krijgt van ét-u
niendin uit. Campanie en deze vraagt hare
«raden cn kostbaarheden te mogen zien,
agt zij gaarne aan dit verlangen te willen
voldoen. Intusschen houdt zij haar vriendin
zoolang aan de praat tot haar zonen thuis
lomen. Diatm, roerend schoon, komt heitl van
laar lip „Ziehier nu mijine kleinodiën
Gelukkige moeder, wie uw kind alles is,
de gTootste schat, de hoogste vreugd
Mij komt bet niet vreemd voor, wat ik
ergens van Busken Huët vond ópgeteekend,
si <ta i hij, na lezing van een boek van Dis
raeli Lord Baconsfield dit onvoldaan
Kr zijde legde, omdat er in dat boek
in't geheel geen kinderfiguur voorkwam.
'Neem de kleine Elvai uit het bekend! ver
naai van Oom Tom weg, en ge hebt aan dat
boek zijn grootste aantrekkelijkheid ontno-
èu!
Het kind trekt ons aan door zijn lieftal
ligheid, maar meer nog misschien door zijn
oubedor ven hend, zijn, grootheid van ziel.
Daarom sproken wij dan ook van „Zijnei Mar
jfcteit heb Kind
„Zijne 'Majesteit het Kind" terecht
fflcelil iemand zoo schrijven, want toch aan
bet kind zijn wij verschuldigd den hoogs;en
orbicdliet. heilige mag niet ontwijd, het
|oddtlijk© niet bezoedeld De reine kmder-
te, ontzien wij haar en walken wij over haar,
ht niet verontreinigd worde de dampkring,
faarm zii ademt en leeft.
„God, wij waken voor het kroost,
„Dat Ge ons hebt toevertrouwd;
„Dank, dat Ge ons tot bewaarders koost,
„Van meer clan goed of goud!'
Vaders en moeders, uw taak is grootsch
en schoon, waar gij geroepen zijjtl op te voe
den uw kindEu dat woord op voet-
den' elf wijst, u duidelijk aan en, om
schrijft. als 't< ware uw plicht en roeping.
Niet inleen voor 't stoffelijk belang van uw
kind, voeding en wat dies nteer zij, hebt gij
to zorgen, gij hebt boven alles het zoo to be
schermen eerst, zoo te le.den dan. dat het
geestlijk al hooger komt te staan één
ontwikkelingsgang moet zijn leven zijn, één
streven naar volmaking en veredeling'
„Ons kind" is van adel iets van de God
heid draagt het in zic.h om, aan den hemd
is liet verwant. En allermeest deze adeldom
is lu i, die vciplicliting oplegt do taak der
opvoeding is geen andero dan een helpen na
komen van die verplichting, oen gedurig
herinneren aan dien adel, etuidagelijks laten
zien, hoe men wandelen moet, waardig die
afkomst.
Jonkvr. Anna de Savornin Lobman laat
hiel. in haar boek ,„Na het. Ontwaken'' Add'a
zoo mooi zeggen „Niet alleen on« die licha
melijke verzorging zou ik steeds bij mijn
kindje willen zijn, maar vooral omdat ik dan
ook aldoor 't ontwaken zo-u kunnen gade
slaan van 't zieleleven en het behoeden en
beschermen kunnen, en, in dat dagelijks in
tiem. er meê opgroeien, heel innig vertrouwd
zou worden met de ziel van mijn kind."
ITelalas, hoeveel ouders weten niet van al
wat er omgaat in die wereld van mysterie,
het hart en de ziel van hun kind' gelij.v
de bekende Franscbe sehrijiver Wagner te
recht en weemoedig klaagt zij weten niet.,
wat er ontkiemt in die toed ere hoofdjes, die
wij tiussohen onze handen nemen cn aan onze
borst drukken, cndat niet-wieten is een
waar ongeluk.'
Het geheim eener goede, opvoeding schuilt
daarin, dat wij ons kind kennen en ons kind
ons vertrouwt. Waar deze gegevens ontbre-
k- n. waar ouders en kind als vreemdeling
tegenover elkaar ótaian, daar kan van opvoe
ding geen sprake zijn, daar kunnen vad r en
moeder nooit hun roeping vervullen.
De opvoeding is een even belangrijke als
moeielijike taak, belangrijk in zooverre als
waar is, wat iemand gezegd heeft, dat vaders
en moeders een veel grootereu invloed op de
welvaart der maatschappij uitoefenen dan
wietgcvers en staatslieden, moeilijk omdalb
hier vereischt wordt zooveel, dat ons nooit
wordt geleerd. Herany Koch laat het in „Zon
neschijntje" vadertje Kapt ei n zoo naïef zeg
gen „Zooveel wét ik er van, dat mjen drie
dingen noodig heeft om zoon lutte deern
groot 'te brengen, d;e hulp van Onzen Lieven
Heer, gezond verstand cn een koe.. Dó leste
twee 'ow ik en dé eerste, noe, dio zei wél te
kriegen zin, als ilc er maar om vraag" Naast
hetgeen benoodigd is voor de voeding, zijn
verstand en vroomheid de eerste ver ei scshten
bij h l moeilijk werk der opvoeding.
't Is bovendien niet genoeg ons kind to
zeggen, hoe het leven moet, 'u komt, er bo
venal op aan, ons kind te laten zien, hoe het
zijn moet.
De voornaamste fabtor in do opvoeding
is zeker wel het voorbeeld. Wat zijn de men
schel» toch dwaas, die, als ergens ten vader
of moeder weggerukt wordt uit den kring
hunner kinderen, als eerste vraag uitspre
ken „Hoeveel liet hij of zij hun na, wat
bleef hun aan geld of goed Alsof niet d'e
ko lelijkste nalatenschap is een goed vöor-
bceld.
Nic-t van lieden of gisteren is het spreek
woord „soo de ouden songhen, soo pypen
de jonghen", men is t er reeds lang over
eens, dat geen macht zoo groot is, geen in
vloed' zoo sterk als dio van het voorbeeld.
JIoo zou het ook aftidors kunnen? Daarom,
dient" heel do opvoeding niet anders te zijn
dan één stuk aanschouwingsonderwijp ook
hier moet hut kind zitu om te begrijpen, te
voistaaox de waarde en hele eken is der deugd,
dooi'drongcn t^nordi u van do schoonheid en
"""h
Wee, Mie een slecht, voorbeeld geven Nog
is waar het voor zooveel eeuwen uitgespro
ken woord „do misdaad der vaderen wordt,
bezocht aan de kinderen", 't Is op het eerder
gehouden vijfde Internationaal Crimineel
Anthropclogiscii Congres, uitgesproken door
den geleerden Lombroso, onder instemming
van den lioogleeraar Winkler, dat degene
ratie do oorzaak is van criminaliteit. En af
gezien van do vraag of deze stelling altijd
te verdedigen is, zooveel nochtans is zeker,
al.-; wij eens konden rondgaan de cellen, waar
do misdadigers, jongeren en ouderen, boeten
voor bedreven kwaad, leidend een leven van
afzondering, en als zii met de hand op het
hart, ons antwoorden wilden op onze vraag:
„Wait bracht, u hier?" z:u niet door verre
weg do ineesten do schuld moeten worden
gegeven aan een vader of moeder, die de
teere kinderziel besmetten met de smetstof
dés kwaads nog voor heb kind was geboren,
of die door een slecht voorbeeld het kind'
leerden den voet zetten op den Weg des ver-
derfs! Heeft niet reeds vader Cats gewaar
schuwd
„O, gij', die jonge kinderen voedt,
„Let, wat gij zegt en wat gij doet;
„Want, wad het zij en hoe het ga,
„Do jongen doet zijn vader na!"
En moge ook hier een uitzondering op den
regel, dank zij andore, betere, sterkere in
vloeden, niet buitengesloten zijn, 't zijn de
uitzonderingen, die den regel bevestigen!
Boven de gevangenispjort kon als opschrift
staan, ter waarschuwing aan alle vaders en
moeders „Verkeerd geleid f'
Niet alleen in lagere, maar ook in de hoo-
gero standen wordt nog maar al te weinig de
bateekeuiis van het woord opvoeding begre
pen. Onze tijid is de tijd van vooruitgang en
beschaving ook dit woord wendt nog ta
vaak verkeerd verstaan. Johanna van Woud©
heeft het ergens zoo juist 111 't licht gesteld,
waar zij zegt „Beschaving bestaat niet hier
in, dat men een wals van Chopin apeelt en
Franich, Duitsch en Engelsch spreekt.; be
schaving is humaniteit in den hoogsten
'.in haar bezitten is het ideaal streden,
dat zich tob ho-Cger peil van zeden
verheft." Dit ideaal Ie bevorderen is de taak
van allen, die kinderen opvoeden, de moeder
niet in de laatste plaats.
Opvoeden is opheffen ons kind is als
het klimop, t heeft in zich den aanleg tot om
hoog gaan, maar behoeft daarbij cn zoekt
naar een F.teun, waaraan het opgaand zich
ka,n hechten. Vindt hot zulk een steun niet,
dan, in plaats van op te klimmen, blijft het,
gelijk het klimop, dat den eik mist, kruipen
langs den grond, bezoedeld met het vuil der
aaide.
Opvoeden, nog eens, is opheffen laat
ons pogen tc wekken bij. ons kind (aldus dr.
J. H. de Ridde-r in zijn „hoe voeden wij onze
kinderen godsdienstig op?") bet besef, dat
bet in "b leven niet gaat oml wat het voor
deel igst. of I'd. prettigst is, maar om wat
goed, waar, edel en mooi is.
Laat het ons streven zijn ons kind le loe
ren zijn hart te bewaren boven al wat te be
waren is, inimers van dat hart zijn de uit
gangen des levens. Helaas liet jongere ge
slacht groeit in onzo dagen voor oeni goed
deel op zonder zich veel to beikomimercn om
den godsdienst, d w. a. naar verstandelijke
ontwikkeling wordt gestreefd als eisoh des
tijds, sport eu allerlei ander vermaak wordt
b.o.fend en nagejaagd, dikwijls mot oen
ijver, een betere zaak waard wie bekom
mert zich veel om 't aankweeken van don
adel des gemoeds, wie heeft er tijd of lust
zich bezig to houden met de vorming des
harten
Wilt gijl, dat het anders wordt met „ons
kind", welnu, dan allereerst ons zei ven her
zien. laat. opleven in onze ziel do eerbied voor
heb heilige, laten wij in woord en daad too-
ncn.. dat het goede door ons wordt nage
streefd, laten wij edele menseheu z in, die
deugd on gepaste vroomheid minnen!
Treffend schoon moet hot geweest ziim to
beluisteren den genoeg beleenden goleerde
Pasteur, waar hij, op gevorderden leeftijd nog
eens zijn vaderstad betredend', déze ontboeze
ming slaakt„Beste Vader, goede moedei", al
zijl gij niet meer op aarde, toch zal ik u in.i-
mer dankbaar bTijven gedenken gij toch
waart het. die mij leerdet miin hart rein t»
bewaren
Mij dunkt, d.it is wel het schoonste monu
ment, dat ooit op iemands graf werd opge
richt, als zóó, na ons^verscheidcn, kan spro
ken do dankbare liefde^van ons kind.
„Ons kind" zie het in zoeten sluimer,
't mollig lichaampje onder t wicgcklced ver
scholen, iets van den glans des hemels op 't
«gelaat, iets van Gods vrede spelend om do
lip, dat kind, zoo rein nog en teer, dat niet
weet van do zorgen, veel minder van de zon
den dea- wereld 1 Straks, aanschouw1 nog eens
dat kind, nu grooteT geworden, stoeiend op
uw knie, met dat open oog, waaruit slechts
waarheid straalt, met-dien gullen lach, waar
uit slechts onschuld n tegenklinkt., en dan,
voel iets van wat eens gevoeld moet ziim door
dien kindervriend, die, kinderen zegenend,
sprak „Hunner is het Koninkrijk der He-
miclcni
)Dan, leg ook gij uw hand op dat teedcr
hoofd' en bid, dab „God' uw kind beware, zoo
rein, zoo lief, zoo trouw1
F. W. DRIJVER.
Politiek Overzicht
De lierdeuking vuti Sciiipka.
Vijf-en-twintig jaren geleden was de Schip-
kapas, de bergpas die uit B'tlgarije, van Gar
brovo uit, naar Kazanlik in Oost-Rurnclio
over den Grooten Balkan leidt, maanden ach
tereen het tooneel van een verwoeden strijd in
den oorlog tusschen de Tinken en de Ru-ssen.
Den !7en Juli 1S77 tastten de Russen van het
noorden uit den Sohipkarpas aan, maar wer
den teruggeslagen; den 19en Juli echter
maakte generaal Goerko zich door capitulatie
van de Turksche stelling meester. Van 20 tot
27 Augustus 1877 tastte Suleiman Pacha met
26.500 man de Russen in den Scliipkapas met
grooten nadruk aan en bracht hen in een zeer
ernstigéon toestand, omdait de versterkingen
slechts langzamerhand aankwamen. Het ge
lukte huil echter'alle aanvallen af te slaan.
Ook een nieuwe aanval van de Turken op
den 17en September werd afgeslagen. Den
7cn, Sen en 9en Januari 1878 hadden zeer
hevigo gevechten in het zuiden plaats. De
Russen hadden den Balkan overgetrokken,
waren om de Turksdhe stelling heen getrok
ken en dwongen de Turken onder Weasel
Pacha, 32,000 .man met 93 stukken geschut,
na. hevigen tegenstand bij Schejnowe tot de
capitulatie.
Deze reeks van gevechten, die den oorlog
tot beslissing 'bracht, waaruit de tegenwoor
dige toestand van de Balkan-landen is ont
staan, is in deze en d volgende week bet on
derwerp van een op groote schaal opgezet her
inneringsfeest. Eergisteren is dat feest offi
cieel begonnen met de aankomst va.n groot
vorst Nicolai Nicolajewitsch, als vertegen
woordiger van den Czaar, te Varna, waarheen
ec-n Russisch oorlogsschip hem heeft gebracht.
Hij werd door vorst Ferdinand van Bulgarije
met zijn minister-president- en con lid van het
bureau van de Sobranje begroet en naar Tir-
nowa, de oude Czarenstad, geleid. Van hier
ging de reis naar Grabowoi etn van daar wordt
lieden te paard do tocht naar den Sohipkapaa
ondernomen. Te midden van de Russische
graf- en zege-monun enten wordt het middag
maal gebruikt en tegen den avond dalen de
reizigers den Sckipkapas af naar het kamp bij
hot dorp Schejnowo, waar de nederlaag van
de Turken bezegeld werd. Zondag wordt het
Russische klooster ingewijd' dat ter herinne
ring aan die dagen aan den voet van de Schip-
ka-boogte is geb uwd. Maandag voormiddag
wordt door de troepen de Turksche aan
val en de R uss i sclir-Bul gaarscho verdedi
ging van den Schipkarpas voorgesteldaan
liet einde daarvan wordt een rouwdienst ge
houden voor de daar gevallenen. Den volgen
den dag wordt de flankaanval voorgesteld,
die het Turksche kamp bij Schejnowo dwong
tot de overgave. Woensdag wordt de feestvie
ring besloten met oene .groote parade, gevolgd
door een feestmaal, waarbij toasten zullen
worden gewisseld tusschen den grootvorst en
den vorst en tusschen de ministers van oor
log van Rusland en Bulgarije; dienzelfden
dag nog neemt de Russische grootvorst de
terugreis aan.
Dit programma maakt den indruk, dat er
met groote zorg voor .gewaakt -is, dat deze
feestviering een zuiver militair karakter
draagt en niet- voor poli tick-nation ale mani-
fe^tatiën kan worden gebruikt. Dit feiit is niet
in staat, om de vreugde van do Bulgaren aan
deze feestviering te verhoogen. Misschien zou
de Sobraire de betrekkelijk aanzienlijke kos
ten van dit feest niet eens toegestaan hebben,
wauneer zij bad geweten, dat dit feest zou
verloopen zonder dat er .gelegenheid werd ge
geven onn er politiek» munt uit te slaan. Niet
eens een bezoek van den Russischen grootvorst
te Sofia, de hoofdstad van Bulgarije, is in het
programma opgenomenalleeu graaf Igna-
tiew heeft van den Czaar vergunning beko
men Sofia to beaockon. .liet programma ziet
er uit, alsof er eone groot© Russische inspec
tie over de Bulgaarsche st rijdkrachten gehou
den wordt, waarvan mori vreemde militaire
gevolmachtigden verwijderd gehouden heeft.
Maar Rusland beeft, er voor trachteu te zor
gen, dat Europa geene verontrustende conclu
sion uit dit militaire schouwspel zal trekken.
Reeds voor eenigen tijd heeft hot Russische
departement van buitenlandsohe zaken laten
verkondigen, dat grootvorst Nikolai Nikolaje-
witsch na de groote parade op 1 October naar
dóór
MIL VAN HOORN.
Het auteursrecht is verzekerd.)
IX.
Slachtoffer.
Nummertje 12 moest invallen.
Nummertje 12 was het kort-gedrongen
paard, dat zoo woest sterk was; een
dier: sterke rug, goede beeneu, ruime
veel gratie.
uummertiji 12 was m oeilijk hij
leefde en steigerde. Trokken deed hij niet.
Zoolang het stuk over effen terrein ging, liep
foj ..lijntrekkend" meê zonder eenige inspan-
®ng; zoodra, de bodem wat zwaarder werd'
ook zijn krachten vereischt werden om
le beweging erin te houden en hij daartoe
^ögezet werd, wierp hij zich met een nik in
haam. Kwa m er dan geen beweging, dan
tijgerde hij. omhoog. Op het. 9tijgeren volgde
festal ccn. heftig bokken, en zelden bleef
berijder da-n in den zadel.
Hen enkele maal slechts was hij in het
geprobeerd ;en hoewel he/ti zonder on-
fdukktn was afgeloopen, heette hij toch
'•S^aarlijk in het span".
Daarom deed hij geregeld dienst als rijt-
paaid van korporaal Kam1 manga; die kende
dc gevaarlijke oogenblikken van nummertje
12 en wist er op to blij.en, ook al werd de
sterke rug een paar nialen achtereen vlug
gekromd en weer gestrekt, of al wierp de
voorhand zich driest omhoog.
Wij kennen mekaar, zei Kamiminga,
en liii hield van nummertje 12.
Vandaag echter moest nummertje 12 in
vallen.
Er was een manoeuvre in verbinding met
andere wapens en gelast zoo sterk moge
lijk uitrukken; door het uitvallen van
een paar andere paaiden kwam in een stuk
een, paard te kort.
Wo hadden langen tijd gestaan in colonne
bi» een draai in den weg. Eindelijk kwam
een order„den weg volgen en den zwaren
zandweg rechts inslaan, dan langs den voet
der heuvels, en in het onbedekte gedeelte
zijwaarts in batterij komen."
Toii opgestegen, was, werd voorwaarts ge
reden in, draf, in eèni snel tempo, dat sneller1
nog naar dpn staart d'er colonne zich ver
plaatste.
De zandweg was zwaar, héél zwaar j de ra
deren zakten diep in het mulle zand, hot
tempo verminderdé.
In beweging blijvenroept de sectie
commandant de stukriiders van liet 5e stuk
to:, het stuk waarin nummertje 112 in het
mi delen span gaat. Het was van voel belang
in gang te blijven: als het. hokte, zou het
stuk slechts met groote moeite weêr vooruit
te brengen zijin.; dan zou nummertje 12 wei
geren en danja, dan zou het stuk er
niet komen, zeker niet.
In beweging blijven, toch liep de luite
nant nu nog eens. Toe. middemïjder Zet
op'
Aan het hoofd der colonne gmgen handen
omhoog; men houdt halt.
Wat is er? Kregel klinkt de stem.
-Weet niet, luiitnt.we schijnen ver
keerd tc zijin.
Een luitenant-adjudant is bij den kapitein
aan het hoofd van do batterijmen discus
sieert dat is te zien aan de gesticulaties.
Er valt een kanonschot, bij de tegenpartij.
Wo zijn al ontdekt, zegt de oudste sec
tiecommandant; de voorste stukkeu staan
buiten do heuvels, ïilles is te zien.
Voorwaarts! in drafl
Er wordt aangezet; zwaar zotten, de paar
den zich tegen, den last.
Er komt- beweging in de colonne;
maar het vijfde stuk hokt
Wel wierpen de paarden zich in het haam,
wel zetten de aohterpaardeu met sterk spier-
spannen zich sohrap in hoti zand en duwden
hot lichaam tegen het liaanii in, maar de
radian zitten) diep in heit zware zand; het
at.uk blijft onwrikbaar.
't Gaat ongelijkroept de wachtmees
ter.
Allo, de Vries, zet aan 1 Je karwats, als
ie niet' wil!
Wachtmeester
Stil, zet opT
Dc karwats dreigt; de bespanning zet
nog eens aan. Heit is een oogenblik of er be
weging moet komenalle paarden spannen
zioh in, één 9eoonde, één klein tijdsgedeelte
maar.
Toe, de Vries, toé, jij. moet
Maar do uitroep besterft op de lippen:
nummertje 12 heeft- zioh omhoog geworpen,
niet de voorbeen en vooruitgrijpend.
Laat losschreeuwt de luitenant don
kanonnier toe, die den stangteugel aan
grijpt
Te laat.het cïoode punt werd gepas
seerd, het voorspan wijkt terug en met een
smak vallen kanonnier on paard achterover.
In grooto verwarring ligt het paard in do
bespanning; alle tuigdeolen. verSdhoven en
door elkaar gestrengeld, omwinden het ge
vallen paard. Een wild slaan on wentelen
van feet dier, dat fcidh gevangen voelt tus
schen touwen cn leerwerk volgt; do andere
paarden der bespanning trachten woest uit
een te wijken de kanonnier komt in de wen
teling vrijr kreunend en in elkaar gekrom-
j pen van pijn chuifelt hij naar den weg
kant.
Korporaal Kamniinga lange, droge
oudo-soldaat - - bij hot zien-aankomen-
v-an-gcfvaar van Zn paard gesprongen,
grijpt mi liet hoofd aan. van nummertje 1*2 en
drukt 'het op den grond, oml verder slaan to
beletten. Nu komt er éen oogenblik verade
ming; man kan hot dier nu naderen en
tracht strengen cn ïi-men los t© krijgen: 'I
gaat moeii-lijk een achterbeen zit verward.
Als de vaste strengen eindelijk uitgehaakt
zijn, zegt de wachtmeester:
Laat hem opstaan, dan komt ie van
zelf vrij;. Kamminga laat. bet. paardehoofd
los; onmiddellijk begint het slaan en wen
telen weer.
Dan. ineens, met een fier heffen, van het
hoofd, staat nummertje 12 op. Om hem heen
ratmmelt en kraakt liet, van rekkendo en bre
kende tuigdeelen. Slechts even, heel kort,
blijft, hij staan maar als gevéld, valt hij
voorover nu opnieuw zich verwarrend in da
tuigen.
Póót gdbroken, roept do oud© korpo
raal. rechtervoorbeen.
Nu Was het. duidelijk te zien; erven onder
de knie was het been verbrijzeld, het bot
stak door het vel en langzaam sijpelde bloed
door dc wond. Weer hield Kamminga het
hoofd van het paard op den grond gedrukt
en begonnen stukrijders en, kanonniers de
tuigdeelen los te maken.
Als liet. gelukt is nummertje! 12 vrij to
maken, gaat de bespanning terzijido om voor-
loopig met vijf paarden verderft© gaan en het
stuk in de vuuPfniie te brengen.
Do korporaal krijgt opdracht bij nummer
tje 12 te blijven; er gaan boodschappen naar
den afdeelihgs-oommandant en den paarden
arts.
Als Kamiminga alleen is met liet paard,
iaat hij liet hoofd losnog eens heft num
mertje» 12 zich op en blijft nu ter been; het
gebroken voorbeen hangt slap ternew. Snui
ven en hinnikend speurt liet dier naar do
andere paaiden, die achter eon Iioogterand
oen honderd nieters verder staan.
Het is gedaan, ventje; je bent er ge
weest, hoor, zegt Kamminga, en meteen
klopt hij het) dier liefkozend op den bals.
Achter den hoogterand gaait het boemi-
liocmi van de schijn-schoteii geregeld voort;
er tusschen door knetteren geweerschoten en
rammelen geluiden van aan- cn afrijdende
voertuigen.