Sf'. 358. Tweede Blad.
Ist* Jaargang.
Zaterdag 21 Maart 1903.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Indische Penkrassen.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.25.
Idem franco per post. 1.75.
Afzonderlijke nummers0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiën, mededeelingen enz., gelieve men vóór 10 uur
's morgens bij de Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF C<>.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van M regel*f ••7».
Elke regel meer••••••- 0.15.
Groote letter* naar plaatsruimte.
Voor handel on bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnoment. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
OOST- IN Dl
De begrafenis van wijlen den legercom
mandant, luitenant-generaal De Bruyn, heeft
den lOden Februari plaats gehad. Aan het
verslag, dat liet Bat. Nbld. van de „aangrij
pende militaire plechtigheid" geeft, ontke
nen wij het volgende:
Onder het dof gerommel der omfloersde
trommen trok do stoet langzaam voorwaarts.
Do lijkwagen droeg, in tegenstelling met de
Indische gewoonte, in het geheel geen bloe
men deze vriendelijke afsclieidsbodeu volg
den in eem rijtuig achter den. lijjkwagen en
naar het aantal kransen, hierin opgestapeld,
mocht men de deelneming afmeten, welke
het plotse'ing verscheiden van den algemeen
beminden legcrchef had gewekt. Opgemerkt
werden o. a. fraaie kransen van Z. E den
gouverneur-genoraal en van de verschillende
afdeelingen van het departement van oor
log.
Als 9lippendragers fungeerden de generaal-
majoor der artillerie G. J. van Kootende
kolonel van dat wapen M. B. Rost van Ton-
ningen, de luitenant-kolonel der cavalerie G.
W. F. Happé en de kapitein van den gene»
ral en staf J. C. van den Belt. Achter den
lijkwagen hadden zich een aantal officieren
te voet aangesloten, ook officieren der schut
terij, en een aantal ambtenaren, ressortee-
rende onder het departement van oorlog. En
daarachter volgden, in een bijna eindelooze
rij, de rijtuigen der belangstellenden, aller
eerst de vertegenwoordiger van Z. E. den
gouverneur-generaal, de luitenant-kolonel
jhr. L. D. C. de Lanoy; verder de familie
leden van den overledene, de generaals-ma-
joor jhr. J. C. van der Wijck en G. W. Bee-
ger en tal van andere autoriteiten.
Aan dezen stoet van rijtuigen sloten zich
aan de troepen' van Mr. Cornelis, gevolgd
door de veld-artillerie met aangespannen
stukken, de vesting-artillerie te voet, geslo
ten door het tweede half eskadron cavalerie.
Alle officieren droegen reeds den rouwstrik
om den arm; de vaandels waren in rouw
floers gehuld.
Aan het kerkhof hadden zich inmiddels
tal van belangstellenden verzameld.
Aan het graf werd bet eerst het woord
gevoerd door den gen eraal-maj o or jhr. J. C.
van der Wyck, die ongeveer als volgt sprak
„Officieren van het Indische leger. De ge
opende groeve waarvoor wij staan, zal wel
haast inhouden het stoffelijk overschot van
ons aller beminden commandant, Z.E. den
luitenant-generaal De Bruyn.
„Zelden voorwaar heeft het leger een zoo
vernietigend sterfgeval getroffen, zelden een
verlies geleden, dat zoo door bet geheel zal
worden gevoeld en betreurd. De hoedanighe
den van den afgestorvene als commandant
van het leger, zijn zoozeer boven mijn lof
verheven, dat ik daaromtrent hier piet in
beschouwingen mag treden. Veroorloof mij
daarom u voor te lezen een dagorder voor
het leger, op heden uitgegeven door Z. Ec.
den gouverneur-generaal, opperbevelhebber
van, land- en zeemacht:
„Dagorder voor het Indische leger.
„Officieren, onderofficieren ein slodaten
u.0p mij rust dé treurige plicht het legetr
bekend te maken met het overlijden, op den
9en Februari 1903, van zijnen commandant,
den 'luitenant-generaal H. C. P. de Bruyn.
„Na een kortstondige ziekte werd hijj ge
rukt uit zijn Werkkring, waaraan hij zijn
beste krachten had gewijd.
„Een bekwaam opperofficder, een trouw
landsdienaar en een algemeen geacht chef
is met hem aan hot leger Ontvallen.
„Ziju nagedachtenis blijve steeds in eere.
„Do gouverneur-generaal van Ned.-
Indië, opperbevelhebber der land- en
zeemacht,
W. ROOSEBOOM.
„Maar wat ik wel mag doon, is in uw aller
herinnering terug roepen do edele karakter
trekken van den genei-aal De Bruyn, als
nrensch en als ons aller chef. Eenvoud, recht
schapenheid, eerlijkheid, rechtvaardigheid,
gestrengheid, echter gepaard met een buiten-
gewone minzaamheid! Ziedaar de eigenschap
pen, wielko dien1 generaal' sierden, welke hem
de hoogachting' van, het gan salie leger deden
verwierven, welke hem bij ons allen bemind
maakten.
„Steeds had hij een open oor voor de be
langen zijner ondergeschikten, zoo hoog als
laag.
„Daarom zal do naam en do persoonlijk
heid van doti luitenant-generaal De Bruyn
nog lang bij het leger in herinnering voort
leven en ik ben er zeker van ook uiw aller
gevoelen uit te drukken, wanneer ik aam dit
graf de woorden <uitspreek: „Rust zacht,
edele en brave man"!"
Daarna voerde nog ds. A. S. Carp entier
Al ting het Woord.
Namens do familie zegde mi*. A;b.r. A. van
Oven dainlc voor dè bewijzen vanl belangstel
ling.
-Mr. Th. H. de Meester, vice-president
van den raad vani Indië, titans met twee
maanden verlof wegens ziekte te Soekaboe-
mie, moet, naar men ons van daar schrijft,
weinig baat vinden bij zijn verlof. Er is
zelfs sprake van dat een verlof naar Europa
noodig zal blijken.
De Java-Bode meldt:
Onder nadere goedkeuring der regeering
is dooi- den resident van Pasoeroeam een som
van f 2500 beschikbaar gesteld, voor den
aankoopt van levensmiddelen, ten behoeve
van de noodlijdende bevolking in de af doe
ling Kraksaan.
De Java Bode van Maandag 16 Februari
meldt
Vrijdag jl. is de verdachte Herman Gentis
ter observatie opgenomen in heit militaire
hospitaal alhier wegens voorgewende zwak
heid van geestvermogensZijn broeder Cor
nelis ia, met hot oog op do verdere instructie
der zaak, heiden naai' do gevangenis alhier
(Batavia) overgebracht.
Wijl namen, hier nog een uitvoerig
overzicht op van hot afdeolingsverslag dar
Tweede Kamer, betreffende het eersite der
bekende regeerüigsvOoretellen dat strekt tot
aanvulling en wijziging van het Wetboek van
Strafrecht.
Verscheiden© leden waren van oordeel, dat
het voor de beoordeeling van dit en de beide)
andere gelijiktijdig ingediende wetsontwerpen
van belang is nadere inlichtingen te verkrij
gen omrient de gebeurtenissen, welke tat die
indien.ug aanleiding hebben gegeven.
De commissie van rapporteurs merkt in
verband hiermede op, dat, ofschoon na heft
afdeelingsondlerzoek interpellaties betreffende
deze gebeurtenissen hebben plaats gehad, zij
geen voldoenden grond gevonden heeft van
hetgeen daairomibrent lijn de afdeelingen isJ
voorgevallen, in haar verslag geen melding
te maken.
Men had met eenige bevreemding verno
men de regeeringsverklaring, dat de stoornis»
einde Januari in het spoorwegverkeer teweeg
gebracht, de regeering geheel onverhoeds over
viel. Betoogd weid d'at herhaaldelijk in en
na 1891, van dè zijde der arbeiders tal van
grieven ter kennis van die besturen! der groo
te spoorwegmaatschappijen-gebracht zijn, ter
wijl bij de in 1901 aan de regeering en ook
aan dè Kamer medegedeelde vertoogen totl
het bestuur der H. IJ. S. M. gericht, reed^
op de mogelijkheid eener spoorwegstaking werd
gezinspeeld. Men achtte heb niet te verwon
deren, dat uit het uitblijven van voldoende!
tegemoe+koming aan de grieven van het per
soneel zekere spanning is ontstaan.. Mem be
treurde dat die regeering niet onmiddellijk
in overlieg is getreden met de directiën bdji del
berichten omtrent beweging onder do werk
lieden, die reeds seidert 25 Januari in de pers
waren te vinden en in de volgende diagen)
steeds ernstiger karakter aannamen. De re-
georing schijnt echter, zelfs in de conferentie,
die eindelijk op 31 Januari, niet op haar ver
zoek, maar op verzoek van het bestuur der
H. IJ. S. M. plaats had, eene volkomen lijde
lijke houding fce hebben aangenomen. Omtrent
hetgeen in die conferentie plaats had. zou!
men gaarne nauwkeurig worden ingeliahri
Had toen do Min. van W., H. en N. aam het
bestuur der Maatschappij verzekerd, dat dè
regeering bereid was de maatschappij te steu
nen, met al de haar ten dienste staande mid
delen, dan ware het, meende sommigen, niet
gekomen tot dè gehoede inwilliging dor eisahan
van dè stakende werklieden.
Sommige leden begrepen niet, waarom de
spoorwegmaatschappijen, al werden zij op het
o|ogenblik look niet) door de regeering g)e>!
steund, tot die inwilliging hebben besloten.
Men onderstelde dat het ongerief, hewelk het
publiek tengevolge van tijdelijke stremming
van het verkeer zou hebben ondervonden,
voor de maatschappijen geen Voldoende reden
kan geiweest zijn om zulke eischen in te wil
ligen en meende dat, indien zij allechte hadden
volgehouden, vele harer beambten spoedig tot
inkeer zonden gekomen zijn- Men vroeg lioa
die regeering oiver de dooi' die maatschappijen
aangenomen houding dacht. Men zou gaarne
vernemen wat dé regeering, tea' vervuiling van
haar plicht, om te zorgen diat de maatschap
pijen aan har© wettelijke verplichtingen vol
doen, op 30 en 31 Januari gedaan heeft, be
paaldelijk met betrekking tot heb vervoer
van de post en van troepen. Is door het aan
bieden van. poststukken tot Vervoer geconstar
teerd, dat de maatschappijen zicB niet in staat
gevoelden voor dat vervoer te zorgen of heeft
het bestuur der posterijen het vervoer zelf
bezorgd zonder zoodanig aanbod? Hebben de
maatschappijen rich ten deze op overmacht
beroepen en is daarbij gehandeld in overeen
stemming met aart. 55 der spooarwegovereeai-
komsten
Gevraagd werd, of da stakende spoorweg
arbeiders zich aan buitensporigheden hebben
sdhuldKg gemaakt, en zoo jaj, welke?
Eenige leden waren van meening. diat dè
«taking in het spoorwegverkeer en de daarop
gevolgde gebeurtenissen geen grond oplever
den tot bijzondere maatregelen, onder betoog
dat de beteekenis èn van het manifest van het
hoofdbestuur der Vereeniging van spoor- eml
tramwegpersoneel, waarin een nieuw© staking
werd aangekondigd, indien binnen betrekke
lijk korten tijd geen zeer gro#te verbeteringen
werden aangebracht, èn van het manifest van
hetzelfde hoofdbestuur, waarin met een nieu
we staking werd gedreigd, can te voorkomen!
dat de volksvertegenwoordiging een wet aan
neemt, waarbij het recht tot staken ontnomen)
wordt, gering was. Het tweede manifest was
enkel een ve rwee nmaddei tegenover de in scan-
mige dagbladen, bepaaldelijk in de Nederlan
der van 3 Februari voorkomende aansporing
tot het vaststelt sn van wettelijke bepalingen,
tegen de vrijheid' van staking gericht. Da be
doeling was overigens nie, dat spoorwegar
beiders zich naar den Haag zouden begeveini
om de werkzaamheden der Kamers te benwxa-
lijkïn, maar om aldaar eene protestmeeting
te .houden op dezelfde wijze, als vroeger her
haaldelijk ia geschied.
Ook in de feiten te Durgerdam kon geen
reden zijn voor buitengewono maatregelen.
Deze leden waren om de genoemde redenen
van gevoelen dat voor de oproeping van twéé
lichtingen van miliciens geen voldoende reden
bestond. Zij betreurden die oproeping, omdat
daardoor de rustige ontwikkeling der vak
beweging is belemmerd.
De groote meerderheid der ledien was Van
Oordeel, dat de omstandigheden in het begin
van Februari inderdaad buitengewone maatre-
gelou tot handhaving van gezag en arde nood
zakelijk maakten. Zij keurden het goed dat
de regeering ten deze krachtig was opgetre
den, onder uiteenzetting dat eene spoorweg
staking een zaak is van zeer ernstige beteeke
nis.
Yrij algemeen was men van gevoelen, dat
de plaats gehad hebbende staking geen zoo
groote beteekenis zou hebben verkregen, in
dien daarbij alleen sprake ware geweest vaan
solidariteit der spoorwegbeambten mjètl dJe|
arbedldleirs in diet verwante trarspontbeidrij(v e n
BreédMöeriig werd de meemiinig uiteengezet,
cat, do eigenlijke oozaak van dJe uitbreiding
dor staking gelegen1 is in de grieven vam het
persou tel ten aanzien van loonon, arbeidstij
den en vooral tien aanzien van onvoldoende!
behadcling der klachten. De staking werd'
begonnen niet op initiatief van de leiders
de»- arbeiders, maar door eenige werklieden in
de K -etlandten te Amsterdam, die uit eigen
beweging het werk noderlegdien. Hierdoor wer
den anderen en ook de leiders meegesleept.
Dc onverwachte gmakkelijke overwinnig leid
de tot overmoed, vooral toen anarchisten meer
en meer invloed op dè beweging begonnen ta
verkrijgen. Dè poging om liet voor te steHemi
alsof aan de (hierboven genoemde) twee mani
festen slechts geringe beteekeniia ware te hech
ten, kon mm. niet als geslaagd beschouwen.
Daarin wordt toch op zeer duidelijke wijze
eene nieuwe staking in uitricht gesteld, en
wat nog veel ernstiger is, met bemoeilijking
van den arbeid der volksvertegenwoordiging
gedireigd, indien deze wetsbepalingen betref
fende staking mocht willeni aannemen. Heb
ware inderdaad merkwaardig, indien een en
kel artikel in een dagblad ala voldoende redeh
ia beschouwd tot uitvaardiging van zulke stuk
ken. Verder wordt getwezen op het gebeurde
te Durgerdam, met die kraanwerkera te Am
sterdam, de belegering van eene fabriek té
Zaandam enz. Dat in deze omstandigheden de
regèering voor versterking der militaire macht
zorgde, ten einde voor handhaving der orde
en rust te kunnen instaan en maatregelen
nam ten einde de veiligheid van het spoor
wegverkeer te verzekeren, kon, meende men,
slechts goedgekeurd worden. Onder de leden
die tot deze conclusie kwaimen, waren er in-
tuaschen die moerden, dat aan de manifesten
hoe afkeuri ngswaardig ook van toon ©n in
houd, toch voor de toekomst niet. al te groote
beteekenis is te hechten. Zij oordeelen tevens)
dat die stukken blijk geven van een gevóél
van zwakheid, d'at zich onder gyoote wooideni
verbergt. Zij vertrouiwdën, dab bij beleddtvol
optreden van regeering en werkgevers de
ontwikkeling der werkliedenbeweging woldra
in goedé banen zou terugkeer en.
Gevraagd werd of de te Durgerdam gepleeg
de misdrijven niet door krachtiger optreden
der politie voorkomen hadden kunnen wor
den.
Omtrent dè vraag, of het gebeurde aanlei
ding behoort te geven tot eene aanvulling
van heb Strafwetboek, liepen de gevoelen af
uiteen. Betoogd! wérd door ©enige leden, dat
de regeering tengevolge vtan de sreasie van
vele persorganen, die klaagden over de zwak
heid harer houding en over verplaatsing van
het gezag, naar het schijnt, van standpunt)
veranderd is ent strafbepalingen heeft ontwor
pen, welke voor de ontwikkeling der vakor
ganisaties zeer bedenkelijke gevolgen kunnen
hebben. Deze leden noemden de voorgestelde
bepalingen eene wraakneming van het bale©-
dfigdè gezag en waren van meening dat zij
strekken tot eenzijdige bewondering van dè be
langen dier werkgevers. Zijl ontzegden aan den
wletgever het recht dienstweigering al® misdrijf
te qualificeoremi en meenden dat eene uitbrei
ding van het bestaand art. 284 niet moaht
worden aangenomen, omdat rij dè ontwikk©
ling van vakvereenigingen te zeer zou belem
meren. Aangevoerd werd, dat tegen aanne
ming van dit, den vrijheidszin van het Ned.
volk geweld aandoende wetsontwerp, zelfs is
geprotesteerd door de Prov. Chr. vereen, vau
spoorweg- en Trampersoneel, t© Zwolle.
Voorts werd betoogd, dat thans allereon
gezorgd behoort te worden voor wegneming'
van de grieven dier spoorwegarbeider. Benoe
ming eener staatscommissie van enquête zool
hiervoor weinig nut hebben. Immers ke©ft)
de Staat naar de geldlende spoorwegavereen-
komsten geen recht voorschriften te gevent
omtrent de regeling van de loouen der spoor-
wegbelamibten. Dergelijke enquête zou slechts
resultaten kunnen opleveren, indien tot in
voering van staatsexploitatie werd overge
gaan. Meer zouden deze leden gevoelen vcor
eene enquête betreffende de vakorganisatie,
met het doel, om over beteekenis en werking
dér vakvereenigingep Tich|fc te verspreide^
waarbij men wees op het door den Beer Mïl-
lèrand' bij de Franjsche Kamér i'ngedietafdt?
wetsontwerp „Sur lé reglement amiable des
différenda relartifs aiux conditions dU travail,"
w'aalritai oe.no bépalimg Wordftj aangetroffen*
voorschrijvende dat in inrichtingen, wélké
tengevolge van eene ttusschen dien patroon eg
zijne werklieden gesloten overeenkomst onder
de wet zijn gesteld!, het besluit vam de meer
derheid der werklieden om te staken ook dé
minderheid verplicht het werk neer te leggen.
Men wees er verder op, dat ook in andere
landen spoorwegstakingen hebben plaats go-
had, zonder dat men daar tot vaststelling vau
strafbepalingen als de voorgestelde is overge
gaan. Men wees op de groote overhaasting,
waarmede de regeer ing strafbepalingen heeft
voorgesteld, die, meende men, scherp afstak
bij de langzame wijze van werken, die ge
volgd wordjt) waar het aankomt op| soèiaile!
hei-vormingen. Hoe gevaarlijk het is strafbe
palingen als de voorgestelde tè maken bleek!
overigens well uit het feit, dab in Duitschlandl
zelfs misbruik ia gemaakt van 253 van het
Dtuitschè strafwetboek om' leiders, die met
staking dreigden ten einde loonsverhooging
te verkrijgen!, wegens „Erpressung" te straf
fen.
Overigens achtten deze leden de Kamer on
bevoegd strafbepalingen als deze vaat te stel
len, omdat rij, zoolang algemeen stemrecht'
niet. is ingevoerd, niet als een ware volksver
tegenwoordiging kan worden beschouwd. Hier
tegen werd opgemerkt dat de leden der Ka
mer zijn gekozen ingevolge de bestaande wet
telijke bepalingen omtrent het kiesrecht en)
dat de Kamer mitsdien ala deel der volksver
tegenwoordiging beschouwd! en erkend dient)
te worden. Personen die dit niet inzien, b©-
hooren, naar men meende, het lidmaatschap
der Kamer niet aan te nemen.
Vele leden waren van oordeel, dat in be
ginsel het maken van strafbepalingen ter zake
van bemoeilijking van arbeidswilligen en van
dienstweigering door ambtenaren, personen
Auteursrecht uitdrukkelijk voorbehouden.
U
We treffen hot nietbijjzonder mot liat
woei'. Dè stormwind 1 eit, de zee staat hol
en onze boot maakt allerlei rare bewegingen,
dio voor vele passagiers noodlottig wonden.
Het is voor een nieuweling dan ook wel wat
har ooui reeds zoo dadelijk met een achten
WffldjWestersborm. kennis te maken. Ik voor
nujk houd anders wel van zoo'n beetje dei
ning. De aanblik der kokende watermassa is
"rerweldigend schoon, ja met geen pen te
beschrijven. Jammer dat dit gezicht heden
veigald werd door een vinnige kou, die het
'pa onmogelijk maakte op het deik de noo-
"'ge observaties to doen.
Het loopen op con schip hoeft ziju eigen
aardige mooiolij|kheden, doch men is er spoe
dig achter.
Het slapen daarentegen gaat best, vooral
doordat het stampen dor machine ala een
soort wiegelied wenkt.
Zoo'n zeer-eis moet van een sjagrijaiig
menscTi wel een vroolijken kerel maken. De
gezonde, versterkende zeelucht vult do lon
gen met zuurstof en is een geneesmiddel
tegen alle kwalen behalve de zeeziekte, die
echter al zeer gemakkelijk te bezweren is. De
heer van Kol sprak indertijd van banden om de
maagstreek, doch ik voor mij ben overtuigd,
dat de patiënten onmiddellijk genezen, wan
neer ze maar uit volle borst een vroolijk
lied aanheffen. Of dit wetenschappelijk te
verdedigen is, weet ik niet, doch ik heb al
menig zeereisje achter don rug en nam steeds
zeer goed geslaagde proeven bij de soldaten.
Heden heb ik het ook eens met burgers
geprobeerd. Toen orni 12 uur vele jongelui
aan tafel mankeerden, bob ik ze boven op
dek opgezocht. Een van hen, een verdienste
lijk bespeler van de mandoline, wist ik te
bewegen rijp instrument te halen en weldra
weerklonken boven het geraas van wind en
golven vroolijk© liedjes, die alle benauwdheid
deden verdwijnen en voor de zooveelste maai
werd het bewijs geleverd, dat mijn genees
methode de beste en goedkoopste is in het
gebruik.
Wij rijm intusschen de kust vau. Engeland
genaderd, 't Is wel historisch terrein, waar
op wc ons nu bevinden. Zoo zijn we langs
de Doggers bank gevaren, waar onze Zoutman
in 1781 den Eingedscheix dapper het hoofd1
bood, e,n daar bij Duins leerde do oude Tromp
in 1639 onzen erfvijanden de kracht der Hol-
landsche wapenen 'kennen, die hen in 1666,
na een vierdaagschen zeeslag, met waar ont
zag zou vervullen. Een jaar later zeilde onze
Mich iel de Rudjter den Theems op en bracht
de bewoners van bet tratsohe Engeland de
bibberage op bet lijf. Ginds aan onze lin
kerhand, aan Frankrijks kust-, zou! Duinker
ken u van onzen Piet Ho in kiunuen verha
len. We zïen verder in onze verbeelding de
machtige vloot, dio Willem d UI, deal grooten
Stadhouder, in 1688 naai: Engeland over
bracht, meer dan 600 groote schepen sterk,
liior de straat inzeilen en deze over haar
geheelo breedte beslaande, zoodat ze Dover
en Calais, Engeland, en Frankrijk, op het
zelfde OogeniBli'k passeerde. O, liet Noder-
lamdsoh© hart zwelt van trote, wanneer het
terugdenkt aan die schooue dagen, to ca enze
vlag wijd en zijd' gevreesd, werd, en tl wordt
zij dit misschien nu niet meer, steeds wordt
zij toch nog hoog geëord. Heden bleek dit
nog treffend, toen een groote Djuitschc mail
boot ons voorbij stoomde en eerbiedig het
eei"st mot de vlag sahuoerde. Do Duitschor
ontving een hartelijk driewerf hoera van on
ze manschappen en <lo Dkiitscike' passagiers
zwaaiden hun stam/verwante brooders een
goede reis toe.
Terwijii wij ons deze uitweiding veroorloven,
komt heit schilderachtige eiland Wiglit in
't gezicht. Links dait eiland met steile rot
sen, rechts Engeland glooiend en bedekt met
groen.
Er komt een kotten* op ons af. Dè Koning
Willeon II stopt, de botter zot een sloep uit
en na eenige oogenblikken klimt een Engelsche
loods aan boord. Langs Portsmouth en Gos-
port met hun schepen, arsenalen, forten en
werven aan do Engelsche kust en het schil
derachtige tegen de bergen gebouwde stadje
Ryde en vVight, gaat de tocht verder. Ook
het koninklijk slot Osborne wordt zichtbaar.
Dé boot stuurt naar het Sauthaimptou-water.
Hoewel dè storm nog steeds hevig loeit,
wordt hi ar de golfslag reeds kalmer. Dit
komt omdat wi]"| nu we^r binnengaats rijjn.
Een m'eulwè loods komt aan boorcL en zal
ons in de haven brengen,. Wijl zijp. thans ter
hoogtè van het meer dan schoono „Royal
Victoria Military Hospital", een reusachtig
gebouw en voor koloniale troepen bestemd.
Het water wordt langzamerhand smaller, de
indruk steeds grootacher. Op het voordek sfaan
soldaten en passagiers 1ste en 2de klas van
al hot nieuwe te genieten. Een plechtige
stilte wordt bewaard en alleen de Engelsche
commando's van don loods op do brug worden
gehoord. Langs tal van reusachtige stoomboo-
teu en eenige Engelsche oorlogschepen gaat
de tocht verder, tot wijl oindclijjk aan de zoo
genaamde dakkem van Southampton bomen,
waai' wij worden aangemeerd.
Dédelijk komen douanen aan boord, of er
ook onverzegelde tabalk, sigaren, eau-de-co-
logna en andere, aan inkomende rechten on
derworpen artikelen, aanwezig rijm. Natalies
Is reeds aan den administrateur afgegeven,
opgeborgen en verzegeld. Mem heeft alleen
sigaren voor oigen gebruik voor zich en dat
is niet verboden.
Jammer, dat het nu zoo regent en dus
weinig pleizier hebben om aan wal te gaan.
Laat het ons hopen dat het morgen ©en
beetje schappelijkerzal zijfn, opdat wei dan
samen eons een kijjkje in de drukke Engel
sche havenstad ncmien kunnen.
Lt. Olockener Brousson b. d.
Southampton,
a/b ft S. Koning Willem II.
1 Maart 1903.