r. i8G.
1"* Jaargang.
Woensdag 31 December 1902.
BUITEMigm~
FEUILLETON.
Een Stormvogel.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amerflfoortf 1.25.
Idem franco per post- 1.75.
Afzonderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF fit C°.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
f9.79.
- 0.15.
Van 1—5 regels 4,
Elke regel meer
Groots letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrjjf bestaan voordeelige bepalingen tol
het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Eens
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort,
Gelet op eene missive van den Voorzitter der
«A-iumissio van Onderzoek, ingevolge ark 104 der
1Militicwot.
'Brengt ter openbare kennis, dat de onder-
i staando lotelingen tot het onderzoek naar hunne
militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefend
heid zich moeten aanmelden aan de Infanterie-
kazerno te Amersfoort, op den 7en Januari a. s.,
des voormiddags ten 9i ure.
E. Bekkum 'II. 'Brandsen J. W. Deenik
IV Diomen,A. van Es J. J. Feit en A.
JJagobeuk 'H. de MetterJ. H. K. Ncsenbe-
ïoU'1 T>. v. Nirawegeu W. J. F. A. Ribbe-
rsnkG. Stam; W. G. Verschoof; B. Volp
I' Voskuilen.
Aiuersfoort, den 29. December 1902
Do Burgemeester voornoemd,
WUIJTIER8.
Op de Grens.
„O, lief oud jaar. nu gaat gij van ons
henen.
,Met weemoed zien wij uw verscheiden
aan
„Straks, als ge rijft in de eeuwigheid
verdwenen.
„Is 't of een dierbaar vriend is heen
gegaan
Sollv de Jong.
Indien ooit de mensoh als door een ge»
héimriimigo macht zich voelt aangegrepen,
dan zeker is het op den Oudejaarsavond
Een me des scheidens breekt aan. een goed
vriend', die vele dagen met ons was. dien wijf
leerden kennen en ons vertrouwd!» hadden
geschonken, die getuige was van ons lief en
ons leed, die zag onzen glimlach en onze
tranon, thans is ibJeto oogenblik gekomen
waarop hij ons do hand toesteekt ten af
scheid. ten afscheid' voor inuner! Hoe raS
gaat hij; ons verlaten, hoe gaarne waren wijj
nog langer met hom samengebleven, maai
bij is onverbiddelijk, hij weet. dat zijn ure
is geslagen, geen macht ter wereld, die hem
weerhoudt, vruchteloos zijn onze beden, de
tijd wdeft niet van "stTlsfSaii.
Straks, als de eerste der twaalven zich
doet hoorcn, neemt hij saanii de plooien van
:ft gewaad en tegelijk is hij voor altijd uit
ons oog verdwenen
Is het' wonder, dat deze avond' geien get-
wone a.vond voor ons is. dab wij onwillekeu
rig ons gestemd gevoelen tot ernstige ge
dachten, dat daar meer in hoofd en hart.
omgaat dan gewoonlijk hot geval pleegt te
zijn, dat wij, gelijk een dichter zoo schoon
heeft gezegd, als overstelpt worden d'oor een
gevoel.
„Dat in schreien zich niet uit.
„Ook niet goed: ini zingen
,,DaU geen1 andore taal behoeft
„Dan drie, vier akkoorden,
„En waarvan nog 'ft beste lied,
.,'t Lied 13 zonder woorden'"'.
O. noem ze niet kinderachtig de aandoe
nüigen op dezen laatsten avond van 't weg
stervend jaar, noctmi het niet onmanlijk,
wanneer ik toegeef aan <le opwelling van
deze ernstige ure. Inderdaad er is reeds
sleur-levc'11 genoegen, dat we althans een en
kele maal ons wel uit die sleur mogen los
rukken, 011» zelf bewust van de botcekeniy,
die dezo avond voor ons heeft.
Welsprekender dan ooit Wordt het ons
lieden herinnerd, hoe „uren, dagen, maan
den, jaren vliegen als een schaduw lieön",
hoe daar „geen voetstap is. d!iü beklijft
hoe alles haastig voorbij gaat en ons ont
valt. Of is het niet als ware het gisteren,
dat wo elkaar do hand drukten op don eer
sten dag van 't jaar, en ziet, reeds ia de
laatste gekomen. De eene dag volgde den
andere, du weken verdrongen elkaar waar
zijn zij gebleven de twaalf maandenach,
„Eer wij hun naadring ontwaren,
„Weven de rustloozo jaren,
,.'t Wel» onzer jonkheid hier af
,,Ein tusschero tranen en lachjens,
„Stormen en zonnige dagijens,
„Spoeden wij voort naar ons graf!''
Maar wat. or voorbijgaaf. de herinnering,
zi' blijft. Zij is het dam ook, die op dezen
avond zich neerzet aan onze zijde en, terwijl
onze hand rust in de hare, voert, ze ons nog
eens langs den weg, dien wij gekomen zijn,
staat, nu en dhn even met. ons stil bij zoo
menige getwijde plek. laat ons nog eens aan
schouwen een vriendelijk aangezicht, toovert;
eeu lach ons om. de lip of roept, iu ons oog
te voorschijn een traan.
Bii' nog genieten wij van den geur der
bloemen, die daar eenmaal bloeiden in. dé
ga/arde onzes levens, wij denken nog even
aan al het goede en lieflijke, waarmede wij
werden verkwikt, wij moeten ook denken
aan en t is als voelen wij opnienw de smart-
van verijdelde wenschen, vervlogen idealen,
onverhoorde beden.
Dagen, in liet boek onzer gedachtenis ge
merkt met gouden ster. sprekend1 van blijd
schap en. geluk, worden nog oetns door ons
doorleefd, met weemoed in 't. hart toeven
vi« een wijfe, waar een kruis aanwijst do
plok eeni voor altijd begraven schat) 't is
zooals onze Ten Kate ergens zegt
„Dagen der dagenVergoten? U? Noeni
„U grift de Trouw dat Geheugen
van 't harte
..Diep iu don zark van 't gestorven
Verleen
Eer. mengeling van gedachten Wart op de
zen avond door onzen geest, verschillende
gevoelens verdringen zich in <>113, we konion
al meer onder den indruk vam het oogeiv
(blik ;wie kan lust hebben in dansen en prc-f/
m5keu'; op OncTcjaaxsavond "dan, "oer de
torenklok haar twaalven dreunt, wij treden
naar buiten, omhoog naar do sterren blikt-
ons oog, cm 't daalt- als stille vrede in ons
neer': „Die aan de zonnen wijst loop en
baan, zal ook do Wegen 1 kennen, waarlangs
mijn voet moet. gaan
Dank baai" voor wat wijt genoten, berue»
(Jcn.de in wat wij lijden moesten, vindt do
Oudejaarsavond ons met een lied des ver-
trouwens op de lip en een gevoel van vrede
in heft hart, en wij grijpen straks de hand
tier onzen, uitsprekend dt beste wenschen
voor lnrn geluk, zelf bezield met het heilig
voornemen. Waar immer mogelijk, dat ge
luk te zullen bevorderen met allo macht,
die in ons is, dóarin vindend vergoeding vam
mogelijk goniis. daardoor winnend rijkdom
aan geluk, cf&armeê gevend wijding aan el-
kén dag san leven, die ons nog toebedeeld
is.
Staande op de grens van 't jaar is 't of wij
ons eenzaam», verlaten gevoelen een goed
vriend gaai van onze zijde, een vreemdeling
treedt, ons nader om biedt ons zijn geleide
aan En laten wij. 'ft maar eerlijk bekennen,
'L is niet zonder een 1 ge schuchtere terughou
dendheid, dat wc ons aan hém overgeven
Wait, houdt, hiii onder zijn wijdgcplooidon
mantel voor ons verborgen, welke wegen
denkt hij met ons te gaan, waarheen zal bij
0113 leiden, zal t zijn een wandelen op rozen
of zal 't misschien: een weg met hindernis
sen cn struikelblokken zijn, dien wij heb
ben to bot roden Zal hij ons komen brengen
vergoeding voor geleden smart of zal hij
ons doen boeten voor* de op nua geladen
schuld, rullen door hem eindelijk in vervul
ling gaan lang gekoesterde verwachtingen o£
zal hij in duigen kome® wierfien onze welbe
raamde plannen Deze en. dergelijke vragen
komen in ons op en houden onze aandacht
bezig. Waar wii zoo juist nog klaagden o-veir
't snel voorbijgaan van den tijd, daar zouden
wij nu zijl» tred nog wel verhaasten willen,
om, inaar to mogen weten, wat, de toekomst
ons brengen zal
Laaf, ons verstandig zijn, iaat ons gedul
dig afwufchten <fe dingen, die komen zullen,
laat ons gelooven in de boekomst, ons ver
trouwen schenken aan den onbekende, als
verwachtende van hem niet, anders dan dat
hij 'b goed met, ons mccneu zal. Met. liefde
aanvaarden wij opnieuw onze levenstaak. Wij
aanvaarden ook het, lot, dalt, over ons bo
schikt is. E11 immers, Zéoaila De Genesbeft
zoo 111001 heeft
„een doel ligt ons voor.
„En worstlende winnen wij krachten,
„En dwalende vinden wij 't spoor!''
Daar wacht in 't nieuwe jaar ons nieuwe
zegen, beginnen wij niet nieuwen lust
daar zullen komen nieuwe zorgen, scehppen
wij dan nieuwen moed wijt gaan langs
nieuwe wogen, voeden wij, thans nieuwe
liope wie ontmoeten, zeker nieuwe hinder
palen, gorden wij ons aan met nieuwen
moed er wacht, ons een nieuwe taak, Iaat
0113 dan vervuld zijn van nieuwe kracht!
Ja, ook en vooral daarop komt het aan,
dat wij waardiglijk innemen dc plaats, die
ons is aangewezen, dat wij naar behooren
ouzo roeping vervullen, ons zelf volmakend,
de volmaking tier menschlieid bevorderend.
Lang reeds ziet de wachter op do muren,
clu vraag: „aeli, wanneer komt de dag? is
ook tot ons gericht, en „wee, indien door
ouzo schuld de nacht, bleef duren!'
Wij staan op de- grens van con tijdsnode,
d. i. ook op de grens van eon 1 cvonsperiode,
cii dalt geeft,'ons aanleiding" ceil oogenbtik:
toeven, ten einde ons zelf rekenschap te ge
ven van de beteekenis er van. Zóó doen wij'.
01 anderen er ook zoo over denken, of zijl
ook hedenavond: gevoelen iets vatn hetgeen
er omgaat/ in onw? De gedachten' en overleg
gingen dor 111 ensclien loopen wijd uiteen,
„als twee hetzelfde doen, is heft nog niet- het
zelfde", geldt, zeker ook van het staan op
en overschrijden van dc grens, die oud- en
nieuwjaar scheidt. Beluisteren wij ten slotte,
wat hier en daar in de harten omgaat.: De
on ver 8chiliilga spreekt: ..Belache
lijk om zooveel drukte te maken van
dezen avond, alsof hij! niet, precies is als
elke andere waar de menschen zich al nicft
door opwinden, laten, ft is maai- mooi gemak
kelijk als liet- jo allemaal even koud laat;
oen .Miidcr moge zich voor mijn part warm
maken, ieder beeft nu eenmaal zoo zijn eigen
liefhebberij, ik voor mij houd er die fraltsen
niet op na, ha, ha. ha
Do gevoel i g e „Wat wonder gevoel
maakt zich van mij meester, het van mij af
te zetten is onmogelijk, de ernst vani't. oogen
blik grijpt mijl aan, ik zou juichen cn tege
lijk schreien kunnen; zoovoel goods mocht
ik ervaren op den afgclegdeu weg, soms ont
moette ik ook het kwade, veel heb ik be
leefd. veel weer geleerd'; hoe zou 't anders
kunnen of op dezen avond gaïin wc nog eens
langs den afgelegden weg, hier brengen een
offer van dank, daar plengend een traan vau
smart, o zoete herinnering, laat nog ccn3
mij doorleven het lief 011 gedenken het leed,
ik voel, zoowel het een als liet ander, doeft
uiij aan 't harte zoo goed
Du ongelukkige: Hoeveel smart
moest ik lijden, hou menige ramp kwam mij
treffen, wat heb ik soms vurig gebeden, dat
elke dag. die weer voor mij kwamen aaJibre-
ken, mijl» laatste mocht zijnJ/rtfUbtt. ik
nog do hoop gevoed in 't hart, nu is "t of al
mijn geesteskracht is verlamd, al mijn le
vensmoed is uitgeput. God, zal 't nieuwe jaar
boter voor mij zijn, mij brengen schadeloos
stelling voor geleden leed, zal ik nog hopen
durven, dab ook voor mij, als de nood op 't
hoogst/ is, de redding nabij zal zijn..
Oudejaarsavond, wat zijt. gij wreed, gij, diu
opnieuw de nog schrijnende wonden, door
'ft lot mij geslagen, komt. openrijten, voor
mij is ieder der twaalven als oen scherpe
vlijm, gaande door de ziel, o God. God. ik
kan niet meer!"
De gelukkige: „Gegroet, gij heerlijke
avond, die tot. mij komt met duizend zoete
herinneringen aan genoten vreugd, gesmaakt
geluk, aan voorspoed en zegen Ben weldoe
ner waart gij miji. haast, vervlogen jaar!
Ja, zóó is 't een genot to leven, jammer al
leen, dat zoo'n jaar zoo kort is 1
Ik zou 't willen uitjubelen op dc straten,
ik zou liet willen toeroepen aau allen het
leven is- schoon, als liet sterremheir aan den
hemel zijn de zegeniugou, die do aardé ons
biedt, juicht allen, juicht!'
De materialist: ,,'t- Gaat alles voor
bij. dat is do Weft van het stof, het oene jaar
voor, hot andere na. met al wat zo ons ga
ven aan mooi on lcelijkkorter of langer
tijd nog en ook het uur onzer ontbinding is
daar. dan is alles afgeloopenmen mag het
vervelend vinden, maar 't is onvermijdelijk.
Woes in elk geval zoo verstandig en maak
het u. zoolang go hier zijt, zoo goed moge
lijk jongens jas laat ik mijn bookon eens
voor don dag halen, hoe staat/ van avond' do
ballans? Dat is toch' oigcidjik do spil, waar
alles omi draait
Do-geLoavigö: Ww een jaai ver
zonken in der eeuwen nacht, maar "t. blijft
ons toegerekendheb ik met dit jaar mijn
winst gedaan, heb ik gewoekerd met de ta
lenten, door den grooften rentmeester mij
toevertrouwd, beu ik' een beter monsch ge
worden, heb ik zegen verspreid, verspreid in
do levens ya» anderen?.. en wat betreft,
hetgeen nüj dit jaar wedervar011 is, o.
zeker, daar was in den levensbekey ook nu
gemengd bitter en zoet, eer» kruis soms op
mijn weg. maar ziet., 'b geloove vlocht er ro
zen aaner was toch ook bovendien zooveel
goeds, dat ik onverdiend mocht genieten.
{Staande aan dc grens van liet. scheidend
jaar, terugziende op den afgedegden weg,
weet ik niet beter to doen, dan, oer straks,
do twaalven hun klank doen hooren, nedci
te knielen en te stamelen het. woord van dien
vrome uit de oudheid „.Do Heer heeft ge
geven, do Heer heeft genomen, de naam des
Hoeren zij geloofd''
Ben jaar heeft wéér zijn loop volbracht,
een oogenblik hebben wij stilgestaan om tot
ons zelf in. te koeren, een emstigo gedachte
hield ons bezig - liet leven echter laat ona
geen rust, voort, voort, heet liet, op uw weg,
d<* onbekende toekomst, het nieuwe jaar
wacht, neen» afscheid van liet oude!
„O, lief oud jaar, uw zon .heeft, ous bc»
schenen,
„Gij zijt ecu rcize met ons meegegaan;
^,Gij zaagt don vrcugdclach, gij zaagt.
0113 weenen,
„Maar meestentijds hebt gij ona welge
daan.
I „Uw stonde naakt; toch zijit, gij met.
ons leveh
„Vei-eouigu voor altijd, o, lief, oud jaar.
„Gij leeft niet) ons 1111 in herinnormgs-
dreven,
„Bn schooner, ja, geheiligd, zien we u
daar!"
F. W. DRIJVER.
Woor.lcn van Selly de Jong.
Politiek Overzicht
De reie van graaf Lamedorff.
Het schijnt misschien eenigezins vreemd,
dab graaf Lamsdorff, da Russische minister
van 'buitenlandsche zaken, do week tusschen
Kerstmis on, Nieuwjaar, wanneer in allé re-
geeringsbureau's de zaken plegen te rusten,
heeft uitgekozen, voor zijne rondreis in, dé
Balkanlanden, om te eindigen te Weenen.
waar hij gisteren is aangekomen. Maar do
Kerstweek valt in Rusland dertien dagen la
ter dan iu westelijik Europa; dc Russische
staatsman stoort dus zijne eigen rust niét.,
maar die van. anderen.
Er wordt aan deae reis nog a.l gewicht ge-
heoht, cn zeker niet ten onrechte. Do Peters-
burgskija Wjcdomosti, het orgaan van vorst
Uchtouisky, bespreekt het doel van de reis
in verband met de Oostenrijksch-Russische
Balkan-entente en zegt daarvan„Vorst Lo-
banow heeft in de Russische politiek tegen
over Oostenrijk-Hongarije de beginselen uit
de regeeringatijden. van de Czarinnen Elisa
beth cm Katharina hersteld. Rusland is ge
lukkig zijn plicht tegenover de Balkanlanden
tc hebben vervuld; heb wenacht nu, dat de
golöofo- on bloedverwante volken zich vrij en
zonder belemmering mogen ontwikkelen. Do
overeenkomst met Oostenrijk-Hongarije zal
daarom op geeno wijze de vrije ontwikkeling
vam do Balkanvolken belemmeren. Heft hoofd
doel van deze overeenkomst 13 do handhaving
van den Status quo en van de rust op den,
Balkan. Daar echter de door de Porto toege
stane hervormingen voor Macedonië onvol
doende zijn, zal de taak, dio de Oostenrijjksch-
Russisc.ho Balkan-entente vooreerst heeft te
vorvullcn, zijn hervormingen voor tc stellen,
die in staat zouden, zijn eene werkelijke ver
betering van den toestand in: Macedonië t,e
verkrjjgen."
Dat. daarvoor krachtig ingrijpen noodeake-
lijk i», wordt door- niemand, beIwijfold. Bene
bevestiging daarvan levert ook eene corres
pondentie uit Belgrado aan, do Neue Freie
Pressc, waarin wordt gezegd „Heft is thans
geen geheim, dat do keizerlijke iradé, waar
mede de Sultan hervormingen in het Mace
donische bestuur bevolen heeft, langs den
gcheelen Balkan en inzonderheid: in Servië en
Bulgarije met zeldzame onverschilligheid
wordt opgenomen. Niet omdat er klank ont
brak aau do beloofde hervormingen, ook niet
omdat ze, wanneer zij mohteu worden uitge
voerd, als ongeschikt werden beschouwd om
eene verbetering van de troostclooze bestuurs-
tocstand iu de veel betwiste provinciën te ver
krijgen, maar voornamelijk omdat dergelij
ke, onder don druk der omstandigheden ver-
32 Uit het Zweedse,h
vis
AXEL LUNDEGARD.
Nu had de Minister van Finanoiën iu a/lles
toegestemdzoowél in de ondersteuning van
Ween ens belegeraars aJs in die van de ver
dedigers der ptad. Zoodoende was liét. recht
van bestaan van beide partijen, als het ware,
erkend. Maar wie dezer twee hadden het wet-
tig gezag op 'hunnd hand?
Theoretisch was de zaak moeilijk te beslis
sen maar in de practijk werd de kwestie al-
due beantwoord dat men voor de overwin
naars bukte
Midderwiil ont-ftond er uit die verwar
ring van. denkbeelden een algemeen demorali
satie Het onderdanig kruipen voor de over
winnaars uitte rich in de walgelijkste vor
men weldra waren er spionnen in elk huis.
Wij behoorden, zooals ge begrijpt, tot. die
genen die om hunne vrijzinnige ideëen ge
wantrouwd werden cn die tengevolge liet erg
ste te duchten hadden Hierbij kwam nog
dat het gerucht spoedig verspreid werd van
het verblijf vain dr. Sehiittc in ons i»uis. Wij
hadden "besloten, hem niet in den steek te
laten, 71U wij er hem toe hadden overgehaald
*ich niet zelf aan, tc geven. Van het oogen
blik af dat vorst Windischgratz begonnen
was de stad tc bom bardeeren was dc Storm
vogel zeer verstandig binnen, dc muren.' ge
bleven. Op onze dienstboden konden wij re
kenen, dait wisten wij. Maar was dit voldiocn
de? Indie^ men hem' hier vond zou dc toe
stand voor ons niet. veel aangenamer z»jn
dan voor hém. De proclamaties van den dic
tator waren, diiSdélijkide atrciigslo straf
zoude worden toegepast, op een iedor die dc
veroordeelden, met raad of daadl hielp 0111
aan den schei-preeihbér te ontkomen. En, met
die bedreiging viel nieft tc gekscheren!
R jeds den 9. Nm eönber werd Robert Bluin
doodgeschoten, zonder zijne onschendbaarheid
als afgevaardigde van liet Frankfortsche par
lement in aanmerking ie nemencn den 14.
van diezelfde mmuid' t-of den commandant.
fessen hauscr hef wdfde lot. Do zo liad het
Kcizerlijik paleis tegm de plundering van
het gemeen beschermd hij had gelet, dat do
<-*aa<skas ru dc ridta-kTeimxlicn naar Pres
burg gebracht werdén ei hij' had, volkomen
rekenend op ziin goed recht, zich vrijwillig
in do liandcu zijner beulen overgegeven
H'werd ter dood veroordeeld.
Feu dopntoKiïe van den Oosteciriilkfioeu
T.a"ddag werd nan <ku Keizer afgezonden ei»
dc7C zou ongetwijfeld' zijne vridating hebben
l>ew'pr>lcl. Maar vorst WindiwcliPTatz aette
vaart aohter de1 uitvoering van ziin vonnis
en toen de mannén van den Landdag einde
lijk bit den Keizer werden toegelaten, was
lic+ laat.
Het was al tc duidelijk, dat het met Dr.
Schutte den zelfden weg zoude zijn opgegaan.
Voorloopig was hij nog iu veiligheid. Mime
moeder had met sommigen der kameraden
van mijn overleden, vader do kennis weder
opnieuw aangeknoopt. Zij had hierbij dë
mogelijkheid om door (usschenikomst dezer
heerci) middelen voor Dr. Schütfes plan to
vinden, op het- oog, De Stormvogel wiildc
Weenen verlaten.
Hij hield vol dat. de brutaalste manier do
beste was cn hij wilde «-nvoudig met den
spoortrein vertrekken "Maar wij hoorden
spoedig, dat alle vertrekkende treinen aan
cn zeer streng onderzoek onderworpen wor
den om de stad Ie verlaten moest men be
paald van een bijzondere, niinistetrieelo toé-
stemming voorrien rijn van eeu soort, van
paspoort, «lat oj) naam van dun loondor af
gegeven werd
Het mocht mijne moeder gelukken oen
zoodanigen geleid-brief, op naam van den „in-
ministerieelen dienst reizenden MüHer" voor
h«m té verkrijgen e-' thans hiléef er voor dr
Bchiitto' alleen: nog het, bezwaar over om on
gehinderd en' onopgemerkt ons huis te ver
laten.
Wij meenden f** hebben gezien dat ons huis
zij liet, ook op 7okcwn afstand, lxnvaakt werd
e-i dc.o wavrreminlSf Werd) rd^ds b«ve«tivd on
den dag na dien waarop mijne móéder met-
li et', paspoort, tliuis gekomen was. Toen zagén
wij namelijk plotseling een ongewone druktv
in do straat, juist voor het huis waarin w-tij
woonden. Keu^ patrouille mkt»» aan blik
baar zou er bij ons eeno huiszoeking plaats
hebben.
Wal nu te doen
Ti id toit vele overtvegingen haddén wi niet
In on?'1' ontvangkamer stond ren oudor-
wotsche. g.'ooto carabóhot deksel, of liever
dc beklemde z'tt.ing. kon er af genomen wor
den cn daaronder was dm voldoende ruimte
voor een man om in to liggen, zonder zich al
to ongemakkelijk tu behoeven *e wringen
In een ommezien wa« het. deksel eraf. Alle
do kleedinlgrtukken van dr. Schiitte w«rden
achteloos erin geworpen cn er boven op nam
hijzelf plaat» lang uitgestrekt met zijn
wandelstok n-iaet, zioh.
Het deksel werd er weder opgelegd. TTpI
geheel was liet werk van een paar seconden
Geen spoor van een verdacht persoon was
meer in onze vredige woning te ontdekken.
Mijne moeder ging, zeer bedaard, met haar
breikou# in de hand op de canapé zitten.; pn
op do stoelen voor dé canapé-tafel aaten Ber
tha on ik. beide druk mot. ons naaiwerk bo
zig Was het wel mogelijk eon rustiger tafe
reel van huiselijkheid voor de oogon van eén
zoekend politie-agent to brengen?
Tk zag mijne moedor on Bertha beur tol ing
aan. met. een gevoel van lmoge bowondbring
voorde vrouwelijke kunst om oomedie te spe-
1en. Geen zweem van ongerust heid wan op die
beide aangezichten tc ontdekken elke ge
laatst rek sprak van d«m vrede die een goed
geweten ons verleent. Tk ontving een indruk
dat het er nu eohecl van afhing da» ik mijne
tegenwoordigheid van geest zoo good bewaren
zoude of dr. Sehiittc al dn 11 niet gered werd.
Tk haalde een zaksjhegcltje tb voorschijn,
keek daarin cn lachte zeer vergenoegd tegen
miin eigen beeld.
Br word aan de portaaldeur gescheld. Toen
het een oogenblik duurde eer er wend openge
daan. hoorden wij den ongeduldigcn agent
van politie met zijn vuist op de buitendeur
slaan en de welbekende woorden„Tn naam
der wet. doe openklonken ons tegemoet.
De meid deed open en dc agenten van po
litic traden in huis, Wii hoorden den hoofd
agent eenige voorbereidend© vragen tot do
dienstboden richten cn hoe ook dezen plech
tig verzekerden, dat er geen vreemdeling hier
in huis wa&. Toen verzocht hij mot mevrouw
zelf te mogcn spreken. Mijne moedei' stond
bedaard op om h'em to ontvangen ou hij
kwam binnen. "Do anderen bleven voorloopig
°p het, portaal. Tk hoorde dat ccn van hen
papa's kleedkamer open deed en daarbinnen
scharrelde
Dé hoofdagent, van jroliltie was eén, boven
verwachting beleefd' man. Hij verzocht, hem
zijn onbescheiden indringen niet. ten kwade
te duiden, maar, niet waar. liij moeeft aan.
rijno inwtrnoties gevolg geven en ziin plicht
doen in den dienst. Me» had op het bureau
van politic een aangifte» gedaan, met do me
dedeel ing dat du zoo ijverig gezochte" doctor
Schütto liier i" dit huis verborgen wa^. De
hbtronwlwarlieidi van den aangever Was bovep
eiken twijfel verheven daarom liet hij hét.
aan mevrouw over zelf te beoordeelen, of heb
niet verstandiger wezen1 zmidö. dadelijk rond
uit tcJ zeggen waar dr Schütt-' verscholen/ zat-
want. a.nderz zou hij nnmiddelbik tot eené
huiszoeking moeten overgaan boe onaanga-
nanm hij dit vinden zoude, Lolioefdo liij zekér*
niet te herhalen.
Mime moeder antwo»nxlde. datd«wftor Sohiit-
ti»' wol' af en toé eon' hezook bij ons had nfg,-
legd. maar dat zij nu, tot haai- groot lecdwo-
jku. sedert lang niets moer van het, bemin
nelijk jongménsch ha/1 vernomen. Zij "kon
belaflo. niot met eenige inlichtingen van
dienst rijn.
WorÜt ttrtolffd.