N°. 327. Eerwie Blad.
r:* Jaargang.
Zaterdag 6 Juni 1903.
FEUILLETON.
lilitair Schetsboek.
BUITENLAND.
AMERSFOORT
DAGBLAD.
ABONNEMENTSPRIJS
fer 3 maanden voor Amersfoortf 1.25.
Idem franco per post1.75.
A&onderlijke nummers- 0.05.
Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen.
Advertentiëu, mededèelingen enz., gelieve men vóór 10 nur
's morgens bij do Uitgevers in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1—5 regels0.75.
Elke regel meer0.15.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot
het herhaald advorteeren in dit Blad bij abonnement. Ëepe
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag
toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort,
brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
.-tiueente, dat het door den directeur van 's rijks
lirecte belastingen enz. te Amsterdam executoir
Ttrklaard' kohier No. 6 van de belasting op be-
irijfs- en andere inkomsten over het dienstjaar
190^1903 aan den ontvanger vam 's rijles directe
wlastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien
edor verplieihl is -zijnen aanslag op den bij de
iet'bepnalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort, den 6. Juni 1903.
De Burgemeester v ornoemd,
wuunrns.
In en om Eemvoorde.
v.
Rieit n'est 'beau que Ie vrai.
.Ja, natuurlijk, de automobielen hebben
altijd gedaan voegde een mijner kennis.-
<n mij onlangs toe, toen ik aan mijn ver
vaardiging lucht gaf over de afkeurens-
nardigo snelheid, waarmee sommige chauf-
kurs door de straten rennen. Maar ik gaf
Kin niets toe, of hiji al sprak van „voo-roor-
deel van, het publiek", van „stelselmatige'
tegenstand ten opzichte van alles w'at nieuw
enz. enz.
Het i s werkelijk onverantwoordelijk, ja
Let is schandelijk onvoorzichtig, om op den
spenbaren weg, waarlangs zoowel kinderen
lis ouden van dagen zich bewegen, aan een
ucituig een snelheid te geven, welke die
een trein gelijk komt. Er zijn wettelijke
ïpMingen, die de snelheid van treinen re-
[den, en deze worden dooi- de spoorweg
wet ies behoorlijk nagekomenis het niet
.teds lang noodzakelijk gebleken om ook
•car auto's bepalingen in het leven te roe-
die niet alleen in sommige provincies,
mar die het g e h e ei e land door voor
ille chauffeurs bindend zijn? Etr is nu een
iitsont'Werp aanhangig dat, althans zoo hoop
met bekwamen spoed dooi' de 2c Kamer
worden, afgehandeld. Ik ben geen tegen-
lander van het automobilisme, al kan ik
dj dan ook niet best, voorstellen hoe bijv.
imigo dames er pleizier in kunnen vinden
op*em snikheetcn dag, met een doek om
it hoofd gebonden, in zoo'n ..kilomrtcrvre-
f to gaan zitten maar ik kom op te-
n de roekeloosheid, welke menschenlevens
in kosten. En ik geloof niet. dat men, dit
wdreven zal kunnen noemen, wamt er zijn
:!aas reeds voorbeelden te over om te be-
►jien dat de auto's gevaar opleveren voor
publiek. Men herinnere zich den wegwed-
i:i;d ParijsBerlijn en de dollemans-race
alpMadrid, die nu onlangs door de Fran
ke jtegeering verboden werd, nadat op ver
dubde plaatsen 4, zegge vier, mensohen
rmorzeld waren. Nota bene! 140 kilometer
duur, of-te-wel bijna 40 meter per seconde,
o volgens de berichten bij die gelegenheid
gelegd, een snelheid dns tweemaal zoo
»t als die van onze treinen, welke boven-
ffl op voor het publiek afgesloten banen
jlen
De sneltrein 110. 200 Amersfoort,Amster-
m legt den 44 K M. langen weg af in 48
inuten en bereikt dus slechts een snelheid
apl.m. 16 meter per seconde- Müji dunkt
deze cijfers voldoende spreken
Als een bewijs dat ook mannen, die bij
automobilisme nauw betrokken zijn, het
«zinnig snelrijlden afkeuren, acht ik1 het
van belang ontbloot hier eens het oor-
ïnede te deelen over den wedstrijd Pa
in-Madrid van den heer H. A. G. Venei-
masecretaris- van de Ned. Automobielolub.
Genoemde heer schrijft in. de Kampioen,
liet officieele orgaan
..Met zooveel vuur opgesteld, met zooveel
eorg voorbereid, ten ko-Le van zooveel arbeid
en geld, is de wedstrijd ParijsMadrid ontij
dig geëindigd, op bevel van den minister van
Binnenlandsche Zaken, want helaas had een
der Parijsche bladen gelijk, toen het aan het
hoofd plaatste de woorden „La course a la
mort". Verscheidene menschenlevens, tal-
loozo gewonden zijn gevallen als slachtoffers,
en dat waarvoor? Zeker; bewonderenswaar
dig is het, dat het menschel ijk vernuft, na
eene voorbereiding van slecht» weinige jaren,
in staat is werkstukken af te leveren, die,
toevertrouwd aan de tegenwoordigheid van
geest en koelbloedigheid vau den bestuurder,
eene snelheid bereiken, die tot voor korten
riid als hersenschimmig werd beschoutwd-
Maar welk is hét nut van zulk een snelheid?
Ovcrwegeild is bij. ons natuurlijk het ge
voel voor de gevallenen en de nagelaten be
trekkingen, maar daarnaast moeten wij met
voldoening constateeren, dat paal en perk
gesteld is aan de verkeerde richting, die het
het automobilisme, vooral in Frankrijk, had
ingeslagen do zucht naar overdreven snel
heid. De deelnemende chauffeurs waren van
de eminentsten, de wagen9 waren, de aller
beste. die bestaan. Daaraan lag het niet
maar gebleken is. dat eene dergelijke vaart
slechts te bereiken is met het hoogste ge
vaar voor rijders en omstanders, dat onder
die omstandigheden een menschenlevm af
hankelijk is van de oogeusehijnlijk niet-gate
kleinigheden en bijzaken.
De les is hard geweest, te hardmoge zij
echter ter harte genomen worden door fabri
kanten en chauffeurs Niet in overdreven,
levensgevaarlijke snelheid ligt- de toekomst
van het automobilisme, dook in de duur
zaamheid, betrouwheid', regelmatigheid en
zuinigheid der wagens, wier nut clan eerst,
wanneer aan al die eischen voldaan, zal wor
den, onbetwist aan het licht zal zijin ge
bracht
Ik heb zelf éénmaal een rit per auto mee
gemaakt, onder leiding van een zeer bekwa
men chauffeur; en hoewel ik mij bij die ge-
tegeohéid niet voortdurend cp nriju geraak
gevoelde, omdat ik telkens bang was voor
botsingen, heb ik toen toch in stilte de op
merking gemaakt, dat er voor motorrijtui
gen een mooie toekomst is weggelegd,
mits»het vooral zorge dab het 't publiek
niet tegen zich krijge. Is d i t toch het geval,
dan zal het buitengewoon veel moeite kosten
om de auto's ooit burgerrecht te versohaffen
Op het oogenblik is het. automobilisme, voor
al in ons land, nog bijna, uitsluitend liefheb
berij, maar er behoeft niet aan getwijfeld te
werden of het kan een veel hoogere vlucht
nemen, en de fabricatie van de meest mo
derne voertuigen kan voor duizende werklie
den een bestaan opleveren.
Juist hierop wensch ik nog een», in het
bijzonder de aandacht te vestigen. De roeke-
looze chauffeur vergete niet dat zijn wijze
van optreden tot tweeërlei groote nadoelen
aanleiding geeft. In de eerste plaats noem
ik het verminken of dooden van incnschen
(hem zelf kan ook een, ongeluk overkomen)
en dieren, en ten tweedo liet toebrengen vam
enorme schade aan de industrie. Hiel zou
zeker interessant zijn eens. do cijjfers voor
oogon te zien van de geldelijke schade, dooi
de Fransche en D'uitsohe fabrikanten geleden
tengevolge van het noodzakelijk verbod vau
den bovengenoemden wedstrijd Door de vele
ongelukken, die als- een gevolg van te hard
l ijden reeds gebeurd zijn, heeft vermoedelijk
al menigeen zijn. voornemen om een motor
rijtuig aan te schaffen laten varen en is de
antipathie van een groot deel van het pu
blick opgewokt. Dit is alzoo directe schade
voor den fabrikant en voor den koopman. Om
ons nu eens tot onze gemeente zelf te bepa
len. mag, meen ik, geconstateerd worden dat
wij hier bijna uitsluitend doortrekken
de motorrijtuigen te zien krijgen; zonder
overdrijving geloof ik te kunnen beweren,
dal zeer velen een to groote snelheid ont
wikkelen in do bebouwde kom dei* gemeente.
Er zijin punten in de stad, waar vandaag of
morgen een ongeluk niet kan uitblijven. Zoo
noem ik bijv. maar eens het begin der
Utrechtscho straat bij hot p.olitie-bureau, waar
men op zeker oogenblik de tram, een paar
vrachtwagens en een automobiel elkaar ziet
pas et-reu. terwijl tal van scholieren zich naar
de II B. ft begeven en het bovendien moge
lijk is dgt uit de zijstraten ook nog voertui
gen komen. Is dit nu een plaats waar auto's
met een gangetje van 20 a 25 KM. mogen
rijden
Eb toch gebeurt liet soms. Een zeer
gevaarlijk punt heeft men ook bijl de krui
sing van Leuaderweg en Bergstraat. Keeds
meermalen zijtn hier fietsen, met elkaar in
botsing gekomen, die natuurlijk ook eeu te
snelle vaart hadden. Maar wat zal het zijn
als er eens twee motorrijtuigen of een motor
en een gewoon rijtuig tegen elkaar vliegen?
Wie uit do Bergstraat of van den Arnhem-
schen weg komt, kan onmogelijk zien wat er
van den Leusderweg nadert, en omgekeerd
is liet precies hetzelfde. Daarom is het m- i.
gebiedend noodzakelijk, dat- op dergelijke ge
vaarlijke punten borden worden geplaatst
met het opschrift: ..Stapvoets rijden". Nut
tig zou misschien de volgende waarschuwing
zijin, op groote borden te plaatsen op alle
rijwegen, die toegang geven tot de gemeen
te ,,Het is op een boetoj van 100 gulden
verboden, van af dit punt door de bebouwde
kom der gemeente met een greotere snelheid
te rijden dan vam 8 kilometc-r per uur." Do
bordjes op de gevaarlijke punten behoorden
dan natuurlijk toch behoud-, a te blijven.
Het ongestoord verkeer van de voetgan
gers op straat is bij ons in dem laatsten tijd
wel meer verzekerd door den aanleg van
trottoirs langs verschillende wegen. Deze
maatregel verdient alle toejuiching en be
wijst dat ons geme< nkbe luur niet alleen
voor de verfraaiing der stad zorgt, maar te
vens ook de veiligheid der gemeentenaren niet
uit het oog verliest. Men behoeft nu ten
minste niet meer op den rijweg te loopem en
kan dezen voor de voertuigen zooveel moge
lijk vrijlaten. De voetganger behoort zelf ook
mee te werken om ongelukken te voorko
men, men mag niet alles van éénen kant
eischenEr wordt wel eens beweerd, dat
fietsrijders en chauffeurs zich verbeelden dat
de weg alleen voor hen bestemd ia, en niet
zelden komt- het voor, dat sommigen voor
een rijwiel niet. op zij willen gaan, zeggende.
„Iaat. ze zelf maar uitwijkenDit is kinder
achtig. want het i- voor een voetganger vaak
veel gemakkelijker om uit te wijken dan voor
iemand, die op een finis zii. Voor een gewoon
rijt uiig, voor een ruiter, nu handwagen-, een
hondenkar gaat men ook wel uit den weg);
waarom dan onwillig te zijn jegens den velo
cipedist? Men moet elkaar tegemoetkomen,
van beide kanten 'n beet je geven en nemen,
dan wordt de kans op botsingen (ook in
ander opzicht) aanmerkelijk geringer.
Wie de uitwerking eens zien wil vam „massa
x snelheid", die bekijke aan „De Koppel"
de gebroken ijzeren leuning maar even llier
is onlangs een vrachtwagen, bladen met
kalvers, met paard en al tc water geraakt, en
liet stevige ijzeren hek is daarbij totaal ver
nield. Men heeft er nu tijdelijk in voorzien
door een afsluiting van flinke sparren te ma
ken, welke de sierlijkheid wel is waar niet
bevordert, maar die toch practised! is ca
voorkomt dat er nog meer in de Eiem ge
raakt hetgeen er niet in thuis behoort. Na
tuurlijk zal men er niet mee wachten om heo
ijzeren hek te vernieuwen.
Er is daar aan ..De Koppel'"' heel wat be
drijvigheid in den laatsten tijd, tengevolge
van d,e werkzaamheden in verband met do
vernieuwing der kadermur&n. Ik zag er on
langs drie locomobielen in volle werking, zoo
wel tot het inheien der zware palen als om
het afgedamde gedeelte droog to houden. Do
schippers zullen, dunkt mij, blij zijn als, het
werk gereed is. maar niet minder de bewo
ners van de westelijke kade en de eigenaars
van gr a a n ma garijp en, oliemolen enz.
Tot rnijm gioot genoegen heb ik waargeno
men, dat het Sinallepad en een gedeelte van
het oude Stationsplein opnieuw bestraat zijin.
In een mijmer vorige artikelen, klaagde ik toe
vallig over den rijweg aldaar, duszad het
zeker wed geen van mijn lezer» verwonderen,
dat ik over de spoedige vervulling van mijn
wenschen uiterst voldaan ben Ik begrijp nar
tuurlijk wel dat die klinkerweg niet gemaakt-
is om mijnentwille, maar in het belang
van het algemeen, wat niet wegneemt
dat ik het toch aangenaam vind.
Hoewel geen Ras-Amersfoorter zijnde en
ofschoon niet in aanmerking gobiacht om on
zen beroemden ..keselsteen' te helpen trek
ken, heb ik onze stad gedurende mijn veelja
rig verblijf alhier toch genoeg liefgekregen,
om elke verbetering, elke verfraaiing, elke
uitbreiding met welgevallen te aanschouwen.
Daarom heb ik, zooals boven reeds is opge
merkt, ook met zooveel genoegen gezien, dat
men overal trottoirs beeft, aangelegd, dat
men de haven verbetert, de wandelwegen
goed onderhoudt enz. enz. Den vreemde
ling, die Amersfoort binnenkomt, moét het
opvallen dat er vooruitgang is, hij moet het
kunnen zien dat men hier niet stil zit, maar
dat men wil meegaan met den tijd. Tem
pora mutantur. nos et. mutamur in illis, de
tijden veranderen onophoudelijk en wij met
hen, en zoo moet het ook zijn. want. stil
stand is achteruitgang. Aan den vooruitgang,
aan den bloei der gemeente mee te werken
is ons aller plicht De een heeft hiertoe
meer, de ander minder gelegenheid, maaa* wie
niet doet wat hij kan is niet waard te wo
nen in een mooie plaats die in opkomst ia,
vol leven en vertier, met keurige winkels,
schoone plantsoenen, prachtige omstreken,
welke hoe langer hoe meer vreemdelingen
zullen trekken- Binnen enkele dagen, als het
muziekfeest van Toonkunst zal worden ge
vierd, hebben we oen massa menscken van
buiten te wachten. Laten we dan allen, voor
zoover het op onzen weg ligt. en het on9
mogelijk is, medewerken om te zorgen dat.
Amersfoort, ei' bij die gelegenheid op zijin
voordeeligst uil ziet. De indruk, dien onze
gasten van de stad en van haar omgeving
medenemen, moet goed en, als 't kan, uil
stekend zijp. Ieder zette dus zijn beste beentje
voor
VIDI
door
MUL VAN HOORN.
(Het autetirsrecht ia verzekerd).
xxvn.
Cobus
bpe, dat heen is.
bn petjo met een licht oranjeband stond
tofjes op zijn krulachtige haren, die op-
jten om den petrand
Br werd verteld, dat. ihdjt, om z'n. haar te
"i, eerst zijn hoofd onder de pomp hield,
djn pet. opzette en daarna het haar om-
'4$ borstelde. Maar er werd zooveel van
"i verteld, dat fabelachtig leek, en er is
'veel van hem te vertellen, dat waar is
onwaarschijnlijk klinkt, dat liet' goed zal
'alleen eigen observatie te geven, om een
&>iwaardig geheel tc krijgenJ.
?iu onder de klep van z'n pot flitteu on-
■ig een paar grijsblauwe oogjes. Het is
lang een vraag geweest, of hij scheel
zéker heb ik hot niet kunnen uitvin-
ik geloof, dat de onrust van z'n oogen,
den scheven stand van de pet, het ef-
van scheel-zien gaven.
ftc oogjes hadden, zonder flets tc zijn,
1 vischachtigs door roode randjes, vooh-
fiijn en de nabijheid van het wipneusje.
Ze loerden en draaiden van links naar
reebts, van rechts naar links; ze lieten ons
geen oogenblik ongezien, wantrouwig als ze
waren, dat er in een onbewaakt oogenblik
„een. bakkie" uitgehaald zou worden. Het
wipneusje was tegen den wil van den bezitter
omhoog gegroeid, want een vecgmanuaal van
boven naar benoden over neus/snor en mond
met de geheeld hand, bewees de neiging om.
het dmg omlaag te werken
Het neusje gaf iets leeps aan het gezicht
het pastte bij de krullen en de scheve pet
en ook bijl de taille, die nauw werd toege
haald door den sabelkoppel, met veel plooien
achter tusschen de taille-knoopen. De neus
gaten waar men tegenaan keek, waren breed
en maakten dikwijls een snufgeluid.
Om den broeden mond met de fijne, tot
,,laoh-met>!" toegeknepen, lippen was een
snorretje met nij|dig uitgedraaide puntje-?;
hij kou op het snorretje bijten, alsof hiji heel
kwaad was; die hem kende, wist dat het
maar militair vertoon wa.s; die hem niet-
'kende, en niet krijigstuchtelijik ontwikkeld
vas, voelde lach in zich opkomen en
kwam ,,op de bon".
Ziin lijfje en zijn beentjes, zijn jasje
en zijn broekje, zijn vervaarlijk zwaaien
de armpjes, zo gaven alle den indruk,
of h'j ons aan het lachen wilde ma
ken. Maar de ernst, waarmede Iwj stapte
met meter-passen, waarmede hij z'n te kort
broekje nog hooger ophaalde, de taille van
z'n kort jasje aansnoerde en z'n armpjes
zwaaide, bracht op het denkbeeld, dat hij
werkelijk meende, dat dit „militair ui ter
lijk" gaf. En dat bleek ook uit het feit, datJ
hij geen lachje kon gedoogen om dit krijgs
haftig g?doe en met onverbiddelijke gestreng
heid optrad tegen nadoen, waartoe wij in
het. begin verlokt werden.
Het jasje en het broekje liij
kreeg zo van de juiisfc tot officier be
vorderden. kregen aan zij,n lichaam
iels vlug-grappigs. Dei broek scheen hiji
juist anders te vouwen dan dè anderen,
zoodat hij breed uitstond1; door het hoog
ophalen kwamen zijn schoenveters in een
stirik er onder uit. Hij leek vóór het gelid
een danspoppetje, dat straks armen en bee-
nen zou uitsteken en intrekken; dit kwaun
voor het scheefstaande petije, het fijne lijfje,
het broekje, de schoenriemen en de te korte
mouwen.
Toen wij hc-m het eerst zagen, had hij do
week, en had in dezen dienst gelegenheid
te over om streng militair te doen.
Wij, on-soldaatachtig, begrepen nietis van
zijn vervaarlijkheid. tot wij lachten en „er
biji" waren. Het waren moeilijke dagen voor
levens- en laehlustige zielen.
Als wiji vol grappen waren over onze eigen
metamorphose in de slecht passende mouw
vestjes en pantalons met spangedeelte boven
en de slobbeipijpen onder, als wij niet ern
stig kondon blijven bij het vouwen van hem
den en werkbroeken, die onder onze haaiden
maar niet wilden worden do verlangde netto
rolletjes, dan vroeg Cobus in zijn mooist Am-
stcrdainsoh accent
Waarom lach u
En, als wij onze stikbuien vau jongen-
lach trachtten weg tc werken, heette het
Er valt niks te lachen
Maar de ch van lachen was zoo dik en
kwam zoo diep-nijdig uit z'n keel, dat ons
pogen geheel mislukte.
Dan rolden de schelm oogjes vervaarlijk,
do neus snufte, de pet kreeg een duw, de
schouders gingen met een ruk terug:
Ik zal rapporttt. van u maken.
(De 3 f s zijn noodig om het specehsel-ge-
luid weer te geven, waarmee aan dit woord
de kracht werd bijgezet).
Het „rapport" van Cobus kan mede dienen
om hem goed te leeren kennen.
Bij de eerste kennismaking was» liiji daar
kwistig mee; dat was om den militairen
geest te vormen. Wij moesten leeren ons te
bedwingen. En daar dit moeite kostte bij
het aanzien van de nijdige bewegingen vau
Cobus en het. aanhooren van zijn heel vreem
de spreekwijze, werd zijin doel het spoedigst
bereikt met „rapport".
Later, als er een „zweempie militaireng-
heid" in ons kwam, bezigde hij -het. middel
van met rapport dreigen tot een ander dool.
Bijvoorbeeld.
Het is Vrijdagmorgen -, de reveille- aan uw
oor, op uw slaapzaal, geblazen, heeft geen
doel getroffen ge slaapt als een roos, tot
Cobus' stem, begeleid door voetstoot-en tegen
uw krib, u doet ontwaken.
E(hij begon meestal met
't is reveillie geweest
Jawel, sergeant.
Nee. rijzen nou. 'r tijd
Jawel, sergeant.
Gc maakt ccnige beweging, gaat half op
zitten. Cobu» gaat door langs de kribben,
enkele langslapers herinnerend aan den dag
taak Ge laat u verleiden tot ..nog een paar
nunuutjesv en schuift weêr onder den wol.
Als het stemgeluid van Cobus in de verte
weggalmt over de zaal, slaapt ge weer, haast
vaster nog dan straks.
Daair zwaait met eein ruk de deur open.
Politiek Overzicht
De overval van Figuïg.
liet is niet voor de eerste maal, dat het
Frartschc gezag in Algerië het te kwaad heeft
met het aan dp Sahara grenzende gebied,
waarvan dr oase van Figuig hot middelpunt
uifmaakt. Alleen heeft men thans een bij
zonder stuk sprekend geval, nu dc gouver
neur-genoraal van A.lgerie zelf op eene in
spectiereas kennis gemaakt, heeft met de vij
andige stemming der bevolking op eene wijze,
die hem en zijjne geleiders het leven had
kunnen kosten wnniuer zij niet haastig wa
ren teruggegaan.
De oase Figuig bestaat uit een aan
tal palmaanplantingen in zeer rotsach
tig terrein; zij ligt tiBsehen de verst
vooruitgeschoven posten van zuidelijk Al
gerië c-u Marokko en bevat eene zeer
g-mu-ngde bevolking, die op 50.000 zie
len w„rdt geschat. De bevolking bestaat uit
loden van weerspannige Mar^klyianscbe stam
men. Algerijfnsohe AraVe^i^en Kabylen,
die zich niet willen offuerwerpen aan de
F ran sek e beerscliappiji, Joden en. Toearegs.
Deze laatsten worden als de gevaarlijkst®
elementen beschouwd. Deze uiterst gemeng
de bevolking is verdeeld' over zeven door na
tuur en kunst zwaar versterkte plaatsen,
waarvan Zenaga als de grootste en dreigend-
s»te Ivcschouwd wordt.
Een twintig jaren geleden was Figuig het
steunpunt van een hevigen Marokkaanschen
opstand onder aanvoering van den wonder-
doenden heilige Boe Amama, De Franschen
wipekton toen in een langen veldtocht de»
op oen van hunne officieren, luitenant Wein-
brenner, gepleegden moord en maakten van
dc gelegenheid gebruik om de grens van het
door hen bezet.te gebied tot AinjSefra uit te
breiden,. Sedert hebben zij hunne militaire
posten nog tot Duveyrier en Beni-Oenif voor
uitgeschoven en tegelijk den spoorweg voort
gezet tot laatstgenoemd kamp, dat zich dicht
bij de grens tegenover Figuig bevindt. Dit
w ,9 r en. gevolg, van de aanhoudende invallen,
(lie' f.iaröEl EfaansoBe "stammen in het gebied
pleegden, tot welker onderdrukking het de
Marokkaansche reg. :ring aan macht en mid
delen ontbrak. Een deel van de verantwoor
delijkheid voor de moeielijkheden, die wor
den ondervonden, treft echter ook Frank
rijk zelf, dat niet kon beletten, dat
aanhoudend overloopers uit zijne speci
aal voor den Amkaansch'en dienst bestem
de troepen met hunne uitstekende schiet
wapenen en moderne oorlogskennis over dé
grens gingen, in de oase een toevlucht von
den en eene gevaarlijke versterking van de
inboorlingen vormden. Dit verschijnsel is
etn natuurlijk gevolg van de wijze waarop
doze troepen worden aangeworven en vau
hunne strenge behandeling in den dienst.
Het. vreemdenlegioen neemt: elementen uit
alle landen op, zonder te vragen naar hun
verledende voor Afrika bestemde bata-il-
lons recruteeren zich uit de slechtste elemen
ten van bet. moederland, namelijk uib de we
gens misdaden gestrafte mannelijke jeugd;
voor de uit de inboorlingen samengestelde
f roepen afdeel inge n, d e Spa his, jagers e nz., wor
den vrijwilligers aangeworven onder dikwijls
afschuwelijke omstandigheden. Dat een aldus
amengesteldie ,$roep eien giroot contingent
deserteurs levert, wanneer zich de gelegen
heid voordoet om te ontsnappen, spreekt van
zelf.
groote, snelle stappen gaan over de zaal- Een
vriend roept u nog toe „pas op: Cobus"
maar "t is te laat: ge staat ongekleed
naast uw krib en, sterk armenzwaaiend, u
voorbijgaand, zegjt Cobus
U bent er bij.
Nu kent ge Cobus, eni ge zwijgtook als
gj straks, terwijl go uw kopje koffie vóór dé
.morgeni-eigen-oefening slurpt, nog eens van
hem verneemt:
Ikzal lapporttt van u moeten ma
ken.
Straks op de leerzaal, als hij appM heeft
gehouden, zegt hij opnieuw
U weet i. hè? u Bent er bij.
'Dan heeft cen ,,hè, sergeant?" al een be
gin van uitwerking.
Het juiste oogenblik i9 nog niet gekomen.
Dat komt. na het. ontbijt.
Als ge de eetzaal verlaat., staat daar Co
bus bij de deur he?.n en weêr te drentelen
hij wacht u. Nu kunt ge voorzicht igaan be
ginnen.
Sergeant, ik. wou u vragen
Ik kan d r niet aan denken
[Als ge Ccbu-i niet kende, zcudt ge mis
troostig heen gaan en aan uw1 familie schrij
ven. dat ge Zondag tot uw 9pijt niet over
zult komeu. Nu probeert gc het nog cenaj.
U bent anders zo.» goed, sergeant.
E jawel, ja wellmaar 't gaat niet.
Het. zal nooit meer gebeuren, ser
geant
Hm.
Ende jongeren hebben 't in 't
geheel niet gezien.
Ja, maar
Voor één koer nog
Nou, 't is goed.