nu voldoende besproken. Het verheugt me
dat do heer Jorissen do zaak op zulk een
kalme wijze behandeld heeft.
Dfe heer KloJjer Mijnheer de voorzitter.
Ik heb now eene kleine opmerking. Door den
heer Gerritsen en den heer Celosse is beweerd,
dat do kwestie, waarover het hier loopt, tot
een persoonlijke kwestie was gemaakt en door
den laatste, dat hij liever zaken behandelde^
dan personen. Welnu, dat hebben de leden
die den heer K. gestemd hebben, ook gedaan,
evenzoo tic Raadscommissie. Uit het onder
zoek dier commissie blijkt voldoende, dat
het geen persoonlijke kwestie is geworden,
maar van den beginne af is geweest. Ik wil
daarom nog enkele feiten releveeren.
De heer Kerkkamp stond niet op de voor
dracht. Er was op geplaatst de heer ten Daan
met slechts een die nog niet bevoegd geacht
werd. Een zonderlinge voordracht dus. Da
voordrachten moesten op verzoek van do
Commissie van Toezicht tot Zaterdagmiddag»
12 uur, de uiterste termijn, geheim gehouden
worden. Waar diende dat toe? Om hen, die
benadeeld waren den pas af to snijden tot
herstel
In de volgende Raadszitting kwam een
voorstel dat niet tp de agenda stond, doch
dat als spoed ischend kwam in cene vergar
dering, waarvan het waarschijnlijk was, dat
slechts weinig 1 der tegenwoordig zouden
zijn. Dat was het voorstel om de vaste be
noeming te verande en ir eene tijdelijke. Bij(
de discuss iën daarover werden van zekere zij
de zaken van geheel persoonlijken aard als*
argumenten aangevoerd, argumenten waar
voor ik mij zoude schamen die in 't midden
te brengen.
Óok is aan den Gemeenteraad nimmer me-
dedeeüng gedaan van de stukken in de zaak
Per sant-Snoep.
Waarom dat alles, als het geen persoonlij
ke kwestie betrof?
Wie heeft die dus gemaakt? Niet wij.
Nu moet nog onderzocht worden, zeggen
B. en W., of de heer K. is een geschikt leer-
aar en B. en W. willen dat opdragen aan den
Raad.
Moet er een onderzoek geschieden naar het
onderwijs of de geschiktheid van een leeraar,
dan is dit niet de taak van den Gemeente
raad, doch van R. en W., die dan, indien het
noodig blijkt, met een behoorlijk gemotiveerd
voorstel bij den Raad kunnen komen. Doch
B. en W. maken zich er wel wat gemakke
lijk afevenals bij het opmaken der voor
drachten. De Wet op bet M. O. zegt ini art.
29De directeuren en leeraren der gemeen
te-scholen worden benoemd door den Gemeen
teraad, die vooraf een aanbeveling van be
noembaren ontvangt, door B. en W. na ver
hoor van den inspecteur opgemaakt.
En hier nu laat men de voordracht opma
ken door Commissie van Toezicht en direc
teur. Men ziet nu de gevolgen.
Ik stel voor het voorstel van B. en W. te
verwerpen.
Da heer Prikken. Mijnheer de voor
zitter. Met veel b-Jangstelling heb ik het rap
port van de Raadscommissie te gemoet ge
zien, en met ev a groote belangstelling heb
ik van den inhoud kennis genomen. De wijze,
waarop de commissie' den te volgen weg 'heeft
afgebakend, de nauwkeurige wijze, waarop
aij het onderzoek heeft geleid en ten einde
gebracht, hebben aanspiaak op groote waar-
ceering. B. en W. echter kunnen zich met
het werk van de commissie niet vereenigen;
volgens B. en W. heeft de commissie haar
taak verkeerd opgev? t, heeft zij onnoodig werk
verricht, en de hoofdzaak onbehandeld gela
ten. Mijnheer de voorzitter, ik ben van eene
andere meeoing en wanneer wij ons de dis
cussies van de vorige geheime vergadering
herinneren en de brieven leven van de Com
missie van Toezicht en den brief van den in
specteur van 26 Juli 1903, waar deze o.a.
schrijft,,Ik kan slechts aannemen, dat des
heeren Kerkkamps adres, hetwelk de zaken
onjuist en onwaar voorstelt, hier een opge-
pasten invloed hoeft uitgeoefend". Wanneer
wij dat alles nagaan, dan blijkt dat de
Raadscommissie gcene andere taak had
dan te onderzoeken, of het request onwaar
heden bevatte. Een onderzoek in te stellen
naar de bekwaamheid van den xeeds eenige
jaren hier werkzamen leeraar lag ten eeneDma-
le niet op den weg van d eze commissie. Op wel
ke wijze trouwens zou de commissie die taak
hebben moeten vervuilt a Hoe zou het mo
gelijk zijn bij een dergelijk onderzoek tob een
resultaat te komen? De directeur van de
school heeft blijkens het proces-verbaal zelf
verklaard, dat niet uit te maken ia of door
het onderwijs van den heer Kerkkamp schade
aan het onderwijs is toegebracht. Waar nu
de directeur zelf verklaart, da:t een derg lijk
onderzoek niet in te stellen is, althans geen
resultaat zal hebben, hoe kan B. en W. dit
dan verlangen van de Raadscommissie. Aan
genomen echter, dat dit onderzoek wel zoude
ingesteld kunnen worden, dan toch was het
geheel overbodig. Wij hebben gezien uit de
stukken., dat do heer Kerkkamp voor eene
vaste betrekking is no. 2 gestold door B. en
W., voor de tijdelijke bctiekking no. 1, en dat
niet fauto do mieux, zooals beweerd is, maar
terwijl er meerdere sollicitanten waren, even
bevoegd als de heer Kerkkamp. Dat onder
zoek zou ook nog overbodig zijn, omdat uit
den brief van den inspecteur van 19 Juni
1902 blijkt, dat de benoeming van den neer
Kerkkamp is in het belang van de school- Hij
komt tot die conclusie, zooals hij schrijft na
eene breedvoerige bespreking met de Com
missie van Toezicht en den Directeur van de
school.
Het oordeel van allen was dus gelijkluidend.
De raadscommissie nu heeft de beide
partijen gehoordzij heeft in hare vergade
ring laten komen den directeur en den heer
Kerkkamp, zij heeft proces-verbaal opge
maakt van hunne verklaringen en het is
haar gebleken, dat in het bewuste request
geen enkele onwaaiheid voorkomt, zoodat de
veronderstelling is opgeheven dab door het
request een ongeoorloofde invloed! c den
Raad is uitgeoefend.
Het voorstel van B. en W. oan do vaste
aanstelling te veranderen in een tijdelijke is
overigens geheel ia strijd met de wet. De
Raad kan leeraren ontslaan, maar kan niet
een leeraar, die een vaste aanstelling heeft
gekregen, in do plaats daarvan eene tijde
lijke geven, zonder daar een ontslag aan te
doen voorafgaan. En voor ontslag zijp in
oasu geen termen aanwezig. B. en W. heb
ben dat voorstel genoemd eene „aanvulling*"
en hebben het daarmede aantrekke'ijjk wil
len maken voor den Raad, doch een klein
beetje gezond verstaald en een klein beetje
taalkennis zijn voldoende om te bet rijpen,
dat eene verandering van eene vaste in een
tijdelijke betrekking van één jaar, nimmer
eene „aanvu'hng" ma- r integendeel cene be
snoeiing genoemd moet worden. A-a., zelfs
al ware het voorste' van B. en W. niet in
strijd met de wet, daa zoude ik tot het ne
men van dergelijk, maatregelen niet spoe
dig medewerken, om de eenvoudige reden,
dat er geen doeltreffender middel is dan
juist dat om aan hot onderwijs onhert telbare
schede too te brengen. Immers welk leeraar
zou1 zich voor het vervolg als sollici aut aan
melden. als hij wee!- dat hij ieder rog,nblik
een briefje kan thuis krijgen met de mede-
deeling, dat zijne vrrte betrekking i* „aan
gevuld" tot een tijdelijke voor één jarr. In
dien die maatregel geoorloofd zoude zijn na
14 dagen, is hij dat ook na 3 maanden, na
een half jaar of na ieder willekeurig tijd
stip. Op al deze gronden zal ik stemmen, te
gen het voorstel van B. ©n W.
De Voorzitter. Ik sluit de discussie
en ga over tot stemming over het eerstel
om dc zaak tei renvcy*.cren naar de c< ai-
missie.
De heer J o r i s s n. Is de s.en rotng
over het voorstel a B. en W. om de be
noeming te veranderen in eene tijdelijke?
De heer H e y 1 i s. Mijnheer de vr yr-
zitter, in stel voor het voorstel van B en W.
in dien zin te wijrigen, dat het onderzo: k
za.1 plaats hebben door het Dagelijksch Be
stuur.
De Voorzitten. U kunt dat voortsel
indienen, nadat het voorstel om het te ren-
voyeeren naar de oommissie verworpen is.
De heer Celosse. Ik wensch den voor
zitter in overweging te geven het voorstel
van den heer Heyligers eerst in stemming
te brengen.
De heer K 1 e b e r. Men wil ons doen con-
stateeren, dat het cnc'erwijfs van den heer
Kerkkamp minderwaardig is. Daarin wen
sch en wij niet te treden. Wij drager het Da-
gelijjkschi Bestuur ni fcs op. Het Dag. Bestuur
kan zelf een onderzoek instellen irdico het
zulks noodig oordeelt. De wethouder tracht
ons er in te laten loopen en nu door aanne
ming van dat voorstel toch zijdelings te doen
verklaren, wat wij rechtstreeks niet gewild
en ook niet gekund hebben, en dus otk riet
zullen doen.
De heer Celosse. Er is eien bepaald
voorstel van den heer Hey'igers. Ik stern het
voorstel van den heer Heyligers.
Op voorstel van den voorzitter wordt het
amendemont-Heyligers in stemming ge
bracht.
Vóór stemden de hoeren Heyligers, ven
Esveld, Celosse en Gerritsen.
Het. werd alzoo v. rworpen, evenals het
voorstel van B. en W. om het voorstel te
renvoyeoren naar dc commissie, waarop de
yoorz-tltei het voor-tel van B. en W., cm
do vaste b rcomr-g to veianderen in eene
tijdelijke, inbiekt.
Vóór het voorst:', van B. en W. hadden
gestemd de heeren Visser, van Esve d, Ce
losse, Heyligers en Gerritsen.
2. Rekening der gemeente over 1902 met
ontwerp-besluiit tot voorloopige vaststelling
en rekening van liet Burgerlijk Armbestuur,
Burgerweeshuis, Schutterij en Kamer van
Koophandel met rapport der commissie tot
het nazien daarvan.
De gemeenterekening wordt voorloopig in
ontvangst vastgesteld op f 506,265-43 en in
uitgaaf op f 472,834.91.
Voor zoover zij deel hadden in het beheer
van ieder dezer onderdeelen, hielden de
Raadsleden zich buiten stemming.
3. Voorstel tot wijziging van d.n titel
„waarnemend gemeente-archivaris" en, ad-
junct-waarnemendl gemeente-archivaris" in
„geaneente-arphivaris" en „adjunct-g uneent©-
archivaris".
Dc Voorzitter. Dit voorstel is geschied
naar aanleiding van een voorstel, dat de
waarnemende gemeente-archivaris aelf aan da
hand heeft gedaan als belooning voor heb
belangrijke werk dat hij heeft verricht. Ik
stel voor Let voorstel aan te nemen.
De heer van Beek. Het komt mij voor,
dat die zaak op zichzelf niet zoo geheel on
schuldig is. Wanneer wij die twee personen
zoo gaan tituleeren blijven die betrekkingen
bestaan. Bij het openkomen van die betrek
king zonden deze dadelijk weer door een
ander vervuld moete i worden. Zou het niet
raadzaam zijn die zaak nog eens te over
leggen en na rijp overleg, een besluit te ne
men. Door die titels worden twee betrekkin
gen geschapen, die t bezwarend kurnen wor
den voor de gemeente. Ik wensente v.or te
stellen deze zaak te b .handelen in de afdeo-
lingen en bij de begcooting.
De heer Heyligers. Mijnheer de voor
zitter, ik wensch openlijk uit t© sprek.n een
woord1 van dank aan den titularis die tob
stand heeft gebracht een werk. waarop de
Gemeenteraad jaren lang heeft moeten wach
ten. Dc opdracht i jaren geleden gvd? an en
nu eerst door den heer Reynders ui* .oerd.
De heer Jorissen. Wat dr. Reynders
vraagt is niets anders dau dat men ziju titel
zal veranderen. Dat is wel eene zeer geringe
vergoeding, minder kan men niet geven. Da
heer van Beek zegt, Ij scheppen eene nieuwe
postik zie dat niet in. Wann< later
mocht blijken, dat de bedekking van archi
varis vacant wordJ dn nog ligt het ia de
macht van den Raad tc zeggen, dat die be
trekking niet zal vervuld1 worden. Men kani
don heer Reynders dien titel wel gever Wat
hij vraagt is heel bescheiden. Men meet hem
geven wat hij vra?gt
De heer v a n 3 e e k. Ik wensch dc heeren
nog even te antwoorden. Het is mijne bedoe
ling niet de verdiensten van dén heer Reyn
ders te verkleinen, en ik kan mij \olkomen
vereenigen met wat omtrent den tegen woor-
digen titularis dooi her is gezegd, maar ik
bescluuv do zaak zo< onschuldig riet De
zaak is riet zoo d 'Qg it', dat dadelijk) eena
beslssing moet woiuen genomen. Ik wensch!
te voorkomen, dat een overhaast besluit ge
nomen wordt.
De heer van E - veld. MijrS or da
voorzitter, heb is hier geen qaacstie
van meer of minder tractemert alleen
©ene wijziging in den titel. De gemeente zal
wel altijd een archivaris noodig hebben. Ik
geloof, dat het werk van dear heer Reynders
nog niet afgeloopeo is. Het plan is de cata
logus nqg verder uit te werken. Dc beslis
sing behoeft m. i. riet te wachten tot bij de
begrooting.
Het voorstel van d -a heer van Beek wordt
in stemming gebracht en verworpen waarna
het voorstel van B. en W. aangenomen
wordt.
Vóór het voorstel van Beek stemden de
heeretn van Beek, van Kalken en H-tners.
4. Voorstel tot wijziging der jaarwedde
van onderwijzend! personeel (L. O.).
Onder overlegging van bericht d.i hoof
den van scholen aa a de Koningstraat en
Puntenburgerlaan stellen B. en W. voor de
jaarwedden van de onderwijzers C. Moerman
en J. Jochems, die op 6 en 4 Augustus de
hoofüacte behaalden, te verhoogen. Dc jaar
wedde van den heer Moerman wordt go-
bracht van f 675 op f 800, en die van den
heer Jochems van f 600 op f 725.
Wordt z. h. o». overeenkomstig het voorstel
besloten.
5. Voorstel tot verlenging van het aan deni
onderwijzer L. A. Slot wegens ziekte ver
leend verlof.
Wordt z. h. o. conform besloten, zoodat
het verlof van den onderwijzer Slot met 3
maanden is verlengd, tot 1 December a. s.
6. Benoeming van een tijdelijk leeraar in
dc Nat. Historie* aan de H. B. School (waar
voor aanbevolen dr. Th. Weevers, te Rot
terdam).