BINNENLAND. Behalve Z. Exc. den luit.-gen. van neuten die de audiëntie verleende, waren in de re ceptiezaal tal van autoriteiten cn genoodigden waaronder ook waren op te merken de fo tograaf Niewenhuys (die eenigc ku-kjes nam) en de verteg, woordiger van het Advbl. va Atjeh (aan welk Wad dit verslag ontleend is) aanwezig; ter eone zijde van Z. Exc. was aan do officieren cn verdere genoodigden een plaats aangewezen, terwijl ter andere zijdo do ambtenaren B B. en de Atjohsohc hoofden waren opgesteld. Ten gouverneurshnizc aangekomen geleidde do assistent-residmt van GrooteAtjeh, die Z. H. en den majoor van der Maaten bij het perron had opgewacht Toeankoe Moehamat Dawot tot voor Z. Exc den civ. en mil. gouv van Atjeh cn Onderhoorigheden, waar d bogrooting plaats had. Na afloop hiervan lis de sultan norma»1» do door hem opgestelde schriftelijke onder werping in het Maleisch voor. waarin hij het ondervolgcnde verklaart le. zijn persoon geheel te stellen in handen van den gouverneur 2o dat het "Rijk van Atjeh deel uitmaakt van N. I. en gevolgelijk staat onder de heer schappij van Nederland; 3n. dat hij altijd trouw ral zijn aan H. M do Koningin evenals aan den gouverneur-ge neraal TToogstderzelver vertegenwoordiger -Ie. dat hij zich bereidwillig zon voegen in alles be.tgeon omtrent hem zal worden beslist, on dat hij alle b've'en door den gouverneur 'ventu^ei' to ge*"»n -»».m o»wo'g--n Na beëindiging der voorlering, werd bet stuk door den controleur van Koeta-Radja. don heer J H. Morb-vk. voor de aanwezigen in het Nederland=cb vertaald, waarna Z Exc dc luitenant-generaal van TTeutsz zijn ant woord aan Toeanko Moehamat Dawot en de aanwezige hoofden in de volgende bew©->rdin- gen formuleerde ..De door Toeankoe Moehamat Dawot aan geboden schriftelijke onderwerping, die op dit oogenblik hier mondeling bevestigd is. aanvaard ik namens de regeering. „Omtrent den Toeankoe heeft de regeering nog niets besli«t; dit zal eerst later geschie den. doch worden voorloopig alle regelingen aan mij overgelaten ..Ik verwacht nu van den Toeankoe, dat hij aan alle oeleëbalangs en landschapsh©of- den schriftelijk wil te kennen geven dat hij ■•'ch aan het Ned.-Tnd. gouvernement onder worpen heeft en daarmee dus alle verzet een inde behoort te nemen en dat hij daartoe van al die oeloëljalangs en hoofden medewer king cn steun verlangt, terwijl hij al dadelijk de nog ontbrekende leden van zijn eigen ge slacht moet doen terugkeeren en moet ont- olaan en terugroepen alle door h*»m aange s'elde oeleëbn'ang* die door ons niet erkend en ons vijandig zijn. zoomede allo door hem aangestelde panglimn's prang. „Verder vertrouw ik. dat hij in alle oprecht heid des harten rijn krachten en zijn invloed zal aanwenden om, volgens mijne bevelen en aanwiizingen, allerwege rust en orde te hcJ nen bevorderen. ..Eerst daarna zal ik omtrent h-un "n d^ -•idore Toeankoe's voorstellen aan de regoe- rfng kunnen doen. „Voorts deel ik mede dat ik voorloopig den Toeankoe voor onderhoud van zich en zijn r-eein een maandgeld toeleg van f1000 „Eindelijk bepaal ik. aangezien mij ge'1 ten i9 dat door den Toeankoe doov de om standighoden nn" weinig zorg fs beetc' knn nen worden aan de opvoeding van zijn zoon Toeankoo Thriliim'. dat. het gouvernement thans die taak op rich neemt- en dat Toean- •o Thrahim daart.oe onder geleide va*1 ©en der andere Toeankoe's naar Batavia zal wor den opgezonden om daar to worden groot ge bracht overeenkomstig zijn s*and en g boor te." Deze toosnraak werd wederom d^or den heer Morbeek ten nutte» der Atjehsche hoof dn en den vtiltan in voortreffelijk Atjehsch herhaald, waarna Z Exc. bij monde van den- j.'dfden spreker aan Toeankoe Moeh-imat Da wot de vraag liet overbrengen, of deze ter zake nog iofs in het, midden had te brengen. TTierop antwoordde deze, door de overhan diging van eene verklaring der Atjehsche en Pcdireeseho ooleëbalangs waarin deze de plech tige bolofto van hun trouwe hulp aan Toe ankoe Moehamat Dawot. om orde en rust to helpen handhaven, hadden neergelegd. Daarop richtte de gouverneur zich tot al die oeleelvalangs en drukte hen op het hart dat lii? van nu voortaan die medewerking dan ook in alle gestrengheid aal eischen. TTrt Advbl. v Atjeh meldt nog: D Duitsche kruiser Geier, komende van Padang, arriveerde 19 Januari te Sabang en d n daarop volgenden dag te Oolëë-Lheuë De commandant van genoemden bodem maak te speciaal do reis naar Oelëc.Lheuë voor het, maken van zijn opwachting bij den civ. en m?!. gouverneur en het aanbieden aan Z. E. van gelukwcnschen met do onderwerping van den nretendontesultan. Na afloer» van dat bezoek is de Geier we der vertrokken naar Deli. Borneo Blijkens telegrafisch b richt van den resident der Zuider- cn Oost ifd» ling van Barnoo van 13 Januari, hadden pa trouilles van uit Priok Tjahoo tusschen één «i zes dezer geone •nt.nwwtingfn met don vijand. Java Ct. Do resident van Palemlxuig seinde, naar do Java Ct meldt, den 15en Januari als vol^: Colonne 2 Januari van Moeara Boengo lx> reikten denzelfden dag Bodaro, alwaar den 3on werd verbleven om .prauwantransport in te wachten. Dm 4cn werd mot achterlating van een gedeelte dor troep te Roe faro, opge marcheerd naar Rantau Pandan. vanwaar don 5cn oen detachement van 45 bajonetten naai Maxu-a Boeat oprukte, dat voorloopig wordt vastgehouden, ten einde door af-patrouilloeren van aldaar scunenknaivcaide paden, het vet blijf van Pangeran Bi po o. s. onveilig tc maken en goedgezinde bevolking to steunen. Dn 7on koerdo hot overige dool dor oslonnc naar Moenra Boengo terug. na. achterlating van ccno besotting to Btxlaro. De to Bedaro ver bleven troep maakte 5 Januari eeno potiuuiUo naar Loolxnig Nioer (aan do Tobo) over Ram- bah (aan dc OoeJiu*). Dfcti Geil Januari word bivak te Bedaro, terwijl vrouwen en kinderen in do docsocn aanwezig waren, door eeno 30 man sterke met geweren gewapende Iwndfc uit Tobo onder aanvaring van Rio Sookolaano bcsolioten do bende keerde daarop naar do Boven-Oelae terug. Het Boengogebicd. voor zoover bezocht. is zeer welvarend on vrij goed bovcilkt; gecoud- hoid der hoofden en bevolking gunstigaa.n <ie colonne word allo hulp verleend en de bróden wachtten haar aan dc grens cp. To Rantaai Padan hickl de assistent-resi dent bespreking met alle hoofden, die ver klaarden zich te zullen gcdra^ui naar de wjnschen van hot bestuur. 10 Januari zou eeno colonne vau circa. 80 baioncttcu naar Pelajang oprukken. Taiia is uitgcrwokcn naar de Boven-Ociaszijne ver wanten trachten bevolking van de Djcodjoc- bon on de Boven-Baitanghari te bewogen naar Pclajang te kcanon tot verzet Gezondheidstoestand troop is gunstig. Blijkens een door den legercomman dant ontvangen telegram van dcu militairen oammamdant to Paleombcung laat d: toestand van den zwaar gewonden ondcr-Juitonant i'. H. Bollen zioh voorloopig gunstig aanzien door een scliompsohot werd nog licht gewond do lo luitenant A. C. L. Phaff. Ouder dagtcekcning vau 5 Januari werd uit Djamibi aan de Locomotief o. m. het vol gende geschreven; Uit Ma Tabo werd den 6en Dcembor on der commando van .den kapitein Pecreboom uitgerukt ten einde verbinding te krijgen met de Tabir-colonne. Bij deze patrouille was ingedeeld do le luitenant Da Kok. Per stoomertje de Tebo opvarende kon men tegen het middaguur van Moeara Kompcn afmarchceren en bereikte men den eersten dag een kalietje, waar te 4 uur 's middags het bivak werd betrokken. Dn volgenden dag werd de raarsch voort gezet, op het voetpad werden toen eenige houten lilla's aangetroffen liggende achter een zwaren boom. Eerst den volgenden marschdag werd de eerste doesoen aangetroffen aan de Telai (doesoen Baroeng-Baroeng) en vervolgens doesocn Soengei Dcrian, welke er beide zeer welvarend uitzagen. D bevolking was hier aanwezig en toonde geen vrees voor onze troepen. Van uit Soengei Doerian werd op raad van den penglioeloe van dezen docsoen over Oalak Makarai naar de Tabir gemar cheerd. In deze doesocn, aan de monding vau dc Soengei Aoer, werden slechts enkele man nen aangetroffen, waarvan bericht werd ont vangen dat in de doesoen Doerian Poelau zich ook oen patrouille van de kompenie be vond. Dit bleek do patrouille van den onder luitenant Velleman. sterk 40 bajonetten, te zijn, die van uit Rantau Pandjang eerst eeni- gen tijd Oelak Makam had vastgehouden ten einde den invloed van onze vooranamste te genstanders in deze streek (Hadji Sidiq en Rio Seboel) te verminderen en den onzen to doen toenemen. Dat het verblijf te Oelak Makam niet vcrgeofsch was bleek hieruit, dat de bevolking verzocht in deze doesoen to mogen torugkeeren, waarom de onderlui tenant Velleman zijn bivak verlegde naar Dorian Poelan. De Tebo-patrouille kreeg den volgenden morgen aanraking met het detachement van den onderluitenant Velle man, en den 9en werd langs de Tabir afge marcheerd naar Rantau Pandjang. In de doesoens Danau Baroe, Tandjong en Boeloe Pandjang was de bevolking aanwezig. In de voorlaatste docsoen had ten tweede male een ontmoeting plaats met een afdeeling uit Rantau Pandjang onder den len luitenant Gruys. Aangezien volgens mededeeling van dezen officier te Rantau Pandjang slechts 20 bajonetten waren achtergebleven, ging kapi tein Peereboom met 20 man door naar dit bivak, dat dien dag bereikt werd, terwijl do rest der patrouille te Boeloe Pandjang ach terbleef. Dn volgenden dag bereikte ook dit deel Rantau Pandjang. Na hier een rustdag to hebben gehouden werd den 12en de terug tocht aanvaard naar Ma Tebo. Zonder tegen stand te ontmoeten bereikte de patrouille over Kota Raja aan de Soengei Aoer en over Telai na twee marschdagen weder Moeara Kom pek aan de Tebo, van waar per prauw tegen vijf uur 's namiddags het bivak aan den Tebomond werd bereikt. In do volgende dagen hield men zich te Ufa Tebo bezig met de voorbereiding van don tocht naar do 3oven-Tebo en de Boven Boenga. Volgens ingekomen berichten zou den de hoofden van het verzet, (sultan Taha, Pangeran Dipo Negoro) zich in deze boven streken hou oen teruggetrokken. Volgens de laatste berichten rukte van uit Ma Tebo den 29en December een colonne uit die Ma Den- go zonder tegenstand te ontmoeten bereikte. Bij deze colonne ter sterkte van 140 bajo netten onder commando van den kapitein Peereboom. hadden zich de kapitein van den gen. staf Michielsen, de assistent-resident Helfrieh cn de controleur Hissink van Ma Tobo aangesloten. Volgens bekomen inlich tingen zou Taha zich aan de Boven Tobo, Dipo aan de Boven Boengo bevinden cn zou den leiden voornemens zijn naar Korintji uit to wirken. Dar do colonee® in het Djam- bische agcerende, hoe langer hoe meer dit landschap beginnen in te sluiten zullen zo orhtor op den duur ook daar niet voor ons veilig rijn. WEST-IN Dl Saramacca-oxpoditio. D com- mis^ic tot wetenschappelijk onderzoek van Surinam» heeft van den hoor A. J. van Stockum ecu schrijven ontvangen, gedateerd 31 December 1902, waarin hij zijne bevin dingen mededeelt, over dön door hem be klommen Jan Basi Gado-berg en zijne verde re plannen blootlegt. On 23 Novem Ikt werd den landtocht ter boklimining van dien berg aangevangen. Dze berg. volgens de aaaitcctkening op de kaart van Cat eau van Roosevelt oen spitso kale top zonder eenig geboomte, bleek in werkelijkheid een met hoog liourt begroeiden keig. met oen steilen rot-wand van 100 AI. hoogte aan de oostzijde, doch overigens met gemakkelijk beklimbaro hellingen. In do nabijheid van dien rotswand werd op don top met weinig moeite oen punt ge vonden, van waaruit vrij uitzicht bestond van het noord-oosten (foor het oosten naar het zuidenecu vrij belangrijke kapping was echter noodig om dat uitzicht uit te strekkon tot aan liet westen.. Hoe het aldus zichtbaar geworden pan©- ra ma zich voordeed, werd roods vermeld! in het onlangs gepubliceerde telegratm; aange vuld wordt dit met de mcdiedeeling, dat van de voortzetting van den Wi 1 helm in a-kot en een gebergte in ecne richting zuid-noord loopt, die blijkbaar do waterscheiding vormt tusschen de Saramaoaa en do Suriname, welk gebergte eindigt in den top vain 800 M. hoogte, die door do Coppenaaue-expeditio werd ontdekt en in kaart gebracht. Het onderscheiden van veraf gelegen go borgten werd dikwijls zeer bemoeielijikt, doordat de atmosfeer bezwangerd was met een fijn verdeeld atof waarschijnlijk, afkom stig van de erupties der vulkanen in de An- tillen-groep en ook door zware en soms lang aanhoudende regens en door bewolkte luch ten Alleen in de eerste uren na een regen bui kon de lucht zoo helder zijn, dat zelfs zicht werd verkregen op gebergten,die 150 K M. verwijderd lagenzoo op het Nas- sau-goboigte bij do Narowyue en op den IJ60 M hoogen top van den Wilhelmina-keten in het zuid-westen. Allo zichtbare gebergten en toppen wer den successievelijk aangemeten, en aange zien daaronder zich ook alle toppen bevon den, die door de Coppename-cxpcditie waren vastgelegd, is het verband tusschen beide op nemingen verkregen en kon do ligging van do Jan Basi Gado behoorlijk worden vast gesteld deze top bleok te liggen op 4 gr. 41 min. N. Br. en 5 gr. 42 min. W.L. Op 16 December was het werk op den top afgeloopen en waren inmiddels de heeren De Koek on Pulle met een gedeelte der goe deren aangekomen ter plaatse waar Van Stockum's booten gemeerd lagen. Zij hadden door den lagen waterstand veel moeielijikhe- den gehadbovendien klaagden zij over ge brek aan gehoorzaamheid en ijver bij de ar beiders en over de wispelturigheid en onbe trouwbaarheid van de boschnegers, waardoor, evenals dit bij de vorige expeditie het geval was geweest, gedurig oponthoud was ont staan. Ongelukkig was zoodoende bij lange na geen voldoende voorraad victualie medege- komen om van Stockum voor den tocht naai den Hendrik-top te proviandeeren, zoodat hij wachten mocsb totdat eene nieuwe betzen ding van Jacob Kondte was gehaald, Eerst in de laatste dagen van December kwam deze aan, waardoor hij eerst op 1 Januari zijn tocht met de zoogenoemde geografische afdeeling kon vervolgen. Volgens ingewonnen berichten ontvangt de Saramaoca op twee dagreizen boven Bini- watra uit het westen eene groote zijrivier; deze zou van Stookum zoover mogelijk op varen en van daar uit den tocht naar den Hendrik-top ondernemen; do beide andere heeren zouden met de eerste bezending goe deren doorvalren tot aan de samenvloeiing der bovenbedoelde rivieren en daar op Van Stookum wachten, om dan gezamenlijk met hem de hoofdrivier zoover mogelijk te ver kennen do opzichter Van Gelder, die ter versterking van het toezicht werd achterge laten, kreeg de opdracht om met de overige goederen te volgen. Ondanks de aanhoudende regens was de waterstand in de rivier nog niet merkbalar gestegen, blijkbaar omdat de neerslag nog te veel door den grond geabsorbeerd werd. D gezondheidstoestand van het personeel was nog altijd bevredigend; slechts bij en kelen hadden zich lichte gevallen vam malai ria voorgedaan. Een manifest. Dezer dagen werd bet volgende mani fest gepubliceerd Aan onze medeburgers in stad en lande! De gebeurtenissen, waarvan ons land en onze hoofdstad in de laatste weken getuigen waren, hebben, het kon niet anders, veel ontroering en veel l»ezorgdheid gewekt. De uitbreiding door onze werklieden-organisaties aan liet begrip soli dariteit gegeven, met het gevolg, dat- een klein verschil over het doen werken van. een niet-aan- geslotene zich uitgezet heeft tot eene stremming van heel ons spoorwegverkeer, het neerleggen, van den arbeid door (le werkers op het bevel van hun leiders, het dreigen met latere maatregelen van gelijk verweer, eindelijk het stellen van een ultimatum aan den Anisterdamsclien raad door de vereenigd© werklieden der gemeente, en het dreigen met het neerleggen van hun werk, in dien niet binnen den koristen tijd aan hun wen- seheu voldaan was, dit alles heeft de gemoede ren van velen verontrust, en schijnt te prikkelen tot maatregelen van verweer, tot handhaving van het gezag, ten koste van wat het kosten moge. Do ondiergeteekendendie geen mannen of vrouwen zijn van de politiek, maar die daarom met niet minder groote belangstelling den ont wikkelingsgang volgen, die zich in onze maat schappij en in ons volk gaat afteekenen, hebben gemeend dat het in doze crisis van ons nationale leven plicht is, openbaarheid tie geyen aan hun overtuiging omtrent hetgeen nu gebeuren moet en hetgeen niet gebeuren m a g. Wie don toe stand overziet met de onbevangenheid en on partijdigheid, welke meer dan ooit van ons ge vergd worden, zal, naar zij vertrouwen, met hen instemmen, dat de zaak waarom het gaat er niet eon is van spitsvondig juridisch recht, en dat zij allerminst gemaakt mag worden tot een van macht, doch dat zij moet. worden behandeld als een vraag van de ernstigste maatschappelijke en nationale verantwoordelijkheid, waarin wij al len. arbeiders en niet-arbeiders, arbeiders met het hoofd of met de l.anden. betrokken zijn. De vraag moet gesteld of wij allen ons van die ver antwoordelijkheid bewust zijn geweest; of we, als staatsburgers, leden der volksgemeenschap, als directies, werkgevers, aandeelhouders, ons van die verantwoordelijkheid jegens hen, die Ln onzen dienst staan, dus hebben gekweten, dat wij het recht hebben de arbeiders zoo luide ver wijten toe te voegen wegens het stellen van hun eigen klassebolang boven het algemeone. Rond uit moet worden verklaard dat het recht der arbeiders ..m mee te spreken waar het geldt hun eerste belangen, niet langer mag worden mis kend. I)at geen macht gezocht mag worden in hot verzwakken der arbeiders-organisaties, doch dat integendeel van hun erkenning en hun waar- deering als onvermijdelijk strijdmiddel voor den alleenstaand al te zwakken arbeider verwacht mag worden een sneller ontwikkelen van het verantwoordelijkheidsbesef onder leiders en leien. Wie in aanmerking neemt hoe weinig in ons land nog gedaan is aan do hoogere volksop voeding. en hoe miskenning van. den naar zelf standigheid dringenden arbeidersstand tot voor korten tjjd onze maatschappij en onzen Staat be- heersohie. zal niet kunnen loochenen dat, afge zien van liet ganse he feit der staking zelve, do bezadigdheid in het optreden onaer spoorweg organisatie en de zelfbelieersching betoond in het terugkomen op een in tijdelijke opwinding genomen besluit (als van- de gemeentewerklieden te Amsterdam) vertrouwen wekken in de toe komst onzer arlveidersbewcging en in het toene mend verantwoordelijkheidsbesef van haar voort- stmvors. De geleidelijke politieke en maatschap pelijke emancipatie van onzen vierden' stand, door velen gevreesd als het begin van ontbin ding onzer natie, zal integendeel tot haar ver sterking strekken, wanneer zij wordt begroet met vertrouwen, in plaats van tegengegaan met on wil en zelfs met geweld. Itet intoomeu van over schatting, het beheerschen van overijling, de overwinning van een te eenzijdig opvatten van ..solidariteitsgevoel" zullen te sneller en te ze kerder hun beslag krijgen als wij ze overlaten aan het inzicht en overwicht der meest bezadig- den en meest verantwoordelijken onder onze werklieden zei ven, en aan het overtuigingswoord van buitenstaanders, niet aan hun dreigen. De nieuwere volksgemeenschap moet in vrijheid groeien, en waar wij van de arbeiders met reden eischen dat zij de i_emeenschappeiijkheid van ons aller belangen zoowel als de vrijheid der indivi duen zullen eerbiedigen, hebben ook wjj ons van dwingen te onthouden en op onze beurt van onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid te dieper te doordringen. Voor haren plicht tot handhaving van gezag en orde zal de overheid te beter berekend zijn, naarmate zij te sterker de uitdrukking is van de gemeenschappelijkheid aller belangen. Verzekering van de bronnen van ons aller welvaart zal te steviger steun vinden bij alen, naarmate allen van die welvaart te dui delijker mee genieten. Tot het ook voor hemzelf boos wieermiddel van staking zal de arbeider te minder zijn toevlucht hebben te nemen, als zijn rechten moer zijn erkend, en voor het doen hoo- ren en doen wegnemen zijner grieven de recht matige organen zijn aangewezen. En te sterker zal men van hem mogen vragen, dat hij de op zich genomen plichten nakome. als ook zijn rech ten tc 0' rlijker geèerbiodigd worden. Op dit oogenblik belieeft ons volk een crisis, niet onge lijk aan die, welke het vóór 1848 doormaakte, een crisis van groei, die, als de vorige, kan en zal eindigen met een versterking en rerhooging van ons volkswezen, wanneer men zich niet door vrees laat verleiden tot reactie en dwangmiddelen, in tegendeel vertrouwen wordt betoond in vrijheid onder verantwoordelijkheid, en wij allen, ieder in zijn kring en naar zijn invloed, ons beijveren die verantwoordelijkheid voor het wèl en wee van heel ons volk na te leven. Het manifest is onderteekend door Jhr. mr. E. W. Berg, oud-lid van den Raad van Toezicht op de Spoorwegen, Amsterdam H. P. Berlage, architect, Amsterdam prof. dr. R. C. Boer, hoogleeraar te Amsterdam dr. A. Boneb&kker. med. doet. te Amsterdam prof. dr. A. J. H. W. Brandt, hoogleeraar, Amster dam mej. E. Boissevain. directrice school voor socialen arbeid, Amsterdam jhr. G. J. W. C. H. Graafland, g>ep. luit.-kol. Ned. Ind. leger, te Haarlem M. C. M. de Groot, voorzitter van het Volkshuis, te Schiedam dr J. H. Gunning, schoolopziener Amsterdam P. H. Hugenholtz jr., voorganger vrije gemeente, Amsterdam prof dr. G. Kalff. hoogleeraar te Leiden prof. dr. G. "VA. Kernkamp, hoogleeraar te Amsterdam mej. E. O. Knappert, directrice Volkshuis, to Leidien mej. S. G. F. Meyboom, directrice huis houdschool. Amsterdam Th. Sanders, voorzit ter van den Verbruikersbond. Amsterdam mevr. SandersHuidccoper, Amsterdam L. Si mons, voorzitter afd. Amsterdam van den Ver bruikersbond ej. C. Tilanus, voorzitster van de ver. Samenwerking, Amsterdam J. A. Tours, ilirecteur van Ons Huis, Amsterdam; prof. dr. J. M. J. Valeton, hoogleeraar, te Amsterdam. In d© Nieuwe Courant zegt M. naar aanleiding vam dit manifest dat iedereen tegenwoordig manifesten schrijft, verstandi- gon en onverstandigen, de laatstem vooral. Maar liet minst doordachte, het oppervlak kigste, liet onverantwoorde!ijkste en daar door het gevaarlijkste manifest is dat der dames en heeren, dat hierboven werd opge nomen. „Dze ..mannen en vrouwen", zooals zij zich noemen, (hoewel de nauwkeurige bijvoeging van een qualiteit achter eiken naam, don lezer moe ten overtuigen, dat hij hier niet te doen heeft met ..mannen en vrouwen", zooals er twaalf in het dozijn gaan) beginnen met de verklaring, dat. zij buiten de politiek staan en bij de heorschende en door de belanghebbenden ijverig aange kweekte l*egripsverwarring, geeft deze omstan digheid hun juist gezag in politieke aangelegen heden, zooals men tegenwoordig relief geeft aan een krantenartikel door te zeggen, dat de schrij- vei diepe minachting koestert voor „couranten geschrijf." Waarlijk deze „mannen en vrouwen" hadden niet noodig te zeggen, dat zij niet aan politiek doen, elke regel van liet manifest bewijst hun totale groenheid in de politiek in ruimsten zin genomenhun absolute onwetendheid omtrent wat werkelijk om hen heen gebeurt. Zij" zien over eenkomst tusschen de spoorwegstaking en de beweging van 1848 Lezen zij geen couranten? Verstaan zij geen Hollandsch? Zijn zij verheven boven couranten geschrijf en politiek, waarom bemoeien zij zich dan met zaken, waarvan zij zelf erkennen geen verstand te hebben Waar en wie zijn de menschen, die beweren, dat de arbeiders goen „medezeggenschap hebben in hun hoogste belangen?" (Spatieering van mij). Laat eens een der mannen of vrouwen die het manifest onderteekenden, de pen nogmaals op nemen en ons daaromtrent inlichten, opdat wij weten, dat zij geen windmolens, maar menschen en denkbeelden bestrijden. Hebben zij werkelijk niet begrepen, dat het hier niet de vraag geldt „hebben Je arbeiders mede zeggenschap in hun hoogste belangen?", maar deze „moeten do hoogst» belangen (en de lagere trouwens ook) van de heele maatschappij, arbeiders en niet-arbeidexs, professoren en win keliers en opperlieden, onvoorwaardelijk, op ge nade of ongenade in de hand gelegd worden van liet eerste het beste bestuur van de eerste de beste vakvtoreeniging? Moeten die belangen ge- eerbedigd worden of niet gieéerbiedigd, al naar gelang de toevallige „gematigdheid' en „beza digdheid" van een bestuurslid, gekozen door een kleine groep medeburgers? Want zóó is de toestand op dit oogenblik, dat wascht al liet water van de zee niet af. Wie dit niet ziet, is blind en dat is jammer voor hem of haar, maar die moet niet de airs aan nemen van buitengewone i.elderziendheul En wie beweert het niet te zien, wie juist nu o toevaltegelijk met oen heclcn hoop menschen, die vroeger nooit aan politiek deden, plotseling een bevlieging van groot medegevoel met de arbeider» kreeg, die is niet edelmoedig, diis niet ruiiu van blik, maar is doodeenvoudig («er aanbidder van wat hij voor de opgaande zon houdt. Edelmoedig van don overwonnene jegens den overwinnaar, is altijd verdacht. En het foit is toch niet te loochenen, dat de spoorwegorganisatie op dit oogenblik is de overwinnaar, do luid en brutaal victorie-kraaien de overwinnaar. Of weten de mannen en vrou wen die niet aan politiek doen, dat misschien ook niet? Men mag den spoorwegarbeiders niet kwalijk nemen, dat zij „hun klassebelang stelen boven het algemeen belang" Waarom mag men hun dat niet kwalijk nemen? En zoo niet, mag inen dan aan andere groepen in d;* maatschappij datzelfde recht ontaeggen En zoo niet. begrijpen de niet aan politiek doende, maar in politieke quaesties met groote beslistheid spre- kendie, mannen en vrouwen, dat zij. in plaats van tot kalmte aan te manen den burger oorlog prediken? Kom, men hoeft niet aan politiek te doen, om in te zien, dat de burgeroorlog verklaard is, en'dat de anarchie onbeperkt lieerscht, als ieder zijn belang gaat stellen boven het alge- meene en do organen van het algemeen belang m. a. w. de overheid zich daar niet tegen verzet ten kan en mag. net manifest stelt zich op hetzelfde halfsl-ach- tige, wankele, onzuivere en onbetrouwbare stand punt als de vrijzinnig-democraat die enkele da gen geleden in dieze courant onderhanden werd genomen. Er wordt niet met zooveel woorden in gezegd, dat het lot van ons land gelaten mag worden in handen van de ..bezadigde" en „verstandige"' en „verantwoordelijke" en „ernstige" bestuurs mannen van de spoorwegvereenigingen, men ver klaart zich slechts min of meer duidelijk tegen een wet. waarvan men den inhoud nog niet kent en die diit wil ik gaarne toegeven aan zeer veel eischen van zuivere liberaliteit moet vol (loen, voordat ik haar met vreugde zal zien aan nemen. Maar wat wèl duidelijk is met het gebaar van een oppermachtig vorst, die den geboeiden ter dood veroordeelden zondaar vergeeftkruipt men voor de sterkste partij. „Rust" vraagt dit manifest, evenals de plaat van de groene Amsterdammer. Er zijn ziekten, waarbij de dokter geen rust voorschrijft. De ziekte waar ons volk nu aan lijdt, is er één van. Zij. die nu rustig en kalm zitten te praten over verbetering van arbeiderstoestanden, blijken geen flauw begrip te hebben van den hoogen ernst van, den toestand, van de zware, acute ziekte, waaraan ons volk op het oogenblik lijdt Het heeft een schot in de borst gekregen en nu moet eerst de kogel er uit. en dbn kunnen we gaan overleggen, welke badplaats de gezondste lucht heeft Zoolang nog het verkeer afhankelijk is van Oudegeest en Petter, zoolang het land nog in hoop en vrees moet uitzien naar het besluit, dat op eene geheime vergadering van gemeentewerk lieden wordt genomen, zoolang zit de kogel nog in de borst van ons volk en het zal als beschaaf de natie sterven wanneer niet spoedig, zeer spoe dig de kogel wordt uitgesneden. En dat moet inderdaad geschieden, „ten koste van wat het loosten moge", zooals het mam fest zegt. Te verliezen is er niets blijft de kogel zitten, dan zijn we als onafhankelijk land er werd daarop reeds gewezen z e k o r naar de maan Denken de dames en heeren nu met haast ongelooflijke naïveteit dat zoon paar „eischen"' van het spoorwegpersoneel spoedig genoeg zjjn ingewilligd en het herstel van, het gezag in de handen, waar het behoort, daarop zou kunnen wachten, dan, zal ik mij beroepen op een autori teit, die z i| allerminst mogen wraken en aan toonen dat zij katholiieker zijn dan hun paus. Staat op, mannen en vrouwen van het mani fest en luistert eerbiedig: Oudegeest spreekt: „Een andere loonregeling te ontwerpen gaat niet één, twee, drie. We zijn er al lang mlee bezig, maar het zal nog wel wat duren eer we klaar zijn met het ontwerp Als we b.v. zoo maar hadden gevraagd: 10 loonsverhooging, dan zou daarbij de heele winst van de Staatsspoor verdwenen zijn en 10 is voor vele categorieën te weinig. We moeten dus goed overleggen." Ziezoohet formuleercn van den eisch duurt dus nog eenigen tijd. Misschien kennen de mam festanten den directies ook nog wel eenig „mede zeggenschap" toe bij de vaststelling van het loon en dan moet er onderhandeld worden, waar ook tijd mee heengaat, en is die tijd om, dan zijn we klaar met één enkele categorie van werklieden. Dan komen .alle anderen, die evenveel en ook die veel meer recht hadden te eischen Hoe lang dht duren zal is niet te zeggen, maar zeer zeker veel langer dan de kogel in de borst mag blijven, veel langer dan de tegenwoor dige onzinnige toestand van machtsverplaatsing mag voortduren." In de te 's Graveinhagie gehouden alge meene vergadering van het Kon. Instituut voor de Ta^l-, Land- en Volkenkunde van Ned.-Indië werd: dbor dort secretaris, demi heer E. B. Kielatra, het jaarverslag over 1902 uitgebracht. Tot nieuwe leden van het instituut zijn benoemd: a. in Nederland: Jhr. C. de Went Alberda van Ekenstein G. B. H. F. Alpherts, J. F. L. de Balbiaai Verster, jhr. W. A. Band, mr. J. W. van dier Bitsen, baron C. »V. Th. van Boetzelaier, G. M. Boissevain, jhr. H. P. C. Bosch van Dar kenstein, 0. M. E. R. C. van Bosse, dr. H. Brugtmans, F. P. L. van Driel, dr. P. Aug. Driessen, C. C. A. Drudok de Wit, mr. E. Everwijn Lange, jhr. mr. C. van Eysinga, A. W. van Eeghen Jr., mr. Joh. Enschede J. J. le Fèvre do Montigny, E. A. H. van der Heidei, J. G. von Hemert, jhr. mr. C H. J. van Haeften, K. G. Houwen, J. D. Hooglandt Az., W. Hovy, J. H. Hummel, di-. H. F. R. Hubreoht, J. Jonker, H. P. de Kat van Hardinxveld, C. Kraay. R. van Len.- uep, mr. J. A. Loeff, A. D. de Marez Oyer», prof. C. J. van Loo<n,rar. M. Mees, A. P. W vani Meurs, Abraini Muller, dr. H. M. vam Nes, J. R. van Osselen, jbr. C. F. van de Poll, J. C. van Reyn, H. B. van Rhijp, C. O. G. do Ridder, D. F. Romein, B. E. Ruys, C. J. L. von Schmid, J. E. Scholten, mr. G. van Slooten, L. E. Uyttenhooven, G. Vas Visser, prof. S. J. Vermaes, dr. W. C. A baron van Vredenburcli, J. H. de Waal Ma lefijt. M. J. Waller, ds. W. L. Weiter Jr mr. W. de Ridder; t». m Ned.-Indië P. M. Ader, P. H. van Andel, G. N. van Alplien de Veer, J. Ballot, S. W. Becking. E. M. van den Bergb van Heinenoord, R Birokeuihauer, D. Burger, C. L. Brautigain, J. A. van der Breggen, N. ten Broek, H. Broers, H. de Chauvigny de Blot, E. Con stant, E. J. W. van Dijk, E. J. Gerrits, W J Giel, jhr. mr. A. C. D. de Graeff, T. Hal- bertsma, Raden Mas Hardjo Koeeoemo, L. C. M. Henny, L. F. Hoeke, mr. H. 'a Jaoob, W. de Jongh Dz.. J. M. Joung, M. Jooistra, Raden Kamil, H. C. Kronouor, G. F. M. Liebert, W. F Lutten, dr. S. Lykles, E Meertens, A. J. Cb. de Neve, Radera Ma» Toemenggoen Oetojo, mr. F. D. E. van Os senbruggen, E. M. Poortman, L. R. Priester, W. J. Riaihder, mr. M. C. Rogge, mr. C. de Roon Swaan, mr. J. M. C. E. le Rütte, G Schaap, H. Sahaniedell, mr. A. J. Sloot, A G. H. van Sluys, Th A. Smulders, A. Suar- mondt, F. E. H. Tanzer, E. A. Taylor We ber, C. L. Udo de Haes, mr. J. P. G. West- lioff, dr. C. Winkler, M. H. Witbolt Teugen H. van dor Wolk, H. J. Wijers; c. in het buitenland: N. G. M. Luykx, L. J. von Zeppelin Ober- müller.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 2