3S6.
BUKTEN LAN D
FEUILLETON.
ABONNEMENTSPRIJS
3 maanden voor Amersfoortf 1.85,
Idem franco per post- 1.75.
Ibondcrlijke nummers- 0.95.
Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
en Feestdagen.
Idvertentiën, medodeelingen enz., gelieve men vóór 10 nur
morgens bij de Uitgevers in te zenden.
1'" Jaargang:.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
Van 15 regels
Elke regel meer
Qroote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald adverteeren in dit Blad bij abonnement. Eene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgevingen.
De Buigemoeste) van Amersfoort,
(keten de aanschrijving van den heer Coi
der Koningin in de provincie Utre»l4sA
28 Mei 1903, no. 4 A Z. (Provinciaalblad,
77), mev betrekking tot de wedertoelating
en vleesch uit Nederland herkomstig
in den vreemde geweigerd
Brengen ter kennis van belanghebbenden, jlat,
intrekking van de gemeenschappelijke he
'ng van de Ministers van Binnenlandache
en van Financien, van 16/22 Augustus
(Nederlandsohe Staatscourant van 23 Au-
uiiis 1898, no. 196), in de gevalen, waarin de
temde autoriteiten, op grond van de daar te
is-ie geldende voeartsenijkundigo voorschriften,
toelating van uit Nederland ten invoer aan-
ktdon ee en vleesch mochten weigeren, het
«igerde weder in Nederland zal kunnen wor-
ingevoerd <»p de volgende voorwaarden
dut do invoer gesdhiede langs hetzelfde
atóor als de uitvoer plaats greep
dat aan het eerste kantoor hetzij in origi-
ilsdan wel in gewaarmerkt afschrift of uittrek
Je vrachtbrief worde overgelegd, welke bij
uitroer tot geleiding, heeft gestrekt
dat het weder ingevoerde niet venier dan
eerste kantoor worde vervoerd, dan na door
districts-veearts of een zijner plaatsvervan-
te zijn onderzocht.
Van genoemd onderzoeik is 'vrijgesteld het
iiesoh, hetwelk voorzien is
hetzij van. een merkteeken als bedoeld bij
Koninklijk 'besluit van 21 November 1902
Mtsblad no. 199)
hetzij van een merkteeken, stempel of ver-
mm;, ten ibewijze dat het vóór den uitvoer bij
keuring van gemeentewege of door een ge-
unineerden veearts voor verbruik geschikt was
itondeu
Amersfoort,den 3den Juni 1903.
De Burgmeester voornoemd,
WUtUTIHRS.
lVGTFTE van vertrek uit en van
VESTIGING IN I>E GEMEENTE
De Burgemeester en Wethouders van Amers-
Gelet op het Koninklijk besluit van den 27sten
li 1887 (Staatsblad no. 141), regelende de ver-
thting der ingezetenen tot het doen van aan-
voor de .bevolkiiigsregistere
Herinneren den ingezetenen de op hen rusten-
verplichting tot het doen van aangifte van
trek uit en van vestiging .n de gemeente, en
«gen daartoe hij deze te hunner kennis de
plingen van gezegd Koninklijk besluit, welke
tien als volgt
Zij die op den dag der volkstelling in den
ttde of in eene der koloniën of overzeesche
ittingen van het Rijk hebben vertoefd, geven
Ben, ééne maand na hunne terugkomst hier-
i kennis aan het gemeentebestuur,
ij die hij de telling zijn overgeslagen1, geven
Enen ééne maand na den dag voor elke telling
wald, van dit verzuim kennis aan het bestuur
iMr werkelijke woonplaats. Voor de leden
huisgezinnen rust de verplichting tot ken-
cmng op het 'hoofd van elk huisgezin.
die uit een Nederlandsche kolonie, eene
aeesdhe bezitting of uit den vreemde hunne
Mplaats overbrengen in eene gemeente bin-
het Rijk, doen hiervan eene verklaring aan
emeentebestuur. vergezeld van het gebrui-
getuigschrift voor hen die uit de koloniën
Bittingen, van een, paspoort of reis en ver
pas of andere door de politie deugdelijk er.
de bewijsstukken voor hen die uit den vreem-
iomen.
tee verklaring geschiedt ibinnen óóne maand
kunne aankomst in. de gemeente.
Do kennisgeving in de twee vorige punten
Hield, gaat vergezeld van' de noodige opgaven
in de bevolkingsregisters te worden inge
reden.
Zip die hunne werkelijke woonplaats binnen
Rijk verlaten om- die over te brengen naar
Nederlandsche kolonie, eene overzeesche
nng of naar den vreemde, doen hiervan
verklaring aan het 'bestuur der gemeente,
'te zij verlaten.
Zij die hunne werkelijke woonplaats uit
•tnoente van het Rijk naar eene andere
overbrengen, doen hiervan cent- ver-
klaVimjIian het bestuur der gemeente die zij ver
laten en waar zij in het bevolkingsregister zijn
ingeschreven, met opgaaf der gemeente, waar ay
wensohen zich te vestigen.
Zij ontvangen een kosteloos getuigschrift van
verandering van werkelijke woonplaats.
6. Ter plaatse, waar zij hunne werkelijke woon
plaats overbrengen doen zij uiterlijk binnen éóne
maand na hunne aankomst, eene verklaring aan
liet Gemeentebestuur, met overlegging van liet
getuigschrift in het, vorige artikel vermeld.
7. Mllc hoofd van een huisgezin geeft uiterlijk
binnen éóne maand kennis aan 'het Gemeente
bestuur van ieder lid dat in het huisgezin wordt
Opgenomen of daar uitgaat, inwonende dienst
en werklboden daaronder begrepen. Omtrent
die kennisgeving geldt het bij sub. 3 bepaalde.
Dezelfde kennisgeving geschiedt door afzon
derlijk lerende personen, wanneer zij andere
personen in hun huisgezin opnemen.
Bestuurders van instellingen, «stichten en
inrichtingen, niet staande onder .het bestuur of
toezicht van liet openbaar gezag, waar personen
onder eenig bestuur samenwonen, geven maan1
delijks aan het Gemeentebestuur kennis van alle
personen, die in de samenwoning zijn opgeno
men of daarvan zijn uitgetreden.
lie verplichting vervalt, wanneer langs een
anderen weg de vereischte kennisgeving voor het
bevolkingsregister gedaan is.
8. Onverminderd de bovenstaande voorschrif
ten is een ieder, dóór het Gemeentebestuur d/M»
toe opgeroepen, verplicht tot het doen der op
gaven. die veroischt worden om de bevolkings
registers in te vullen
9 Overtreding dezer bepalingen wordt ge
straft met hechtenis van ten hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoogste honderd gul
den.
Gedaan te Amersfoort, den 3. Juni 1903
'Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris. De Burgemeester,
B. W. Th. SAN DB ERG. WUIJTIERS
Politiek Overzicht
Duitschland en Canada.
Wan»c-J het denkbeeld van een Rritach
rijk stol verbond tusschen moederland en ko
loniën in de praktijk vaste vormen mocht
aannemen, dan zal men daarvan in Duitsch
land het eerst de gevolgen ondervinden. In
zijne rede van 28 Mei in (het lagerhuis zin
speelde minister Chamberlain niet onduide
lijk op een tariefoorlog, die wellicht voor de
deur staat tusschen Duitschland en Canada,
en in de Duitsche pers wordt den .Engel
eeken minister de bedoeling toegeschreven
om dien tariefoorlog te gebruiken als een
middel tot het doel om de nieutwe politiek
van zijne regeermg in te leiden.
Met bet' oog daarop verdient een blijk
baar officieuse artikel in de Nordd. Allg.
Zeitung de aandacht, waarvan wij den hoofd
inhoud hier laten volgen. Dit artikel
geeft eene duidelijke en zakelijke uit
eenzetting van de tusschen. Duitschland
en Canada bestaande verhouding op het ge
bied der tolpolitiek, zooals die zichi in den
loop der jaren heeft ontwikkeld Daaruit
blijkt, d'at die toenmalige Duitsche Zollverein
den 80eii Mei 1865 met, Groot-Brittannië een
verdrag sloot, dat voor de 'nandeldrijfvende
(burgers en voor de voortbrengselein, van
grond en bedrijf der gebieden en bezittingen
van de beide contractanten bij den invoer
gelijke behandeling op den voet, der uieest-
begunstigde natie bepaalde. Het bevatte ver
dei de bepaling, dat in de Britsche koloniën
pn 'bezittingen de voortbrengselen van den
Zollverein aan ge-ene hoogere of andere in
voerrechten onderwor; zouden zijn dan
dezelfde voortbrengselen va» het vereenigde
koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland
of van. eenig ander land
Dit. verdrag is den 30en Juli 1897 zonder
toedoen van Duitschland opgezegd. Tegelijk
met de opzegging drukte de Britsche regeering
den wenseh uit over een nieuw handelsver
drag te onderhandelen Bij dezen wenseh
sloot Dtiitschland zich bereidwillig: aan
Toeu bij; het. af 1 oopen, van liet handelsver
drag op 30 Juli 1898 het ,niet, gekomen, was
tot een nieuw verdrag, stond Duiitsdhland
door eeiia 'bijzondere daad van wetgeving
aan den invoer van het- Britsche moederland
en van de Britsche koloniën, met uitzonde
ring van Cauada, het aan de bij verdrag 1>e-
fjunstigde staten toekomende recht op de
lot-passing van lagere rechten, toe. DH1 is
sedert meermalen verlengd, laatstelijk door
de wet van 29 Mei 1901 tot 31 December
1903.
Waarom moest Canada hiervan, worden uit
gesloten Omdat na het verval I em van het
handelsverdrag Duitschlandi op de Canadi-
sche markt was gedifferentieerd, niet alleen,
tegenover Groot-Brittannië, diat van 1897 af
pene begunstiging geniet voor zijn invoer,
die eerst 124 pet. bedroeg en sedert succes
sievelijk tot 25 en-33^ pet is verhoogd,
maar ook tegenóver Frankrijk, dat in Ca
nada begunstigingen geniét op grond van
eene speciale overeenkomst vaa 6 Februari
1893. Vroeger stonden de Duitsche waren
met de voortbrengselen vau die landen in
gelijke mededinging; nu staan zij daarbij
achter. Daarom moesten op den invoer utit
Canada in Duitschland de door art. 1 van
de tarief wet van 25 Juli 1879 voorgeschreven
bepalingen van het autonóme tarief toege
past worden. Echter heeft de Duitsche re»-
geering van bare verder strekkende wette
lijke bevoegdheid om straf- of bijslagrechten
op te leggen, tegenover Canadp tot- dustver
in 't geheel geen gebruik gemaakt; geen
.Canadische waar heeft in den tijd van 1898
tot heden ooit een recht boven 'het autonome
tarief betaald.
Eene bespreking over eene nieuwe over
eenkomst tusschen Canada en Duitschland,
•waartoe eenige leden der regeeriug van Ca
nada den Duif-sollen consul te Montreal, w
/November 1901 'hébben uitgenoodigd, heeft
geen 'verder resultaat gehad, omdat daarbij
van do zijide van, Ca,na-da, slechts- concessie»
in uitzicht gesteld werden, die voor Duitsch
land van geringe waarde waren. Niettemin
•weiden van Duitsche zijdei do onderhande
lingen niet afgebroken, maar enkel voorloo-
pig verdaagd.
Zeer opmerkelijk is het slot van het ar
tikel. In den aanhef -wordt gezegd, dat
bij de bespreking van de verhouding
van het Duitsche rijk tot Canada verschil
lende onjuiste opvattingen aan den dag ge
komen zijn. Al wordt, daarbij minister
Chamberlain niet met name genoemd, men
tienkt toch inzonderheid aan hem, wanneer
da Nordd. Allg. Zeitu-ng op kalme» toon
de ware toedracht uiteenzet, vooral wanneer
in den slotzin wordt gezegd,,In ge-eni sta
dium der zaak heeft de Dwitschei regeering
aan cenige inmenging i» de regeling der
inwendige verhouding van Groot-Brittannië
tot zijne koloniën gedacht, maar enkel de
voerscliriften van de bestaande tariefwet
uitgevoerd Wel echter heeft de Engelsöhe re
geer ing bij verschillende gelegen-li ede» er
nadruk op gelegd, dat de koloniën van Groot-
■Biitfannië als gebieden met een eigen ta-
-Viefstelsel zijn te beschouwen, en dat het
aan 'hunne keuze moet. blijven voorbehouden,
of zij. tot eene c/vereenkomst van het moe
derland over handel»- en tariefzaken. willen
toetreden of niet. Met dit principieels stand
punt- der regeer ing van Groot-Brittannië
komt het overeen, dat Duitschla-nd Canada
als een eigen tolge-biedl behandelt."'
Hieruit blijkt, dat do Duitsche regeering
Canada in dëze zaak juist zoo behandëld
heeft als de Engelse he regeer ing dit ver
langde. In het licht va-n deze mededeel ing
maakt de klacht een eigenaard ige.n indruk,
die Chamberlain in zijne redo van 28 Mei
tegen Duitschland heeft aangeheven, toen
thiji do verhouding tusschen het Britsche
moederland en zijne koloniën als eene „fa
milie-zaak" voorstelde en, den schijn aannam
alsof Duitsdlland de Britsche gevoelens be-
leedigde, door Canada te -beliandelm als zelf
standig op handelspolitiek gebied
Voor de houdÜng, die de Duitsche regeeriug
verder denkt aau te nemen tegenover Canada,
is van beteekenis de mededeel ing in dit ar
tikel, dat de onderhandteling met Canada niet
afgebroken, maar tijdelijk uatgieeteld is. Men
mag daaruit met vrij groote zekerheid aflei
den, dat de regeering va» het Duitsche rijk
voorhands rustig wil afwachten, on dat zij een
tariefoorlog vermijden wil. Ook eene mede-
deeling van de National Ztg., waarvan wordt
aangenomen dat zij uit welingelichte bron is
geput, bevestigt, dat de Duitsche regeermg
voorloopig geene maatregelen van strijd be
oogt. Deze uiededeelrng luidt
„Over nieuwe maatregelen vau de Duitsche
regeering in den Canadaschen tariefst-rijd is
nog nitts liekcnd gewodejj, Wij mee-nen- echter,
dat hel. verkeerd zou zii». uit de omstandig
heid, dat de regeering stilzwijgen in acht
neemt, te besluiten tot eene zuivere passieve
houding. Zulk eene conclusie ia ook vau be
voegde zijde niet getrokken. Wij kuniuen cms
echter verklaren, dat na de jongste debatten
in het Engelsche lagerhuis, voor de Duiteche
rijksregeering, afgezien van de behandeling
der speciale twistpunten, ook de overweging
meespreekt, dat me^ moet vermijden van
Duitschland uit voor Chamberlain's plan van
een Britsch rijks-tolverbond dien wind de
ietwat slappe zeilen te blazen. In Engeland
zelf toch doet zich, evenzeer als in de Engel
sche koloniën, verzet tegen Chamberlain's
plannen gelde». Er zou in ieder geval voor die
behartiging van de Dui'tsche belangen niets
gewonnen zijn, wanneer men Chamberlain's
positie indirect versterkte.'
Deze mededeel ingen over de door de re
geering aan te nemen houding zijn over 't
algemeen met instemming ontvangen. Ook de
agrarische pers heeft- er zonder tegenspraak
en zonder de anders gebruikelijke op
wekking tot. den tariefoorlog keunis van
genomen. De organen der partijen* die
tot dusver plachten aan te dringen op
spoedige opzegging van bestaande handels
verdragen en hun verlangen naar een verdrag-
looaen toestand kenbaar maakten, ook naar
aanleiding van liet incident, met Canada,
bewaren nu het stilzwijgen of wel zij kennen
zooalg de German ia, uitdrukkelijk goed, dat
dè regeetring zal voortgaan de zaak met o»f
verstooirhare kalmte en koelblotedigjheid' té
behandelen.
Duitschland.
Te Frankfurt am Main ontving gistere» het
ter gelegenheid van den zangweéstrijd aanwe
2ige Keizerpaar in het Raadhuis de hul
diging der stedelijke autoriteiten. De Keizer
lneld eeu rede, waarin hij deed uitkomen,
dat de ontwikkeling van Frankfurt het ge
volg was van datgene wat het zwaard van
zij n zegevierenden grootvader voor het vader
land had verworven, een bewijt» hoe goed het
Frankfurt onder de Pruissisohe kroon is ge
gaan. Het nieuwe Duitsche Rijk zag Frank
furt zich tot nieuwe beteekenis ontwiktce
len.
M.et moderne ontwikkeling moge echter
het behoud der oude tradities hand in hand
gaan. Slechts wie zijn geschiedenis hoog
houdt en zijne tradities handhaaft, kan in de
wereld iets worden.
De den Oberbürgermeister verleende orde
keten bewijst, dat Frankfurt op hef, zijnen
Keizer na aan 't hart liggende gebied der
sociale politiek aan de spits marcheert.
De Keizer kondigde ten slotte aan, dat
liet te Frankfurt in garnizoen liggende artil-
lerio-regiment voortaan heb „63e Frankfurt"
zou heeten, en ledigde zijn pokaal op het
welzijn dier stad Frankfurt.
België.
Uit Brussel wordt bericht: De suike»com
missie heeft hare beslissing in zake de liquida
tie der voorraden verdaagd totdat do gedele
geerden der verschillende regeeringen hunne
ïnstructiën zullen ontvaaigen hebben. Zij zetto
het onderzoek der wetgevinge van Japan en
Roemenië voort en zal in een volgende zitting
belmndelen do Duitsche wetgeving. Zij zal ech
ter geen definitief oordeel uitspreken vóór dat
een zeker aantal wetgevingen 19 onderzocht.
De volgende zitting, op Zaterdag, zal gewijd
zijn «aan bijzondere vragen en aan het Oosten
rij ksch-Hongaarscho con t.i ngent.
Frankrijk.
1 n opdracht van den D u i b s c li c Kei
zer betuigde de gezant vorst Radolin den
ministers Delcassé en Pelletan, persoonlijk
-dank voor de aan de Amazone verleende
hulp. De marine-attaché vico-admiraal Sie-
gel begaf zich heden naar Brest, om in op
draoht van den Keizer de marine-autoritei
ten aldaar eveneens dank te betuigen
In antwoord op eene desbetreffen
de interpellatie, deelde minister-president
Com-bes gistere» in do Kanier medte, dal,
do concentratie der troepen is gelast; wan
neer zij geëindigd .al zijn, zal de les, die aan-
de Marokkaanse he plunderaars zal zijn giege-
we-n-, voorbeeldig zijn. Wij zullen wedervergel
ding uitoefenen naarmate men ons behandeld!
heeft. Noch Marokko, noch de mogendheden
behoeven aan onze voornemens to twijfelen,
want wij willen geen vermeerdering van grond
bezit.
De Semeuatsooroimssie voor dt orde
genootschappen heeft met 10 tegen 4
stemmen besloten, het voorstel der regeering
tol. uitsluiting der Salesianen goed te keu
ren.
Engeland.
In zijp: antwoord op een aan hetm ge rich
ten bnief merkte minister Chamberlain
op, daib wanneer de openbare nueeniojg in de
koloniën zidhi inderdaad vijandelijk od
zelfs onverschillig betoonde, er dan niet de
geringste mogelijkheid bestond, do hervor
mingen op het iwvaerrcclit te ver
wezenlijken. Hij zou zrlcjh, gerechtigd achten
RUTH.
Moderne Roman
FERNAND-LAFARGUE.
-Waarom hoeft Servadac jouw geheim zoo
?vuldig bewaard en het mijne verraden
■Hij heeft geen t,ijd 'gelhad. oanj u ieAsi van
mijne te zeggen." luidde glimlachend1 Al-
s antwoord, „want oerst, gisteren aviond
ik hem mijn vertrouwen gosobonkeii.
ik vemaani, ilat ihij nan,r Laliti-rdo ging
reu zaak to ibeiiandole», die ».nd$ lang
•■Haan liet hart ligt. verzoolvt ik ham te-
zaak \*oor mij te behartigen, waar-
1 mijn levensgeluk laflimifif
lic» dezelfde persoon vroeg Jacques Du
vol veiihadng dlo oogen tot zijtn zoon
tenule.
Ji. vader, met doaalfde perscon.
Mot mevrouw die weduwe Pierre Jan-on
Ja. vader, mot mijn tante
•De beprë" er niets van leg het mij ooms
KijkU wtiilt oen, lap groaii! van haar koo-
niet waar Dat' bosoh.
,.Ik herinner mij dat iik over dat plan mot
je gesproken' heb.
,,En ik zou. van, haar wensohon Ie verkrij
gen en tevens van, u...," diepe ontroering
belette hann verder to spreken.
„Zofu er één ding tor wereld, bestaan af-
hankeliik van óns bokllev wül Je meet je ver
gissen, miij n jonge»
„Neon, vader. M'ijn, ged.uk kon dan alleen
volkomen zijn als zij en u toestemming go
van."
„Wat bedoel je? Noodlt, meer zal ik een
iliinderpaal voor je geluk wezen dat is mijn
vast besluit."
„Vader... ik heb een jonge vrouw lief, die
wel is waar niet do dochter vaan mevrouw
Janso-n is, maar die door toegenegenheid aan
haar verbonden,, zictli onderwerpt aan liaar
wil."
..Wie is die jougje vrouw''
„Ziji wast met baar zoon .Bdbuard getrouwd."
„Eva Jansen' De gouvernante van je kin
dieren?"
„Bij,na 'hiun moeder
Jacques Duclaux Iwog hef, hoofd en staar
de nadenkend, voor zich uit."
.Vader, smeekte do ion,ge man. hot lang
dung zwiiwvn afbrekend, „dank aan mijn oen
ste huwelijk en laarti mii ditmaal alleen
kiezen.
Waarom herinner je er mij aan, diat je
door mijn toedoen ongelukkig beult geweestV
prevelde de grij(aa,nd.
..Het leven is mij ee» vergoeding BcihuWfig,
vader. En als mevrouw Janson er to toestemt
(mij haar scihoondtedhfer te gietven, hebt u, tel
veois liet beste beWijjs, dat zij het verleden
wenadht te vergeten, d!at <le onaangenaamhe
den. Waaruit de verwijdering tuasohen u bei
den sproot, niet moer beataaui.
Do zieke was een. ontroering ten prooi zoo
lievig, dat groote zweetd roppolen hem op hel
voorhoof dl parelden.
„Als mn, weerszijden hef, vealedën, vei'gc
ten en vergeven is, waarom zóu dan de ver
zoening niet met onverbreekbare bamdien «aan
liet, betdun, aan die toekoniif, wotrde» vastge
knoopt?" voi-volgde Albert „Welke bezwra/on
hebt u togen dit huwelijk?"
Jacques Duclaux slaakte oen zucht, als wa
re hem oen last van. zijn ziel genome».
„Niet één, Albert. Tk geef mijn toestem
mnng."
„Onvoorwaardelijk
Ja-, onvooi*waa,rdieliijk
Albert viel i zijn knieën en ihukte de
banden van zijn vtaidJer aan zijn lippen,
„Wat bent u góed.Nu kan ik met Eva
spreken."
,/Wab? heb jet baar toebtemiirpi-nlg nog
niet
„Helaas, neen. Zii lileeft mij hét, zwijgen
opgelegd"
„Ga liaar dan leal enGauw' Verzoek liaar
hier te komen, dan zal ik zelf met haar «pre
ken."
„Zij hooft ons huis verlaten en ik heb
Servadac opgedragen haar te vertoeken mot
hem mede te komen
Op lietaeilfde oogen blik klonk hef gerniUd
van wielen, Albert wetid,' doodsbleek en wierp
snel et;», blik naar button.
„Scrvaldfljo is alleen
„Allecuialleenlierli/aal dei «Kacqnofi
Dudlaux geftieel tertueergeBlagp».
Eenige seconiden later wend de deur ge
opend esn trad1 Servadac met stralend gelaat
hon-nem.
.Daar!" riep hij) met luiider afemone. „De
vijand verslagen, succes over de getheele li
uie. Waf, een gelukkig toevail, dat mijn mees-
ters hier siaouen z.ijin óm gelijktijdig het' goede
nieuws te vernemen. Eierstens.
Met een pledhfcig gebaar leglde hij een
opengevouwen papier op het bod.
Eerstens, meneer Duclaux, is de zaak ge
regeld, beklonken, oindertoeköndKijk
«waar.weduwe JansanHet boschl is uw
eigendom... gekocht voor honderdduizend.
Servadac. niet in staat zioh nog langer te
bedwingen, barstte in een, schaterlach uit, en
na- wat tot bedaren te zii» gekomen, wendde
hij zich tot dén, jonge», maai
„En wat uw zaak betreft, meneer Al bert,
niets ,i& ge toeken d, maar allee overeengeko
men
„Ke(e(it zij terug?"
„Over drie dia,gen."
,jBn stenitt zij toe X
„Zij neemt, aan... d© moeder van uw kin-
detren te wordeu, ten luinsto als uw vader
zijn toestemming geeft."
„Mijn varfer eui ik zijn op alle punten eens
gezind.'
..Uitstekend'" 'verklaarde Servadac „D
dtanues editor hebben eeai paar voorwaarden
geskedcL
„Welke?" vixiegen vader on zoon tegelijk,
niet weinig bevreesd «feut aan haar eischeu
onmogelijk te voldoen zou zijn.
„In die eerste plaats weigjert. mevrouw Clé
mentine heit geJd,"
Jacques Duclaux sloeg do liajiarai in el kaai
en sperde dia ooge» wijd open.
„En in de tweede plaats wil mscrouw Eva
niifet op 'het kasteel terugkomsn zonder haar
sciliooumoeder.
De beide Duclaaux zagen elkaar aan met
verhelderd gelaat en bevend' van vreugde.
„Ia hielt, niet schitterend afgeiloopeu V' vroeg
dd intoodiaiut opnieuw in lachen u,it-barstend.
„Servadac, jou draag ik op met het groote
faanilie-rijtuig de dtaimce te Ijabarde te gaan
halen. Wij zulileu haar wachten.Godi geve
dat ik nog zooveel tijd heb," voegde de oude
man na eenige aarzeling er bij.
Ot> hetzelfde oogen blik stoven de kinderen
op hun bloote voet,jer, naar binaien, slaapdran
ken on schreiendhun vader ziende, viogen
beide naar hom, fote.
„Pa,pa,! Eva i» er niet' Eva is weg'"
Albert sloot benden in zijn armen en bracht
hen terug: naai- de slaapkamer
„Sahrei maar niet, zij komt gauw terug,
trachtte hiiji hen te troosten,
.En zaïl ze dan nooit meer weggaan?"
„Neen, nooit, nooit aneei
Slot voflgb.