BINNENLAND.
Behalve Z. Exc. den luit.-gen. van neuten
die de audiëntie verleende, waren in de re
ceptiezaal tal van autoriteiten cn genoodigden
waaronder ook waren op te merken de fo
tograaf Niewenhuys (die eenigc ku-kjes nam)
en de verteg, woordiger van het Advbl. va
Atjeh (aan welk Wad dit verslag ontleend is)
aanwezig; ter eone zijde van Z. Exc. was
aan do officieren cn verdere genoodigden een
plaats aangewezen, terwijl ter andere zijdo
do ambtenaren B B. en de Atjohsohc hoofden
waren opgesteld.
Ten gouverneurshnizc aangekomen geleidde
do assistent-residmt van GrooteAtjeh, die Z.
H. en den majoor van der Maaten bij het
perron had opgewacht Toeankoe Moehamat
Dawot tot voor Z. Exc den civ. en mil. gouv
van Atjeh cn Onderhoorigheden, waar d
bogrooting plaats had.
Na afloop hiervan lis de sultan norma»1»
do door hem opgestelde schriftelijke onder
werping in het Maleisch voor. waarin hij het
ondervolgcnde verklaart
le. zijn persoon geheel te stellen in handen
van den gouverneur
2o dat het "Rijk van Atjeh deel uitmaakt
van N. I. en gevolgelijk staat onder de heer
schappij van Nederland;
3n. dat hij altijd trouw ral zijn aan H. M
do Koningin evenals aan den gouverneur-ge
neraal TToogstderzelver vertegenwoordiger
-Ie. dat hij zich bereidwillig zon voegen in
alles be.tgeon omtrent hem zal worden beslist,
on dat hij alle b've'en door den gouverneur
'ventu^ei' to ge*"»n -»».m o»wo'g--n
Na beëindiging der voorlering, werd bet
stuk door den controleur van Koeta-Radja.
don heer J H. Morb-vk. voor de aanwezigen
in het Nederland=cb vertaald, waarna Z Exc
dc luitenant-generaal van TTeutsz zijn ant
woord aan Toeanko Moehamat Dawot en de
aanwezige hoofden in de volgende bew©->rdin-
gen formuleerde
..De door Toeankoe Moehamat Dawot aan
geboden schriftelijke onderwerping, die op
dit oogenblik hier mondeling bevestigd is.
aanvaard ik namens de regeering.
„Omtrent den Toeankoe heeft de regeering
nog niets besli«t; dit zal eerst later geschie
den. doch worden voorloopig alle regelingen
aan mij overgelaten
..Ik verwacht nu van den Toeankoe, dat
hij aan alle oeleëbalangs en landschapsh©of-
den schriftelijk wil te kennen geven dat hij
■•'ch aan het Ned.-Tnd. gouvernement onder
worpen heeft en daarmee dus alle verzet een
inde behoort te nemen en dat hij daartoe
van al die oeloëljalangs en hoofden medewer
king cn steun verlangt, terwijl hij al dadelijk
de nog ontbrekende leden van zijn eigen ge
slacht moet doen terugkeeren en moet ont-
olaan en terugroepen alle door h*»m aange
s'elde oeleëbn'ang* die door ons niet erkend
en ons vijandig zijn. zoomede allo door hem
aangestelde panglimn's prang.
„Verder vertrouw ik. dat hij in alle oprecht
heid des harten rijn krachten en zijn invloed
zal aanwenden om, volgens mijne bevelen en
aanwiizingen, allerwege rust en orde te hcJ
nen bevorderen.
..Eerst daarna zal ik omtrent h-un "n d^
-•idore Toeankoe's voorstellen aan de regoe-
rfng kunnen doen.
„Voorts deel ik mede dat ik voorloopig den
Toeankoe voor onderhoud van zich en zijn
r-eein een maandgeld toeleg van f1000
„Eindelijk bepaal ik. aangezien mij ge'1
ten i9 dat door den Toeankoe doov de om
standighoden nn" weinig zorg fs beetc' knn
nen worden aan de opvoeding van zijn zoon
Toeankoo Thriliim'. dat. het gouvernement
thans die taak op rich neemt- en dat Toean-
•o Thrahim daart.oe onder geleide va*1 ©en
der andere Toeankoe's naar Batavia zal wor
den opgezonden om daar to worden groot ge
bracht overeenkomstig zijn s*and en g boor
te."
Deze toosnraak werd wederom d^or den
heer Morbeek ten nutte» der Atjehsche hoof
dn en den vtiltan in voortreffelijk Atjehsch
herhaald, waarna Z Exc. bij monde van den-
j.'dfden spreker aan Toeankoe Moeh-imat Da
wot de vraag liet overbrengen, of deze ter
zake nog iofs in het, midden had te brengen.
TTierop antwoordde deze, door de overhan
diging van eene verklaring der Atjehsche en
Pcdireeseho ooleëbalangs waarin deze de plech
tige bolofto van hun trouwe hulp aan Toe
ankoe Moehamat Dawot. om orde en rust to
helpen handhaven, hadden neergelegd.
Daarop richtte de gouverneur zich tot al
die oeleelvalangs en drukte hen op het hart
dat lii? van nu voortaan die medewerking dan
ook in alle gestrengheid aal eischen.
TTrt Advbl. v Atjeh meldt nog:
D Duitsche kruiser Geier, komende van
Padang, arriveerde 19 Januari te Sabang en
d n daarop volgenden dag te Oolëë-Lheuë
De commandant van genoemden bodem maak
te speciaal do reis naar Oelëc.Lheuë voor het,
maken van zijn opwachting bij den civ. en
m?!. gouverneur en het aanbieden aan Z. E.
van gelukwcnschen met do onderwerping van
den nretendontesultan.
Na afloer» van dat bezoek is de Geier we
der vertrokken naar Deli.
Borneo Blijkens telegrafisch b richt
van den resident der Zuider- cn Oost ifd»
ling van Barnoo van 13 Januari, hadden pa
trouilles van uit Priok Tjahoo tusschen één
«i zes dezer geone •nt.nwwtingfn met don
vijand. Java Ct.
Do resident van Palemlxuig seinde, naar
do Java Ct meldt, den 15en Januari als
vol^:
Colonne 2 Januari van Moeara Boengo lx>
reikten denzelfden dag Bodaro, alwaar den
3on werd verbleven om .prauwantransport in
te wachten. Dm 4cn werd mot achterlating
van een gedeelte dor troep te Roe faro, opge
marcheerd naar Rantau Pandan. vanwaar don
5cn oen detachement van 45 bajonetten naai
Maxu-a Boeat oprukte, dat voorloopig wordt
vastgehouden, ten einde door af-patrouilloeren
van aldaar scunenknaivcaide paden, het vet blijf
van Pangeran Bi po o. s. onveilig tc maken
en goedgezinde bevolking to steunen. Dn 7on
koerdo hot overige dool dor oslonnc naar
Moenra Boengo terug. na. achterlating van
ccno besotting to Btxlaro. De to Bedaro ver
bleven troep maakte 5 Januari eeno potiuuiUo
naar Loolxnig Nioer (aan do Tobo) over Ram-
bah (aan dc OoeJiu*).
Dfcti Geil Januari word bivak te Bedaro,
terwijl vrouwen en kinderen in do docsocn
aanwezig waren, door eeno 30 man sterke
met geweren gewapende Iwndfc uit Tobo onder
aanvaring van Rio Sookolaano bcsolioten do
bende keerde daarop naar do Boven-Oelae
terug.
Het Boengogebicd. voor zoover bezocht. is
zeer welvarend on vrij goed bovcilkt; gecoud-
hoid der hoofden en bevolking gunstigaa.n
<ie colonne word allo hulp verleend en de
bróden wachtten haar aan dc grens cp.
To Rantaai Padan hickl de assistent-resi
dent bespreking met alle hoofden, die ver
klaarden zich te zullen gcdra^ui naar de
wjnschen van hot bestuur.
10 Januari zou eeno colonne vau circa. 80
baioncttcu naar Pelajang oprukken. Taiia is
uitgcrwokcn naar de Boven-Ociaszijne ver
wanten trachten bevolking van de Djcodjoc-
bon on de Boven-Baitanghari te bewogen naar
Pclajang te kcanon tot verzet
Gezondheidstoestand troop is gunstig.
Blijkens een door den legercomman
dant ontvangen telegram van dcu militairen
oammamdant to Paleombcung laat d: toestand
van den zwaar gewonden ondcr-Juitonant i'.
H. Bollen zioh voorloopig gunstig aanzien
door een scliompsohot werd nog licht gewond
do lo luitenant A. C. L. Phaff.
Ouder dagtcekcning vau 5 Januari werd
uit Djamibi aan de Locomotief o. m. het vol
gende geschreven;
Uit Ma Tabo werd den 6en Dcembor on
der commando van .den kapitein Pecreboom
uitgerukt ten einde verbinding te krijgen
met de Tabir-colonne. Bij deze patrouille was
ingedeeld do le luitenant Da Kok.
Per stoomertje de Tebo opvarende kon men
tegen het middaguur van Moeara Kompcn
afmarchceren en bereikte men den eersten
dag een kalietje, waar te 4 uur 's middags
het bivak werd betrokken.
Dn volgenden dag werd de raarsch voort
gezet, op het voetpad werden toen eenige
houten lilla's aangetroffen liggende achter
een zwaren boom.
Eerst den volgenden marschdag werd de
eerste doesoen aangetroffen aan de Telai
(doesoen Baroeng-Baroeng) en vervolgens
doesocn Soengei Dcrian, welke er beide zeer
welvarend uitzagen. D bevolking was hier
aanwezig en toonde geen vrees voor onze
troepen. Van uit Soengei Doerian werd op
raad van den penglioeloe van dezen docsoen
over Oalak Makarai naar de Tabir gemar
cheerd. In deze doesocn, aan de monding vau
dc Soengei Aoer, werden slechts enkele man
nen aangetroffen, waarvan bericht werd ont
vangen dat in de doesoen Doerian Poelau
zich ook oen patrouille van de kompenie be
vond. Dit bleek do patrouille van den onder
luitenant Velleman. sterk 40 bajonetten, te
zijn, die van uit Rantau Pandjang eerst eeni-
gen tijd Oelak Makam had vastgehouden ten
einde den invloed van onze vooranamste te
genstanders in deze streek (Hadji Sidiq en
Rio Seboel) te verminderen en den onzen to
doen toenemen. Dat het verblijf te Oelak
Makam niet vcrgeofsch was bleek hieruit,
dat de bevolking verzocht in deze doesoen
to mogen torugkeeren, waarom de onderlui
tenant Velleman zijn bivak verlegde naar
Dorian Poelan. De Tebo-patrouille kreeg
den volgenden morgen aanraking met het
detachement van den onderluitenant Velle
man, en den 9en werd langs de Tabir afge
marcheerd naar Rantau Pandjang. In de
doesoens Danau Baroe, Tandjong en Boeloe
Pandjang was de bevolking aanwezig. In de
voorlaatste docsoen had ten tweede male een
ontmoeting plaats met een afdeeling uit
Rantau Pandjang onder den len luitenant
Gruys. Aangezien volgens mededeeling van
dezen officier te Rantau Pandjang slechts 20
bajonetten waren achtergebleven, ging kapi
tein Peereboom met 20 man door naar dit
bivak, dat dien dag bereikt werd, terwijl do
rest der patrouille te Boeloe Pandjang ach
terbleef. Dn volgenden dag bereikte ook dit
deel Rantau Pandjang. Na hier een rustdag
to hebben gehouden werd den 12en de terug
tocht aanvaard naar Ma Tebo. Zonder tegen
stand te ontmoeten bereikte de patrouille
over Kota Raja aan de Soengei Aoer en over
Telai na twee marschdagen weder Moeara
Kom pek aan de Tebo, van waar per prauw
tegen vijf uur 's namiddags het bivak aan
den Tebomond werd bereikt.
In do volgende dagen hield men zich te
Ufa Tebo bezig met de voorbereiding van
don tocht naar do 3oven-Tebo en de Boven
Boenga. Volgens ingekomen berichten zou
den de hoofden van het verzet, (sultan Taha,
Pangeran Dipo Negoro) zich in deze boven
streken hou oen teruggetrokken. Volgens de
laatste berichten rukte van uit Ma Tebo den
29en December een colonne uit die Ma Den-
go zonder tegenstand te ontmoeten bereikte.
Bij deze colonne ter sterkte van 140 bajo
netten onder commando van den kapitein
Peereboom. hadden zich de kapitein van den
gen. staf Michielsen, de assistent-resident
Helfrieh cn de controleur Hissink van Ma
Tobo aangesloten. Volgens bekomen inlich
tingen zou Taha zich aan de Boven Tobo,
Dipo aan de Boven Boengo bevinden cn zou
den leiden voornemens zijn naar Korintji
uit to wirken. Dar do colonee® in het Djam-
bische agcerende, hoe langer hoe meer dit
landschap beginnen in te sluiten zullen zo
orhtor op den duur ook daar niet voor ons
veilig rijn.
WEST-IN Dl
Saramacca-oxpoditio. D com-
mis^ic tot wetenschappelijk onderzoek van
Surinam» heeft van den hoor A. J. van
Stockum ecu schrijven ontvangen, gedateerd
31 December 1902, waarin hij zijne bevin
dingen mededeelt, over dön door hem be
klommen Jan Basi Gado-berg en zijne verde
re plannen blootlegt.
On 23 Novem Ikt werd den landtocht ter
boklimining van dien berg aangevangen.
Dze berg. volgens de aaaitcctkening op de
kaart van Cat eau van Roosevelt oen spitso
kale top zonder eenig geboomte, bleek in
werkelijkheid een met hoog liourt begroeiden
keig. met oen steilen rot-wand van 100 AI.
hoogte aan de oostzijde, doch overigens met
gemakkelijk beklimbaro hellingen.
In do nabijheid van dien rotswand werd
op don top met weinig moeite oen punt ge
vonden, van waaruit vrij uitzicht bestond
van het noord-oosten (foor het oosten naar
het zuidenecu vrij belangrijke kapping
was echter noodig om dat uitzicht uit te
strekkon tot aan liet westen..
Hoe het aldus zichtbaar geworden pan©-
ra ma zich voordeed, werd roods vermeld! in
het onlangs gepubliceerde telegratm; aange
vuld wordt dit met de mcdiedeeling, dat van
de voortzetting van den Wi 1 helm in a-kot en
een gebergte in ecne richting zuid-noord
loopt, die blijkbaar do waterscheiding vormt
tusschen de Saramaoaa en do Suriname, welk
gebergte eindigt in den top vain 800 M.
hoogte, die door do Coppenaaue-expeditio
werd ontdekt en in kaart gebracht.
Het onderscheiden van veraf gelegen go
borgten werd dikwijls zeer bemoeielijikt,
doordat de atmosfeer bezwangerd was met
een fijn verdeeld atof waarschijnlijk, afkom
stig van de erupties der vulkanen in de An-
tillen-groep en ook door zware en soms lang
aanhoudende regens en door bewolkte luch
ten Alleen in de eerste uren na een regen
bui kon de lucht zoo helder zijn, dat zelfs
zicht werd verkregen op gebergten,die
150 K M. verwijderd lagenzoo op het Nas-
sau-goboigte bij do Narowyue en op den IJ60
M hoogen top van den Wilhelmina-keten
in het zuid-westen.
Allo zichtbare gebergten en toppen wer
den successievelijk aangemeten, en aange
zien daaronder zich ook alle toppen bevon
den, die door de Coppename-cxpcditie waren
vastgelegd, is het verband tusschen beide op
nemingen verkregen en kon do ligging van
do Jan Basi Gado behoorlijk worden vast
gesteld deze top bleok te liggen op 4 gr. 41
min. N. Br. en 5 gr. 42 min. W.L.
Op 16 December was het werk op den
top afgeloopen en waren inmiddels de heeren
De Koek on Pulle met een gedeelte der goe
deren aangekomen ter plaatse waar Van
Stockum's booten gemeerd lagen. Zij hadden
door den lagen waterstand veel moeielijikhe-
den gehadbovendien klaagden zij over ge
brek aan gehoorzaamheid en ijver bij de ar
beiders en over de wispelturigheid en onbe
trouwbaarheid van de boschnegers, waardoor,
evenals dit bij de vorige expeditie het geval
was geweest, gedurig oponthoud was ont
staan.
Ongelukkig was zoodoende bij lange na
geen voldoende voorraad victualie medege-
komen om van Stockum voor den tocht naai
den Hendrik-top te proviandeeren, zoodat hij
wachten mocsb totdat eene nieuwe betzen
ding van Jacob Kondte was gehaald, Eerst
in de laatste dagen van December kwam
deze aan, waardoor hij eerst op 1 Januari
zijn tocht met de zoogenoemde geografische
afdeeling kon vervolgen.
Volgens ingewonnen berichten ontvangt
de Saramaoca op twee dagreizen boven Bini-
watra uit het westen eene groote zijrivier;
deze zou van Stookum zoover mogelijk op
varen en van daar uit den tocht naar den
Hendrik-top ondernemen; do beide andere
heeren zouden met de eerste bezending goe
deren doorvalren tot aan de samenvloeiing
der bovenbedoelde rivieren en daar op Van
Stookum wachten, om dan gezamenlijk met
hem de hoofdrivier zoover mogelijk te ver
kennen do opzichter Van Gelder, die ter
versterking van het toezicht werd achterge
laten, kreeg de opdracht om met de overige
goederen te volgen.
Ondanks de aanhoudende regens was de
waterstand in de rivier nog niet merkbalar
gestegen, blijkbaar omdat de neerslag nog
te veel door den grond geabsorbeerd werd.
D gezondheidstoestand van het personeel
was nog altijd bevredigend; slechts bij en
kelen hadden zich lichte gevallen vam malai
ria voorgedaan.
Een manifest.
Dezer dagen werd bet volgende mani
fest gepubliceerd
Aan onze medeburgers in stad en lande!
De gebeurtenissen, waarvan ons land en onze
hoofdstad in de laatste weken getuigen waren,
hebben, het kon niet anders, veel ontroering
en veel l»ezorgdheid gewekt. De uitbreiding door
onze werklieden-organisaties aan liet begrip soli
dariteit gegeven, met het gevolg, dat- een klein
verschil over het doen werken van. een niet-aan-
geslotene zich uitgezet heeft tot eene stremming
van heel ons spoorwegverkeer, het neerleggen,
van den arbeid door (le werkers op het bevel van
hun leiders, het dreigen met latere maatregelen
van gelijk verweer, eindelijk het stellen van een
ultimatum aan den Anisterdamsclien raad door
de vereenigd© werklieden der gemeente, en het
dreigen met het neerleggen van hun werk, in
dien niet binnen den koristen tijd aan hun wen-
seheu voldaan was, dit alles heeft de gemoede
ren van velen verontrust, en schijnt te prikkelen
tot maatregelen van verweer, tot handhaving
van het gezag, ten koste van wat het kosten
moge.
Do ondiergeteekendendie geen mannen of
vrouwen zijn van de politiek, maar die daarom
met niet minder groote belangstelling den ont
wikkelingsgang volgen, die zich in onze maat
schappij en in ons volk gaat afteekenen, hebben
gemeend dat het in doze crisis van ons nationale
leven plicht is, openbaarheid tie geyen aan hun
overtuiging omtrent hetgeen nu gebeuren moet
en hetgeen niet gebeuren m a g. Wie don toe
stand overziet met de onbevangenheid en on
partijdigheid, welke meer dan ooit van ons ge
vergd worden, zal, naar zij vertrouwen, met hen
instemmen, dat de zaak waarom het gaat er niet
eon is van spitsvondig juridisch recht, en dat zij
allerminst gemaakt mag worden tot een van
macht, doch dat zij moet. worden behandeld als
een vraag van de ernstigste maatschappelijke en
nationale verantwoordelijkheid, waarin wij al
len. arbeiders en niet-arbeiders, arbeiders met
het hoofd of met de l.anden. betrokken zijn. De
vraag moet gesteld of wij allen ons van die ver
antwoordelijkheid bewust zijn geweest; of we,
als staatsburgers, leden der volksgemeenschap,
als directies, werkgevers, aandeelhouders, ons
van die verantwoordelijkheid jegens hen, die Ln
onzen dienst staan, dus hebben gekweten, dat
wij het recht hebben de arbeiders zoo luide ver
wijten toe te voegen wegens het stellen van hun
eigen klassebolang boven het algemeone. Rond
uit moet worden verklaard dat het recht der
arbeiders ..m mee te spreken waar het geldt hun
eerste belangen, niet langer mag worden mis
kend. I)at geen macht gezocht mag worden in
hot verzwakken der arbeiders-organisaties, doch
dat integendeel van hun erkenning en hun waar-
deering als onvermijdelijk strijdmiddel voor den
alleenstaand al te zwakken arbeider verwacht
mag worden een sneller ontwikkelen van het
verantwoordelijkheidsbesef onder leiders en
leien. Wie in aanmerking neemt hoe weinig in
ons land nog gedaan is aan do hoogere volksop
voeding. en hoe miskenning van. den naar zelf
standigheid dringenden arbeidersstand tot voor
korten tjjd onze maatschappij en onzen Staat be-
heersohie. zal niet kunnen loochenen dat, afge
zien van liet ganse he feit der staking zelve, do
bezadigdheid in het optreden onaer spoorweg
organisatie en de zelfbelieersching betoond in
het terugkomen op een in tijdelijke opwinding
genomen besluit (als van- de gemeentewerklieden
te Amsterdam) vertrouwen wekken in de toe
komst onzer arlveidersbewcging en in het toene
mend verantwoordelijkheidsbesef van haar voort-
stmvors. De geleidelijke politieke en maatschap
pelijke emancipatie van onzen vierden' stand,
door velen gevreesd als het begin van ontbin
ding onzer natie, zal integendeel tot haar ver
sterking strekken, wanneer zij wordt begroet met
vertrouwen, in plaats van tegengegaan met on
wil en zelfs met geweld. Itet intoomeu van over
schatting, het beheerschen van overijling, de
overwinning van een te eenzijdig opvatten van
..solidariteitsgevoel" zullen te sneller en te ze
kerder hun beslag krijgen als wij ze overlaten
aan het inzicht en overwicht der meest bezadig-
den en meest verantwoordelijken onder onze
werklieden zei ven, en aan het overtuigingswoord
van buitenstaanders, niet aan hun dreigen. De
nieuwere volksgemeenschap moet in vrijheid
groeien, en waar wij van de arbeiders met reden
eischen dat zij de i_emeenschappeiijkheid van ons
aller belangen zoowel als de vrijheid der indivi
duen zullen eerbiedigen, hebben ook wjj ons van
dwingen te onthouden en op onze beurt van
onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
te dieper te doordringen. Voor haren plicht tot
handhaving van gezag en orde zal de overheid
te beter berekend zijn, naarmate zij te sterker
de uitdrukking is van de gemeenschappelijkheid
aller belangen. Verzekering van de bronnen van
ons aller welvaart zal te steviger steun vinden
bij alen, naarmate allen van die welvaart te dui
delijker mee genieten. Tot het ook voor hemzelf
boos wieermiddel van staking zal de arbeider te
minder zijn toevlucht hebben te nemen, als zijn
rechten moer zijn erkend, en voor het doen hoo-
ren en doen wegnemen zijner grieven de recht
matige organen zijn aangewezen. En te sterker
zal men van hem mogen vragen, dat hij de op
zich genomen plichten nakome. als ook zijn rech
ten tc 0' rlijker geèerbiodigd worden. Op dit
oogenblik belieeft ons volk een crisis, niet onge
lijk aan die, welke het vóór 1848 doormaakte, een
crisis van groei, die, als de vorige, kan en zal
eindigen met een versterking en rerhooging van
ons volkswezen, wanneer men zich niet door vrees
laat verleiden tot reactie en dwangmiddelen, in
tegendeel vertrouwen wordt betoond in vrijheid
onder verantwoordelijkheid, en wij allen, ieder
in zijn kring en naar zijn invloed, ons beijveren
die verantwoordelijkheid voor het wèl en wee
van heel ons volk na te leven.
Het manifest is onderteekend door
Jhr. mr. E. W. Berg, oud-lid van den Raad
van Toezicht op de Spoorwegen, Amsterdam
H. P. Berlage, architect, Amsterdam prof. dr.
R. C. Boer, hoogleeraar te Amsterdam dr. A.
Boneb&kker. med. doet. te Amsterdam prof.
dr. A. J. H. W. Brandt, hoogleeraar, Amster
dam mej. E. Boissevain. directrice school voor
socialen arbeid, Amsterdam jhr. G. J. W. C. H.
Graafland, g>ep. luit.-kol. Ned. Ind. leger, te
Haarlem M. C. M. de Groot, voorzitter van het
Volkshuis, te Schiedam dr J. H. Gunning,
schoolopziener Amsterdam P. H. Hugenholtz
jr., voorganger vrije gemeente, Amsterdam prof
dr. G. Kalff. hoogleeraar te Leiden prof. dr.
G. "VA. Kernkamp, hoogleeraar te Amsterdam
mej. E. O. Knappert, directrice Volkshuis, to
Leidien mej. S. G. F. Meyboom, directrice huis
houdschool. Amsterdam Th. Sanders, voorzit
ter van den Verbruikersbond. Amsterdam
mevr. SandersHuidccoper, Amsterdam L. Si
mons, voorzitter afd. Amsterdam van den Ver
bruikersbond ej. C. Tilanus, voorzitster van de
ver. Samenwerking, Amsterdam J. A. Tours,
ilirecteur van Ons Huis, Amsterdam; prof. dr.
J. M. J. Valeton, hoogleeraar, te Amsterdam.
In d© Nieuwe Courant zegt M. naar
aanleiding vam dit manifest dat iedereen
tegenwoordig manifesten schrijft, verstandi-
gon en onverstandigen, de laatstem vooral.
Maar liet minst doordachte, het oppervlak
kigste, liet onverantwoorde!ijkste en daar
door het gevaarlijkste manifest is dat der
dames en heeren, dat hierboven werd opge
nomen.
„Dze ..mannen en vrouwen", zooals zij zich
noemen, (hoewel de nauwkeurige bijvoeging van
een qualiteit achter eiken naam, don lezer moe
ten overtuigen, dat hij hier niet te doen heeft
met ..mannen en vrouwen", zooals er twaalf in
het dozijn gaan) beginnen met de verklaring, dat.
zij buiten de politiek staan en bij de heorschende
en door de belanghebbenden ijverig aange
kweekte l*egripsverwarring, geeft deze omstan
digheid hun juist gezag in politieke aangelegen
heden, zooals men tegenwoordig relief geeft aan
een krantenartikel door te zeggen, dat de schrij-
vei diepe minachting koestert voor „couranten
geschrijf."
Waarlijk deze „mannen en vrouwen" hadden
niet noodig te zeggen, dat zij niet aan politiek
doen, elke regel van liet manifest bewijst hun
totale groenheid in de politiek in ruimsten zin
genomenhun absolute onwetendheid omtrent
wat werkelijk om hen heen gebeurt. Zij" zien over
eenkomst tusschen de spoorwegstaking en de
beweging van 1848
Lezen zij geen couranten? Verstaan zij geen
Hollandsch? Zijn zij verheven boven couranten
geschrijf en politiek, waarom bemoeien zij zich
dan met zaken, waarvan zij zelf erkennen geen
verstand te hebben
Waar en wie zijn de menschen, die beweren,
dat de arbeiders goen „medezeggenschap
hebben in hun hoogste belangen?" (Spatieering
van mij).
Laat eens een der mannen of vrouwen die het
manifest onderteekenden, de pen nogmaals op
nemen en ons daaromtrent inlichten, opdat wij
weten, dat zij geen windmolens, maar menschen
en denkbeelden bestrijden.
Hebben zij werkelijk niet begrepen, dat het
hier niet de vraag geldt „hebben Je arbeiders
mede zeggenschap in hun hoogste belangen?",
maar deze „moeten do hoogst» belangen (en de
lagere trouwens ook) van de heele maatschappij,
arbeiders en niet-arbeidexs, professoren en win
keliers en opperlieden, onvoorwaardelijk, op ge
nade of ongenade in de hand gelegd worden van
liet eerste het beste bestuur van de eerste de
beste vakvtoreeniging? Moeten die belangen ge-
eerbedigd worden of niet gieéerbiedigd, al naar
gelang de toevallige „gematigdheid' en „beza
digdheid" van een bestuurslid, gekozen door
een kleine groep medeburgers?
Want zóó is de toestand op dit oogenblik, dat
wascht al liet water van de zee niet af.
Wie dit niet ziet, is blind en dat is jammer
voor hem of haar, maar die moet niet de airs aan
nemen van buitengewone i.elderziendheul
En wie beweert het niet te zien, wie juist
nu o toevaltegelijk met oen heclcn hoop
menschen, die vroeger nooit aan politiek deden,
plotseling een bevlieging van groot medegevoel
met de arbeider» kreeg, die is niet edelmoedig,
diis niet ruiiu van blik, maar is doodeenvoudig
(«er aanbidder van wat hij voor de opgaande zon
houdt.
Edelmoedig van don overwonnene jegens den
overwinnaar, is altijd verdacht.
En het foit is toch niet te loochenen, dat
de spoorwegorganisatie op dit oogenblik is de
overwinnaar, do luid en brutaal victorie-kraaien
de overwinnaar. Of weten de mannen en vrou
wen die niet aan politiek doen, dat misschien
ook niet?
Men mag den spoorwegarbeiders niet kwalijk
nemen, dat zij „hun klassebelang stelen boven
het algemeen belang"
Waarom mag men hun dat niet kwalijk nemen?
En zoo niet, mag inen dan aan andere groepen in
d;* maatschappij datzelfde recht ontaeggen En zoo
niet. begrijpen de niet aan politiek doende, maar
in politieke quaesties met groote beslistheid spre-
kendie, mannen en vrouwen, dat zij. in plaats
van tot kalmte aan te manen den burger
oorlog prediken?
Kom, men hoeft niet aan politiek te doen,
om in te zien, dat de burgeroorlog verklaard
is, en'dat de anarchie onbeperkt lieerscht, als
ieder zijn belang gaat stellen boven het alge-
meene en do organen van het algemeen belang
m. a. w. de overheid zich daar niet tegen verzet
ten kan en mag.
net manifest stelt zich op hetzelfde halfsl-ach-
tige, wankele, onzuivere en onbetrouwbare stand
punt als de vrijzinnig-democraat die enkele da
gen geleden in dieze courant onderhanden werd
genomen.
Er wordt niet met zooveel woorden in gezegd,
dat het lot van ons land gelaten mag worden
in handen van de ..bezadigde" en „verstandige"'
en „verantwoordelijke" en „ernstige" bestuurs
mannen van de spoorwegvereenigingen, men ver
klaart zich slechts min of meer duidelijk tegen
een wet. waarvan men den inhoud nog niet kent
en die diit wil ik gaarne toegeven aan zeer
veel eischen van zuivere liberaliteit moet vol
(loen, voordat ik haar met vreugde zal zien aan
nemen.
Maar wat wèl duidelijk is met het gebaar van
een oppermachtig vorst, die den geboeiden ter
dood veroordeelden zondaar vergeeftkruipt
men voor de sterkste partij.
„Rust" vraagt dit manifest, evenals de plaat
van de groene Amsterdammer.
Er zijn ziekten, waarbij de dokter geen rust
voorschrijft.
De ziekte waar ons volk nu aan lijdt, is er één
van.
Zij. die nu rustig en kalm zitten te praten over
verbetering van arbeiderstoestanden, blijken
geen flauw begrip te hebben van den hoogen
ernst van, den toestand, van de zware, acute
ziekte, waaraan ons volk op het oogenblik lijdt
Het heeft een schot in de borst gekregen en nu
moet eerst de kogel er uit. en dbn kunnen we
gaan overleggen, welke badplaats de gezondste
lucht heeft
Zoolang nog het verkeer afhankelijk is van
Oudegeest en Petter, zoolang het land nog in
hoop en vrees moet uitzien naar het besluit, dat
op eene geheime vergadering van gemeentewerk
lieden wordt genomen, zoolang zit de kogel nog
in de borst van ons volk en het zal als beschaaf
de natie sterven wanneer niet spoedig, zeer spoe
dig de kogel wordt uitgesneden.
En dat moet inderdaad geschieden, „ten
koste van wat het loosten moge", zooals het mam
fest zegt.
Te verliezen is er niets blijft de kogel zitten,
dan zijn we als onafhankelijk land er werd
daarop reeds gewezen z e k o r naar de maan
Denken de dames en heeren nu met haast
ongelooflijke naïveteit dat zoon paar „eischen"'
van het spoorwegpersoneel spoedig genoeg zjjn
ingewilligd en het herstel van, het gezag in de
handen, waar het behoort, daarop zou kunnen
wachten, dan, zal ik mij beroepen op een autori
teit, die z i| allerminst mogen wraken en aan
toonen dat zij katholiieker zijn dan hun paus.
Staat op, mannen en vrouwen van het mani
fest en luistert eerbiedig: Oudegeest spreekt:
„Een andere loonregeling te ontwerpen
gaat niet één, twee, drie. We zijn er al
lang mlee bezig, maar het zal nog wel wat
duren eer we klaar zijn met het ontwerp
Als we b.v. zoo maar hadden gevraagd: 10
loonsverhooging, dan zou daarbij de heele
winst van de Staatsspoor verdwenen zijn en
10 is voor vele categorieën te weinig. We
moeten dus goed overleggen."
Ziezoohet formuleercn van den eisch duurt
dus nog eenigen tijd. Misschien kennen de mam
festanten den directies ook nog wel eenig „mede
zeggenschap" toe bij de vaststelling van het loon
en dan moet er onderhandeld worden, waar ook
tijd mee heengaat, en is die tijd om, dan zijn we
klaar met één enkele categorie van werklieden.
Dan komen .alle anderen, die evenveel en ook die
veel meer recht hadden te eischen
Hoe lang dht duren zal is niet te zeggen,
maar zeer zeker veel langer dan de kogel in de
borst mag blijven, veel langer dan de tegenwoor
dige onzinnige toestand van machtsverplaatsing
mag voortduren."
In de te 's Graveinhagie gehouden alge
meene vergadering van het Kon. Instituut
voor de Ta^l-, Land- en Volkenkunde van
Ned.-Indië werd: dbor dort secretaris, demi
heer E. B. Kielatra, het jaarverslag over
1902 uitgebracht.
Tot nieuwe leden van het instituut zijn
benoemd:
a. in Nederland:
Jhr. C. de Went Alberda van Ekenstein
G. B. H. F. Alpherts, J. F. L. de Balbiaai
Verster, jhr. W. A. Band, mr. J. W. van dier
Bitsen, baron C. »V. Th. van Boetzelaier, G.
M. Boissevain, jhr. H. P. C. Bosch van Dar
kenstein, 0. M. E. R. C. van Bosse, dr. H.
Brugtmans, F. P. L. van Driel, dr. P. Aug.
Driessen, C. C. A. Drudok de Wit, mr. E.
Everwijn Lange, jhr. mr. C. van Eysinga,
A. W. van Eeghen Jr., mr. Joh. Enschede
J. J. le Fèvre do Montigny, E. A. H. van
der Heidei, J. G. von Hemert, jhr. mr. C
H. J. van Haeften, K. G. Houwen, J. D.
Hooglandt Az., W. Hovy, J. H. Hummel,
di-. H. F. R. Hubreoht, J. Jonker, H. P. de
Kat van Hardinxveld, C. Kraay. R. van Len.-
uep, mr. J. A. Loeff, A. D. de Marez Oyer»,
prof. C. J. van Loo<n,rar. M. Mees, A. P. W
vani Meurs, Abraini Muller, dr. H. M. vam
Nes, J. R. van Osselen, jbr. C. F. van de
Poll, J. C. van Reyn, H. B. van Rhijp, C.
O. G. do Ridder, D. F. Romein, B. E. Ruys,
C. J. L. von Schmid, J. E. Scholten, mr. G.
van Slooten, L. E. Uyttenhooven, G. Vas
Visser, prof. S. J. Vermaes, dr. W. C. A
baron van Vredenburcli, J. H. de Waal Ma
lefijt. M. J. Waller, ds. W. L. Weiter Jr
mr. W. de Ridder;
t». m Ned.-Indië
P. M. Ader, P. H. van Andel, G. N. van
Alplien de Veer, J. Ballot, S. W. Becking.
E. M. van den Bergb van Heinenoord, R
Birokeuihauer, D. Burger, C. L. Brautigain,
J. A. van der Breggen, N. ten Broek, H.
Broers, H. de Chauvigny de Blot, E. Con
stant, E. J. W. van Dijk, E. J. Gerrits, W
J Giel, jhr. mr. A. C. D. de Graeff, T. Hal-
bertsma, Raden Mas Hardjo Koeeoemo, L.
C. M. Henny, L. F. Hoeke, mr. H. 'a Jaoob,
W. de Jongh Dz.. J. M. Joung, M. Jooistra,
Raden Kamil, H. C. Kronouor, G. F. M.
Liebert, W. F Lutten, dr. S. Lykles, E
Meertens, A. J. Cb. de Neve, Radera Ma»
Toemenggoen Oetojo, mr. F. D. E. van Os
senbruggen, E. M. Poortman, L. R. Priester,
W. J. Riaihder, mr. M. C. Rogge, mr. C. de
Roon Swaan, mr. J. M. C. E. le Rütte, G
Schaap, H. Sahaniedell, mr. A. J. Sloot, A
G. H. van Sluys, Th A. Smulders, A. Suar-
mondt, F. E. H. Tanzer, E. A. Taylor We
ber, C. L. Udo de Haes, mr. J. P. G. West-
lioff, dr. C. Winkler, M. H. Witbolt Teugen
H. van dor Wolk, H. J. Wijers;
c. in het buitenland:
N. G. M. Luykx, L. J. von Zeppelin Ober-
müller.