N°. 327. Eerwie Blad. r:* Jaargang. Zaterdag 6 Juni 1903. FEUILLETON. lilitair Schetsboek. BUITENLAND. AMERSFOORT DAGBLAD. ABONNEMENTSPRIJS fer 3 maanden voor Amersfoortf 1.25. Idem franco per post1.75. A&onderlijke nummers- 0.05. Deze Courant verschijnt Dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Advertentiëu, mededèelingen enz., gelieve men vóór 10 nur 's morgens bij do Uitgevers in te zenden. Uitgevers: VALKHOFF Co. Utrechtschestraat 1. Intercomm. Telephoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1—5 regels0.75. Elke regel meer0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteeren in dit Blad bij abonnement. Ëepe circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amersfoort, brengt ter kennis van de ingezetenen dezer .-tiueente, dat het door den directeur van 's rijks lirecte belastingen enz. te Amsterdam executoir Ttrklaard' kohier No. 6 van de belasting op be- irijfs- en andere inkomsten over het dienstjaar 190^1903 aan den ontvanger vam 's rijles directe wlastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien edor verplieihl is -zijnen aanslag op den bij de iet'bepnalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 6. Juni 1903. De Burgemeester v ornoemd, wuunrns. In en om Eemvoorde. v. Rieit n'est 'beau que Ie vrai. .Ja, natuurlijk, de automobielen hebben altijd gedaan voegde een mijner kennis.- <n mij onlangs toe, toen ik aan mijn ver vaardiging lucht gaf over de afkeurens- nardigo snelheid, waarmee sommige chauf- kurs door de straten rennen. Maar ik gaf Kin niets toe, of hiji al sprak van „voo-roor- deel van, het publiek", van „stelselmatige' tegenstand ten opzichte van alles w'at nieuw enz. enz. Het i s werkelijk onverantwoordelijk, ja Let is schandelijk onvoorzichtig, om op den spenbaren weg, waarlangs zoowel kinderen lis ouden van dagen zich bewegen, aan een ucituig een snelheid te geven, welke die een trein gelijk komt. Er zijn wettelijke ïpMingen, die de snelheid van treinen re- [den, en deze worden dooi- de spoorweg wet ies behoorlijk nagekomenis het niet .teds lang noodzakelijk gebleken om ook •car auto's bepalingen in het leven te roe- die niet alleen in sommige provincies, mar die het g e h e ei e land door voor ille chauffeurs bindend zijn? Etr is nu een iitsont'Werp aanhangig dat, althans zoo hoop met bekwamen spoed dooi' de 2c Kamer worden, afgehandeld. Ik ben geen tegen- lander van het automobilisme, al kan ik dj dan ook niet best, voorstellen hoe bijv. imigo dames er pleizier in kunnen vinden op*em snikheetcn dag, met een doek om it hoofd gebonden, in zoo'n ..kilomrtcrvre- f to gaan zitten maar ik kom op te- n de roekeloosheid, welke menschenlevens in kosten. En ik geloof niet. dat men, dit wdreven zal kunnen noemen, wamt er zijn :!aas reeds voorbeelden te over om te be- ►jien dat de auto's gevaar opleveren voor publiek. Men herinnere zich den wegwed- i:i;d ParijsBerlijn en de dollemans-race alpMadrid, die nu onlangs door de Fran ke jtegeering verboden werd, nadat op ver dubde plaatsen 4, zegge vier, mensohen rmorzeld waren. Nota bene! 140 kilometer duur, of-te-wel bijna 40 meter per seconde, o volgens de berichten bij die gelegenheid gelegd, een snelheid dns tweemaal zoo »t als die van onze treinen, welke boven- ffl op voor het publiek afgesloten banen jlen De sneltrein 110. 200 Amersfoort,Amster- m legt den 44 K M. langen weg af in 48 inuten en bereikt dus slechts een snelheid apl.m. 16 meter per seconde- Müji dunkt deze cijfers voldoende spreken Als een bewijs dat ook mannen, die bij automobilisme nauw betrokken zijn, het «zinnig snelrijlden afkeuren, acht ik1 het van belang ontbloot hier eens het oor- ïnede te deelen over den wedstrijd Pa in-Madrid van den heer H. A. G. Venei- masecretaris- van de Ned. Automobielolub. Genoemde heer schrijft in. de Kampioen, liet officieele orgaan ..Met zooveel vuur opgesteld, met zooveel eorg voorbereid, ten ko-Le van zooveel arbeid en geld, is de wedstrijd ParijsMadrid ontij dig geëindigd, op bevel van den minister van Binnenlandsche Zaken, want helaas had een der Parijsche bladen gelijk, toen het aan het hoofd plaatste de woorden „La course a la mort". Verscheidene menschenlevens, tal- loozo gewonden zijn gevallen als slachtoffers, en dat waarvoor? Zeker; bewonderenswaar dig is het, dat het menschel ijk vernuft, na eene voorbereiding van slecht» weinige jaren, in staat is werkstukken af te leveren, die, toevertrouwd aan de tegenwoordigheid van geest en koelbloedigheid vau den bestuurder, eene snelheid bereiken, die tot voor korten riid als hersenschimmig werd beschoutwd- Maar welk is hét nut van zulk een snelheid? Ovcrwegeild is bij. ons natuurlijk het ge voel voor de gevallenen en de nagelaten be trekkingen, maar daarnaast moeten wij met voldoening constateeren, dat paal en perk gesteld is aan de verkeerde richting, die het het automobilisme, vooral in Frankrijk, had ingeslagen do zucht naar overdreven snel heid. De deelnemende chauffeurs waren van de eminentsten, de wagen9 waren, de aller beste. die bestaan. Daaraan lag het niet maar gebleken is. dat eene dergelijke vaart slechts te bereiken is met het hoogste ge vaar voor rijders en omstanders, dat onder die omstandigheden een menschenlevm af hankelijk is van de oogeusehijnlijk niet-gate kleinigheden en bijzaken. De les is hard geweest, te hardmoge zij echter ter harte genomen worden door fabri kanten en chauffeurs Niet in overdreven, levensgevaarlijke snelheid ligt- de toekomst van het automobilisme, dook in de duur zaamheid, betrouwheid', regelmatigheid en zuinigheid der wagens, wier nut clan eerst, wanneer aan al die eischen voldaan, zal wor den, onbetwist aan het licht zal zijin ge bracht Ik heb zelf éénmaal een rit per auto mee gemaakt, onder leiding van een zeer bekwa men chauffeur; en hoewel ik mij bij die ge- tegeohéid niet voortdurend cp nriju geraak gevoelde, omdat ik telkens bang was voor botsingen, heb ik toen toch in stilte de op merking gemaakt, dat er voor motorrijtui gen een mooie toekomst is weggelegd, mits»het vooral zorge dab het 't publiek niet tegen zich krijge. Is d i t toch het geval, dan zal het buitengewoon veel moeite kosten om de auto's ooit burgerrecht te versohaffen Op het oogenblik is het. automobilisme, voor al in ons land, nog bijna, uitsluitend liefheb berij, maar er behoeft niet aan getwijfeld te werden of het kan een veel hoogere vlucht nemen, en de fabricatie van de meest mo derne voertuigen kan voor duizende werklie den een bestaan opleveren. Juist hierop wensch ik nog een», in het bijzonder de aandacht te vestigen. De roeke- looze chauffeur vergete niet dat zijn wijze van optreden tot tweeërlei groote nadoelen aanleiding geeft. In de eerste plaats noem ik het verminken of dooden van incnschen (hem zelf kan ook een, ongeluk overkomen) en dieren, en ten tweedo liet toebrengen vam enorme schade aan de industrie. Hiel zou zeker interessant zijn eens. do cijjfers voor oogon te zien van de geldelijke schade, dooi de Fransche en D'uitsohe fabrikanten geleden tengevolge van het noodzakelijk verbod vau den bovengenoemden wedstrijd Door de vele ongelukken, die als- een gevolg van te hard l ijden reeds gebeurd zijn, heeft vermoedelijk al menigeen zijn. voornemen om een motor rijtuig aan te schaffen laten varen en is de antipathie van een groot deel van het pu blick opgewokt. Dit is alzoo directe schade voor den fabrikant en voor den koopman. Om ons nu eens tot onze gemeente zelf te bepa len. mag, meen ik, geconstateerd worden dat wij hier bijna uitsluitend doortrekken de motorrijtuigen te zien krijgen; zonder overdrijving geloof ik te kunnen beweren, dal zeer velen een to groote snelheid ont wikkelen in do bebouwde kom dei* gemeente. Er zijin punten in de stad, waar vandaag of morgen een ongeluk niet kan uitblijven. Zoo noem ik bijv. maar eens het begin der Utrechtscho straat bij hot p.olitie-bureau, waar men op zeker oogenblik de tram, een paar vrachtwagens en een automobiel elkaar ziet pas et-reu. terwijl tal van scholieren zich naar de II B. ft begeven en het bovendien moge lijk is dgt uit de zijstraten ook nog voertui gen komen. Is dit nu een plaats waar auto's met een gangetje van 20 a 25 KM. mogen rijden Eb toch gebeurt liet soms. Een zeer gevaarlijk punt heeft men ook bijl de krui sing van Leuaderweg en Bergstraat. Keeds meermalen zijtn hier fietsen, met elkaar in botsing gekomen, die natuurlijk ook eeu te snelle vaart hadden. Maar wat zal het zijn als er eens twee motorrijtuigen of een motor en een gewoon rijtuig tegen elkaar vliegen? Wie uit do Bergstraat of van den Arnhem- schen weg komt, kan onmogelijk zien wat er van den Leusderweg nadert, en omgekeerd is liet precies hetzelfde. Daarom is het m- i. gebiedend noodzakelijk, dat- op dergelijke ge vaarlijke punten borden worden geplaatst met het opschrift: ..Stapvoets rijden". Nut tig zou misschien de volgende waarschuwing zijin, op groote borden te plaatsen op alle rijwegen, die toegang geven tot de gemeen te ,,Het is op een boetoj van 100 gulden verboden, van af dit punt door de bebouwde kom der gemeente met een greotere snelheid te rijden dan vam 8 kilometc-r per uur." Do bordjes op de gevaarlijke punten behoorden dan natuurlijk toch behoud-, a te blijven. Het ongestoord verkeer van de voetgan gers op straat is bij ons in dem laatsten tijd wel meer verzekerd door den aanleg van trottoirs langs verschillende wegen. Deze maatregel verdient alle toejuiching en be wijst dat ons geme< nkbe luur niet alleen voor de verfraaiing der stad zorgt, maar te vens ook de veiligheid der gemeentenaren niet uit het oog verliest. Men behoeft nu ten minste niet meer op den rijweg te loopem en kan dezen voor de voertuigen zooveel moge lijk vrijlaten. De voetganger behoort zelf ook mee te werken om ongelukken te voorko men, men mag niet alles van éénen kant eischenEr wordt wel eens beweerd, dat fietsrijders en chauffeurs zich verbeelden dat de weg alleen voor hen bestemd ia, en niet zelden komt- het voor, dat sommigen voor een rijwiel niet. op zij willen gaan, zeggende. „Iaat. ze zelf maar uitwijkenDit is kinder achtig. want het i- voor een voetganger vaak veel gemakkelijker om uit te wijken dan voor iemand, die op een finis zii. Voor een gewoon rijt uiig, voor een ruiter, nu handwagen-, een hondenkar gaat men ook wel uit den weg); waarom dan onwillig te zijn jegens den velo cipedist? Men moet elkaar tegemoetkomen, van beide kanten 'n beet je geven en nemen, dan wordt de kans op botsingen (ook in ander opzicht) aanmerkelijk geringer. Wie de uitwerking eens zien wil vam „massa x snelheid", die bekijke aan „De Koppel" de gebroken ijzeren leuning maar even llier is onlangs een vrachtwagen, bladen met kalvers, met paard en al tc water geraakt, en liet stevige ijzeren hek is daarbij totaal ver nield. Men heeft er nu tijdelijk in voorzien door een afsluiting van flinke sparren te ma ken, welke de sierlijkheid wel is waar niet bevordert, maar die toch practised! is ca voorkomt dat er nog meer in de Eiem ge raakt hetgeen er niet in thuis behoort. Na tuurlijk zal men er niet mee wachten om heo ijzeren hek te vernieuwen. Er is daar aan ..De Koppel'"' heel wat be drijvigheid in den laatsten tijd, tengevolge van d,e werkzaamheden in verband met do vernieuwing der kadermur&n. Ik zag er on langs drie locomobielen in volle werking, zoo wel tot het inheien der zware palen als om het afgedamde gedeelte droog to houden. Do schippers zullen, dunkt mij, blij zijn als, het werk gereed is. maar niet minder de bewo ners van de westelijke kade en de eigenaars van gr a a n ma garijp en, oliemolen enz. Tot rnijm gioot genoegen heb ik waargeno men, dat het Sinallepad en een gedeelte van het oude Stationsplein opnieuw bestraat zijin. In een mijmer vorige artikelen, klaagde ik toe vallig over den rijweg aldaar, duszad het zeker wed geen van mijn lezer» verwonderen, dat ik over de spoedige vervulling van mijn wenschen uiterst voldaan ben Ik begrijp nar tuurlijk wel dat die klinkerweg niet gemaakt- is om mijnentwille, maar in het belang van het algemeen, wat niet wegneemt dat ik het toch aangenaam vind. Hoewel geen Ras-Amersfoorter zijnde en ofschoon niet in aanmerking gobiacht om on zen beroemden ..keselsteen' te helpen trek ken, heb ik onze stad gedurende mijn veelja rig verblijf alhier toch genoeg liefgekregen, om elke verbetering, elke verfraaiing, elke uitbreiding met welgevallen te aanschouwen. Daarom heb ik, zooals boven reeds is opge merkt, ook met zooveel genoegen gezien, dat men overal trottoirs beeft, aangelegd, dat men de haven verbetert, de wandelwegen goed onderhoudt enz. enz. Den vreemde ling, die Amersfoort binnenkomt, moét het opvallen dat er vooruitgang is, hij moet het kunnen zien dat men hier niet stil zit, maar dat men wil meegaan met den tijd. Tem pora mutantur. nos et. mutamur in illis, de tijden veranderen onophoudelijk en wij met hen, en zoo moet het ook zijn. want. stil stand is achteruitgang. Aan den vooruitgang, aan den bloei der gemeente mee te werken is ons aller plicht De een heeft hiertoe meer, de ander minder gelegenheid, maaa* wie niet doet wat hij kan is niet waard te wo nen in een mooie plaats die in opkomst ia, vol leven en vertier, met keurige winkels, schoone plantsoenen, prachtige omstreken, welke hoe langer hoe meer vreemdelingen zullen trekken- Binnen enkele dagen, als het muziekfeest van Toonkunst zal worden ge vierd, hebben we oen massa menscken van buiten te wachten. Laten we dan allen, voor zoover het op onzen weg ligt. en het on9 mogelijk is, medewerken om te zorgen dat. Amersfoort, ei' bij die gelegenheid op zijin voordeeligst uil ziet. De indruk, dien onze gasten van de stad en van haar omgeving medenemen, moet goed en, als 't kan, uil stekend zijp. Ieder zette dus zijn beste beentje voor VIDI door MUL VAN HOORN. (Het autetirsrecht ia verzekerd). xxvn. Cobus bpe, dat heen is. bn petjo met een licht oranjeband stond tofjes op zijn krulachtige haren, die op- jten om den petrand Br werd verteld, dat. ihdjt, om z'n. haar te "i, eerst zijn hoofd onder de pomp hield, djn pet. opzette en daarna het haar om- '4$ borstelde. Maar er werd zooveel van "i verteld, dat fabelachtig leek, en er is 'veel van hem te vertellen, dat waar is onwaarschijnlijk klinkt, dat liet' goed zal 'alleen eigen observatie te geven, om een &>iwaardig geheel tc krijgenJ. ?iu onder de klep van z'n pot flitteu on- ■ig een paar grijsblauwe oogjes. Het is lang een vraag geweest, of hij scheel zéker heb ik hot niet kunnen uitvin- ik geloof, dat de onrust van z'n oogen, den scheven stand van de pet, het ef- van scheel-zien gaven. ftc oogjes hadden, zonder flets tc zijn, 1 vischachtigs door roode randjes, vooh- fiijn en de nabijheid van het wipneusje. Ze loerden en draaiden van links naar reebts, van rechts naar links; ze lieten ons geen oogenblik ongezien, wantrouwig als ze waren, dat er in een onbewaakt oogenblik „een. bakkie" uitgehaald zou worden. Het wipneusje was tegen den wil van den bezitter omhoog gegroeid, want een vecgmanuaal van boven naar benoden over neus/snor en mond met de geheeld hand, bewees de neiging om. het dmg omlaag te werken Het neusje gaf iets leeps aan het gezicht het pastte bij de krullen en de scheve pet en ook bijl de taille, die nauw werd toege haald door den sabelkoppel, met veel plooien achter tusschen de taille-knoopen. De neus gaten waar men tegenaan keek, waren breed en maakten dikwijls een snufgeluid. Om den broeden mond met de fijne, tot ,,laoh-met>!" toegeknepen, lippen was een snorretje met nij|dig uitgedraaide puntje-?; hij kou op het snorretje bijten, alsof hiji heel kwaad was; die hem kende, wist dat het maar militair vertoon wa.s; die hem niet- 'kende, en niet krijigstuchtelijik ontwikkeld vas, voelde lach in zich opkomen en kwam ,,op de bon". Ziin lijfje en zijn beentjes, zijn jasje en zijn broekje, zijn vervaarlijk zwaaien de armpjes, zo gaven alle den indruk, of h'j ons aan het lachen wilde ma ken. Maar de ernst, waarmede Iwj stapte met meter-passen, waarmede hij z'n te kort broekje nog hooger ophaalde, de taille van z'n kort jasje aansnoerde en z'n armpjes zwaaide, bracht op het denkbeeld, dat hij werkelijk meende, dat dit „militair ui ter lijk" gaf. En dat bleek ook uit het feit, datJ hij geen lachje kon gedoogen om dit krijgs haftig g?doe en met onverbiddelijke gestreng heid optrad tegen nadoen, waartoe wij in het. begin verlokt werden. Het jasje en het broekje liij kreeg zo van de juiisfc tot officier be vorderden. kregen aan zij,n lichaam iels vlug-grappigs. Dei broek scheen hiji juist anders te vouwen dan dè anderen, zoodat hij breed uitstond1; door het hoog ophalen kwamen zijn schoenveters in een stirik er onder uit. Hij leek vóór het gelid een danspoppetje, dat straks armen en bee- nen zou uitsteken en intrekken; dit kwaun voor het scheefstaande petije, het fijne lijfje, het broekje, de schoenriemen en de te korte mouwen. Toen wij hc-m het eerst zagen, had hij do week, en had in dezen dienst gelegenheid te over om streng militair te doen. Wij, on-soldaatachtig, begrepen nietis van zijn vervaarlijkheid. tot wij lachten en „er biji" waren. Het waren moeilijke dagen voor levens- en laehlustige zielen. Als wiji vol grappen waren over onze eigen metamorphose in de slecht passende mouw vestjes en pantalons met spangedeelte boven en de slobbeipijpen onder, als wij niet ern stig kondon blijven bij het vouwen van hem den en werkbroeken, die onder onze haaiden maar niet wilden worden do verlangde netto rolletjes, dan vroeg Cobus in zijn mooist Am- stcrdainsoh accent Waarom lach u En, als wij onze stikbuien vau jongen- lach trachtten weg tc werken, heette het Er valt niks te lachen Maar de ch van lachen was zoo dik en kwam zoo diep-nijdig uit z'n keel, dat ons pogen geheel mislukte. Dan rolden de schelm oogjes vervaarlijk, do neus snufte, de pet kreeg een duw, de schouders gingen met een ruk terug: Ik zal rapporttt. van u maken. (De 3 f s zijn noodig om het specehsel-ge- luid weer te geven, waarmee aan dit woord de kracht werd bijgezet). Het „rapport" van Cobus kan mede dienen om hem goed te leeren kennen. Bij de eerste kennismaking was» liiji daar kwistig mee; dat was om den militairen geest te vormen. Wij moesten leeren ons te bedwingen. En daar dit moeite kostte bij het aanzien van de nijdige bewegingen vau Cobus en het. aanhooren van zijn heel vreem de spreekwijze, werd zijin doel het spoedigst bereikt met „rapport". Later, als er een „zweempie militaireng- heid" in ons kwam, bezigde hij -het. middel van met rapport dreigen tot een ander dool. Bijvoorbeeld. Het is Vrijdagmorgen -, de reveille- aan uw oor, op uw slaapzaal, geblazen, heeft geen doel getroffen ge slaapt als een roos, tot Cobus' stem, begeleid door voetstoot-en tegen uw krib, u doet ontwaken. E(hij begon meestal met 't is reveillie geweest Jawel, sergeant. Nee. rijzen nou. 'r tijd Jawel, sergeant. Gc maakt ccnige beweging, gaat half op zitten. Cobu» gaat door langs de kribben, enkele langslapers herinnerend aan den dag taak Ge laat u verleiden tot ..nog een paar nunuutjesv en schuift weêr onder den wol. Als het stemgeluid van Cobus in de verte weggalmt over de zaal, slaapt ge weer, haast vaster nog dan straks. Daair zwaait met eein ruk de deur open. Politiek Overzicht De overval van Figuïg. liet is niet voor de eerste maal, dat het Frartschc gezag in Algerië het te kwaad heeft met het aan dp Sahara grenzende gebied, waarvan dr oase van Figuig hot middelpunt uifmaakt. Alleen heeft men thans een bij zonder stuk sprekend geval, nu dc gouver neur-genoraal van A.lgerie zelf op eene in spectiereas kennis gemaakt, heeft met de vij andige stemming der bevolking op eene wijze, die hem en zijjne geleiders het leven had kunnen kosten wnniuer zij niet haastig wa ren teruggegaan. De oase Figuig bestaat uit een aan tal palmaanplantingen in zeer rotsach tig terrein; zij ligt tiBsehen de verst vooruitgeschoven posten van zuidelijk Al gerië c-u Marokko en bevat eene zeer g-mu-ngde bevolking, die op 50.000 zie len w„rdt geschat. De bevolking bestaat uit loden van weerspannige Mar^klyianscbe stam men. Algerijfnsohe AraVe^i^en Kabylen, die zich niet willen offuerwerpen aan de F ran sek e beerscliappiji, Joden en. Toearegs. Deze laatsten worden als de gevaarlijkst® elementen beschouwd. Deze uiterst gemeng de bevolking is verdeeld' over zeven door na tuur en kunst zwaar versterkte plaatsen, waarvan Zenaga als de grootste en dreigend- s»te Ivcschouwd wordt. Een twintig jaren geleden was Figuig het steunpunt van een hevigen Marokkaanschen opstand onder aanvoering van den wonder- doenden heilige Boe Amama, De Franschen wipekton toen in een langen veldtocht de» op oen van hunne officieren, luitenant Wein- brenner, gepleegden moord en maakten van dc gelegenheid gebruik om de grens van het door hen bezet.te gebied tot AinjSefra uit te breiden,. Sedert hebben zij hunne militaire posten nog tot Duveyrier en Beni-Oenif voor uitgeschoven en tegelijk den spoorweg voort gezet tot laatstgenoemd kamp, dat zich dicht bij de grens tegenover Figuig bevindt. Dit w ,9 r en. gevolg, van de aanhoudende invallen, (lie' f.iaröEl EfaansoBe "stammen in het gebied pleegden, tot welker onderdrukking het de Marokkaansche reg. :ring aan macht en mid delen ontbrak. Een deel van de verantwoor delijkheid voor de moeielijkheden, die wor den ondervonden, treft echter ook Frank rijk zelf, dat niet kon beletten, dat aanhoudend overloopers uit zijne speci aal voor den Amkaansch'en dienst bestem de troepen met hunne uitstekende schiet wapenen en moderne oorlogskennis over dé grens gingen, in de oase een toevlucht von den en eene gevaarlijke versterking van de inboorlingen vormden. Dit verschijnsel is etn natuurlijk gevolg van de wijze waarop doze troepen worden aangeworven en vau hunne strenge behandeling in den dienst. Het. vreemdenlegioen neemt: elementen uit alle landen op, zonder te vragen naar hun verledende voor Afrika bestemde bata-il- lons recruteeren zich uit de slechtste elemen ten van bet. moederland, namelijk uib de we gens misdaden gestrafte mannelijke jeugd; voor de uit de inboorlingen samengestelde f roepen afdeel inge n, d e Spa his, jagers e nz., wor den vrijwilligers aangeworven onder dikwijls afschuwelijke omstandigheden. Dat een aldus amengesteldie ,$roep eien giroot contingent deserteurs levert, wanneer zich de gelegen heid voordoet om te ontsnappen, spreekt van zelf. groote, snelle stappen gaan over de zaal- Een vriend roept u nog toe „pas op: Cobus" maar "t is te laat: ge staat ongekleed naast uw krib en, sterk armenzwaaiend, u voorbijgaand, zegjt Cobus U bent er bij. Nu kent ge Cobus, eni ge zwijgtook als gj straks, terwijl go uw kopje koffie vóór dé .morgeni-eigen-oefening slurpt, nog eens van hem verneemt: Ikzal lapporttt van u moeten ma ken. Straks op de leerzaal, als hij appM heeft gehouden, zegt hij opnieuw U weet i. hè? u Bent er bij. 'Dan heeft cen ,,hè, sergeant?" al een be gin van uitwerking. Het juiste oogenblik i9 nog niet gekomen. Dat komt. na het. ontbijt. Als ge de eetzaal verlaat., staat daar Co bus bij de deur he?.n en weêr te drentelen hij wacht u. Nu kunt ge voorzicht igaan be ginnen. Sergeant, ik. wou u vragen Ik kan d r niet aan denken [Als ge Ccbu-i niet kende, zcudt ge mis troostig heen gaan en aan uw1 familie schrij ven. dat ge Zondag tot uw 9pijt niet over zult komeu. Nu probeert gc het nog cenaj. U bent anders zo.» goed, sergeant. E jawel, ja wellmaar 't gaat niet. Het. zal nooit meer gebeuren, ser geant Hm. Ende jongeren hebben 't in 't geheel niet gezien. Ja, maar Voor één koer nog Nou, 't is goed.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad | 1903 | | pagina 1