r. buitenland. feuilleton. 1"* Jaargang. Woensdag 8 April 1903. BINNENLAND. AMERSFOORTSGH DAGBLAD ABONNEMENTSPRIJS pir I maanden voor Amerafoortf UB. Idem franco per po»t - 1.7». AfMnderlgke nummers 0.05. Deze Courant Tenohjjnt Dagelijks mei uitsondering ran Zon- en Feestdagen.' AdvertentiSn, mededeelingen ens., - gelieve men vóór 10 uur '«morgens bij de Uitgevers In te zenden. Uitgevent VALKHOFF O». Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnnmmer 66. PRIJS DER ADVKRTBNTIÊX f. 75. 0.15. Tea 1-1 nfl» Elke ifi meer Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bêdryf bestaan roordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit blad by abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Frankrijk. De onthullingen, die Jaurès in de Kamer beeft gebracht over de Dreyfus-zaak, zijn nreeleaig. In de eerste plaats heeft hij nieuw licht doen opgaan over de legende van het bestaan van eene door den Duitschen Kei- ier geschreven kantteckeuing, die do schuld van den ven-oordeelde van 1894 nader zou bevestigende bekende nota „Zend zoo spoe- dig mogelijk het bewuste stukzorg, dat die schurk van, een Dreyfus zich wat haast". Jaurès wees aan, dat dit stuk een nieuwe v&lschkekl van Hen ry is, Henry wist, dat het bewijs voor de dwaling van 1894 geleverd iou worden, en moest daarom vorder gaan. H wist, dat na de openbaarmaking van het. borderel Duitschland eene officieole mededee- hng zou doen, en dus wilde hij| in staat zijn op de verklaring van Duitschland, dat het nooit met den veroordeelde van 1894 in ver binding had gestaan, met een bewijsstuk van het tegendeel te dienen. Hij rekende daarbij op de kameraadschap van den grooten gene- ralen staf. Voor de naar hem genoemde valschhe'd ÏÏad Henry alleen verantwoorde lijk gesteld kunnen won-den., maar voor den vtrvalschen keizerbrief moeten ook zij; ver antwoordelijk gesteld worden, die door h,un stilzwijgen hetm dekten. Jaurès schetst dan. hoe de anti-Dl'eyfus-ge- zmde pers zich bediende van de nieuwe vnlsohïieul. toen Esterhaizy er op stofte om tich straffeloosheid te verzekeren, en hoe de generale stal gedwongen werd zich de onder steuning van Roehofort te verzekeren. Toen do Intransigeant den 13. December 1897 van bet geheime stuk", den brief van den Kei zer gesproken. Méline door Havas het be- taan er van betwist, maar de nationalistische h'aden het officieole démenti verdacht gemaakt liadden. had generaal Billot de zaak tot klaar- W moeten brengen Hn had Esterhazv moeten verhoorer. don generalep st.?f inlieh- tin? moeten vragen. Hii heeft niet eens den chef van zijn kabinet, die aan Rochefort me- (kdrolinsen had gedaan, tot verantwoording geroepen. Roussef De kabinetschef is met 30 dagen arrest gestraft.) Volkomen waar, maar men heeft hem niet verhoord om de po litiek der dubbelzinnigheid verder to kunnen voeren. In het Zola-proces had Henry daar op de stoutheid, op' den Keizersibrief openlijk te zinspelen. Hij' clwong zo o- zijne superieuren hem te dekken. Misschien wilde hij ook voor generaal Mercier een brug bouwen om een nieuw stelsel van aanklacht te kunnen op zetten. De groote verrassing in de rede van Jaurès bvam toen hii, gewagende van het aan den <hg komen der door Henry gepleegde verval- fching. zeido dat die ook aan do blinden <k negen opende en als bewijs; daarvan voor den dag kwam met den voor allen geheel nieu wen brief van generaal Pellieux aan den mi nister van oorlog, waarin deze. verklaartdat I hij zien door ge weten looze lieden hoeft laten misleiden en nu evenmin meer in zijne- on dergeschikten als op- zijine superieuren vertrouwen kan hebben men heeft 'hem op grond van valscbheden laten werken, en i daarom verzoekt, 'hij om zijn ontslag. Die onthulling maakte aanstonds een slachtoffer, zooais blijkt uit het volgende incident Brisson. \Viit. heb aan mijne ontroering wanneer ik u in de rede val. Dij zegt., dat deze bnef van 30 Augustus 1898 gedateerd is? Toen was ik minister-president. Ik verklaar, dat mijino regeering geen kennis van de-zen brief gehad heeft. Cavaignac (minister van ooi-log in liet kar binet-Brisson). Ik zou willen weten welke conclusion gij trekt uit den brief. Wat mij betreft, ik heb het grootste vertrouwen in de mannen, die men hier wil verdacht maken. Brisson. Ik weet, dat gijj, mijnheer Cavai gnac, sedert 14 Augustus van dat jaar over als do brief van generaal Pellieux achter gehouden werd en hoe een valsche brief van Keizer Wilhelm kon worden gebruikt, (Toe juichingen tea- linkerzijde; kreten ter rech terzijde A Berlin Generaal André verklaarde, dat de Regee- ring het onderzoek naar do waarheid in deae zaak wil vergemakkelijken. Al was de eer van hot leger in deze zaak niet gemoeid; spr. kon natuurlijk niet verheugd zijn over do ver oordeel van een Fransch officier voor een zoo tuigd waart, dat het stuk van Henry ce_ j schandelijke misdaad. Ik houd me aan heti valsch stuk was, en dat gij; mij toch eerst den 3Oen Augustus daarvan heb ingelicht. Welnu, den 30em. Augustus dus, toen Hcnry in de gevangenis stierf, onbvingt gijl dezen" brief van generaal Pellieux En gij iiebt er geen acht op geslagen en noch wij. noch een ander lid. der regeering daarvan verwittigd? Van 14 tot 30 Augustus waart gij naar Le Mans gegaan en hadt daar met generaal Mer- cier overlegd, welke houding moest worden aangenomen. En gijl liet u verleiden, een stuk van dergelijk gewicht voor dc regeering, waartoe gij behoordet, te verb< n. Gij moogt de amnestie zegenon, want zonder haar zoudt gij thans in staat van beschuldiging gesteld moeten worden. De partij, die u eens toejuichte, toen gij- democratische hervormin gen invöerdet, veroordeelt u thans. Het standbeeld van den anderen Cavaignac roept u toe; Giii behoort niet meer tot- de republiek, behoort niet meer tot onze famine. Oavaignac. Mijne overtuiging van de schuld van Henry vormde zich eerst op den dag, toen ik hem. zijne bekentenis afdwong. De beweerde samenkomst met den commandant van een legerkorps ontken ik. Ik heb ook geene akten uit den tijd van mijn minister schap voor den heer Brisson verzwegen. Dc brief van Pellieux was geen akte en boven dien heeft Pellieux, terstond nadat hij den brief geschreven had, er berouw van gehad. De lieer Brisson roept de herinnering aan -3.e republikeinen van 1848 wakker Waren 3 -r st entors van de republiek hier. dan jfr.u den zij verklaren, dat het bestaande régime in 't geheel geen republiek is. Na. dit incident ging jantrès voort Ik neem, akte van do verklaringen van Cavaignac. die in ieder geval bevestigen, dat hij den brief van generaal Pellieux heeft ontvangen. Ca-vaignac. Ik kan slechts toegeven, dat de brief van generaal Pellieux door mij ont vangen is. Ik weet echter niet meer of dat vóór of na mijn ontslag als minister van oorlog was. (Luid gelach links.) Jaurès eindigtGeneraal Pellieux beschul digt in zijn brief verscheidenen van zijne su- preieuren hem misleid te hebben en mede plichtigen van kolonel Henry te zijn. De toenmalige minister van oorlog had den plicht- generaal Pellieux te roepen, hem aan te hooren en zijne verklaringen te onderzoe ken. in tegenwoordigheid van het gc-heele ministerie In de couloirs van de Kamer vatte men den indruk van dit incident samen in da woorden ..Cavaignac was reeds dood nu. is hij begraven''. In de Kamer zatte Jaurès zij no rede voort, telkens in de rode gevallen, door de nationalisten. Hij eindigde met de verklaring, dlat de oorlog, waarmee het nati onalisme ons bedreigde, nog kan dreigen. Wat ons betreft, wij hebben den plicht der republikeinsche regeering te vragen een onder zoek in te stellen, hoe een ernstig document laatste oordeel van dien krijgsraad, maar ben van moening, dat hot geweten van het land zeer verontrust is door verschillende omstan digheden, die dit oordeel vetrzwaikken. ÖnJ mijn deel bij te drageri tob do waarheid, zal ik het schrijven vau generaal Pellieux over leggen Er is»onderzoek gedaan in bet minis- terio van oorlog en men heeft het schrijven van Pellieux gevonden, dat da minister voor las in een tekst, volkomen gelijk aan dien door Jaurès meegedeeld. De minister eindigde met de verklaring, dat hij eene administratieve enquête aan vaardde met medewerking van een zeker aan tal magistraten. Cavaignac verklaarde één punt te kunnen vaststellen. Het schrijven van Pellieux word hem eerst, na 13 dagen overhandigd door ge neraal Zurlinden, maar de minister van oor log v«rdonkerema.andja den brief nidb vooert den minister-president, zooalg Brisson volko men ten onrechte had beweerd. Briiiflon antwoordde onder toejuichingen der linkerzijde. Hij was op do tribune onverstaan baar. Cavaignac stelde op heftige wijzex Jau rès verantwoordelijk voor de nationale desor ganisatie en schold de uiterste linkerzijde voor lafaards evens Jaurès. Lazies las een schrijven voor van oomman- dant Cuignet, waarin deze zeide, dat de dé pêche van Panizzardi gelij kstaat met een uitdrukkelijke sch u ld beken ten x is van Drey fus en de medeplichtigheid <{pr regeering Lazies noemde zijne tegenstanders verval schema. Ten slotte werd de verkiezing van 8yveton met 281 tegien 228 «temmen ongeldig ver klaard, in strijd met de gunstige conclusies van de commissie. Verder werden verschillende motiën van orde voorgesteld. Minister-president Combes verklaarde, dat het hier. niet ging om dë ope ning der revisie-procedure. De prioriteit werd met 318 tegen 202 stemmen geweigerd aan een motie van orde van Brisson en Jaurès. Een motie van Chapuis, uitsprekende vertrou wen in de regeering en den vasten wil der Kamer om de zaak-Dreyfus niet buiten het gerechtelijke domein te doen treden, werd met 350 tegen 75 stemmen aangenomen. De zitting werd te 10 uur 25 gesloten. Da Kamer ging tot 19 Mei uiteen. Engeland. In heft Lagerhuis verklaarde Haycty Fisher, secretaris van die schatkamer, dat hij zijn ambt zou neerleggen fen g.:volge van de oritieik op hem geoefend tjoor een rechter, voor wieu een vordering word behandeld tegen een particulier syndi caat waarin £m> was betrokken. Hij1 ontken de onwaardig te hebben gehandeld en zeide dat hij; hoewel niet rijk zijnde, schikkingen had getroffen om aandeelhouders en crediteu ren van het svndicaat te betalen De critici» van den rechter stelde hem bloot aan aan vallen, die hem tot een bron van zwakheid. in stede van kracht zou maken voor de Re giering. Daarom trad hij af. Zoowel Balfour als Canipbt'll-Bannerman betuigden hem hun sympathie. Italië. Te Rome is. nadat onderhandelingen tus- schen de stakende typografen en de werkgevers zijn mislukt, is op eene vergadering de algemeene werkstaking gepro clameerd. Men gelooft, dat zij echter slechts partieel zal zijn. De stad is zeer rustig. De voortgang der publieke dieneten is verzekerd. Nader wordt gemeldDe algemeene sta king is geproclameerd ten gevolge van het mislukken der onidemandelingen over de staking der typografen. De stad is rustig. Er zijn maatregelen genomen om den public ken dienst te verzekeren. Ia het manifest, waarbij de algemeene staking wordt geproclameerd, wordt gezegd, dat de a taxing volkomen rustig moet wor den toegepast en men zich moet bepalen tot optochte.i op den openbaren weg. Het Parijpche „Journal des Débats" zegt. dat men mag aannemen, dat aan de regeering de medewerking van het leger niet zal ont breken, indien deze noodig ismaar men mag hopen, dat de wijsheid der stakers haar onnoodig zal maken, ondanks de ophitsin gen van binnen- en buitenland. Spanje. Blijkens ecu to Madrid uit Melilla ontvan gen bericht, heeft het pa/nserschip Isabella eene afeeh'ng artillerie en munitie ontscheept. De Mcoren deden een aanval op de versterking Traganazij hadden, elf dooden en verschei dene gewonden. Tegen den middag duurde het gevecht nog voort. In den ministerraad heeft de minister van buitenlandsche zaken mededeeling ge daan van de te Melilla) met? het oog op de vrees voor verwikkelingen genomen maatre gelen. Servië. Uit Belgrado wordt bericht, dat do leden van den Staatsraad op non-activiteit, zijn ge- seld. De kieswet, de perswet, de gemeentewet zijn opgeheven en vervangen door de oude wet ten. Na de be noem ing van nieuwo senatoren en nieuwe Staatsraden zal de Koning eene nieuwe proclamatie uitvaardigen, waardöoT de grond wet van 6 April 1901 buiten werking wordt Het zal de taak zijp der nieuwe Kamers wetten, te ontwerpen die beter in overeen stemming zijn met <lè constitutie, dan de thans opgehevene. De oud-regent Belimnrkowitch is benoemd tot president van den Senaat. Het tegenwoordige ministerie blijft aan. uitgezonderd de minister van buitenlandsche zaken, die vervangen worden door Delitoh. Volgens een ader bericht is de koninklijke proclamatie uitgevaardigd, waarin wordt ge zegd, dab de nieruwe Grondwet, van 6 April 1901 noch aan de verwachtin gen vatii den Koning, noch aan dc van heit Servische wik hoeft beantwoord. Daarbij is nu de toestand. op het Balkan schiereiland zeer ernstig. Servië heeft orde vrede en eendracht nmodiig. De Koning schorsi derhalve do Grondwet van 0 April 1901 en Ix-veelt de ontbinding van dc Skoepschtina De mandaten der senatoren houden op van kracht te zijn. Bulgarijë. Bij dc door Oostenrijk-Hongarije en Rus land in Sofia gedane stappen om eene lx tere bewaking vam dc werkzaamheid der Macedonische c o m i t ó's en eene moer doelmatiger bewaking van de grens te verkrijgen, li ebben zich ook de andere rao- gendh<*1en aangesloten Rusland. Uit Helsuigfore wordt aan „Aftonbladet" gemeld Dc Keizer van Rusland heeft gene raal Bobrikoff. algemeen gouverneur van Fin land, de macht gegeven, als opperste hoofd de Finsche overheden te vervangen en voor eigen verantwoordelijkheid al die maatrege len to nemon, die hij goed zal vinden. Marokko. Moeley Arami, bevelhebber van de troepen van den Sultan, trok voor Bom Hamara terug en vluchtte binneu Melilla. Boo Hamara jjond een parlementair met zoek om aan Moeley eeno toovlucht te weigeren, maar de militaire commandant weigerde hierin toe to stommen. Allerlei. vIn tegenwoordigheid van den Keizer zal prof. Delitsch den 17. a. a. in do Duit- sohe örie atgesel 1 schaft' een voordracht houden over- ziin reis naar de opgravingen in Babyion. Dit thema is niet te verwisselen met Babel en Bijbel vDoor bemiddeling der regeering is de in Spe zi a dreigende algemecne s taking van, arbeiders bij de arsenalen aldaar, voor komen. D'o arbeiders hebben, het werk weder hervat. vTe R o m. e hebben de letterzet ters», die meer dan eon maand staken, be sloten oen manifest tot eene al gemeen e star king uit to vaardigen, indien do onderliaaido- lingen tot geen g<vd einde leiden. Alle maat regelen zijn gynomen, om rurtvetrstoringem te voorkomen. vDo tiara van Saitaphernea. De Russische artist Rouchomowaky uit Odes sa ia to Parijs aangekomen, en heeft, eon on derhond gehad niet den heer Clermont Gan- neau, die belast is met het ondersoek. De tiara ia gisteren in 't bijzijn van den hoer Kaempfen, bestuurder vhu do nationale mu sea, aan den Rus voorgelegd en deze hoeft zijno docannont-en aan den heer Clermont Gauneau overhandigd, die ook zijne verkla ringen aanteekende. Meier heeft men er niet van kunnen te weten kom en- vGisteren nacht brak in het. „Grand Theatre" te R;»ssel bran uit, een half uur nadat de voorstelling was afgeloopcn. De schouwburg werd geheel vernield. Monschen zijn niet verongelukt. Kameroverzicht. Vergadering van 7 April, 's morgeus te 10 uur. Stakingswetten. Blij het heden voortgezette debat verklaar de du Ministervan Justitie dat het geenszins de bedoeling der Regeer ing is», om, wie ook in dem lande te. knevelen. Zij wil eenvoudig tien schifting niakeu tusschen de goedwilligen en de kwaadwilligen, en de gocd- w i iligern beschermen. De Minister zette daarna uiteen, de bet ee kenis en het beginsel der Ixide artikelen van de straf recht novelle, en consi at eerde dat noch in het beginsel, noch in de bet eekenis RUTH. Alorierne Roman DOOK fernand-lafargue. „Zaj je komen?" herhaalde de kleintjes te- £-ijk. Neen, kindertjes, neen, ik kom niet. Ik teb een moeder en voor haar moet ik leiven. woei ik verzorgen. en hen bij de hand n«mend, ging M zwijgend en terneergedrukt 'emer. Ben anderen keer had ae hen madegenomen Daar Las-èqiie, achter de keiric Saint-Martin stegen, en met hen een hen vol beklommen, °°g uitstekend boven oude, deftige gebou- die in breeden kring cm Saliee» lagen, üjl vermoeid langa een snnvl, steil, p®d naar bonedien komend, leclc Eva gehikt toe, hen mede naar huist nemen en eeu oogenblik te laten uitrusten, ^ainau Clémentine zou lien zokc*r \Tiendelijk (fl rangv". nu do aanwezigheid dier vroolijke -epaeltjes met hun guitige oogen een licht- in hun sombere woning. •*A^lun Clémentine», hier is mijn kost- ®°1» scherts te Eva. de deur van de groote Wwn ojienend. ,Do kinjclteren willen u goe- ^D^asggen Xcr. en sfreag, de zilverwitte haren het •dien gelaat omlijstend, maar nog altijd mooi en sympathiek, trad niaman Clémen tine binnen De kinderen, eerst, beschroomd achteruitgaand, kwamen naden', toen ze hen. glimlachend toeknikte „Jongeheer Jojo en jongejuffrouw Nini, die hecieonaal niet van hun hadvrouw houden." zeido Eva. De kinderen vlogton lachend naar haar toa en sloegen de armpjes om haa.r hals „Ze hebben vast. wel honger, moeder. Maakt u het een of andéa- voor hen klaar, terwijl ik mijn japon uifechuier." Ai pratende verdween ze in de kamer on mamani Clémentine sneedi lxvterhaanmcjï.jch van bruin brood, die ze met een laagje honing besmeerde Toen schonk zo twee glazen melk in, cn schoof t.weo stoelen bij de tafel. „Ga zitten, kinderen, en eet..." De uitnoodiging behoefde ni?t herhaald te wordenmet één sprong s.'atcn zfi op hun plaatsen en verorberden met. zooveel smaak de sneedjes brood, dat, dlrinlken en praten er bij vergeten werd. „Komaan, jongeheer Jojo, je b°nt al een groote jongen, zeg me eens, waarom jei Jojo genoemd wordt?" „Dat weet ik niet. Ik he©t George." „George? En hoe nog meer..." „Duclaux, George Duclaux. Met een heftige beweging haar hand op haar hart drukkend, bleef maman Clémenti- nf's blik strak op den kleinen jongen geves tigd. Nini voelde zich achteruitgezet, en ver klaarde met een hoog stemmetje: „En ik, ik heet Léonie Duclaux Sprakeloos, met toegeknepen keel, zag Eva's schoonmoeder het tweetal aan. Geen twijfelen was meer mogelijk; voor haar stonden de kleinkindelfen van Jacques Duclaux, vau den broer van Pierre dc kleinkinderen van don man, die haar echt genoot geruïneerd had... Do schok was groot, maar spoedig wist ze haar diepe aandoening te beheerscheu. „Eva heeft hen lief," dacht ze, „daarom zal ik niets tegen haar zoggen.' Zonder lach of woord, met onstuimig klop pend kart sneed ze opnieuw boterhammetjes, cv besmeerde ze met honigbij hef, vertrok echter kon ze niot besluiten, do kinderen een km te gov en Noen, neen, dat wilde zii niet.' In deze fii>- 3cbe, I/lonende kiii»dergozijeh.t.jes zou jze dief ,trek kon weervinden van den onwaard i.geu,' b'ocder. valsch cn wreed, schraapzuchtig cn diefachtig tegelijkde trokken van den man, die de lamilie Jansou van den troon had ge- sti/oten, den bewerker van leed en de ellende, waardoor haar hart en haar hoogmoed bj elke ademhaling gepijnigd werd. HOOFDSTUK IX Eva had nauwelijks oen half uurtje mot da kinderen gewandeld, of zo wenschten terug tb koereu, vermoeidheid voorwendend maar in werkelijkheid liegeerig oan de koffers te zien pakken. Zij wilden naar het hotel om cic kamenier te heipon, want den volgt-?'. 1 dag zouden ze Sal ka verlaten. Het leed, dat Eva bi» deze mededeelingl gcioelde. dec?d haar pas goed bcsi'ffcn, hoo diciliaar do kinderen haar reels -^werden waren. „Spijt het jo niet, Jojo, en jou, Nini, om. van mij weg te moeten gaan?" ..Neen," verklaarde Jojo, „want ik ga naar papa „En ik ben ook blij, zeide Nini Een vaag besef ontwaakte in hun kinder zieltjes van dc smart, «lie Eva dood vcrblee- ken cn haar een kus gevend, fluisterden 'zo bffchroomd „Jo aiet ons toch morgen nog... dan komen •wij voor het laatst, badten," Zij brncht de kinderen in bet. holel en be trad eenige minuiten later de gailerij, waar oen doodacho stilte heorschfce. Haast.ig schreed zo vorder, opeado do dour van nomnier negen tien en ging naar liet venster, dat op het. park uitzag. Eenige kwijnende palmboompjes ..in zoomden du uitgestrekte gazons, prijkend met. oen overvloed van kleine madeliefjesop den achtergrond verhieven zich statige platanen en hooge pijnboomem. To midden van hot sombere park, in een elegante muziektent, nerxi plechtige, droeve muziek ten gchoore gebracht, volkomen in overeenstemming met. dc naargee&tige omgeving, die door gocn en- kei zonnestraaltje werd verlicht. Een paar bezoekers dwaalden eenzaam langs de kiezelpaden niet. één stoel was nog bezet en hot terras van Casino, links van het park gelegen, was ge heel verlaten. Eva sloot het raam en barstte in tranen uit. h Avonds maakte ae niamfan Clémcninef deelgenoot van haar verdriet, die ondank» haai medelijden met, Eva's hartzeer, slechts banale woorden van troost wist. to vindon. Ditmaal trilde niet. deaelfdo snaar in bei der g.moed on de moedor van Edouard her haalde telkens; „Je hadt je niet zoo aan die kindoren moei ten hechten, ja wist toch, dat zo niet to Sar lies zouden blijven. Overigens ik zeg het niet om je een illusie te ontnemen zijn aa niet zoo lief en aardig als je verteld hebt." „Maar moeder!" „Anderen zullen jo dit tweetal «poedig doen vergeten kleiuo rieken opnieuw jo belang stelling' wekken." „Dat ia waar, maar aan niemand wil ik me inetir hechten hei; scheidon is te pijnlijk." „Zij vervullen je zoo geheel, dat jo geen gedachten moer wijden kunt aan... hèm." ,Z:g dal, niet. moeder!" stoof do jongd vrouw op. „Ik hen niet oen van diegenen, die vergeten." Eva bracht een slechten nacht door, ge kweld. door benauwde droomen. oh ontwaakte afgemat Zelfs Jo natuur scheen met haar te treuren dichte nevelen omhulden de bergen cn verhoogden het triestig aanschijn van dien grijzen herfstmorgen. Tn plaat» van door de nieuwe, breedo wijken nam Eva haar weg door het oude gedeelte der stad mot, zijn smalle, slecht geplaveide stra ten, zijn lage huizen mot houten balkons, zijn armzalige bloemperken, zijn stalgeuren. Het weerzien dor oude, welbekondo plek jen, waar zo eUikcl mannen en vrouwen zag, die evenal» zij, moesten werken voor hat. dagelijkacli brood stemde haar kalmer en schonk haar nieuwen moed. Zij betrad dé badinrichting, vast be sloten moedig to zijn. Nog hleeker en luatelooTJar dan anders, kwam do ongelukkige vrouw haar laatste bad nomen. Zij loonde zich zeer dankbaar jegens Eva en haar donkere oogen apraken van op rechte toegenegenheid. „De dokter heeft haar zeker over mij ge sproken en haar belangstelling in mijn droevig leven gewekt." dacht de jonge weduwe. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1