r. i8G. 1"* Jaargang. Woensdag 31 December 1902. BUITEMigm~ FEUILLETON. Een Stormvogel. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Amerflfoortf 1.25. Idem franco per post- 1.75. Afzonderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiën, raededeelingen enz., gelieve men vóór 10 nnr 's morgens bij de Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF fit C°. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN f9.79. - 0.15. Van 1—5 regels 4, Elke regel meer Groots letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrjjf bestaan voordeelige bepalingen tol het herhaald adverteeren in dit Blad bjj abonnement. Eens circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester der gemeente Amersfoort, Gelet op eene missive van den Voorzitter der «A-iumissio van Onderzoek, ingevolge ark 104 der 1Militicwot. 'Brengt ter openbare kennis, dat de onder- i staando lotelingen tot het onderzoek naar hunne militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefend heid zich moeten aanmelden aan de Infanterie- kazerno te Amersfoort, op den 7en Januari a. s., des voormiddags ten 9i ure. E. Bekkum 'II. 'Brandsen J. W. Deenik IV Diomen,A. van Es J. J. Feit en A. JJagobeuk 'H. de MetterJ. H. K. Ncsenbe- ïoU'1 T>. v. Nirawegeu W. J. F. A. Ribbe- rsnkG. Stam; W. G. Verschoof; B. Volp I' Voskuilen. Aiuersfoort, den 29. December 1902 Do Burgemeester voornoemd, WUIJTIER8. Op de Grens. „O, lief oud jaar. nu gaat gij van ons henen. ,Met weemoed zien wij uw verscheiden aan „Straks, als ge rijft in de eeuwigheid verdwenen. „Is 't of een dierbaar vriend is heen gegaan Sollv de Jong. Indien ooit de mensoh als door een ge» héimriimigo macht zich voelt aangegrepen, dan zeker is het op den Oudejaarsavond Een me des scheidens breekt aan. een goed vriend', die vele dagen met ons was. dien wijf leerden kennen en ons vertrouwd!» hadden geschonken, die getuige was van ons lief en ons leed, die zag onzen glimlach en onze tranon, thans is ibJeto oogenblik gekomen waarop hij ons do hand toesteekt ten af scheid. ten afscheid' voor inuner! Hoe raS gaat hij; ons verlaten, hoe gaarne waren wijj nog langer met hom samengebleven, maai bij is onverbiddelijk, hij weet. dat zijn ure is geslagen, geen macht ter wereld, die hem weerhoudt, vruchteloos zijn onze beden, de tijd wdeft niet van "stTlsfSaii. Straks, als de eerste der twaalven zich doet hoorcn, neemt hij saanii de plooien van :ft gewaad en tegelijk is hij voor altijd uit ons oog verdwenen Is het' wonder, dat deze avond' geien get- wone a.vond voor ons is. dab wij onwillekeu rig ons gestemd gevoelen tot ernstige ge dachten, dat daar meer in hoofd en hart. omgaat dan gewoonlijk hot geval pleegt te zijn, dat wij, gelijk een dichter zoo schoon heeft gezegd, als overstelpt worden d'oor een gevoel. „Dat in schreien zich niet uit. „Ook niet goed: ini zingen ,,DaU geen1 andore taal behoeft „Dan drie, vier akkoorden, „En waarvan nog 'ft beste lied, .,'t Lied 13 zonder woorden'"'. O. noem ze niet kinderachtig de aandoe nüigen op dezen laatsten avond van 't weg stervend jaar, noctmi het niet onmanlijk, wanneer ik toegeef aan <le opwelling van deze ernstige ure. Inderdaad er is reeds sleur-levc'11 genoegen, dat we althans een en kele maal ons wel uit die sleur mogen los rukken, 011» zelf bewust van de botcekeniy, die dezo avond voor ons heeft. Welsprekender dan ooit Wordt het ons lieden herinnerd, hoe „uren, dagen, maan den, jaren vliegen als een schaduw lieön", hoe daar „geen voetstap is. d!iü beklijft hoe alles haastig voorbij gaat en ons ont valt. Of is het niet als ware het gisteren, dat wo elkaar do hand drukten op don eer sten dag van 't jaar, en ziet, reeds ia de laatste gekomen. De eene dag volgde den andere, du weken verdrongen elkaar waar zijn zij gebleven de twaalf maandenach, „Eer wij hun naadring ontwaren, „Weven de rustloozo jaren, ,.'t Wel» onzer jonkheid hier af ,,Ein tusschero tranen en lachjens, „Stormen en zonnige dagijens, „Spoeden wij voort naar ons graf!'' Maar wat. or voorbijgaaf. de herinnering, zi' blijft. Zij is het dam ook, die op dezen avond zich neerzet aan onze zijde en, terwijl onze hand rust in de hare, voert, ze ons nog eens langs den weg, dien wij gekomen zijn, staat, nu en dhn even met. ons stil bij zoo menige getwijde plek. laat ons nog eens aan schouwen een vriendelijk aangezicht, toovert; eeu lach ons om. de lip of roept, iu ons oog te voorschijn een traan. Bii' nog genieten wij van den geur der bloemen, die daar eenmaal bloeiden in. dé ga/arde onzes levens, wij denken nog even aan al het goede en lieflijke, waarmede wij werden verkwikt, wij moeten ook denken aan en t is als voelen wij opnienw de smart- van verijdelde wenschen, vervlogen idealen, onverhoorde beden. Dagen, in liet boek onzer gedachtenis ge merkt met gouden ster. sprekend1 van blijd schap en. geluk, worden nog oetns door ons doorleefd, met weemoed in 't. hart toeven vi« een wijfe, waar een kruis aanwijst do plok eeni voor altijd begraven schat) 't is zooals onze Ten Kate ergens zegt „Dagen der dagenVergoten? U? Noeni „U grift de Trouw dat Geheugen van 't harte ..Diep iu don zark van 't gestorven Verleen Eer. mengeling van gedachten Wart op de zen avond door onzen geest, verschillende gevoelens verdringen zich in <>113, we konion al meer onder den indruk vam het oogeiv (blik ;wie kan lust hebben in dansen en prc-f/ m5keu'; op OncTcjaaxsavond "dan, "oer de torenklok haar twaalven dreunt, wij treden naar buiten, omhoog naar do sterren blikt- ons oog, cm 't daalt- als stille vrede in ons neer': „Die aan de zonnen wijst loop en baan, zal ook do Wegen 1 kennen, waarlangs mijn voet moet. gaan Dank baai" voor wat wijt genoten, berue» (Jcn.de in wat wij lijden moesten, vindt do Oudejaarsavond ons met een lied des ver- trouwens op de lip en een gevoel van vrede in heft hart, en wij grijpen straks de hand tier onzen, uitsprekend dt beste wenschen voor lnrn geluk, zelf bezield met het heilig voornemen. Waar immer mogelijk, dat ge luk te zullen bevorderen met allo macht, die in ons is, dóarin vindend vergoeding vam mogelijk goniis. daardoor winnend rijkdom aan geluk, cf&armeê gevend wijding aan el- kén dag san leven, die ons nog toebedeeld is. Staande op de grens van 't jaar is 't of wij ons eenzaam», verlaten gevoelen een goed vriend gaai van onze zijde, een vreemdeling treedt, ons nader om biedt ons zijn geleide aan En laten wij. 'ft maar eerlijk bekennen, 'L is niet zonder een 1 ge schuchtere terughou dendheid, dat wc ons aan hém overgeven Wait, houdt, hiii onder zijn wijdgcplooidon mantel voor ons verborgen, welke wegen denkt hij met ons te gaan, waarheen zal bij 0113 leiden, zal t zijn een wandelen op rozen of zal 't misschien: een weg met hindernis sen cn struikelblokken zijn, dien wij heb ben to bot roden Zal hij ons komen brengen vergoeding voor geleden smart of zal hij ons doen boeten voor* de op nua geladen schuld, rullen door hem eindelijk in vervul ling gaan lang gekoesterde verwachtingen o£ zal hij in duigen kome® wierfien onze welbe raamde plannen Deze en. dergelijke vragen komen in ons op en houden onze aandacht bezig. Waar wii zoo juist nog klaagden o-veir 't snel voorbijgaan van den tijd, daar zouden wij nu zijl» tred nog wel verhaasten willen, om, inaar to mogen weten, wat, de toekomst ons brengen zal Laaf, ons verstandig zijn, iaat ons gedul dig afwufchten <fe dingen, die komen zullen, laat ons gelooven in de boekomst, ons ver trouwen schenken aan den onbekende, als verwachtende van hem niet, anders dan dat hij 'b goed met, ons mccneu zal. Met. liefde aanvaarden wij opnieuw onze levenstaak. Wij aanvaarden ook het, lot, dalt, over ons bo schikt is. E11 immers, Zéoaila De Genesbeft zoo 111001 heeft „een doel ligt ons voor. „En worstlende winnen wij krachten, „En dwalende vinden wij 't spoor!'' Daar wacht in 't nieuwe jaar ons nieuwe zegen, beginnen wij niet nieuwen lust daar zullen komen nieuwe zorgen, scehppen wij dan nieuwen moed wijt gaan langs nieuwe wogen, voeden wij, thans nieuwe liope wie ontmoeten, zeker nieuwe hinder palen, gorden wij ons aan met nieuwen moed er wacht, ons een nieuwe taak, Iaat 0113 dan vervuld zijn van nieuwe kracht! Ja, ook en vooral daarop komt het aan, dat wij waardiglijk innemen dc plaats, die ons is aangewezen, dat wij naar behooren ouzo roeping vervullen, ons zelf volmakend, de volmaking tier menschlieid bevorderend. Lang reeds ziet de wachter op do muren, clu vraag: „aeli, wanneer komt de dag? is ook tot ons gericht, en „wee, indien door ouzo schuld de nacht, bleef duren!' Wij staan op de- grens van con tijdsnode, d. i. ook op de grens van eon 1 cvonsperiode, cii dalt geeft,'ons aanleiding" ceil oogenbtik: toeven, ten einde ons zelf rekenschap te ge ven van de beteekenis er van. Zóó doen wij'. 01 anderen er ook zoo over denken, of zijl ook hedenavond: gevoelen iets vatn hetgeen er omgaat/ in onw? De gedachten' en overleg gingen dor 111 ensclien loopen wijd uiteen, „als twee hetzelfde doen, is heft nog niet- het zelfde", geldt, zeker ook van het staan op en overschrijden van dc grens, die oud- en nieuwjaar scheidt. Beluisteren wij ten slotte, wat hier en daar in de harten omgaat.: De on ver 8chiliilga spreekt: ..Belache lijk om zooveel drukte te maken van dezen avond, alsof hij! niet, precies is als elke andere waar de menschen zich al nicft door opwinden, laten, ft is maai- mooi gemak kelijk als liet- jo allemaal even koud laat; oen .Miidcr moge zich voor mijn part warm maken, ieder beeft nu eenmaal zoo zijn eigen liefhebberij, ik voor mij houd er die fraltsen niet op na, ha, ha. ha Do gevoel i g e „Wat wonder gevoel maakt zich van mij meester, het van mij af te zetten is onmogelijk, de ernst vani't. oogen blik grijpt mijl aan, ik zou juichen cn tege lijk schreien kunnen; zoovoel goods mocht ik ervaren op den afgclegdeu weg, soms ont moette ik ook het kwade, veel heb ik be leefd. veel weer geleerd'; hoe zou 't anders kunnen of op dezen avond gaïin wc nog eens langs den afgelegden weg, hier brengen een offer van dank, daar plengend een traan vau smart, o zoete herinnering, laat nog ccn3 mij doorleven het lief 011 gedenken het leed, ik voel, zoowel het een als liet ander, doeft uiij aan 't harte zoo goed Du ongelukkige: Hoeveel smart moest ik lijden, hou menige ramp kwam mij treffen, wat heb ik soms vurig gebeden, dat elke dag. die weer voor mij kwamen aaJibre- ken, mijl» laatste mocht zijnJ/rtfUbtt. ik nog do hoop gevoed in 't hart, nu is "t of al mijn geesteskracht is verlamd, al mijn le vensmoed is uitgeput. God, zal 't nieuwe jaar boter voor mij zijn, mij brengen schadeloos stelling voor geleden leed, zal ik nog hopen durven, dab ook voor mij, als de nood op 't hoogst/ is, de redding nabij zal zijn.. Oudejaarsavond, wat zijt. gij wreed, gij, diu opnieuw de nog schrijnende wonden, door 'ft lot mij geslagen, komt. openrijten, voor mij is ieder der twaalven als oen scherpe vlijm, gaande door de ziel, o God. God. ik kan niet meer!" De gelukkige: „Gegroet, gij heerlijke avond, die tot. mij komt met duizend zoete herinneringen aan genoten vreugd, gesmaakt geluk, aan voorspoed en zegen Ben weldoe ner waart gij miji. haast, vervlogen jaar! Ja, zóó is 't een genot to leven, jammer al leen, dat zoo'n jaar zoo kort is 1 Ik zou 't willen uitjubelen op dc straten, ik zou liet willen toeroepen aau allen het leven is- schoon, als liet sterremheir aan den hemel zijn de zegeniugou, die do aardé ons biedt, juicht allen, juicht!' De materialist: ,,'t- Gaat alles voor bij. dat is do Weft van het stof, het oene jaar voor, hot andere na. met al wat zo ons ga ven aan mooi on lcelijkkorter of langer tijd nog en ook het uur onzer ontbinding is daar. dan is alles afgeloopenmen mag het vervelend vinden, maar 't is onvermijdelijk. Woes in elk geval zoo verstandig en maak het u. zoolang go hier zijt, zoo goed moge lijk jongens jas laat ik mijn bookon eens voor don dag halen, hoe staat/ van avond' do ballans? Dat is toch' oigcidjik do spil, waar alles omi draait Do-geLoavigö: Ww een jaai ver zonken in der eeuwen nacht, maar "t. blijft ons toegerekendheb ik met dit jaar mijn winst gedaan, heb ik gewoekerd met de ta lenten, door den grooften rentmeester mij toevertrouwd, beu ik' een beter monsch ge worden, heb ik zegen verspreid, verspreid in do levens ya» anderen?.. en wat betreft, hetgeen nüj dit jaar wedervar011 is, o. zeker, daar was in den levensbekey ook nu gemengd bitter en zoet, eer» kruis soms op mijn weg. maar ziet., 'b geloove vlocht er ro zen aaner was toch ook bovendien zooveel goeds, dat ik onverdiend mocht genieten. {Staande aan dc grens van liet. scheidend jaar, terugziende op den afgedegden weg, weet ik niet beter to doen, dan, oer straks, do twaalven hun klank doen hooren, nedci te knielen en te stamelen het. woord van dien vrome uit de oudheid „.Do Heer heeft ge geven, do Heer heeft genomen, de naam des Hoeren zij geloofd'' Ben jaar heeft wéér zijn loop volbracht, een oogenblik hebben wij stilgestaan om tot ons zelf in. te koeren, een emstigo gedachte hield ons bezig - liet leven echter laat ona geen rust, voort, voort, heet liet, op uw weg, d<* onbekende toekomst, het nieuwe jaar wacht, neen» afscheid van liet oude! „O, lief oud jaar, uw zon .heeft, ous bc» schenen, „Gij zijt ecu rcize met ons meegegaan; ^,Gij zaagt don vrcugdclach, gij zaagt. 0113 weenen, „Maar meestentijds hebt gij ona welge daan. I „Uw stonde naakt; toch zijit, gij met. ons leveh „Vei-eouigu voor altijd, o, lief, oud jaar. „Gij leeft niet) ons 1111 in herinnormgs- dreven, „Bn schooner, ja, geheiligd, zien we u daar!" F. W. DRIJVER. Woor.lcn van Selly de Jong. Politiek Overzicht De reie van graaf Lamedorff. Het schijnt misschien eenigezins vreemd, dab graaf Lamsdorff, da Russische minister van 'buitenlandsche zaken, do week tusschen Kerstmis on, Nieuwjaar, wanneer in allé re- geeringsbureau's de zaken plegen te rusten, heeft uitgekozen, voor zijne rondreis in, dé Balkanlanden, om te eindigen te Weenen. waar hij gisteren is aangekomen. Maar do Kerstweek valt in Rusland dertien dagen la ter dan iu westelijik Europa; dc Russische staatsman stoort dus zijne eigen rust niét., maar die van. anderen. Er wordt aan deae reis nog a.l gewicht ge- heoht, cn zeker niet ten onrechte. Do Peters- burgskija Wjcdomosti, het orgaan van vorst Uchtouisky, bespreekt het doel van de reis in verband met de Oostenrijksch-Russische Balkan-entente en zegt daarvan„Vorst Lo- banow heeft in de Russische politiek tegen over Oostenrijk-Hongarije de beginselen uit de regeeringatijden. van de Czarinnen Elisa beth cm Katharina hersteld. Rusland is ge lukkig zijn plicht tegenover de Balkanlanden tc hebben vervuld; heb wenacht nu, dat de golöofo- on bloedverwante volken zich vrij en zonder belemmering mogen ontwikkelen. Do overeenkomst met Oostenrijk-Hongarije zal daarom op geeno wijze de vrije ontwikkeling vam do Balkanvolken belemmeren. Heft hoofd doel van deze overeenkomst 13 do handhaving van den Status quo en van de rust op den, Balkan. Daar echter de door de Porto toege stane hervormingen voor Macedonië onvol doende zijn, zal de taak, dio de Oostenrijjksch- Russisc.ho Balkan-entente vooreerst heeft te vorvullcn, zijn hervormingen voor tc stellen, die in staat zouden, zijn eene werkelijke ver betering van den toestand in: Macedonië t,e verkrjjgen." Dat. daarvoor krachtig ingrijpen noodeake- lijk i», wordt door- niemand, beIwijfold. Bene bevestiging daarvan levert ook eene corres pondentie uit Belgrado aan, do Neue Freie Pressc, waarin wordt gezegd „Heft is thans geen geheim, dat do keizerlijke iradé, waar mede de Sultan hervormingen in het Mace donische bestuur bevolen heeft, langs den gcheelen Balkan en inzonderheid: in Servië en Bulgarije met zeldzame onverschilligheid wordt opgenomen. Niet omdat er klank ont brak aau do beloofde hervormingen, ook niet omdat ze, wanneer zij mohteu worden uitge voerd, als ongeschikt werden beschouwd om eene verbetering van de troostclooze bestuurs- tocstand iu de veel betwiste provinciën te ver krijgen, maar voornamelijk omdat dergelij ke, onder don druk der omstandigheden ver- 32 Uit het Zweedse,h vis AXEL LUNDEGARD. Nu had de Minister van Finanoiën iu a/lles toegestemdzoowél in de ondersteuning van Ween ens belegeraars aJs in die van de ver dedigers der ptad. Zoodoende was liét. recht van bestaan van beide partijen, als het ware, erkend. Maar wie dezer twee hadden het wet- tig gezag op 'hunnd hand? Theoretisch was de zaak moeilijk te beslis sen maar in de practijk werd de kwestie al- due beantwoord dat men voor de overwin naars bukte Midderwiil ont-ftond er uit die verwar ring van. denkbeelden een algemeen demorali satie Het onderdanig kruipen voor de over winnaars uitte rich in de walgelijkste vor men weldra waren er spionnen in elk huis. Wij behoorden, zooals ge begrijpt, tot. die genen die om hunne vrijzinnige ideëen ge wantrouwd werden cn die tengevolge liet erg ste te duchten hadden Hierbij kwam nog dat het gerucht spoedig verspreid werd van het verblijf vain dr. Sehiittc in ons i»uis. Wij hadden "besloten, hem niet in den steek te laten, 71U wij er hem toe hadden overgehaald *ich niet zelf aan, tc geven. Van het oogen blik af dat vorst Windischgratz begonnen was de stad tc bom bardeeren was dc Storm vogel zeer verstandig binnen, dc muren.' ge bleven. Op onze dienstboden konden wij re kenen, dait wisten wij. Maar was dit voldiocn de? Indie^ men hem' hier vond zou dc toe stand voor ons niet. veel aangenamer z»jn dan voor hém. De proclamaties van den dic tator waren, diiSdélijkide atrciigslo straf zoude worden toegepast, op een iedor die dc veroordeelden, met raad of daadl hielp 0111 aan den schei-preeihbér te ontkomen. En, met die bedreiging viel nieft tc gekscheren! R jeds den 9. Nm eönber werd Robert Bluin doodgeschoten, zonder zijne onschendbaarheid als afgevaardigde van liet Frankfortsche par lement in aanmerking ie nemencn den 14. van diezelfde mmuid' t-of den commandant. fessen hauscr hef wdfde lot. Do zo liad het Kcizerlijik paleis tegm de plundering van het gemeen beschermd hij had gelet, dat do <-*aa<skas ru dc ridta-kTeimxlicn naar Pres burg gebracht werdén ei hij' had, volkomen rekenend op ziin goed recht, zich vrijwillig in do liandcu zijner beulen overgegeven H'werd ter dood veroordeeld. Feu dopntoKiïe van den Oosteciriilkfioeu T.a"ddag werd nan <ku Keizer afgezonden ei» dc7C zou ongetwijfeld' zijne vridating hebben l>ew'pr>lcl. Maar vorst WindiwcliPTatz aette vaart aohter de1 uitvoering van ziin vonnis en toen de mannén van den Landdag einde lijk bit den Keizer werden toegelaten, was lic+ laat. Het was al tc duidelijk, dat het met Dr. Schutte den zelfden weg zoude zijn opgegaan. Voorloopig was hij nog iu veiligheid. Mime moeder had met sommigen der kameraden van mijn overleden, vader do kennis weder opnieuw aangeknoopt. Zij had hierbij dë mogelijkheid om door (usschenikomst dezer heerci) middelen voor Dr. Schütfes plan to vinden, op het- oog, De Stormvogel wiildc Weenen verlaten. Hij hield vol dat. de brutaalste manier do beste was cn hij wilde «-nvoudig met den spoortrein vertrekken "Maar wij hoorden spoedig, dat alle vertrekkende treinen aan cn zeer streng onderzoek onderworpen wor den om de stad Ie verlaten moest men be paald van een bijzondere, niinistetrieelo toé- stemming voorrien rijn van eeu soort, van paspoort, «lat oj) naam van dun loondor af gegeven werd Het mocht mijne moeder gelukken oen zoodanigen geleid-brief, op naam van den „in- ministerieelen dienst reizenden MüHer" voor h«m té verkrijgen e-' thans hiléef er voor dr Bchiitto' alleen: nog het, bezwaar over om on gehinderd en' onopgemerkt ons huis te ver laten. Wij meenden f** hebben gezien dat ons huis zij liet, ook op 7okcwn afstand, lxnvaakt werd e-i dc.o wavrreminlSf Werd) rd^ds b«ve«tivd on den dag na dien waarop mijne móéder met- li et', paspoort, tliuis gekomen was. Toen zagén wij namelijk plotseling een ongewone druktv in do straat, juist voor het huis waarin w-tij woonden. Keu^ patrouille mkt»» aan blik baar zou er bij ons eeno huiszoeking plaats hebben. Wal nu te doen Ti id toit vele overtvegingen haddén wi niet In on?'1' ontvangkamer stond ren oudor- wotsche. g.'ooto carabóhot deksel, of liever dc beklemde z'tt.ing. kon er af genomen wor den cn daaronder was dm voldoende ruimte voor een man om in to liggen, zonder zich al to ongemakkelijk tu behoeven *e wringen In een ommezien wa« het. deksel eraf. Alle do kleedinlgrtukken van dr. Schiitte w«rden achteloos erin geworpen cn er boven op nam hijzelf plaat» lang uitgestrekt met zijn wandelstok n-iaet, zioh. Het deksel werd er weder opgelegd. TTpI geheel was liet werk van een paar seconden Geen spoor van een verdacht persoon was meer in onze vredige woning te ontdekken. Mijne moeder ging, zeer bedaard, met haar breikou# in de hand op de canapé zitten.; pn op do stoelen voor dé canapé-tafel aaten Ber tha on ik. beide druk mot. ons naaiwerk bo zig Was het wel mogelijk eon rustiger tafe reel van huiselijkheid voor de oogon van eén zoekend politie-agent to brengen? Tk zag mijne moedor on Bertha beur tol ing aan. met. een gevoel van lmoge bowondbring voorde vrouwelijke kunst om oomedie te spe- 1en. Geen zweem van ongerust heid wan op die beide aangezichten tc ontdekken elke ge laatst rek sprak van d«m vrede die een goed geweten ons verleent. Tk ontving een indruk dat het er nu eohecl van afhing da» ik mijne tegenwoordigheid van geest zoo good bewaren zoude of dr. Sehiittc al dn 11 niet gered werd. Tk haalde een zaksjhegcltje tb voorschijn, keek daarin cn lachte zeer vergenoegd tegen miin eigen beeld. Br word aan de portaaldeur gescheld. Toen het een oogenblik duurde eer er wend openge daan. hoorden wij den ongeduldigcn agent van politie met zijn vuist op de buitendeur slaan en de welbekende woorden„Tn naam der wet. doe openklonken ons tegemoet. De meid deed open en dc agenten van po litic traden in huis, Wii hoorden den hoofd agent eenige voorbereidend© vragen tot do dienstboden richten cn hoe ook dezen plech tig verzekerden, dat er geen vreemdeling hier in huis wa&. Toen verzocht hij mot mevrouw zelf te mogcn spreken. Mijne moedei' stond bedaard op om h'em to ontvangen ou hij kwam binnen. "Do anderen bleven voorloopig °p het, portaal. Tk hoorde dat ccn van hen papa's kleedkamer open deed en daarbinnen scharrelde Dé hoofdagent, van jroliltie was eén, boven verwachting beleefd' man. Hij verzocht, hem zijn onbescheiden indringen niet. ten kwade te duiden, maar, niet waar. liij moeeft aan. rijno inwtrnoties gevolg geven en ziin plicht doen in den dienst. Me» had op het bureau van politic een aangifte» gedaan, met do me dedeel ing dat du zoo ijverig gezochte" doctor Schütto liier i" dit huis verborgen wa^. De hbtronwlwarlieidi van den aangever Was bovep eiken twijfel verheven daarom liet hij hét. aan mevrouw over zelf te beoordeelen, of heb niet verstandiger wezen1 zmidö. dadelijk rond uit tcJ zeggen waar dr Schütt-' verscholen/ zat- want. a.nderz zou hij nnmiddelbik tot eené huiszoeking moeten overgaan boe onaanga- nanm hij dit vinden zoude, Lolioefdo liij zekér* niet te herhalen. Mime moeder antwo»nxlde. datd«wftor Sohiit- ti»' wol' af en toé eon' hezook bij ons had nfg,- legd. maar dat zij nu, tot haai- groot lecdwo- jku. sedert lang niets moer van het, bemin nelijk jongménsch ha/1 vernomen. Zij "kon belaflo. niot met eenige inlichtingen van dienst rijn. WorÜt ttrtolffd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1902 | | pagina 1